Boijmans in de oorlog
Deze website zoomt in op Museum Boijmans Van Beuningen tijdens de oorlogsjaren 1940-1945. Dit is een omstreden periode waarin het museum, geleid door Dirk Hannema, open blijft en tientallen tentoonstellingen organiseert. Door zijn verregaande samenwerking met de bezetter kan Hannema na de oorlog niet terugkeren als museumdirecteur.
Maar wie weet eigenlijk wat deze ‘meegaande houding’ precies inhield? Wat heeft Hannema gedaan en wat heeft hij gelaten in deze periode?
Op deze website lees je over de gebeurtenissen die vlak voor en tijdens de oorlog in en om Museum Boymans, zoals het dan heet, plaatsvinden. De site zal in de loop van de komende maanden gevuld worden met documenten die laten zien hoe de oorlog zich ontwikkelt en wat dit betekent voor de museummedewerkers en voor de collectie. Je wordt geïnformeerd over wat er in de directe omgeving van het museum gebeurt en wat er tijdens de oorlog in de zalen te zien is.
Een enkel bezoek aan de site volstaat niet. De rubriek nieuws wordt wekelijks aangevuld en neemt je chronologisch mee de oorlog door. Onder 'herinneringen' kunt je luisteren naar gesproken verhalen van mensen met persoonlijke herinneringen over Boijmans in de oorlog die Verhalenhuis Belvedère speciaal voor het museum bijeen brengt.
Ga direct naar
Deze website is gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling Boijmans in de oorlog – Kunst in de verwoeste stad, te zien van 13 oktober 2018 tot 27 januari 2019 in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.
Tijdens de looptijd van de tentoonstelling wordt er steeds meer informatie over dit project toegevoegd.
Museum
Gebouw
Tussen 1928 en 1935 wordt het museum op de huidige locatie gebouwd.
Stadsarchitect Adrianus van der Steur (Haarlem 1893 - Rotterdam 1953) is verantwoordelijk voor deze opdracht. Als stadsarchitect drukt hij tijdens het Interbellum zijn stempel op Rotterdam. Museum Boymans beschouwt hij als zijn belangrijkste werk.
Foto's van de bouw van het museum
Van project tot object
Bouwvakkers en muziek - daar heeft iedereen wel een idee bij. Des te verrassender is het om te zien dat Mike Redman de mannen die begin jaren dertig Museum Boijmans Van Beuningen tot stand brachten zelf muziek laat maken.
Deze video is een korte montage van het gelijknamige, 53 minuten durende filmische verslag dat G.L. Theijssen tussen 1932 en 1935 maakte over de bouw van het museum. De oorspronkelijke film is zonder geluid. Mike Redman, Rotterdams filmer en musicus, brengt niet alleen het verhaal terug tot een voor onze haastige tijd aanvaardbare lengte, maar maakt ook de muziek hoorbaar die in de stille beelden besloten ligt.
Medewerkers
Hier vind je enkele korte biografieën van medewerkers en mecenassen van Museum Boymans tijdens de oorlog.
Dirk Hannema, directeur (Batavia 1895 – Heino 1984)
…verruilt zijn rechtenstudie in Leiden voor colleges kunstgeschiedenis bij professor Willem Vogelsang aan de universiteit van Utrecht. Nog zonder academische graad komt hij bij Museum Boymans in dienst als wetenschappelijk assistent van directeur Frederik Schmidt Degener. Hannema’s vader zat in de handel en zijn adellijke moeder heeft hem als kind meegenomen naar de lessen van de Haagse kunstpedagoog H.P. Bremmer. Met deze achtergrond beweegt Hannema zich gemakkelijk tussen de oude en nieuwe rijken van Rotterdam. In 1921 treedt hij aan als directeur van Museum Boymans. De groei van de collectie ziet hij als zijn belangrijkste taak. Bij de verwerving van nieuwe stukken beroept Hannema zich op zijn ‘kennerschap’. Dit is een talent dat slechts weinigen bezitten en dat alleen kan worden ontwikkeld door heel veel te zien. Dirk Hannema blijft zijn leven lang vrijgezel.
Tinta Drost, secretaresse (Rotterdam 1910 – Rotterdam 1997)
…is het derde kind en de enige dochter van Johan Drost en Ariette van der Stok. Haar vader is jurist en tijdens de oorlog deken van advocaten in Rotterdam; haar moeder komt uit een gezin met belangstelling voor antroposofie en kunst. Tinta Drost is een eigenzinnige vrouw met een brede belangstelling en grote kennis. Ze is lid van de Soroptimisten, ‘zusters’ die zich wereldwijd inzetten voor de verbetering van de positie van meisjes en vrouwen, en reist graag. Tussen 1935 en 1959 werkt ze als secretaresse van Dirk Hannema en Coert Ebbinge Wubben. Daarna wordt ze directeur van de Rotterdamse Volksuniversiteit, waar ze in 1976 afscheid neemt.
Coert Ebbinge Wubben, Conservator, 1941-1945; waarnemend directeur, 1945-1947, 1949-1950; directeur 1950-1978 (Rotterdam 1915 - Rotterdam 2014)
…studeert kunstgeschiedenis bij professor Willem Vogelsang in Utrecht en komt in 1941 in dienst van Museum Boymans als conservator prenten. Tijdens de oorlog maakt hij vele prentententoonstellingen. Hij houdt van de Duitse literatuur, kunst en filosofie, maar moet niets hebben van de nazi’s. Als Hannema in 1945 wordt gearresteerd neemt Ebbinge Wubben de zaken waar tot 1947, wanneer Fons Vorenkamp directeur wordt. Als deze na twee jaar opstapt neemt hij vanaf 1950 definitief de leiding van het museum op zich; hij doet dit tot aan zijn pensioen in 1978. Zijn belangrijkste wapenfeiten zijn de verwerving van de collectie van D.G. van Beuningen in 1958 en de bouw van de Bodonvleugel (geopend 1972). Tijdens zijn directeurschap wordt in 1952 voor het eerst een conservator moderne kunst aangesteld, Jan Heyligers, die in 1962 opgevolgd wordt door Renilde Hammacher. Ebbinge Wubben stelt zich als directeur bescheiden op; hij werkt hij liefst achter de schermen en wordt spiritueel gevoed door het antroposofische gedachtengoed van de Christengemeenschap waar hij zich na de dood van zijn echtgenote in 1966 bij heeft aangesloten.
