:host { --enviso-primary-color: #00BAFF; --enviso-secondary-color: #00BAFF; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
t/m 04 februari 2018

Dinh Q. Lê - The Colony

In de video-installatie ‘The Colony’ toonde de Vietnamees-Amerikaanse kunstenaar Dinh Q. Lê (Hà Tiên 1968) ons vanuit verschillende perspectieven de Chincha-eilanden nabij de kust van Peru. Waar het voorgaande werk van Lê vooral gericht is op de Vietnamoorlog, omvat ‘The Colony’ een breder web van verwijzingen naar de geschiedenis van kolonialisme en imperialisme.

De Chincha-eilandengroep vormt de thuishaven van grote vogelkolonies die het gebied hebben bedolven onder bergen van vogelpoep, ‘guano’. Deze zeer vruchtbare en daarmee waardevolle guano leidt in de 19de eeuw tot een strijd om de eilanden. Britse kooplui gebruiken Chinese arbeiders om de guano te winnen, terwijl Spanje en Peru vechten om de heerschappij over eilanden. In 1856 voeren de Verenigde Staten de Guano Islands Act in, waarmee ze zichzelf in staat stellen onbewoonde eilanden over de hele wereld op te eisen. Met de ontwikkeling van kunstmest aan het begin van de 20ste eeuw loopt het geopolitieke conflict rondom guano ten einde.

Hoewel tegenwoordig niemand de eilanden meer bewoont, gaat de guano-winning nog altijd door. We zien lege gebouwen in een desolaat landschap waarin de arbeiders handmatig het zware werk doen. In ‘The Colony’ onderzoekt Lê de hebzucht, absurditeit en het menselijk leed dat gepaard gaat met imperialisme, zowel in het verleden als in het heden.

Met dank aan

The Colony werd gemaakt in opdracht van Artangel, Ikon, Birmingham,
Han Nefkens H+F Collection, Proyecto Amil, Lima met extra ondersteuning van Catherine Petitgas, Private Collection, New York, Shoshana Wayne Gallery. Geproduceerd door en TANQ Studios.