:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw

In de periode 2009-2012 is de gehele verzameling Nederlandse tekeningen uit de 15de en de 16de eeuw voor het eerst in de museumgeschiedenis grondig onderzocht. Deze digitale bestandscatalogus brengt een belangrijke deelcollectie van het museum onder de aandacht van een groot publiek.

Ga direct naar

Vijf onderzoekers bestudeerden in totaal een groep van ongeveer 450 tekeningen. Zij deden dit in nauw contact met diverse experts in binnen- en buitenland. Dit leidde tot diverse toe- en afschrijvingen: er kwamen tekeningen bij, maar er vielen ook diverse tekeningen af, bijvoorbeeld doordat deze na onderzoek aan een buitenlandse hand konden worden toegeschreven. De huidige catalogus bestaat uit 403 tekeningen, waarvan 224 van anonieme makers, de overige van 63 verschillende meesters. Het gaat om kunstenaars geboren voor 1581.

Het onderzoek kon worden verricht dankzij een subsidie van het Mondriaan Fonds.

Museum Boijmans Van Beuningen is de plek waar een van de belangrijkste verzamelingen tekeningen van oude meesters in de wereld wordt bewaard. Een kern daaruit, de Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw, wordt nu voor het eerst wetenschappelijk ontsloten door middel van een digitale bestandscatalogus.

Gelieve deze online bestandscatalogus als volgt op te nemen in een bronvermelding:

Yvonne Bleyerveld, Albert J. Elen, Judith Niessen, et al., Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw in Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Kunstenaars geboren voor 1581, online bestandscat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2012, geraadpleegd [datum van raadpleging], <https://www.boijmans.nl/collectie/onderzoek/nederlandse-tekeningen-uit-de-15de-en-16de-eeuw>

Verwijzingen naar objectteksten als volgt:

auteur, ‘kunstenaar, titel, jaartal’, in:

Deze bestandscatalogus omvat ruim 400 tekeningen en is tegelijkertijd de eerste online catalogus die het museum van zijn collectie publiceert. We streven ernaar nog vele andere bestandscatalogi te laten volgen, niet alleen op het gebied van de tekenkunst, maar ook van de andere deelcollecties.

Nadat het museum enkele jaren geleden startte met het aanbieden van informatie over de collectie via de websites Collectie Online, ALMA en ARTtube, kan nu dankzij de digitale bestandscatalogus als extra ‘laag’ in de Collectie Online uitvoeriger (kunst)historische en materiaaltechnische informatie voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt.

Omdat zij zeer gevoelig zijn voor licht, kunnen tekeningen niet vaak en lang worden tentoongesteld. De bladen worden bewaard in dozen en laden in het depot van het prentenkabinet. Regelmatig wisselende selecties worden tentoongesteld in de vitrines van het prentenkabinet.

Deze digitale bestandscatalogus maakt de intieme, fijn getekende bladen van beroemde meesters als Jheronymus Bosch, Pieter Bruegel de Oude, Lucas van Leyden en Maarten van Heemskerck in feite voor iedereen permanent toegankelijk. De tekeningen kunnen op elk gewenst moment, waar dan ook ter wereld, op het beeldscherm, genoten of bestudeerd worden tot in de kleinste details. De rijke informatie die daarbij wordt geboden, betreft niet alleen de voorstelling, maar gaat ook over de maker van de tekening, welke functie het heeft gehad (bijvoorbeeld schets, voorstudie, prentontwerp, zelfstandig kunstwerk, kopie), de relatie met andere kunstwerken, stijlkenmerken en de verzamelaars die het blad ooit bezaten (vaak bekend door verzamelaarsmerken).

Veel tekeningen zijn niet gemaakt als zelfstandig kunstwerk en zijn niet gesigneerd. Dat maakt het vaak heel lastig specifieke informatie over een tekening te achterhalen. In diverse gevallen blijft bijvoorbeeld, ook na grondig onderzoek, de identiteit van de tekenaar onbekend en niet zelden schommelt de toeschrijving van een tekening tussen ‘van de kunstenaar zelf’ en ‘uit de omgeving van’ of ‘school van’. Sommige anonieme tekeningen worden gegroepeerd onder ‘noodnamen’ als ‘de Meester van het Hermitage Schetsboek’ of ‘Pseudo–Vinckboons’. De onderzoekers zijn als detectives tewerk gegaan: goed kijken, stilistisch analyseren en vergelijken, vakliteratuur en documenten raadplegen, overleg met andere specialisten, visies wikken en wegen, en dan tot een besluit komen. Het was bij elk blad weer spannend.

Wetenschappelijk onderzoek is onontbeerlijk voor het reilen en zeilen van een museum: alleen als je de waarde en betekenis van de objecten in je collectie kent, kun je er optimaal mee werken en het publiek ten volle laten delen in het plezier van je kennis. Onderzoek is echter tijdrovend en kostbaar. Wij zijn het Mondriaan Fonds daarom bijzonder dankbaar voor het feit dat het ons een substantiële financiële ondersteuning heeft verstrekt in het kader van de rijkssubsidiëring van museaal kunsthistorisch onderzoek, waardoor naast de eigen museumconservatoren, drie externe deskundigen konden werken aan deze bestandscatalogus. Zonder die steun had dit project niet gerealiseerd kunnen worden.

Deze catalogus verschijnt in eerste instantie alleen in het Nederlands. Naar de financiering van de Engelse vertaling wordt op dit moment nog gezocht.

Jonieke van Es, Hoofd sector Collectie en onderzoek
Albert Elen, Senior conservator tekeningen en prenten
Sjarel Ex, Directeur

Auteur: Albert Elen

Museum Boijmans Van Beuningen bezit naast een collectie van 60.000 tot 70.000 prenten ongeveer 17.000 tekeningen, waarvan 13.000 door kunstenaars geboren voor 1875. De verzameling tekeningen van oude meesters behoort tot de belangrijkste ter wereld. Tot op heden is deze desondanks maar ten dele wetenschappelijk ontsloten. De meeste van de bestaande bestandscatalogi dateren bovendien al van enkele decennia geleden (1964-1988). Voor de nieuwe serie bestandscatalogi, waarvan dit het eerste deel is, is prioriteit gegeven aan de vroege Nederlandse tekeningen vanwege het grote belang internationaal en met name voor de ‘Collectie Nederland’. Het betreft tekeningen die zijn vervaardigd door kunstenaars geboren tot en met 1580. Hiermee worden de vijftiende en de zestiende eeuw omvat.

De online bestandscatalogus documenteert de 403 tekeningen van Nederlandse kunstenaars. ‘Nederlands’ wordt bij de vroege tekeningen uit het gebied van de toenmalige noordelijke en zuidelijke Nederlanden als verzamelnaam gebruikt, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen Vlaamse (en Brabantse en Limburgse) kunstenaars en Hollandse (en die uit de overige noordelijke gewesten).