Klaas Kaspers, nachtwaker (West-Terschelling 1918 - Leusden 1942)
…verhuist op zijn zevende met zijn ouders en jongere broertje naar Rotterdam, waar zijn vader werkt als scheepskapitein. Hij doorloopt de MULO en gaat in 1938 in militaire dienst, tijdens de oorlog raakt hij krijgsgevangen. Na terugkeer in Rotterdam lijkt hij eerst in de voetsporen van zijn vader te willen treden, maar dan solliciteert hij bij Museum Boymans, waar hij wordt aangesteld als nachtwaker. Op briefpapier van het museum schrijft hij een dagboek over de meidagen van 1940. Intussen heeft hij zich aangesloten bij de Nederlandse Volksmilitie, een verzetsgroep van militante Joden en communisten. Half oktober 1942 vinden de Duitsers het adressenbestand van de NVM waarna de meeste leden worden opgepakt en gevangen gezet. Zo ook Klaas Kaspers. Hij wordt ervan verdacht de wapeninstructeur van de NVM te zijn geweest en krijgt de doodstraf. Op 29 december 1942 wordt hij gefusilleerd op de Leusderheide.
Daniël George van Beuningen, zakenman en verzamelaar (Utrecht 1877 – Arlesheim (Zwitserland) 1955)
…leidt het Rotterdamse kantoor van de Steenkolen Handels Vereeniging (SHV), waarvan zijn vader een van de oprichters was. Hij is een levensgenieter die soirées organiseert, viool speelt, een groot zeiljacht bezit en ook een stuk bos op de Veluwe om te jagen. Van Beuningen begint al jong met het kopen van kunst, aanvankelijk vooral schilderijen uit de negentiende eeuw. Als het familiebedrijf na de Eerste Wereldoorlog hoge winsten behaalt is hij in staat om dure oude kunst aan zijn verzameling toe te voegen, daarbij profiterend van de omstandigheid dat adellijke families in Duitsland en Rusland hun privileges verliezen en hun collecties te gelde maken. In de liefde én als verzamelaar is Van Beuningen een veroveraar. Soms koopt hij hele collecties tegelijk op. Als hij het geld nodig heeft voor de aankoop van een nieuw werk doet hij gemakkelijk schilderijen van de hand. Hannema betrekt Van Beuningen als begunstiger bij het museum en in 1926 krijgt deze een positie in de Commissie van Toezicht.
Willem van der Vorm, zakenman en verzamelaar (IJsselmonde 1873 – Rotterdam 1957)
…is de zoon van een vlasboer in IJsselmonde. Hij begint zijn loopbaan als inspecteur voor de American Petroleum Company (later Exxon), maar ziet al snel dat er geld te verdienen valt met een alternatief voor Duitse kolen. in 1896 richt hij de Scheepvaart & Steenkolen Maatschappij (SSM) op die kolen uit Engeland op de Nederlandse markt brengt. Na de Eerste Wereldoorlog investeert hij in Duitse bedrijven. Van der Vorm bezit een landgoed in Brabant en is een liefhebber van de paardensport. Hij is nuchter en zuinig, niet gemakkelijk in de omgang – soms grofgebekt. Hij woont in een statig herenhuis aan de Westersingel en wordt steevast vergezeld door een foxterriër. Na de Eerste Wereldoorlog begint hij kunst te verzamelen. Hij is een goed koopman en weet tegen lage prijzen kunstwerken te verwerven, maar doorverkopen doet hij niet. Van der Vorm krijgt een zetel in de Commissie van Toezicht en wordt voorzitter van de Stichting Museum Boymans, die hij samen met Van Beuningen en andere begunstigers heeft opgericht.
Franz Koenigs, verzamelaar en bankier (Kierberg 1881-Keulen 1941)
… is een uit Duitsland afkomstige protestants-christelijke zakenbankier. Na de Eerste Wereldoorlog vestigt hij zich in Nederland, vanwaaruit hij Duitse bedrijven faciliteert bij het vinden van kapitaal. Door het ontwijken van het Verdrag van Versailles draagt hij net als andere bankiers bij aan het financieren van de economische en militaire wederopbouw van Duitsland. Koenigs, die vanaf 1923 samen met zijn echtgenote Anna en hun zes kinderen in een riante villa aan het Florapark in Haarlem woont, is een fervent kunstverzamelaar. Zijn collectie omvat, naast een respectabele verzameling schilderijen van oude meesters en impressionisten, ruim 2.500 tekeningen van alle grote meesters van alle belangrijke scholen in de Europese kunstgeschiedenis. Omstreeks 1929 leert Koenigs Dirk Hannema kennen. Hij ondersteunt de museumdirecteur bij de aankoop van enkele werken, waaronder de Marskramer van Jheronimus Bosch. Hannema mag vanaf 1933 delen van Koenigs’ tekeningencollectie tonen in tijdelijke exposities. Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe Museum Boymans geeft Koenigs het grootste deel van zijn collectie in langdurig bruikleen. Maar in de zomer van 1931 zijn Koenigs en zijn bedrijf in financiële problemen gekomen en heeft hij een groot geldbedrag geleend bij de bank Lisser & Rosenkranz. Daardoor is het grootste deel van de tekeningencollectie in fiduciair eigendom van deze bank gekomen. Vanaf augustus 1939 vinden er onderhandelingen plaats over de verkoop van de collectie namens Koenigs en de bank. Wanneer Koenigs begin april 1940 zijn schuld niet kan aflossen wordt de bank volledig eigenaar van de collectie.
Zie ook de KoenigsdocumentatieJaarverslagen 1940-1945
Hier vind je een overzicht van de jaarverslagen uit de periode 1940-1945.
Tentoonstellingen
Hoe hou je een museum draaiend wanneer kunstwerken worden bedreigd door oorlogsgeweld?
