:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
t/m 14 januari 2018

Almanak Der Blaue Reiter

Museum Boijmans Van Beuningen toonde tot en met 14 januari 2018 een bijzondere editie van de Almanak Der Blaue Reiter (1912), verworven uit de nalatenschap van Arthur Lehning (1899-2000). De Almanak Der Blaue Reiter werd gepresenteerd vanuit zijn herkomstgeschiedenis, waarbij op theatrale wijze tevens wordt ingegaan op de revolutionaire kunstopvattingen van de Duits expressionistische kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter. Het gaat om een uniek, genummerd exemplaar van de luxe-uitgave van de almanak, inclusief de originele cassette en twee ingekleurde en gesigneerde houtsneden van Wassily Kandinsky en Franz Marc. De Almanak Der Blaue Reiter was de eerste wissel in de vernieuwde collectieopstelling van Museum Boijmans Van Beuningen.

De Almanak Der Blaue Reiter werd in 1911-1912 inhoudelijk en redactioneel voorbereid door Wassily Kandinsky en Franz Marc en bevat ook bijdragen van onder anderen August Macke en Arnold Schönberg. De editie werd verzorgd door uitgever Reinhard Piper in München en blijkt één van de belangrijkste kunstboeken van de twintigste eeuw te zijn geworden. De publicatie was bedoeld als eerste in een reeks uitgaven die jaarlijks de stand van zaken zou weergeven van de vernieuwing in de kunst en een blik zou werpen op de toekomst. Het idee van vernieuwing en leiderschap komt naar voren in de beelddrager van de almanak: een triomferende, naar voren springende ruiter. De Eerste Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan Kandinsky's plan om een jaarlijkse editie van Der Blaue Reiter te publiceren. Terwijl Kandinsky werd gedwongen om Duitsland te verlaten als vijandelijke vreemdeling, werd Marc in 1916 in de buurt van Verdun gedood.

De Almanak Der Blaue Reiter zal naast exemplaren van het tijdschrift i 10 worden getoond in combinatie met werken uit de voormalige collectie van Arthur Lehning, zoals een portretfoto van Lehning door de fotograaf Erwin Blumenfeld, een zelfportret van Charley Toorop uit 1928 en een tafelstoel van Gerrit Rietveld. Deze objecten zijn sporen van Lehnings nauwe betrokkenheid bij de internationale avant-garde.

[...] beiden van ons hielden van blauw, Marc – paarden, en ik – ruiters.” - Wassily Kandinsky

Gezamenlijke aankoop

In 2016 kocht Museum Boijmans Van Beuningen deze bijzondere uitgave van Der Blaue Reiter aan, samen met het RKD - Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, het Gemeentemuseum Den Haag en het Stedelijk Museum Amsterdam. De aankoop is ondersteund door het Mondriaan Fonds en de BankGiro Loterij. Deze bundeling van krachten maakt het mogelijk om dit unieke exemplaar voor Nederlands openbaar bezit te bemachtigen. De almanak wordt per toerbeurt tentoongesteld. In het najaar van 2018 is Der Blaue Reiter te zien in de tentoonstelling Alexej van Jawlensky in het Gemeentemuseum Den Haag en daarna in het Stedelijk Museum Amsterdam.

Wassily Kandinsky & Franz Marc, Almanak Der Blaue Reiter, 1912

In een brief aan Franz Marc gedateerd 19 juni 1911, beschreef Wassily Kandinsky voor het eerst de mogelijkheid om samen aan een publicatie te werken, niet wetende dat het één van de belangrijkste kunstboeken van de twintigste eeuw zou worden: namelijk de nu alom bekende almanak Der Blaue Reiter. In de tentoonstelling is het genummerde exemplaar van de luxe-uitgave van de almanak Der Blaue Reiter, inclusief de originele cassette, te zien. De uitgave is in blauw maroquinleer gebonden en heeft op het voorblad een vignet van Wassily Kandinsky in blinddruk met bladgoud belegd. 

Voorin deze luxe-uitgaven zijn twee originele, ingekleurde en gesigneerde houtsneden toegevoegd van de redacteurs: Wassily Kandinsky’s ‘Bogenschutze’ (1908-1909) en Franz Marcs ‘Fabeltier’ (1912). Kandinsky’s houtsnede is een geabstraheerde weergave van een eenzame ruiter met pijl en boog in een landelijke omgeving. Door de bijna vibrerende, levendige kleuren zijn de figuratieve vormen moeilijk te onderscheiden van het weelderige landschap.

Wat de titel betreft, legde Kandinsky uit: “Beiden van ons hielden van blauw, Marc – paarden, en ik – ruiters.” Op de omslag waren de populaire christelijke heiligen Joris en Maarten verenigd in de figuur van Der Blaue Reiter. Houtsnede werd Kandinsky's favoriete medium voor illustraties, omdat "men daarin het pad van mijn ontwikkeling van het 'figuratieve' naar de 'abstracte' kan vinden. '

Zowel Kandinsky als Marc schreven belangrijke teksten voor de almanak. Het boek sluit af met verreweg de langste bijdrage, namelijk Kandinsky’s Über die Formfrage gevolgd door zijn theaterstuk Der Gelbe Klang, die voor het eerst in de almanak werd gepubliceerd.

Wassily Kandinsky, Der gelbe Klang, 1909

Audio (compositie door Alfred Schnittke naar Wassily Kandinsky, 1974)

Wassily Kandinsky publiceert zijn experimentele theatertekst – waarin schilderkunst, muziek en toneel worden gecombineerd – voor het eerst in de almanak Der Blaue Reiter. De muziek voor zijn grensoverschrijdende Gesamtkunstwerk is oorspronkelijk gecomponeerd door Thomas de Hartmann. De Hartmann’s compositie was echter afhankelijk van de tijd en ruimte waarin het stuk zich afspeelde. Daarom schreef Alfred Schnittke in 1974 een nieuwe museale versie van Der Gelbe Klang, zodat deze versie meerdere keren gebruikt kon worden.