Vanaf de jaren 1580 voltrok zich de scheiding tussen de (katholieke) zuidelijke en de (gereformeerde) noordelijke Nederlanden als gevolg van de opstand tegen de landsheer Philips II, de repressie daarvan door de Spanjaarden, de afscheiding van Holland en de andere noordelijke gewesten en de migratie van vele kunstenaars van het zuiden naar het noorden, vooral na de val van Antwerpen in 1585.

Het eindjaar 1581 voor de catalogus is gekozen omdat kunstenaars geboren voor dat jaar merendeels nog als zestiende-eeuws kunnen worden aangemerkt. Uitzonderingen bevestigen ook hier de regel, met name Abraham Bloemaert (1566-1651), die door zijn lange leven en omvangrijke, vernieuwende oeuvre eigenlijk meer als een zeventiende-eeuwer wordt gezien. Dat geldt ook voor zijn Vlaamse evenknie Peter Paul Rubens (1577-1640). Laatstgenoemde is niet in het bestek van deze bestandscatalogus opgenomen omdat zijn tekeningen en die van andere zeventiende-eeuwse Vlaamse kunstenaars zijn gepubliceerd in de bestandscatalogus Rubens, Jordaens, Van Dyck and their Circle. Flemish Master Drawings from the Museum Boijmans Van Beuningen (2001).1

Positionering van de verzameling, nationaal en mondiaal

De verzameling vroege Nederlandse tekeningen van Museum Boijmans Van Beuningen is, hoewel kleiner van omvang, kwalitatief vergelijkbaar met die van het Rijksmuseum in Amsterdam (725 bladen), welke reeds ontsloten is middels bestandscatalogi van 1978 en 1987.2 Als derde collectie in Nederland geldt die van het voormalige Prentenkabinet van de Universiteit Leiden, sinds 2002 onderdeel van de afdeling Bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek Leiden (320 bladen), waarvan de bestandscatalogus van de vroege Nederlandse tekeningen in voorbereiding is. In de collecties in Amsterdam en Leiden ligt de nadruk vooral op de tweede helft van de zestiende eeuw, terwijl de Rotterdamse verzameling ook een grote groep tekeningen uit de vijftiende en de eerste helft van de zestiende eeuw bevat. Naast deze drie landelijke zwaartepunten is er een bescheidener groep vroege Nederlandse tekeningen in Teylers Museum in Haarlem, bestaande uit ongeveer 200 bladen, voor de helft werk van Hendrick Goltzius. Nederlands van origine, maar sinds een halve eeuw gehuisvest in Parijs, is de collectie van Frits Lugt in de (Zwitserse) Fondation Custodia, waarvan de 271 vroege Nederlandse tekeningen in 1992 zijn gepubliceerd.3

Mondiaal tellen de Nederlandse collecties sterk mee, zowel kwalitatief als getalsmatig, naast die van musea in Londen (The British Museum),4 Wenen (Albertina Museum), Parijs (Musée du Louvre)5, Brussel (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België)6, München (Staatliche Graphische Sammlung)7, New York (The Morgan Library & Museum en The Metropolitan Museum of Art)8, Berlijn (Staatlichen Museen zu Berlin, Kupferstichkabinett), Dresden (Staatliche Kunstsammlungen Dresden, Kupferstich-Kabinett) en Budapest (Szépmuvészeti Múzeum)9. Van beperktere omvang zijn de verzamelingen vroege Nederlandse tekeningen in Hamburg (Hamburger Kunsthalle) en in St. Petersburg (The State Hermitage Museum).10

Wat datering betreft zijn de Rotterdamse tekeningen over het algemeen gelijkmatig verdeeld over de periode van circa 1400 tot 1600; voor de aansluitende periode 1600-1650 is de collectie als gevolg van de uitloop van langlevende kunstenaars als Abraham Bloemaert en Hendrik Cornelisz. Vroom (1566-1640) uiteraard niet representatief. Meer dan zestig verschillende kunstenaars zijn met een of meer bladen in de collectie aanwezig. De collectie kent enkele zwaartepunten en ook lacunes, die hierna ter sprake komen.

.

Uit de vroege periode, de vijftiende eeuw, zijn wereldwijd slechts ongeveer 700 tekeningen van Nederlandse kunstenaars bewaard gebleven.11 Enerzijds omdat er toen relatief weinig werd getekend - anders dan als ondertekening direct op het paneel -, anderzijds omdat tekeningen werden beschouwd als werkmateriaal in de voorbereiding van kunstwerken. In de vijftiende eeuw maakte de kunstenaar zich gaandeweg los uit de door een vaste vormentaal en themakeuze gekenmerkte laatmiddeleeuwse traditie. Hij ontwikkelde onder invloed van de renaissance een individuele, herkenbare stijl en specialiseerde zich vaak in een bepaald genre. Vanaf deze tijd werden tekeningen ook gemaakt als doel op zich, als zelfstandig kunstwerk, bedoeld voor de verkoop aan verzamelaars. Ook werden tekeningen vaker gesigneerd of gemonogrammeerd. Soms is de kunstenaar te identificeren doordat hij als inventor (bedenker of ontwerper) vermeld staat op prenten gemaakt naar zijn ontwerptekeningen. Van de 403 tekeningen in de collectie wordt minder dan de helft beschouwd als eigenhandig (186) en worden er achttien aan bepaalde kunstenaars toegeschreven. Verder worden 82 tekeningen nu aangemerkt als ‘school van’, ‘omgeving van’ of ‘(kopie) naar’ bekende kunstenaars. De rest (88 tekeningen) is van anonieme meesters.

Veel vroege bewaard gebleven tekeningen zijn niet gesigneerd of gemonogrammeerd en kunnen niet aan een bepaalde kunstenaar worden toegeschreven. Wel heeft het kunsthistorisch onderzoek van de afgelopen decennia ertoe geleid dat anonieme tekeningen met gemeenschappelijke stijlkenmerken konden worden geclusterd. Op deze wijze werden oeuvres geconstrueerd van onbekende kunstenaars, aan wie zogenaamde noodnamen zijn toegekend. Zo zijn kleine groepen anonieme vroege tekeningen, verspreid over diverse musea, toegeschreven aan de Meester van de Kleine Landschappen, de Meester van de Dood van Absalom en de Meester van Liechtenstein. De collectie bevat naast 72 tekeningen van volledig anonieme tekenaars ook zestien tekeningen van elf van dit soort ‘meesters met noodnamen’. Voortgaand kunsthistorisch onderzoek kan een dergelijke tekenaar uit de anonimiteit halen en de hele groep op diens naam zetten.

Bij de aanduidingen ‘anoniem’, ‘omgeving van’ of ‘navolger van’ is in veel gevallen geen sprake van tekeningen van ‘het tweede garnituur’. Goede voorbeelden van anonieme tekeningen van hoge kwaliteit zijn de twee bladen met staande hertogen die zijn toegeschreven aan een navolger van Rogier van der Weyden.