De veranderde positie van Rotterdamse kunstenaars in Museum Boymans tijdens de Tweede Wereldoorlog
Door: Lindsay van Rijn, conservator in opleiding
Stelt u zich eens voor:
Een museum dat (tijdelijk) geen toegang heeft tot de eigen collectie.
Hoe kan er dan toch worden geprogrammeerd?
Museum Boymans bevond zich vanaf mei 1940 in een dergelijke situatie. De collectie was als gevolg van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ondergebracht in de kelders van het museum en werd later overgebracht naar de Rijksbergplaatsen. Afgezien van een korte sluiting na het bombardement, is het museum de gehele oorlogsperiode open geweest. Maar wat is er te zien in een museum in oorlogstijd? Grote publiekstrekkers, zoals de tentoonstellingen over Johannes Vermeer in 1935 en Jheronimus Bosch in 1936, konden niet meer worden georganiseerd. Geplande tentoonstellingen over bekende eigentijdse kunstenaars, zoals Jan Sluijters en Charley Toorop, vonden evenmin doorgang. Toch hebben er in de oorlog maar liefst 44 tentoonstellingen plaatsgevonden. Dit zijn er zelfs meer dan dat er tussen 1935 en 1940 te zien waren. Hoewel er risico was van beschadigingen van kunstwerken door oorlogsgeweld, werd uit de verzameling J.C.J. Bierens de Haan en de eigen collectie grafiek en negentiende-eeuwse schilderkunst geëxposeerd. Dit werd geacht minder waardevol en tot op zekere hoogte zelfs vervangbaar te zijn. Daarnaast was er ruimte voor eigentijdse Rotterdamse kunst: gedurende de oorlog hebben er negen tentoonstellingen met werk van Rotterdamse kunstenaars plaatsgevonden.
Al vanaf 1936 organiseerden de kunstenaarsverenigingen R.33 en Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit afwisselend tentoonstellingen in het museum. Op 27 april 1940 opende de eerste gezamenlijke tentoonstelling, die tot ten minste de zomer van 1941 heeft doorgelopen. Bij deze tentoonstelling verscheen de eerste catalogus over eigentijdse Rotterdamse kunst. Behalve leden van beiden kunstenaarsverenigingen namen ook een aantal kunstenaars deel die niet aangesloten waren en niet meer in Rotterdam woonden. Verdeeld over 15 zalen werden ruim 275 werken geëxposeerd, uiteenlopend van schilderijen en beeldhouwwerken tot tekeningen en grafiek. Werken die in stijl overeenkwamen werden bij elkaar gegroepeerd. Aangezien het een verkooptentoonstelling was, waren er telkens wisselende kunstwerken te zien. De kunstenaars, van wie sommigen door het bombardement hun atelier hadden verloren, werden met deze aankopen ondersteund. Ook Dirk Hannema kocht werk aan voor het museum.
In de periode 1942–1945 hebben er nog acht tentoonstellingen over eigentijdse Rotterdamse kunst plaatsgevonden. Deze werden georganiseerd door de kunstenaar Herman Bieling. Uit alle inzendingen selecteerde hij de kunstwerken die geëxposeerd zouden worden. Via de uitnodigingskaart verzocht Bieling de kunstenaars: “overdaad van stilleven en landschap te voorkomen [en] gelieve [de] aandacht op het figuur niet te verwaarlozen.”1 De deelnemende kunstenaars, vaak dezelfde, waren allen afkomstig uit Rotterdam of omstreken. Daarnaast waren vanaf 1942 “alleen zij, die zich opgaven voor het Gilde (Kultuurkamer) (…) gerechtigd mede te exposeren,” wat inhield dat Joodse kunstenaars waren uitgesloten.1 In het najaar van 1944 kwam deze laatste regel echter te vervallen. Het hebben van een lidmaatschap bij de Kultuurkamer moest volgens Hannema geen criterium meer zijn: “Of deze kunstenaars al of niet lid zijn van de Kultuurkamer moet voor ons geen reden zijn om geen uitnodiging te zenden.”3
Na de oorlog kwam er een einde aan de groepstentoonstellingen in Museum Boymans. De Rotterdamse kunstenaars waren genoodzaakt een andere expositieruimte te zoeken. Wel zouden er van tijd tot tijd nog solotentoonstellingen over uit Rotterdam afkomstige kunstenaars worden georganiseerd. Waarom was er in het naoorlogse Museum Boymans nog maar beperkt ruimte voor Rotterdamse kunstenaars? Dit hangt vermoedelijk samen met de terugkeer van de kunst in het museum: de nadruk kwam weer te liggen op het exposeren van de eigen collectie. Deze was zo lang opgeborgen geweest, dat de drang om het weer te tonen groot was. De eigentijdse Rotterdamse kunst werd in vergelijking met de collectie hoogstwaarschijnlijk kwalitatief onder de maat geacht. Bovendien was het weer mogelijk tentoonstellingen te organiseren over eigentijdse kunstenaars van buiten Rotterdam en zelfs buiten Nederland.
Tentoonstellingen
In de periode 1935-1945 is een groot aantal tentoonstellingen gerealiseerd, waarvan 44 tijdens de bezetting.
Tentoonstellingen tot het bombardement
De opening van het nieuwe Museum Boymans betekent het startschot van een dynamisch tentoonstellingsbeleid. Blockbusters over Johannes Vermeer en Jheronimus Bosch trekken de aandacht.
Voor zover beschikbaar zijn hieronder de tentoonstellingsaffiches toegevoegd.
