Zeven majolica objecten uit de voormalige collectie Pringsheim
In 2008 ontving de Stichting tot Beheer Museum Boijmans Van Beuningen een brief uit naam van de erven van de Duitse verzamelaar Prof. Dr. Alfred Pringsheim (1850-1941), eigenaar van een vermaarde collectie Italiaanse majolica waaruit in 1941 zeven objecten werden verworven door de verzamelaar J.N. Bastert die zich thans in Museum Boijmans Van Beuningen bevinden. De erven verzoeken de eigenaar van de objecten, de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen, om teruggave van de majolica. Het museum heeft voorgesteld de kwestie gezamenlijk voor te leggen aan de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog met het verzoek om een bindend advies. Het museum is thans in afwachting van een reactie van de erven.
Alfred Pringsheim was een bekend wiskundig hoogleraar aan de universiteit te München en verzamelaar, wiens majolica en collectie zilveren en vergulde objecten internationale bekendheid genoten. Het Joodse echtpaar Alfred en Hedwig Pringsheim werd al in 1933 gedwongen hun huis, een voor hen gebouwde ‘paleis’ aan de Narcisstraße, aan de Nationalsozialistischer Deutscher Arbeitersverein te verkopen. Omdat de collectie een groot deel van hun vermogen besloeg, werden al vanaf dat jaar pogingen gedaan delen van de verzameling te verkopen, waaronder de stukken majolica. Vanaf 1936 werd dit volledig onmogelijk: de majolica collectie kwam op een lijst van nationaal erfgoed en mocht niet worden geëxporteerd. In 1937 werden hun paspoorten afgenomen, waardoor het voor de Pringsheims onmogelijk werd te vluchten. 21 november 1938 werd een groot deel van hun collectie in beslag genomen door de Gestapo, waaronder het zilver en de schilderijen. Uiteindelijk kreeg het echtpaar toestemming de collectie in het buitenland te veilen, op voorwaarde dat een aantal stukken uit deze collectie samen met twee zilveren bekers van Ludwig Krug zou worden ‘geschonken’ aan de staat. De veiling vond plaats in juni en juli 1939 bij Sotheby’s in Londen. Een groot deel van de (lage) veilingopbrengst moest worden overgemaakt naar de staat, het resterende bedrag gebruikten Alfred en Hedwig Pringsheim voor hun emigratie naar Zwitserland, waar zij in ballingschap overleden. Na de Tweede Wereldoorlog is alsnog de volledige veilingopbrengst uitbetaald en zijn de door de nazi’s in beslaggenomen objecten (edelmetaal en andere voorwerpen) teruggegeven aan de erven Pringsheim.
Deze zeven majolica objecten kwamen in de collectie van het museum terecht door de aankoop van de collectie van het echtpaar Jaap Bastert (1891-1876) en Iet van Schaardenburg (1894-1985). Zij hadden de stukken in 1939 via Hein Hamer op de veilingen van de Pringsheims in Londen gekocht.
Deze objecten staan tevens op de website van Museale Verwervingen vanaf 1933.