Van de vroegste tekeningen zijn die van Jheronimus Bosch het bekendst: het Uilennest en het dubbelzijdig betekende blad Twee oude vrouwen / Vos en haan. Samen met de drie schilderijen (vier panelen) van Bosch, vormen zij een belangrijke kern in de museumcollectie. Uit de zestiende eeuw zijn er meer zwaartepunten, waaronder in numerieke volgorde de kunstenaars Hendrick Goltzius (22 tekeningen), Hans Bol (17), Karel van Mander (14), Abraham Bloemaert (14), Maarten van Heemskerck (11), Jacques de Gheyn II (11), Roelandt Savery (9), Pieter Bruegel (I) (7) en Jan van der Straet, alias Stradanus (6). Hierbij dient te worden opgemerkt dat de groep Rotterdamse tekeningen van Pieter Bruegel tien procent van diens beperkte getekende oeuvre (64 bladen) betreft, terwijl dat van Bloemaert 1.700 bladen omvat.12

De collectie vroege Nederlandse tekeningen sluit naadloos aan bij de veel omvangrijker verzameling prenten uit dezelfde periode en streek die in het museum wordt bewaard. Zo kunnen de tekeningen van Hendrick Goltzius worden gekoppeld aan een rijk bestand van 654 prenten van of naar deze bekende meester van de Haarlemse School van maniëristen.

Vermeldenswaardige lacunes in de verzameling zijn eigenhandige tekeningen van de gebroeders Crabeth en Dirck Barendsz. Het verzamelbeleid van het museum is er mede op gericht om deze lacunes te vullen wanneer zich de gelegenheid voordoet; zo werd recent een representatieve tekening verworven van de hand van Pieter Aertsen, die in de collectie nog niet was vertegenwoordigd. Tekeningen van Aertsen zijn zeldzaam: van deze kunstenaar zijn wereldwijd slechts negentien tekeningen bekend.

Door een nieuwe toeschrijving bezit het museum thans een tekening van Bartholomeus Spranger. Dit blad werd tot voor kort beschouwd als een (onzeker) werk van Jacopo Tintoretto (inv.nr. I 226).

Een aantal oude toeschrijvingen kon de toets der kritiek niet doorstaan. Omdat veel toeschrijvingen dateerden uit de jaren 1930 of zelfs eerder, is hier sprake van grote verschuivingen in het beeld van de collectie als totaal. Vele tekeningen zijn afgeschreven, bestempeld als ‘navolger van’ of zelfs ‘kopie naar’, voorlopig als anoniem aangemerkt of - in het gunstigste geval – toegeschreven aan een andere kunstenaar. Dit is in het bijzonder gebeurd bij tekeningen die op naam stonden van Jan Brueghel I. Van de 24 aan hem toegeschreven tekeningen worden nu slechts drie als eigenhandig beschouwd; de andere bladen zijn aangemerkt als anoniem, ‘navolger van’, ‘omgeving van’ of ‘kopie’. Een andere, eveneens substantiële afschrijving betreft de serie van zeven tekeningen met historische voorstellingen met Romeinse legeraanvoerders die voorheen werd beschouwd als werk van Jan van der Straet alias Stradanus (inv.nr. MB 1774-1785). Deze tekeningen waren door Baroni Vanucci in haar oeuvrecatalogus van de tekeningen van Stradanus uit 1997 al niet meer opgenomen. Zij worden nu beschouwd als werk van een anonieme kunstenaar uit de omgeving van Pieter de Jode. Van de vier oorspronkelijk aan Joachim Patinir toegeschreven tekeningen is er geen enkele op diens naam blijven staan; de bladen worden nu alle vier als anoniem aangemerkt. Van Jheronimus Bosch viel geen enkele van de twee als eigenhandig geaccepteerde tekeningen af; de vroeger op zijn naam staande 'Krijger met open vizier / Vier antieke koppen' was al vijftig jaar geleden afgeschreven.

Als laatste dient te worden opgemerkt dat enkele nu als zeventiende-eeuwse navolgingen van werk van zestiende-eeuwse kunstenaars aangemerkte tekeningen voor de volledigheid toch in deze catalogus zijn opgenomen.

De geschiedenis van de collectie tekeningen van Museum Boijmans van Beuningen vangt aan in het begin van de negentiende eeuw, enkele decennia voorafgaand aan het legaat van de collectie Boijmans in 1847 en de stichting van het museum in 1849.

De Utrechtse jurist Frans Jacob Otto Boijmans (1767-1847)13 verzamelde reeds vele jaren - gedocumenteerd van 1798 tot 184614 - toen hij het plan opvatte om zijn collectie schilderijen en tekeningen onder te brengen in een te stichten Museum Boymannianum in zijn woonplaats. Vanwege de tegenwerking van de toenmalige Utrechtse burgemeester richtte de verzamelaar in 1829 zijn hoop op zijn oude Utrechtse vriend mr. M.C. Bichon van IJsselmonde, destijds burgemeester van Rotterdam (1824-1845).

Na twintig jaar moeizame onder­handelingen belandde de verzameling van Boijmans uiteindelijk in Rotterdam, in het daarvoor in 1841 - op instigatie van Boijmans zelf - door de gemeente aangekochte Schielandshuis, een monumentaal gebouw in classicistische stijl uit 1665. Dit geschiedde zonder dat de in 1847 overleden legataris enige band had met de Maasstad, anders dan die oude vriendschap met de burgervader. Het was een gunning over en weer. De collectie en daarmee het museum zijn Rotterdam als het ware in de schoot geworpen: een schenking aan een grote, welvarende stad met een rijke historie, zonder museum maar met een zeer zuinige, uiterst zakelijke gemeenteraad. 

Hendricus J.A. Baur, Portret van Frans Jacob Otto Boijmans op 21-jarige leeftijd, 1788 (inv.nr. MB 1910/T 1)

Gedurende de onderhandelingen over de collectie had de gemeente Rotterdam in 1845 vrij achteloos, om reden van gebrekkige financiën, het bij testament bepaalde aanbod afgeslagen om de beroemde kunstcollectie (schilderijen, tekeningen en prenten) van wijlen J.G. baron Verstolk van Soelen, een geboren Rotterdammer en oud-minister van Buitenlandse Zaken tot 1841, aan te kopen.15 Dit is een van twee gemiste museale kansen voor Rotterdam en Museum Boymans in de beginjaren geweest. De collectie Verstolk had een ideale basis voor een museum kunnen vormen, waarop die van Boijmans een aanvulling zou zijn geweest, omdat de eerste excelleerde in de zeventiende-eeuwse schilder- en tekenkunst en die van Boijmans in de periode daarna.

Aan de algehele kwaliteit van de kunstwerken in de collectie Boijmans werd al tijdens zijn leven getwijfelden er zou na zijn overlijden in 1847 enige tijd overheen gaan voordat de reeds bejaarde kunstenaar en kunsthandelaar Arnoldus Lamme (1771-1856) en zijn zoon Ary J. Lamme (1812-1900) in opdracht van de gemeente Rotterdam de selectie en taxatie van de kunstwerken hadden afgerond en het kaf van het koren gescheiden.16 Dat wat door hen niet als museumwaardig werd beschouwd, werd als ‘uitschot’ verkocht in de jaren 1853-1855.17 Op deze wijze werden zeshonderd schilderijen en ‘duizenden teekeningen en prenten’ afgestoten.18

De inventarisatie van de door Boijmans gelegateerde schilderijen was in 1849 afgerond. Dat wat na de selectie resteerde werd in een summiere catalogus vastgelegd, waarna het museum werd opengesteld. De inventarisatie van de tekeningen volgde in 1852, te boek gesteld in een zeer summiere catalogus, feitelijk niet meer dan een lijst van tekeningen, zonder inventarisnummers. In dat jaar werd de auteur, de veertigjarige A.J. Lamme, aangesteld als eerste (onbezoldigde) directeur van Museum Boymans. Hij combineerde zijn functie met zijn beroep van kunsthandelaar en veilinghouder en bleef aan tot 1870, een jaar na de afronding van de bijgestelde catalogus van de tekeningen in 1869.