09-07-1935 t/m 09-10-1935 - Vermeer: Oorsprong en Invloed, Fabritius, De Hooch, De Witte - cat.nr. 18
24-12-1935 t/m 01-1936 - Fransche schilderijen uit de negentiende eeuw benevens Jongkind: Vincent van Gogh - cat.nr. 21
23-12-1935 t/m 01-1936 - Teekeningen van Ingres, Delacroix, Géricault, Daumier uit de verzameling F. Koenigs - cat.nr. 20
Opening 31-01-1936 - Tentoonstelling van werken van leden van den Kring R.33
Opening 06-03-1936 - Tentoonstelling van werken van de Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit
Opening 08-04-1936 - Patrick Bakker: nagelaten werken - cat.nr. 23
03-05-1936 t/m 31-05-1936 - Algemeen Nederlandsche kunsttentoonstelling [alleen in directiekamer] - cat.nr. 21A
11-07-1936 t/m 13-09-1936 - Erasmus Roterodamus - cat.nr. 24
09-07-1936 t/m 01-11-1936 - Jeroen Bosch, Geertgen, Lucas van Leyden, Jan van Scorel: Noord-Nederlandsche primitieven - cat.nr. 22
23-12-1936 t/’m 25-01-1937 - Schilderijen uit de divisionistische school van Georges Seurat tot Jan Toorop - cat.nr. 25
01-1937 t/m 03-1937 - Antonio Canaletto, 1697-1768 en Giovanni Battista Piranesi, 1720-1778: Rome en Venetië in de 18de eeuw - cat.nr. 26
06-02-1937 t/m 01-03-1937 - Jubileumtentoonstelling van schilderijen, teekeningen en lithographieën van S. Moulijn - cat.nr. 27
13-03-1937 t/m 04-04-1937 - Tentoonstelling der Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit
17-04-1937 t/m 09-05-1937 - Tentoonstelling van de Groep R.33 - cat.nr. 27A
07-1937 t/m 09-1937 - Aquarellen en teekeningen door Nederlandsche meesters van 1720 tot 1830, afkomstig uit de collectie Montauban van Swijndrecht
30-10-1937 t/m 07-12-1937 - Jacob Smits, Rotterdam 1856-1928: schilderijen, aquarellen, teekeningen en etsen - cat.nr. 28
12-1937 t/m 01-1938 - Italiaansche grafiek uit de 15de tot de 17de eeuw
24-12-1937 t/m 06-02-1938 - Schilderijen en teekeningen door Pieter Jansz. Saenredam, 1597 – 1665 - cat.nr. 29
01-1938 - De negen staten van de ets naar ‘De Verloren Zoon’ van Jeroen Bosch door A. Derkzen van Angeren en eenige andere etsen van dezen kunstenaar uit de periode 1905-1935
02-1938 - 80 bladen Italiaansche grafiek uit de 15de en 16de eeuw, afkomstig uit de verzameling Dr. A. Domela Nieuwenhuis
12-02-1938 t/m 07-03-1938 - Werken van leden van de Groep Rotterdamsche Beeldende Kunstenaars R.33
05-03-1938 t/m 28-03-1938 - Oude kant (ingericht door de vereeniging ‘Het Kantsalet’) - cat.nr. 30
12-03-1938 t/m 04-04-1938 - Werken van leden der Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit
04-1938 t/m 07-1938 - 100 Jaren Burijngravure, afkomstig uit de collecties van het Museum Boymans, Dr. J.C.J. Bierens de Haan en Debora Duyvis
25-06-1938 t/m 15-10-1938 - verlengd tot 01-11-1938 - Meesterwerken uit vier eeuwen, 1400 – 1800 - cat.nr. 31 en 31A
15-08-1938 t/m 12-1938 - Duitsche houtsneden en gravuren van ca. 1500, afkomstig uit de verzameling Domela Nieuwenhuis
26-11-1938 t/m 18-12-1938 - Werken van leden van de Groep Rotterdamsche Beeldende Kunstenaars R.33
12-1938 t/m 03-1939 - Het portret in de prentkunst, 1500-1750, een keuze uit Hollandsche, Vlaamsche, Duitsche en Fransche grafiek uit de collectie van het Museum Boymans
23-12-1938 t/m 01-02-1939 - Schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken uit particuliere Nederlandsche verzamelingen - cat.nr. 32
17-02-1939 t/m 23-03-1939 - Teekeningen van Petrus Paulus Rubens - cat.nr. 33
10-03-1939 t/m 30-04-1939 - Ontwerpen voor Nederlandsche postzegels van 1852 tot heden
15-04-1939 t/m 07-05-1939 - Werken van leden der Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit
26-05-1939 t/m 25-08-1939 - Teekeningen, houtsneden en etsen van Edgar Tijtgat
10-06-1939 t/m 01-07-1939 - Werken van S. van den Hoonaard, metaalplastiek en kunstnijverheid, en van G. Ladage, aquarellen
14-10-1939 t/m 20-11-1939 - A.C. Willink Schilderijen - cat.nr. 34
23-12-1939 t/m 05-02-1940 - Schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken uit particuliere verzamelingen in Nederland - cat.nr. 35
09-03-1940 t/m 09-04-1940 - Plan tot Bebouwing van het Diergaardeterrein
19-03-1940 t/m 10-05-1940 - Oud aardewerk van 1250 tot 1650 uit Perzië, Spanje, Italië, Nederland: verzameling Bastert-van Schaardenburg - cat.nr. 37
27-04-1940 t/m 10-05-1940 - Schilderijen, beeldhouwwerken en grafiek door Rotterdamsche beeldende kunstenaars - cat.nr. 36
In verband met het bombardement gesloten. Vervolgens heropend op 22-05-1940 - Tentoonstelling heeft lang doorgelopen (ca. 1 jaar).
Op 10 mei 1940 nemen Duitse luchtlandingstroepen het vliegveld Waalhaven, het Noordereiland en de Maasbruggen in. Vijf dagen lang vindt er een felle strijd plaats die wordt beslist door een bombardement dat de binnenstad vernietigt, ruim achthonderd mensen doodt en tienduizenden dakloos maakt. Het museum blijft gespaard.
Tentoonstellingen tijdens de bezetting
In Museum Boymans bevindt de oude schilderkunst zich al sinds augustus 1939 in de kelders, evenals kwetsbare stukken van porselein, glas en zilver. In de ochtend van 10 mei verplaatsen museummedewerkers de resterende kunstwerken naar de kelders.
Al zijn er geen publiektrekkers en gaan geplande tentoonstellingen over bekende eigentijdse kunstenaars als Jan Sluijters en Charley Toorop niet door, toch trekt het museum gemiddeld 50.000 bezoekers per jaar. Zij kunnen er in de oorlogsjaren maar liefst 44 exposities zien, vooral van grafiek, negentiende-eeuwse schilderkunst en eigentijdse Rotterdamse kunst.
