:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Aertgen Claesz. van Leyden

Leiden 1498 - Leiden 1564

Auteur: Judith Niessen

Over het leven van de Leidse schilder en tekenaar Aertgen Claesz, ofwel Aertgen van Leyden, zijn we geïnformeerd door de biografie van de kunstenaar die Karel van Mander in zijn Schilder-boeck (1604) opnam.1 Aertgen werd in 1498 geboren als de zoon van een Leidse lakenvolder. Na eerst bij zijn vader te hebben gewerkt, werd hij in 1516 leerling bij de Leidse schilder Cornelis Engebrechtsz (ca. 1462-1527). Volgens Van Mander leerde hij snel en werd hij een zelfstandig meester die veel leerlingen had en zowel in waterverf als in olieverf vooral Bijbelse geschiedenissen verbeeldde.2 De kunstenaar verdronk 1564 in de Leidse Voldersgracht.

Volgens Van Mander leverde Aertgen veel ontwerpen aan glasschilders en anderen, waarvan er nog honderden in Leiden te vinden zouden zijn en waarvoor hij slechts enkele stuivers per stuk kreeg.3 Wat betreft zijn schilderijen benadrukt Van Mander de verschillen in kwaliteit en constateert dat Aertgens langgerekte figuren soms een disharmonie in de proporties vertonen. Ook noemt Van Mander een aantal van de beste schilderijen van de kunstenaar in (meest) Leidse verzamelingen. Slechts enkele daarvan kunnen in verband worden gebracht met bestaande werken, zoals een Geboorte van Christus – waarvan alleen nog kopieën bestaan – en een drieluik met Het Laatste Oordeel in Valenciennes (Musée des Beaux-Arts).4 Uit de talrijke vermeldingen van Aertgens schilderijen in zeventiende-eeuwse inventarissen van belangrijke kunstverzamelingen, blijkt dat zijn werk in die tijd geliefd was.

Over het oeuvre van Aertgen van Leyden bestaat veel onduidelijkheid. Volgens Van Mander werkte de kunstenaar eerst in de stijl van Cornelis Engebrechtsz .5 Deze karakterisering vormde de basis voor toeschrijvingen aan de meester. In 1939 zette Van Regteren Altena twee groepen Leidse tekeningen – die Wescher in 1928 bijeenbracht onder de noodnamen de Meester van 1527 en de Meester van de Apostelwonderen – op naam van Aertgen. Hij schreef meer dan 200 tekeningen en een zestigtal schilderijen aan de kunstenaar toe.6 In 1960 voegde Bruyn daaraan nog een aantal tekeningen en schilderijen toe.7 De herontdekking in 1972 van het drieluik met Het Laatste Oordeel in Valenciennes leidde tot nieuwe toeschrijvingen.8 Aan de meester toegeschreven werken werden ook wel ondergebracht bij anonieme kunstenaars, zoals de Meester van de Kerkprediking.9

Noten

1 Van Mander 1604 (editie Miedema), fols. 236v-238r. Deze biografie is gebaseerd op die van J. P. Filedt Kok in Leiden 2011, pp. 200-201.

2 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 237r.

3 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 237v.

4 Zie voor de twee werken respectievelijk Leiden 2011, p. 326 (nr. 119) en p. 336 (cat. 131).

5 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 237r.

6 Wescher 1928; Van Regteren Altena 1939; Hoogewerff  1937-47, dl. 3, pp. 388-419.

7 Bruyn 1960.

8 Zie over deze toeschrijvingskwesties uitvoeriger J. P. Filedt Kok in Leiden 2011, pp. 200-201.

9 Zie bijvoorbeeld Amsterdam 1986, pp. 161-162 (nr. 44).

Lees verder Lees minder