Deze bijstelling was noodzakelijk vanwege een noodlottige reductie van de verzameling waardoor ook tekeningen verloren zijn gegaan. In de catalogus van 1852 zijn 2.962 tekeningen opgenomen, waarvan 1.184 nummers ‘Oude Hollandsche, Duitsche en Vlaamsche School’. In de bijgewerkte versie van 1869, waarin ook de nieuwe verwervingen van de periode 1864-1869 zijn opgenomen, zijn dat er respectievelijk 2.298 en 1.488.

Cornelis van der Griendt, De brand van het Schielandshuis op 15/16 februari 1864 (inv.nr. MB 461).
Cornelis van der Griendt, De brand van het Schielandshuis op 15/16 februari 1864 (inv.nr. MB 461).

De brand van 1864

In het begin van 1864 werd Museum Boymans getroffen door een verwoestende brand. Nadat het vuur geblust was, stond feitelijk alleen het casco nog overeind.

Over de oorzaak van de brand is hevig gespeculeerd; mogelijk ontstond deze door roet in de schoorstenen, door loodgieterswerkzaamheden, of door onvoorzichtigheid van een leerling van de Academie van Beeldende Kunsten, die op de begane grond gehuisvest was. Behalve alle prenten en een deel van de schilderijen gingen ongeveer 700 tekeningen verloren, een kwart van de toenmalige collectie. De tekeningen waren geordend op kunstenaarsnaam opgeborgen in dertien portefeuilles gemerkt A-B en T-Z (oude Hollandse, Vlaams en Duitse kunstenaars). Bewaard bleven de achttien portefeuilles C-S, die tijdig het brandende pand uit konden worden gedragen19 en daarnaast de portefeuilles met tekeningen van moderne Hollandse, Vlaamse en Duitse meesters, met uitzondering van de mappen met tekeningen van Stolker tot en met Zingg.20 De portefeuilles met 347 Italiaanse tekeningen gingen grotendeels verloren.21 Dat is wat tot nu toe bekend was; nadere identificatie van de tekeningen uit de catalogus van 1852 leert echter dat buiten de C-S portefeuilles, ook de B-tekeningen vanaf Breenbergh en die van Verkolje tot en met Zorg bewaard zijn gebleven, terwijl van de 21 tekeningen van Willem van de Velde waarschijnlijk ook een groot deel nog aanwezig was.

Het moet een hectische reddingsoperatie zijn geweest tijdens de nachtelijke uitslaande brand; waarschijnlijk waren er direct na het brandalarm rijen geformeerd van mensen die portefeuilles uit het gebouw doorgaven naar buiten, totdat de vlammen, rook en hitte hen noopten daarmee te stoppen en zichzelf in veiligheid te brengen.

Pieter Bruegel, Temperantia, 1560 (inv.nr. MB 331)
Pieter Bruegel, Temperantia, 1560 (inv.nr. MB 331)
Pieter de Witte, Maria met Christuskind (inv.nr. P. de Witte 1). Destijds als werk van Allessandro Allori bij de Italiaanse tekeningen bewaard (Cat. 1852, nr. 2019) met waterschade van de brand van 1864.
Pieter de Witte, Maria met Christuskind (inv.nr. P. de Witte 1). Destijds als werk van Allessandro Allori bij de Italiaanse tekeningen bewaard (Cat. 1852, nr. 2019) met waterschade van de brand van 1864.

Van de vroege Nederlandse tekeningen konden 93 bladen in veiligheid worden gebracht, waaronder werk van Petrus Christus (toen beschouwd als van Hans Holbein, inv.nr. MB 328), Pieter Bruegel, met name diens belangrijke 'Temperantia' en drie van de Odysseus-tekeningen van Stradanus.

Naast de in de catalogus van 1852 iets nauwkeuriger omschreven en derhalve identificeerbare tekeningen moeten ook 312 bladen zijn verbrand die alleen met aantallen in de bestandscatalogus waren opgenomen. Waarschijnlijk betreft het de anonieme tekeningen van diverse scholen. Onder deze tekeningen waren “een en zeventig stuks van de 16de eeuw”, waaronder waarschijnlijk ook anonieme tekeningen van Nederlandse kunstenaars. De catalogus van 1869 bevat namelijk geen anonieme tekeningen.22

De collectie Boijmans bevatte dus een belangrijke kern vroege Nederlandse tekeningen. De zeventiende eeuw was daarentegen matig vertegenwoordigd. Het absolute zwaartepunt lag in de late achttiende en begin negentiende eeuw, de in Boijmans’ tijd levende ‘moderne’ meesters. Waarschijnlijk kocht hij veel tekeningen direct van de kunstenaars. De datering van twee tekeningen in 1837 en één in 1838 maakt duidelijk dat Boijmans nog lang doorging met verzamelen.23

Na de brand van 1864 is met het door de verzekering uitgekeerde kapitaal menige nieuwe aanwinst gerealiseerd, ook op het gebied van de tekeningen. De belangrijkste en ook kostbaarste aankoop was de kapitale tekening 'Christus aan het kruis' van Peter Paul Rubens (inv.nr. MB 5005) die voor het destijds zeer hoge bedrag van fl. 4.050 werd aangekocht op de veiling van de collectie Gerard Leembruggen in Amsterdam op 1 maart 1866. Op diezelfde veiling kocht Lamme nog 53 kavels met in totaal 61 tekeningen en, als klap op de vuurpijl, 11 kavels met 663 tekeningen van Willem van de Velde (senior en junior). Voor de Van de Velde tekeningen betaalde Lamme samen fl. 3.209 hetgeen veel, maar beduidend minder is dan het aankoopbedrag van die ene Rubens-tekening. Voor het lagere, maar toch nog hoge bedrag van fl. 300 kocht Lamme op 5 november datzelfde jaar op de veiling van de collectie P.F. van der Wallen, waar hij eveneens zelf veilingmeester was, de ruim een meter lange pentekening van Hendrick Vroom, 'De landing van het leger van prins Maurits bij Philippine' uit 1600 (inv.nr. Vroom 2), het reeds door kunstenaarsbiograaf Karel van Mander in 1604 vermelde ontwerp voor de gelijknamige prent die in opdracht van de Staten Generaal was gemaakt en uitgegeven.