Hannema wijst tentoonstellingsvoorstellen van de bezetter in de eerste oorlogsjaren af, maar is in 1942 verplicht om de propagandatentoonstelling ‘Het Duitsche boek van heden’ te tonen. Daarna werkt hij met groter enthousiasme mee aan drie nationaalsocialistische tentoonstellingen.
Herman Bieling maakt in het museum groepstentoonstellingen van Rotterdamse kunst, waarvoor vanaf 1942 alleen kunstenaars in aanmerking komen die zich hebben aangemeld bij de Kultuurkamer.
Opening 27-07-1940 - Herdenking 50ste sterfdag Vincent van Gogh
Opening 16-08-1940 - Tentoonstelling prentenkabinet. Grafiek uit de verzameling Dr. J.C.J. Bierens de Haan
24-12-1940 t/m 10-02-1941 - Verzameling W. Palte. Schilderijen en Aquarellen - cat.nr. 38
15-02-1941 t/m 20-05-1941 - Herdenking Johan Barthold Jongking
03-05-1941 t/m 16-06-1941 - Oude Japansche houtsneden uit particuliere verzamelingen in Nederland - cat.nr 40
30-05-1941 t/m 07-07-1941 - Werk van leden Kring Rotterdam Bond Nederlandsche Architecten
Opening 16-07-1941 - Kleine expositie met werk van de Rotterdamse kunstenaar George Pletser
26-07-1941 t/m 17-02-1942 - Nederland bouwt in baksteen 1800-1940 - cat.nr. 41
06-09-1941 t/m 15-12-1941 - Nederlandsche Grafiek 1800-1870 - cat.nr. 42
20-12-1941 t/m 22-03-1942 - Nederlandsche Grafiek 1870-1940 / na 1870 - cat.nr. 44
20-12-1941 t/m 17-02-1941 - Fransche en Nederlandsche 19de-eeuwsche schilderijen en aquarellen uit de verzameling H. Nijgh - cat.nr. 43
24-02-1942 t/m 08-03-1942 - Het Duitsche Boek van Heden / Das Deutsche Buch der Gegenwart - cat.nr. 44A
28-03-1942 t/m 22-04-1942 - Grafisch werk van A. Schotel - cat.nr 45
04-04-1942 t/m 01-07-1942 - Van de gebroeders Van Eyck tot Pieter Bruegel, vijftig meesterwerken der vroegste Nederlandsche schilderkunst. Uitgekozen door Pol de Mont en in eigen grootte en kleur weergegeven
01-05-1942 t/m 01-07-1942 - Grafisch werk van C.N. Storm van ‘sGravensande (1841-1924), Ph. Zilcken (1857-1930) en Felicien Rops (1833-1898)
26-06-1942 t/m 13-07-1942 - Volkstentoonstelling van Nederlandsche kunst, afdeeling Rotterdam en omstreeken
Opening 11-07-1942 - Uit den bodem van Rotterdam. Tegels, Aardewerk, Glaswerk - cat.nr. 45A en 46
Opening 11-07-1942 - Prijsvraag Blaak en Hofplein. Met historische afdeeling. - cat.nr. 46A
Opening 11-07-1942 - Onze grafiek van heden. Etsen, litho’s, gravures. Deel 1 - cat.nr. 47
Opening 10-10-1942 - Onze grafiek van heden. Etsen, litho's, gravures. Deel 2 - cat.nr. 47
Opening 10-10-1942 - Najaarstentoonstelling van beeldende kunst, district Rotterdam en omstreeken
23-12-1942 t/m 08-02-1943 - Oude en moderne schilderijen en teekeningen uit particuliere verzamelingen - cat.nr. 48
23-12-1942 t/m 08-02-1943 - De prentkunst rondom Rubens - cat.nr. 49
23-12-1942 t/m 08-02-1943 - De zwarte-kunst prent 1642-1942 - cat.nr. 50
Opening 17-04-1943 - Nagelaten werk van George Pletser, 1871-1942 - cat.nr. 51
Opening 17-04-1943 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst van 1500-1600 / de zestiende eeuw - cat.nr. 52
Opening 15-05-1943 - Voorjaarstentoonstelling van werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken
Opening 21-07-1943 - Nederlanders in Europa
Opening 31-07-1943 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst van 1600 tot 1640 - cat.nr. 53
Opening 18-09-1943 - Najaarstentoonstelling van werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken - cat.nr. 53A
22-12-1943 t/m 19-02-1944 - Realisme en Romantiek in de Nederlandsche schilderkunst van 1800-1870 - cat.nr. M.38
Opening 22-12-1943 - Aanwinsten prentenkabinet 1941-1943 - cat.nr. b1
Opening 22-12-1943 - Wintertentoonstelling van werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken - cat.nr. 53B
Opening 22-12-1943 - Kunstenaars zien den arbeidsdienst - cat.nr. 54
Opening 08-04-1944 - Het landschap in den Nederlandsche prentkunst van 1640-1680 - cat.nr. 55
Opening 08-04-1944 - Voorjaarstentoonstelling van werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken
22-04-1944 t/m 25-06-1944 - De jeugdherberg van morgen
Opening 15-07-1944 - Oude teekeningen uit particulier bezit - cat.nr. 56
Opening 15-07-1944 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst, de Italianisten - cat.nr. 57
Opening 15-07-1944 - Zomertentoonstelling van werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken
23-12-1944 t/m mei 1945 - Buitenlandsche grafiek uit het legaat Montauban van Swijndregt
23-12-1944 t/m mei 1944 - Aanwinsten van het prentenkabinet over het jaar 1944 - cat.nr. b2
23-12-1944 t/m mei 1945 - Wintertentoonstelling van werken door beeldend kunstenaars uit Rotterdam en omstreeken
Nationaalsocialistische propagandatentoonstellingen in Museum Boymans
door Lindsay van Rijn
Tijdens de Duitse bezetting bood Museum Boymans afleiding. In tentoonstellingen en bij concerten of lezingen konden bezoekers ontsnappen aan de ellende van de oorlog. Toch drong de bezetter ook door in Museum Boymans, dat net als andere Nederlandse kunstmusea werd ingezet als instrument voor nazi-propaganda. De musea kregen namelijk tentoonstellingen opgedrongen, die de nationaalsocialistische cultuurpolitieke idealen van de bezetter uitdroegen. In Museum Boymans hebben vier van dergelijke tentoonstellingen plaatsgevonden: Het Duitsche boek van heden (1942), Nederlanders in Europa (1943), Kunstenaars zien den arbeidsdienst (1943) en De Jeugdherberg van morgen (1944). Dit stuk probeert een antwoord te geven op enkele belangrijke vragen. Hoe verhield Museum Boymans zich ten opzichte van de bezetter en diens cultuurpolitiek? Hoe passen de vier propagandatentoonstellingen binnen de cultuurpolitieke idealen van de bezetter? Welke rol speelde de directeur Dirk Hannema in de organisatie van deze propagandatentoonstellingen?
