:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Hugo van der Goes

Gent circa 1440 - Oudergem 1482

Auteur: Judith Niessen (2012-11-27)

Over de afkomst van Hugo van der Goes is niets bekend. Vermoedelijk werd hij rond 1440 geboren in Gent.1 Ook weten we niet waar hij zijn opleiding genoot. De suggestie van Karel van Mander dat Jan van Eyck zijn leermeester was is onmogelijk: deze overleed in 1441.2 Ook zijn vriend Joos van Wassenhove (Justus van Gent: 1420/40-na 1480) is weleens als mogelijke leermeester genoemd op basis van stilistische overeenkomsten. Daarnaast lijkt het erop dat Hugo in contact stond met Dieric Bouts (ca. 1415/20-1475). Zijn tekenstijl sluit aan bij tekeningen die met deze kunstenaar in verband worden gebracht.3 Bovendien werd hij na het overlijden van die schilder in 1475, tot twee keer toe naar Leuven geroepen: in 1475 om een onvoltooid altaarstuk van Bouts af te werken en in 1480 om diens onvoltooide Gerechtigheidstaferelen te schatten.4 Hugo van der Goes heeft een invloed ondergaan van de Florentijnse schilderkunst in lichtgebruik en plaatsing van de figuren, waardoor wel eens een reis naar Italïe is verondersteld. Hiervoor is echter geen enkel bewijs voor handen. Wel stond hij in contact met Italiaanse families die in de Nederlanden werkten en voor wie hij schilderijen vervaardigde. Zijn belangrijkste werk is bijvoorbeeld het Portinari-altaar, dat hij tussen 1473 en 1478 schilderde voor de Florentijnse bankier Tommaso Portinari, die voor de Medici in Brugge werkzaam was.5 In ieder geval stond Hugo vanaf 1467 ingeschreven bij het Gentse Sint Lucasgilde, waarvan hij in 1474 en 1475 deken was. Hij trad rond 1475 in als lekenbroeder in Roode Klooster. Een besluit dat hij nam naar aanleiding van geestelijke problemen, zo schrijft het ooggetuigenverslag van Gaspar Ofhuys, een van zijn medebroeders en latere prior van het klooster.6 Daar had hij de beschikking over een atelier, waar hij voornaam bezoek ontving, aldus Ofhuys. In 1481 verslechterde zijn geestelijke toestand en hij overleed daaropvolgend in 1482 in Rode Klooster.

Ondanks zijn korte loopbaan, was Hugo van der Goes een van de meest vooraanstaande schilders van zijn tijd. Zijn tekenstijl met losse gekruiste arceringen waartussen punten zijn geplaatst en de door hem gebruikte motieven waren van grote invloed op zijn eigen generatie en de generaties na hem. Hij lijkt een van de eersten die in de Nederlanden werkte met de van oorsprong Italiaanse chiaroscuro-techniek: het tekenen in inkt en hogen in wit op een donker gekleurd papier. Van de tekeningen bestaat alleen over de Ontmoeting van Jacob en Rachel consensus over de eigenhandigheid.7 Daaromheen kan een kleine groep worden samengesteld die wisselend aan Hugo wordt toegeschreven. Het betreffen Christus aan het kruis, Studie van een zittende heilige en Jozef en Asenet.8

Noten

1 Deze biografie is gebaseerd op Dhanens 1998, pp. 23-67; F. Koreny in Antwerp 2002, pp. 123-126; R. Gay in Los Angeles/London 2003, p. 163.

2 Van Mander (ed. Miedema) 1604, fol. 203v.

3 Koreny in Antwerp 2002, p. 123.

4 Dhanens 1998, pp. 326-328, 390, doc. 27.

5 Florence, Galleria degli Uffizi, inv. nr. 3191-3193; Dhanens 1998, pp. 250-251, ill.

6 Dhanens 1998, pp. 392-395, doc. 31.

7 Oxford, Christ Church Picture Gallery, inv. nr. 1335; Antwerp 2002, nr. 30, ill.

8 Windsor Castle, Royal Library, inv. nr. 12951; Antwerp 2002, nr. 31, ill; Londen, The Courtauld Institute of Art, inv.nr. D. 1978; Antwerp 2002, ill. p. 125, ill. 5; Oxford, Ashmolean Museum, inv. nr. 1863.142; Antwerp 2002, nr. 32, ill.

Lees verder Lees minder