In zijn boek Het Museum-Boijmans te Rotterdam (1909) beschrijft de opvolger van Lamme, Pieter Haverkorn van Rijsewijk (directeur van 1883 tot 1908), als eerste beknopt de geschiedenis van het museum en zijn collecties. Het hoofdstuk tekeningen sluit hij af met de constatering “Een en ander bewijst welk een schat van teekeningen van oude meesters het Museum nu bezat.”24 Haverkorn van Rijsewijk besteedt relatief veel aandacht aan de verwervingen vanaf 1864, het jaar van de grote brand. Bijzonder kritisch toont hij zich over de zuinige financiële toebedeling vanwege de gemeente, het (tekortschietende) verzamelbeleid van de museumcommissie - de feitelijke directie - en diens bijzonder karige informatie in de successieve jaarverslagen, waardoor van veel tekeningen de wijze van verwerving onbekend is en slechts door napluizen van veilingcatalogi soms nog is te herleiden. Ook de bondigheid van de catalogi van 1852 en 1869 door zijn voorganger A.J. Lamme, ontsnapten niet aan Haverkorns kritiek.25

Even onverbloemd wordt door Haverkorn van Rijsewijk de afwijzing door de Rotterdamse gemeenteraad van het Legaat Vis Blokhuyzen in 1869 gehekeld. Voor een fractie van de werkelijke waarde (fl. 20.000) kon Rotterdam de belangrijke collectie schilderijen (waaronder Vermeers Kantwerkstertje, nu in het Louvre) en tekeningen van oude meesters van Dirk Vis Blokhuyzen in bezit krijgen. Hij was een vooraanstaand Rotterdammer, die vanaf de instelling daarvan in 1852 tot zijn dood in 1869 lid en secretaris van de gemeentelijke Commissie voor het Museum Boymans (raad van toezicht) was geweest en dus zeer bij het museum betrokken. Maar het bedrag werd te hoog gevonden en het aanbod werd afgewezen, feitelijk een herhaling van 1845.26 De collectie Vis Blockhuyzen werd vervolgens in 1871 in onderdelen in veiling gebracht met een totale opbrengst van ruim 100.000 gulden. 

Op de veiling werden met het verzekeringsgeld liefst 51 kavels met 69 tekeningen door A.J. Lamme voor het museum aangekocht,27 maar de rest ging het museum aan de neus voorbij. De op de veiling Vis Blokhuyzen aangekochte tekeningen zijn merendeels van zeventiende-eeuwse Nederlandse meesters, maar ook werden tekeningen van Joos van Winghe (inv.nr. 1744), Pieter Coecke van Aelst (inv.nr. MB 330) Jacques de Gheyn (inv.nr. MB 1712), Pieter de Jode (inv.nr. MB 1714 en MB 1733) en Karel van Mander (inv. nrs. MB 1716-1728) verworven.28

an Veth, Portret museumdirecteur P. Haverkorn van Rijsewijk, 1908 (prent, inv.nr. OB 479 b)

In de periode 1864-1869 werd de verzameling uitgebreid met in totaal 736 tekeningen, door aankoop of schenking. Van 68 bladen is de herkomst onbekend, omdat deze door Lamme niet werd geregistreerd.29


Pieter Coecke van Aelst, Genrescène met een boer in een herberg, circa 1540 (inv.nr. MB 330). Aangekocht op de veiling Vis Blokhuyzen in 1871 en nu nog steeds de enige gesigneerde tekening van de kunstenaar.

 In 1879 ontving het museum een schenking van 48 tekeningen en 100 prenten van de weduwe C. Schuurmans-Ripping, waaronder twee tekeningen van Abraham Bloemaert (inv.nr. AB 4-5) en een landschap met ruïnes van Hendrick van Cleve (inv.nr. MB 1700).30 Helaas is de schenking van de Rotterdammer Leó P. Stracké in het jaarverslag alleen getalsmatig aangeduid. Uit de inventariskaarten blijkt dat in ieder geval tekeningen van Abraham Bloemaert (inv.nr. AB 6) en Antonius Wierix (inv.nr. MB 1924) ertoe behoorden.

Na de tweede summiere bestandscatalogus van 1869 duurde het tot 1916 voordat een eerste Catalogus van Schilderijen en Teekeningen tentoongesteld in het Museum Boymans te Rotterdam het licht zag, met enkel een selectie van de hoogtepunten. De 22 jaar eerder, in 1894 aangekondigde catalogus is helaas niet in druk verschenen.31

De basis van het Prentenkabinet werd aanzienlijk versterkt door de collectie van Dr. Adriaan J. Domela Nieuwenhuis (1850-1935), door de eigenaar geschonken in 1923 en binnengekomen in 1924.32 Daar bij de brand van 1864 alle prenten verloren waren gegaan en in de zestig jaar nadien slechts sporadisch nieuwe waren verworven, hoofdzakelijk van levende kunstenaars, betekende de 2.075 bladen omvattende verzameling Domela Nieuwenhuis, waaronder vele prenten van hoge kwaliteit van onder andere Rembrandt en Dürer, vooral ook op dat terrein een enorme verrijking. De grotendeels tijdens zijn jarenlange verblijf in München (1891-1923) aangelegde verzameling bevatte bovendien 400 tekeningen, waaronder 32 van hemzelf en vele van Duitse kunstenaars uit de achttiende en negentiende eeuw. Slechts zeven tekeningen van oude Nederlandse meesters maken deel uit van deze verzameling, waaronder een blad van Goltzius (inv.nr. DN 199/96), een voorheen aan hem toegeschreven tekening (cat.nr. DN 202/99), een van Johannes Wierix die nu als ‘omgeving van’ is beschreven (inv.nr. DN 203/100), en een van Sebastiaan Vrancx (inv.nr. DN SV gi). 

Jan Toorop, Portret van Dr. A.J. Domela Nieuwenhuis, 1924 (inv.nr. JTT 7). Geschonken door de Rotterdamse burgerij bij de opening van het verbouwde Museum Boymans met de officiële presentatie van de collectie Domela Nieuwenhuis.

Het Schielandshuis herbergde al vanaf het begin andere instellingen, zoals de academie. Ook na de herbouw werd deze combinatie van functies gecontinueerd. Het Schielandshuis herbergde bovendien de antiquiteitencollectie van het Rotterdamse gemeentearchief, die in 1904 een zelfstandige status kreeg als Museum van Oudheden der Gemeente Rotterdam, met een eigen directeur, A. Hoynck van Papendrecht. Dit museum, het tegenwoordige Museum Rotterdam, was ondergebracht in de kelderverdieping van het Schielandshuis. Door de enorme aanwas van de collecties werd het historische pand gaandeweg te klein. De in 1921 aangetreden directeur dr. Dirk Hannema entameerde in 1926, samen met de directeur van de gemeentewerken, nieuwbouwplannen voor een driemaal zo groot museumcomplex op een deel van het landgoed Dijkzigt vlak buiten de singels. Financiering kon geschieden met het omvangrijke legaat Burger (1916), dat in 1928 door de gemeenteraad gevoteerd werd voor de nieuwbouw van Museum Boymans.33 De voorbereiding van de bouwplannen en de uitvoering daarvan lagen bij stadsarchitect ir. A. van der Steur. Het ambitieuze bouwproject nam inclusief droogstoken en inrichting zes jaar in beslag en in juli 1935 werd ‘Het Nieuwe Museum Boymans’ voor het publiek geopend.34