In 1941 protesteerde Hannema nog tegen de komst van een aantal nationaalsocialistische propagandatentoonstellingen in Museum Boymans. Hij wees een tentoonstelling af over vrouwenarbeid georganiseerd door de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Daarnaast weigerde hij de tentoonstelling Eeuwig levende teekens - gewijd aan oud-Germaanse symbooltaal - over te nemen van het Haags Gemeentemuseum.[1] In het voorjaar van 1942 werd Hannema echter verplicht de tentoonstelling Het Duitsche boek van heden - die tot stand was gekomen onder toezicht van het Duitse Rijksministerie voor Volksvoorlichting en Propaganda - in het museum te tonen.[2] Tijdens de opening waren veel geüniformeerde afgevaardigden van de bezetter aanwezig, waaronder Beauftragte van Rotterdam Carl Völckers en NSB-burgemeester van Rotterdam Frits Müller. Het pronkstuk van de tentoonstelling was Adolf Hitler’s Mein Kampf. Scholen waren verplicht deze reizende expositie te bezoeken, die eerder in het Rijksmuseum te zien was geweest en nog zou doorreizen naar het Mauritshuis. Na Het Duitsche boek van heden begon Hannema zich steeds soepeler te plooien naar het nieuwe regime en werkte hij met een groeiend enthousiasme mee aan de andere nationaalsocialistische propagandatentoonstellingen die in het museum plaatsvonden. Deze tentoonstellingen bevatten - in tegenstelling tot Het Duitsche boek van heden - ook beeldende kunst en Hannema zag het als een uitdaging om tijdens de oorlog aantrekkelijke kunsttentoonstellingen te blijven maken.
De eerstvolgende nationaalsocialistische propagandatentoonstelling in Museum Boymans vond plaats in de zomer van 1943 en was genaamd Nederlanders in Europa. De tentoonstelling had in het Rijksmuseum moeten plaatsvinden, maar werd daar vanwege militaire redenen afgezegd. De Duitsers hadden in februari 1943 namelijk de Slag om Stalingrad verloren. Volgens Hannema’s biograaf Wessel Krul was het ware doel van de oorspronkelijke tentoonstelling “het werven van gegadigden voor de kolonisatie van de veroverde gebieden in Oost-Europa.”[3] Maar als gevolg van het verlies in Stalingrad waren er “geen landverhuizers meer nodig maar soldaten.”[4] In het Rijksmuseum had een overzicht moeten worden gegeven van het werk dat Nederlanders door de eeuwen heen in Europa hadden verricht op het gebied van kunst, wetenschap, techniek en handel. Het tentoonstellingsontwerp hiervoor was gemaakt door de architect Hendrik Wijdeveld, met wie Hannema graag samenwerkte. Zelf was Hannema als esthetisch adviseur betrokken bij het werkcomité en leidde hij het subcomité Kunst, waarin de architectuurhistoricus Frans Vermeulen en schrijver Johan Theunisz zitting namen: “twee uitgesproken Duitsgezinde nationaalsocialisten.”[5] Hannema had graag een mooie tentoonstelling met veel kunst gemaakt en was daarom teleurgesteld dat Nederlanders in Europa in het Rijksmuseum werd afgezegd. Toch mocht in Museum Boymans wel een presentatie worden gemaakt van het voorbereidend werk: “[dit] was een originele, nog niet eerder toegepaste vondst - een tentoonstelling over het maken van een niet gehouden tentoonstelling in een ander museum.”[6] Enkele weken lang werden in Museum Boymans plattegronden, schetsen, perspectieftekeningen, wandpanelen en gekleurde beeldstatistieken geëxposeerd.
De propagandatentoonstelling Kunstenaars zien den arbeidsdienst opende aan het eind van 1943. Hoewel ook deze tentoonstelling het museum van hogerhand werd opgedrongen, “stond [Hannema] vooraan om zijn goede wil te tonen.”[7] De organisatie lag in handen van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD), die voor een groot deel uit NSB’ers en SS’ers bestond. Hoewel het doel werkverschaffing was, werden de kampen in de loop van de oorlog voornamelijk ingezet om manschappen voor te bereiden op een verblijf in Oost-Europa. Aangezien de bereidheid tot vrijwillige deelname tegenviel, zette de NAD propagandamiddelen in waaronder deze tentoonstelling. De kampen werden opengesteld voor kunstenaars met als doel “den kunstenaar tot den Arbeidsdienst en den Arbeidsdienst door den kunstenaar nader tot het volk [te] brengen.”[8] Het leven in de kampen werd vastgelegd in teken-, schilder- en beeldhouwwerken. Uitgedragen in deze werken werd “een soort heroïek (...) van een noeste hardwerkende man, het ideaalbeeld dat de bezetter had voor de nationaalsocialistische samenleving.”[9] Een jury bestaande uit Hannema en de schilders Ed Gerdes, Arnout Colnot en Wim Wouters koos welke kunstwerken geëxposeerd werden in de verkooptentoonstellingen. Het niveau van de werken bleek echter laag te zijn. Een verklaring hiervoor is gegeven in een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant: “de belangstelling kwam niet van de ‘gevestigde reputaties’, maar van de zijde van een aantal jongere [kunstenaars] en de bezoeker zal er goed aan doen, hiermede rekening te houden.”[10] Toch zouden de werken op drie locaties worden tentoongesteld. Als eerste was het de beurt aan het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daarna is de tentoonstelling doorgereisd naar Museum Boymans en tenslotte Pulchri Studio in Den Haag.