Zaalinrichting

Luuk Hoogewerf, conservator in opleiding, bedacht het concept en de inrichting van de presentatie. De kunstwerken die hij gekozen heeft, zijn van verschillende disciplines zoals, schilderkunst, muziek, glas-in-lood, schrift en design. De zaal is zo ontworpen dat het net een heilig portret lijkt, een heilige kapel voor de Almanak der Blaue Reiter. Zo staat de stoel van Gerrit Rietveld als bidstoel naar de Almanak Der Blaue Reiter gericht. De muziek is tonaal en de glas-in-lood werken hangen bovenaan de muur. Door de gehele invulling van de zaal hangt er een sacrale en spirituele sfeer in de ruimte. Tevens heeft Hoogewerf directe verwijzingen naar Almanak der Blaue Reiter in de vaste collectieopstelling van Museum Boijmans Van Beuningen geplaatst.

Zaalinrichting

El Greco, Johannes de Evangelist, ca. 1610 – 1620. Olieverf op doek

In de collectie van het museum bevindt zich een prachtig schilderij van El Greco. De figuur op het expressieve schilderij is herkenbaar aan de draken rechtsonder. Deze maken deel uit van zijn attribuut, de miskelk. Dit was één van de attributen van Johannes de Evangelist. Dit heilige portret draagt tijdens de tentoonstelling in Boijmans tevens bij aan de sacrale en spirituele sfeer in de ruimte.

El Greco, Johannes de Evangelist, ca. 1610 – 1620.  Olieverf op doek

Charley Toorop, Zelfportret, 1928. Olieverf op doek

Van naam kennen Charley Toorop en Arthur Lehning elkaar al langer, pas wanneer zij in 1928 elkaar bij toeval in de trein van Den Haag naar Amsterdam ontmoeten, slaat de vonk over. Het is het begin van een gepassioneerde verhouding. Ze lijken het ideale paar: zij schilder en hij schrijver, beide met een gedeelde belangstelling voor literatuur, kunst, cultuur en politiek. Hoewel hun relatie niet lang na dit portret is beëindigd, heeft Lehning het schilderij tot aan zijn dood in zijn bezit gehad.

Charley Toorop, Zelfportret, 1928. Olieverf op doek

Gerrit Thomas Rietveld, Militaire stoel, 1923 – 1926. Geverfd vurenhout en triplex, bouten

Arthur Lehning omringt zich met een brede schare aan later beroemd geworden vrienden en kennissen, in het bijzonder de beeldend kunstenaars en architecten uit de omgeving van De Stijl, het Nieuwe Bouwen en het Bauhaus. Deze tafelstoel van Gerrit Rietveld is van Lehning geweest en is afkomstig uit zijn door Cesar Domela ontworpen interieur.

De stoel is roze, wat voor Rietveld niet de gebruikelijke kleur keuze was. Hoogewerf, denkt dat de stoel in het huis van Charley Toorop heeft gestaan, omdat Rietveld een aantal van zijn stoelen roze heeft geverfd voor Toorop. Als je onderop de stoel kijkt, zie je nog het geel en zwart, de kleuren die Rietveld vaker voor zijn stoelen gebruikte.

Gerrit Thomas Rietveld, Militaire stoel, 1923 – 1926.  Geverfd vurenhout en triplex, bouten

Arthur Lehning, i 10: Internationale revue = Internationale revue i 10, 1928 – 1929. Tijdschrift

Arthur Lehning slaagt er met zijn tijdschrift in verschillende facetten van zijn tijd naast elkaar te presenteren. In hoeverre hij er ook in slaagt ze betekenisvol met elkaar te integreren is relatief. In zijn optiek bevinden politiek, filosofie, wetenschap, cultuur, literatuur en podiumkunsten zich op een lijn, maar dan wel min of meer in deze volgorde.

Arthur Lehning, i 10: Internationale revue = Internationale revue i 10, 1927. Tijdschrift

‘De Internationale Revue i 10 wil een orgaan zijn van alle uitingen van den modernen geest […]’. Zo opent hoofdredacteur Arthur Lehning het eerste nummer van zijn blad i 10. Het blad geeft een podium aan zijn internationale vrienden-en kennissenkring die in de jaren 20 van de vorige eeuw tot de artistieke of politieke avant-garde wordt gerekend.'

Johan Thorn Prikker, Bloedend Hart, 1927. Glas-in-lood

Leden van Der Blaue Reiter vinden in glas-en-lood een nieuwe stimulans voor hun eigen werk. De stilistische vereenvoudiging van vormen spreekt ze aan: zwart omlijnde composities van pure, levendige kleurvlakken. De ogenschijnlijke primitiviteit en spiritualiteit van het glas-in-lood inspireert en bevestigd hun eigen ambities als kunstenaars.

Johan Thorn Prikker, Bloedend Hart, 1927.  Glas-in-lood

Johan Thorn Prikker, Vlammentongen, 1927. Glas-in-lood

Leden van Der Blaue Reiter vinden in glas-en-lood een nieuwe stimulans voor hun eigen werk. De stilistische vereenvoudiging van vormen spreekt ze aan: zwart omlijnde composities van pure, levendige kleurvlakken. De ogenschijnlijke primitiviteit en spiritualiteit van het glas-in-lood inspireert en bevestigd hun eigen ambities als kunstenaars.