Museum Boymans verwierf een internationale status door de verkrijging in bruikleen van de befaamde tekeningencollectie van de in Haarlem woonachtige Duitse zakenman Franz Wilhelm Koenigs (1881-1941).35 De collectie kwam binnen op het moment dat het nieuwe museumcomplex in gebruik werd genomen in 1935. Zij belandde in Rotterdam bij wijze van spreken ‘in een gespreid bedje’, want het nieuwe museum beschikte over een professioneel prentenkabinet, met een eigen conservator voor het materieel en wetenschappelijk beheer, alsmede eigen expositie- en studieruimten. De aanwezigheid van deze faciliteiten, gevoegd bij de goede contacten met museumdirecteur Hannema, zullen voor de verzamelaar bij zijn keuze ongetwijfeld een belangrijke overweging geweest zijn.

Leopold von Kalckreuth, Portret van Franz Koenigs, 1917, prent (inv.nr. OB 5378).

De succesvolle Duitse zakenman Koenigs had zich in 1921 vanwege de politieke en economische situatie in Duitsland met zijn gezin in Nederland gevestigd en is vanaf dat moment serieus gaan verzamelen, met als doel het vormen van een encyclopedisch overzicht van de tekenkunst. Zijn verzameling groeide uit tot de belangrijkste particuliere collectie ter wereld na die van de Britse koningin. Van de ongeveer 2.600 tekeningen, verzameld in het relatief korte tijdsbestek van tien jaren (ongeveer 1921-1931) zijn er 221 in deze bestandscatalogus opgenomen; dit is meer dan de helft van de tekeningen.36

In april 1940, vlak voor de Duitse inval en het bombardement van Rotterdam waarbij de historische binnenstad grotendeels met de grond gelijk gemaakt werd, is de Collectie Koenigs (het bruikleen in het museum) aangekocht door de Rotterdamse havenbaron D.G. van Beuningen (1877-1955). Deze schonk in datzelfde jaar het grootste deel van de tekeningencollectie aan de in 1939 opgerichte Stichting Museum Boymans (nu Stichting Museum Boijmans van Beuningen). De stichting gaf de collectie vervolgens in langdurig bruikleen aan het museum.

Sinds 1945 is de collectie van het Prentenkabinet enkele keren aanzienlijk uitgebreid. Op het gebied van de prentkunst verkreeg het Prentenkabinet eveneens een wereldstatus met de verwerving van het ongeveer 26.000 bladen omvattende legaat van dr. J.C.J. Bierens de Haan (1867-1951) en de daarna volgende aankopen van circa 10.000 bladen vanwege de door hem in 1936 in het leven geroepen Stichting Lucas van Leyden.37 Een kleinere aanwinst was de langdurige bruikleen van het Fries Genootschap in 1954, dat 31 merendeels zeventiende-eeuwse Hollandse tekeningen omvat, waaronder een enkel vroeg blad, 'De vier evangelisten' van Hendrick Goltzius (inv.nr. FG 55).

De verwerving (door de Gemeente Rotterdam) van de collectie van D.G. van Beuningen in 1958 heeft het museum zowel een uitbreiding van de museumnaam als een enorme verrijking van de oude schilderkunst opgeleverd (waaronder 'De Drie Maria’s aan het graf' van Jan van Eyck). Op het gebied van de tekenkunst beperkte de uitbreiding zich tot achttien bladen. Hieronder bevinden zich belangrijke tekeningen van Rembrandt, Albrecht Dürer,38 Gentile Bellini, Mathias Grünewald, Antoine Watteau. De verzameling van Van Beuningen bevat ook drie vroeg-Nederlandse tekeningen: van Roelant Savery en de twee bladen uit de omgeving van Rogier van der Weyden.

In 1997 werd de collectie van ongeveer 4.000 ornamentprenten van prof. Th.H. Lunsingh Scheurleer aangekocht. Door de schenking in 1998 van de verzameling van de stichting ‘Genootschap Cornelis Ploos van Amstel Knoef’ werd het Prentenkabinet 5.000 tekeningen van merendeels negentiende-eeuwse Nederlandse kunstenaars rijker.39

Het beheer van de collecties tekeningen en prenten werd met de aanstelling in 1923 van J.G. (Jan) van Gelder als eerste conservator geprofessionaliseerd. Na Van Gelder trad in 1941 J.C. (Coert) Ebbinge Wubben aan als zijn opvolger, en tevens als plaatsvervangend directeur. Toen deze in 1950 tot directeur werd benoemd, werd de conservatorfunctie toevertrouwd aan Egbert Haverkamp Begemann. Deze maakte een aanvang met de wetenschappelijke ontsluiting van de tekeningencollectie in de vorm van artikelen en tentoonstellingscatalogi. Haverkamp Begemann werd in 1959 opgevolgd door Hans R. Hoetink, die begon met de samenstelling en publicatie van bestandscatalogi, iets wat vanaf 1971 met een lagere prioriteit werd voortgezet door zijn opvolger drs. A.W.F.M. (Bram) Meij tot zijn pensionering in 2002.

Vooral in de jaren 1948-62 zijn vele individuele tekeningen-aankopen gedaan, waaronder de grote 'Venus en Amor' van Goltzius (1953), drie tekeningen van Maarten van Heemskerck (1959), de 'Soldaat die zijn musket laadt' van Jacques de Gheyn (1959) en de twee vorstenportretten uit de omgeving van Rogier van der Weyden (1958). In de jaren 1962-75 zijn geen vroege Nederlandse tekeningen verworven. Vanaf 1975 (de Mercurius van Gerrit Pietersz) tot 1991 (Het godenfeest tijdens de bruiloft van Peleus en Thetis van Karel van Mander, gevolgd door de aankoop van de zeldzame prent naar deze tekening in 1996) werden wel tekeningen aangekocht, maar bescheiden. Pas in 2001 werd de draad weer opgepakt met de aankoop van de vidimus voor de 'Bewening van Christus' van Abraham Bloemaert in 2001, gevolgd door de serie van de Twaalf Maanden van Hans Bol in 2005, de Odysseus-tekening van Joannes Stradanus in 2007 en 'Het offer van Iphigeneia' van Pieter Aertsen in 2008. Op het moment van voltooiing van deze bestandscatalogus wordt de verwerving van een zeldzame vroege tekening van een anonieme medewerker van Jan van Eyck, een 'Kruisiging van Christus' uit ongeveer 1440, overwogen.40

Auteur: Albert J. Elen

Een interessant aspect aan tekeningen van oude meesters is de herkomstgeschiedenis of ‘provenance’. Die is in de meeste gevallen helaas niet volledig, in de zin dat alle opeenvolgende eigenaren bekend zijn vanaf het moment dat het blad het atelier van de kunstenaar verliet.