De laatste nationaalsocialistische propagandatentoonstelling was De Jeugdherberg van morgen. Hij werd in 1944 georganiseerd door de Nederlandse Jeugdherbergcentrale (NJHC). De tentoonstelling was eerst een week te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Vervolgens is hij doorgereisd naar Museum Boymans waar hij ruim twee maanden heeft geduurd. Hoewel Hannema voor zover bekend niet betrokken is geweest bij de organisatie, heeft hij Museum Boymans wel ter beschikking gesteld. Het ontwerp kwam weer van Wijdeveld en de tentoonstelling ging over de taak van het jeugdherbergwerk. Jeugdherbergen zouden een rol spelen in de vorming van een nationaalsocialistische samenleving: “In de jeugdherbergen stond de vorming van de mens, naar de nieuwe politieke motieven centraal.”[11] Ook kunst zou hieraan kunnen bijdragen en daarom schreef de NJHC een prijsvraag uit voor een nieuw ontwerp voor jeugdherbergen. In de tentoonstelling werden - naast de historische ontwikkeling van het jeugdherbergwerk - 56 ingezonden ontwerpen gepresenteerd. Vanwege zijn grote betrokkenheid bij de stad is Hannema hoogstwaarschijnlijk met name enthousiast geweest over de maquette van de Rotterdamse jeugdherberg ontworpen door de architect Mart Jansen.
De bezetter heeft tijdens de oorlog zijn cultuurpolitieke idealen onder meer tot uitdrukking gebracht via nationaalsocialistische propagandatentoonstellingen die aan Nederlandse kunstmusea werden opgedrongen. De meeste propagandatentoonstellingen hebben plaatsgevonden in het Rijksmuseum, “omdat de status van de instelling de propagandistische (...) waarde van zo’n tentoonstelling verhoogde.”[12] Het aantal van vier propagandatentoonstellingen dat te zien is geweest in Museum Boymans is opmerkelijk klein, zeker gezien de reputatie van Hannema als ‘Deutschfreundliche’ directeur. Toch toonde Hannema zich ook op het terrein van tentoonstellingen steeds meegaander. Sterker nog: hij werkte actief mee aan de voorbereiding van twee van de genoemde propagandatentoonstellingen.
[1] Wessel Krul, Hannema Museumdirecteur. Over kunst en illusie, 2018, p. 351.
[2] Dagblad van Rotterdam, 25 februari 1942.
[3] Wessel Krul, Hannema Museumdirecteur. Over kunst en illusie, 2018, p. 391.
[4] Idem.
[5] Idem, p. 392.
[6] IDem, p. 393.
[7] Idem, p. 394.
[8] Tentoonstellingscatalogus Kunstenaars zien den arbeidsdienst, 1943, p. 1.
[9] Evelien Scheltinga, Beladen exposities. Episoden uit de tentoonstellingsgeschiedenis van het Stedelijk Museum te Amsterdam, 1940-1945, 2017, pp. 86-87.
[10] NRC, 4 januari 1944.
[11] Evelien Scheltinga, Beladen exposities. Episoden uit de tentoonstellingsgeschiedenis van het Stedelijk Museum te Amsterdam, 1940-1945, 2017, p. 79.
[12] Jetje Baruch & Liesbeth van der Horst, Het Rijksmuseum in oorlogstijd, 1985, p. 8.
Publicaties
Hier vind je een overzicht van de reproducties en catalogi die in de periode 1935-1945 door het museum zijn uitgegeven.
1935 - cat.nr. 18 - Vermeer: oorsprong en invloed; Fabritius, De Hooch, De Witte
1935 - cat.nr. 18A - Idem. Voorlopige uitgave
1935 - cat.nr. 19 - Schilderijen uit de verzameling F. Koenigs
1935/36 - cat.nr. 20 - Teekeningen van Ingres, Delacroix, Géricault, Daumier uit de verzameling Koenigs
1935/36 - cat.nr. 21 - Fransche schilderijen uit de negentiende eeuw benevens Jongkind, Vincent van Gogh [bezit Museum Kröller-Müller]
1936 - cat.nr. 21A - Algemeense Nederlandsche kunsttentoonstelling [alleen directiekamer]
1936 - cat.nr. 22 - Jeroen Bosch, Noord-Nederlandsche primitieven
1936 - cat.nr. 23 - Patrick Bakker, 1910-1932
1936 - cat.nr. 24 - Erasmus Roterodamus
1936/37 - cat.nr. 25 - Schilderijen uit de divisionistische school van Georges Seurat tot Jan Toorop
1937 - cat.nr. 26 - Antonio Canaletto en Giov. Battista Piranesi: Rome en Venetië in de 18e eeuw
1937 - cat.nr. 27 - S. Moulijn
1937 - cat.nr. 27A - Kunstenaarsgroep R'33
1937 - cat.nr. 28 - Schilderijnk aquarellen, teekeningen en etsen van Jakob Smits, 1856-1928
1937/38 - cat.nr. 29 - Schilderijen en teekeningen Pieter Jansz. Saenredam, 1597-1665
1938 - cat.nr. 30 - Oude kant
1938 - cat.nr. 31 - Meesterwerken uit vier eeuwen, 1400-1800
1938 - cat.nr. 31A - Platen bij Meesterwerken uit vier eeuwen, 1400-1800
1938/39 - cat.nr. 32 - Schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken uit particuliere Nederlandsche verzamelingen
1939 - cat.nr. 33 - Teekeningen van Petrus Paulus Rubens
1939 - cat.nr. 34 - Schilderijen A.C. Willink
1939/40 - cat.nr. 35 - Schilderijen, beeldhouwwerken en teekeningen uit particuliere verzamelingen in Nederland
1940 - cat.nr. 36 - Schilderijen, beeldhouwwerken en grafiek van Rotterdamsche beeldende kunstenaars
1940 - cat.nr. 37 - Oud-aardewerk uit de verzameling Bastert-van Schaardenburg
1940/41 - cat.nr. 38 - Schilderijen en aquarellen van de verzameling W. Palte
1941 - cat.nr. 39 - Het opbouwplan van Rotterdam
1941 - cat.nr. 40 - Oude Japansche houtsneden uit particuliere verzamelingen in Nederland
1941 - cat.nr. 41 - Nederland bouwt in baksteen
1941 - cat.nr. 42 - Nederlandsche grafiek van 1800 tot 1870