Een enkele uitzondering daargelaten, weten we wanneer en hoe een tekening door het museum is verworven: door schenking (of legaat) of door aankoop bij een verzamelaar, een kunsthandelaar, of op een veiling. Vaak is de vorige eigenaar bekend, soms ook die daarvoor, maar nog vroegere eigenaren in veel gevallen niet. Door onderzoek in onder andere oude veilingcatalogi en gepubliceerde inventarissen van particuliere verzamelingen kan in sommige gevallen de herkomstgeschiedenis worden aangevuld. Een ander hulpmiddel zijn aantekeningen en stempels die in de loop der tijd op de tekeningen, meestal op de keerzijde, zijn gezet.

Sommige vroegere eigenaren hebben een eigen merk aangebracht op hun tekeningen, soms een stempel met hun naam, maar meestal een symbool of hun initialen. In enkele gevallen wordt ook een identificeerbaar handschrift als merk beschouwd.

Deze zogenaamde verzamelaarsmerken zijn geïnventariseerd, geordend, beschreven en gepubliceerd door de Nederlandse verzamelaar Frits Lugt (1884-1970) in zijn bekende tweedelige handboek Les marques de collections de dessins & d’estampes [...] (Amsterdam 1921 en Supplément, Den Haag 1956), ook bekend als ‘het merkenboek’. Lugt geeft relevante informatie over iedere verzamelaar, over zijn verzameling en eventuele veilingen waarin deze verspreid is geraakt. Dit handboek is nu in een uitgebreide vorm online toegankelijk op de website van de Fondation Custodia in Parijs.

In de voorliggende bestandscatalogus staan bij de objectgegevens in de rechter kolom de op de tekening voorkomende verzamelaarsmerken vermeld onder het gelijknamige kopje, tussen haakjes achter de verzamelaarsnaam, in chronologische volgorde. Dezelfde namen staan uiteraard ook vermeld onder het kopje ‘herkomst’, waarin de achtereenvolgende eigenaren en veilinggegevens van iedere tekening, voor zover bekend, worden genoemd tot en met de verwerving door het museum.

Het museum gebruikte tot in de jaren 1930 ook eigen stempels, die zijn opgenomen in Lugts merkenboek: L.1857, L.1858 en L.288. Het is niet bekend wanneer en door wie deze verschillende merken werden aangebracht, maar dit is wel tot op zekere hoogte te reconstrueren. Het eerste merk is een veel voorkomende en wordt aangetroffen op tekeningen uit het legaat Boijmans van 1847, die zijn opgenomen in de summiere catalogus van 1852 en tekeningen die sindsdien zijn verworven tot ongeveer 1869. Het tweede merk (L.288) komt voor op tekeningen verworven na de herziene bestandcatalogus van 1869 (maar ook op inv.nr. MB 331, die behoort tot het legaat Boijmans, maar mogelijk later alsnog is aangebracht), in ieder geval de tekeningen verworven op de veiling van de collectie van D. Vis Blokhuyzen in 1871 en de tekeningen verworven met de schenking Schuurmans-Ripping (1879), in het laatste geval met uitzondering van een tekening van Hendrick van Cleve (inv.nr. MB 1700) en twee tekeningen van Abraham Bloemaert (inv.nrs. AB 4 en AB 5), die het zeldzaam voorkomende museummerk L.1855a dragen. De tekeningen uit de schenking van Leo P.J. Stracké (1884) dragen ook dit merk. Het is bijna vijftig jaar later nog gebruikt voor een tekening van Daniel Dupré (inv.nr. MB 759), verworven in 1932 als particuliere schenking en een anonieme tekening (inv.nr. MB 934) verworven in de kunsthandel in 1935. Het is waarschijnlijk ook gebruikt voor het retrospectief stempelen van nog ongemerkte aanwinsten uit de periode 1852-1879.

De plaats waar het merk is aangebracht, is niet aangegeven. Meestal zetten verzamelaars hun merk namelijk op een vaste plek: Sir Thomas Lawrence (L.2445) plaatste zijn bekende, maar vaak moeilijk te vinden blindstempel ‘T.L’ meestal in een onderhoek op de voorzijde van elk blad, terwijl het merk van Franz Koenigs (L.1023a), dat waarschijnlijk door dr. Helmuth Lütjens of een van diens medewerkers integraal op alle tekeningen is aangebracht toen in 1935 de collectie Koenigs in bruikleen naar ons museum verhuisde, altijd in de linker onderhoek op de verso staat. De eigen merken van het museum staan altijd op de verso van de tekeningen.

Wanneer een verzamelaar vermeld is bij de herkomstgegevens, maar zijn merk is niet aanwezig (soms zijn merken aangebracht op een doubleerpapier waarop een tekening ter versteviging is bevestigd; bij verwijdering daarvan is ook het merk verdwenen), dan is dit vermeld.

Merken van het museum

Auteur: Albert Elen

De technische gegevens van het tekenpapier en het watermerk (of fragment daarvan, indien aanwezig), alsmede verwijzingen naar watermerk-handboeken en andere publicaties, worden gaandeweg toegevoegd en waar nodig bijgesteld (onder het kopje ‘objectgegevens/watermerk’). Het watermerkenonderzoek is een doorlopend proces.

Bij sommige tekeningen is een uitvoeriger beschrijving opgenomen in de catalogustekst.

Wanneer een afbeelding van het watermerk (foto gemaakt van de tekening geplaatst op een fibre-optic lightsheet) beschikbaar is, dan is dat aangegeven.

Voorbeeld

Abraham Bloemaert, inv.nr. AB 11, gehele blad en detail.
Abraham Bloemaert, inv.nr. AB 11, gehele blad en detail.
Watermerk  detailbloemaert Groot gekroond wapenschild (van Prins Maurits van Oranje-Nassau, 1567-1625; schild tweemaal in kwartieren verdeeld, met posthoorn, staande leeuw, gaande leeuw, balk en hartschilden)(vH, 7P)(113x86 mm, op P2-5 van links), zeer gelijkend op Heawood 606 (geen plaats, 1601 of later).
Watermerk detailbloemaert Groot gekroond wapenschild (van Prins Maurits van Oranje-Nassau, 1567-1625; schild tweemaal in kwartieren verdeeld, met posthoorn, staande leeuw, gaande leeuw, balk en hartschilden)(vH, 7P)(113x86 mm, op P2-5 van links), zeer gelijkend op Heawood 606 (geen plaats, 1601 of later).
Hetzelfde watermerk is aanwezig in inv.nr. MB 1961/41 van Bloemaert en in een Bloemaert-tekening in de Fondation Custodia, Paris, inv.nr. 1985-T.29 (Boon 1992, nr. 13).
Hetzelfde watermerk is aanwezig in inv.nr. MB 1961/41 van Bloemaert en in een Bloemaert-tekening in de Fondation Custodia, Paris, inv.nr. 1985-T.29 (Boon 1992, nr. 13).