1941/42 - cat.nr. 43 - Negentiende eeuwsche schilderijen en aquarellen uit de verzameling H. Nijgh
1942 - cat.nr. 44 - Nederlandsche grafiek van 1870 tot 1940
1942 - cat.nr. 44A - Het Duitsche boek van heden [geen publicatie, wel persartikelen]
1942 - cat.nr. 45 - Grafisch werk van A. schotel
1942 - cat.nr. 45A + 46 - Uit den bodem van Rotterdam [2 verschillende edities]
1942 - cat.nr. 46A - Prijsvraag Blaak en Hofplein [geen catalogus, wel affiche]
1942 - cat.nr. 47 - Onze grafiek van heden
1942/43 - cat.nr. 48 - Kersttentoonstelling van oude en moderne schilderijen uit particuliere verzamelingen
1942/43 - cat.nr. 49 - De prentkunst rondom Rubens
1942/43 - cat.nr. 50 - De zwarte-kunst prent, 1642-1942
1943 - cat.nr. 51 - Nagelaten werk van George Pletser, 1871-1942
1943 - cat.nr. 52 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst. 1. De zestiende eeuw
1943 - cat.nr. 53 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst. 2. 1600-1640
1943 - cat.nr. 53A - Werken van beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreken [geen catalogus, wel affiche]
1943/44 - cat.nr. 53B - Werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreken: wintertentoonstelling [geen catalogus, wel affiche]
1943/44 - cat.nr. 54 - Kunstenaars zien den arbeidsdienst
1944 - cat.nr. 55 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst. 3. 1640-1680
1944 - cat.nr. 56 - 75 oude teekeningen uit particulier bezit
1944 - cat.nr. 57 - Het landschap in de Nederlandsche prentkunst. 4. De Italianisanten
1944 - cat.nr. 57A - Werken door beeldende kunstenaars uit Rotterdam en omstreken [geen catalogus, wel affiche]
1945 - cat.nr. 58 - Schilderijen en beeldhouwwerken van Tinus van Doorn, 1905-1940
1945 - cat.nr. 59 - Werken door C. Timmer
1945 - cat.nr. 60 - In het verborgene gedrukt
Aanwinsten
In deze periode zijn ruim 6000 werken aan de collectie toegevoegd, hoofdzakelijk kunstnijverheid en prentkunst
Meer informatie volgt tijdens de looptijd van de tentoonstelling.
Nieuws
Hier vind je het laatste nieuws rondom museum Boymans.
1935 - Museum Boymans open
Museum Boymans opent de deuren van haar nieuwe gebouw.
1936 - nieuwe aanwinsten
Marie Tak van Poortvliet (1871-1936) heeft een deel van haar kunstverzameling gelegateerd aan Museum Boymans. Het schilderij Lyrisches van de baanbrekende Russische schilder Wassily Kandinsky en de andere werken uit deze collectie heeft het museum al sinds 1932 in bruikleen.
1937 - Vermeer aan collectie toegevoegd
Verheugd en trots deelt de directie van Museum Boymans mede dat zij er op de valreep van het jaar 1937 in is geslaagd een nog niet eerder bekend vroeg werk van de grote schilder Johannes Vermeer aan de collectie toe te voegen. Het doek is getiteld ‘De Emmaüsgangers’ en zal binnenkort op zaal te zien zijn.
27 maart 1939 - eredoctoraat voor Dirk Hannema
Vanwege zijn grote verdiensten voor het Nederlandse kunstleven heeft Boymans’ directeur Dirk Hannema op 27 maart jongsleden een eredoctoraat ontvangen van de Universiteit Utrecht.
17 juli 1939 - oprichting Stichting Museum Boymans
Op 17 juli jongsleden heeft een groep vermogende particuliere stadsgenoten die het museum een warm hart toedragen de Stichting Museum Boymans in het leven geroepen. Deze stichting zal zich toeleggen op het bijeenbrengen van fondsen voor de aankoop van stukken, waarvoor de reguliere middelen van het museum niet toereikend zijn.
26 augustus 1939 - tijdelijke sluiting
In verband met de mobilisatie en het in veiligheid brengen van de belangrijke collectiestukken zal het museum vanaf 26 augustus tijdelijk gesloten zijn.
14 oktober 1939 - tentoonstelling Carel Willink
Vanaf heden is het museum weer (deels) voor het publiek toegankelijk. De directeur nodigt u uit om kennis te komen nemen van de eerste museale tentoonstelling van de magisch-realistische schilder Carel Willink.
1940 - tijdelijke sluiting
In verband met de Duitse aanval op Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk is het museum tijdelijk gesloten.
Herinneringen
In de stad wonen nog altijd mensen die de oorlog hebben meegemaakt, of wier ouders of grootouders verhalen over de oorlog hebben gedeeld. Samen met Verhalenhuis Belvedère verzamelt Museum Boijmans Van Beuningen via een oral history project persoonlijke herinneringen aan het museum tijdens de oorlog. Dit kunnen ook verhalen uit tweede hand zijn van ouders, grootouders, buren of anderen met hun herinnering aan Museum Boymans tijdens de Tweede Wereldoorlog of over de Rotterdamse kunstscène in deze periode.
Deze persoonlijke herinneringen worden hier gepresenteerd en een aantal verhalen krijgt een plaats in de tentoonstelling. Aanmelden verhalen via: info@verhalenhuisbelvedere.nl.
Dit project is tot stand gekomen in samenwerking met:
Noten
1 Herman Bieling, uitnodigingskaart voorjaarstentoonstelling Rotterdamse kunstenaars, april 1943.
2 Herman Bieling, uitnodigingskaart voorjaarstentoonstelling Rotterdamse kunstenaars, april 1943.
3 Dirk Hannema, brief aan Herman Bieling, 23 oktober 1944 (Wessel Krul p.403; SAR 181/361).