Legenda

Tussen haakjes worden de karakteristieken van het papier aangegeven

  • v = waterlijnen (v=vergeures, in het Frans)
  • P = kettinglijnen (P=pontuseaux, in het Frans)
  • V = verticaal (richting van de waterlijnen)
  • H = horizontaal (richting van de waterlijnen)

Voorbeeld: vH, 5P = horizontaal waterlijnenpatroon, met vijf kettinglijnen

Handboeken

De voornaamste handboeken waarnaar verwezen wordt zijn:

Briquet

C.M. Briquet, Les filigranes. Dictionnaire historique des marques du papier dès leur apparition vers 1282 jusq'en 1600, tweede editie, Leipzig 1923 (4 vols.)

Churchill

W.A. Churchill, Watermarks in paper in Holland, England, France, etc. in the XVII and XVIII centuries and their interconnection, Amsterdam 1935

Heawood

E. Heawood, Watermarks mainly of the 17th and 18th centuries, Hilversum (Paper Publications Society) 1950 (Monumenta Chartae Papyraceae series, vol. I)

Piccard

G. Piccard, Die Wasserzeichenkartei Piccard im Hauptstaatsarchiv Stuttgart, Findbücher I-XVII, Stuttgart 1961-1997 (25 vols.)

Online databases van watermerken

Piccard Online

Wasserzeichensammlung Piccard, Hauptstaatsarchiv Stuttgart

http://www.piccard-online.de/start.php

WILC

Watermarks in Incunabula printed in the Low Countries (WILC)

Dutch Royal Library

http://watermark.kb.nl/page

NIKI

International Database of Watermarks and Paper used for Prints and Drawings (c. 1450-1800)

NIKI - Dutch University Institute for Art History, Florence

http://www.wm-portal.net/niki/index.php?function=search

Voor algemene orientatie

Bernstein

The Bernstein Consortium

http://www.bernstein.oeaw.ac.at/

De totstandkoming van deze bestandcatalogus, waarvan de redactie in handen was van Jonieke van Es en Albert Elen, is mede te danken aan de vele adviezen die wij van collega’s in binnen- en buitenland mochten ontvangen.

Allereerst vermelden wij de betrokkenheid van prof. Gert Jan van der Sman, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de tekenkunst en prentkunst aan de Universiteit van Leiden. Daarnaast gaat onze dank uit naar de leden van de wetenschappelijke begeleidingscommissie, bestaande uit Yvette Bruijnen, prof. Ilja Veldman, prof. Jan Piet Filedt Kok en Marijn Schapelhouman. De bijeenkomsten met hen, waarin kwesties rond toeschrijving, iconografie en techniek werden besproken, waren van grote waarde. Bovendien hebben zij veel van onze conceptteksten gelezen en van commentaar voorzien. test

Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de onmisbare faciliteiten van het onvolprezen Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag. De prentenkabinetten van verschillende musea in binnen- en buitenland zijn bezocht voor vergelijkend onderzoek. Voor onze vragen over verzamelaarsmerken hebben we vele malen hulp gekregen van Rhea Blok en Peter Führing van de Fondation Custodia te Parijs.

Tijdens ons onderzoek hebben we van gedachten gewisseld met verschillende collega’s en collega-instellingen en van hun kennis mogen profiteren. In het bijzonder noemen we de expert op het gebied van de vroegste Nederlandse tekenkunst Fritz Koreny. Verder bedanken wij, in alfabetische volgorde: Maryan Ainsworth, Paul van den Akker, Stijn Alsteens, Tatjana Bartsch, Kees Berserik, Holm Bevers, Marianne Bisanz-Prakken, Ron Brand, Peter van den Brink, Emmanuelle Brugerolles, Stephanie Buck, Véronique Bücken, Truus van Bueren, Joost Caen, Katharina van Cauteren, Sabine Craft-Giepmans, Ewa Czepiel, Mario Damen, Dorothea Dec, Sandra-Kristin Diefenthaler, Dorothea Diemer, Charlotte Dikken, Eric Domela Nieuwenhuis, Wietske Donkersloot, Rob Dückers, Charles Dumas, Tilman Falk, Chris Fischer, Ursula Fischer Pace, Esther van Gelder, Jeroen Giltaij, Niklas Gliesmann, Joris van Grieken, Floris Harskamp, Ursula Härting, Stefaan Hautekeete, Manfred Ho?, Matthijs Ilsink, Koenraad Jonckheere, Cornelis Jonkman, Stephan Kemperdick, Thomas Ketelsen, Frans Kipp, Jan Kosten, Thomas Kren, Rozemarijn Landsman, Martine Lambrechtsten, Geoffrey Lane, Marjolein Leesberg, Erik Löffler, Guido Messling, Daantje Meuwissen, Fred Meijer, Ursula Mielke, André van Noort, Simon Olaf, Jo’anne van Ooijen, Anne van Oosterwijk, Maria-Cristina Paoluzzi, Natasja Peeters, Erwin Pokorny, Bart Ramakers, William Robinson, Michiel Roscam Abbing, Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Jef Schaeps, Laurens Schoemaker, Constance Scholten, Christiaan Schrickx, Tico Seifert, Manfred Sellink, Frans Smeding, Robert Stein, Cécile Tainturier, Ilona van Tuinen, Matthias Ubl, Joost Vanderauwera, Thea Vignau-Wilberg, Monroe Warshaw, Evelien de Wilde, Joanna Woodall en Heleen Zuurendonk.

In Museum Boijmans Van Beuningen bedanken we Martijn Albers, Julia van den Berg, Erik van Boxtel, Eefje Breugem, Helmy Frank, Paul Jansen, Dingenus van de Vrie en Ruud de Zoete die praktische ondersteuning boden. Laura Morison en Nynke van der Wal droegen bij aan de realisatie van de online bestandscatalogus, die geproduceerd werd door Studio Lotte Meijer in samenwerking met Indentity/Dave de Fijter en Nine Fluitsma. Bijzondere vermelding verdienen papierrestaurator Ria Bonten voor haar bijdrage op het gebied van materialen, technieken en conditiebeschrijvingen, en Cynthia Osiecki en Roselien van Wijngaarden voor hun inhoudelijke assistentie bij het redigeren van de teksten.

Yvonne Bleyerveld
Peter van der Coelen
Albert Elen
Judith Niessen
Ariane van Suchtelen

Auteurs
Yvonne Bleyerveld
Peter van der Coelen
Albert Elen
Judith Niessen
Ariane van Suchtelen

Redactie
Jonieke van Es
Albert Elen

Assistentie
Cynthia Osiecki
Roselien van Wijngaarden

Fotoverantwoording
Museum Boijmans Van Beuningen (fotografie door Tom Haartsen, Studio Buitenhof)

© 2012 Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
De auteurs en de fotografen

ISBN 978-90-6918-263-6

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze bestandscatalogus mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm, of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Uitgever
Museum Boijmans Van Beuningen
Museumpark 18/20
3015 CX  Rotterdam
T +31 (0)10 4419400
F +31 (0)10 4460500
info@boijmans.nl
www.boijmans.nl

De bestandscatalogus is mede mogelijk gemaakt door:

De literatuur en tentoonstellingen die geraadpleegd zijn voor dit onderzoek.

Boeken en artikelen

A

Acton 1998 D. Acton, Master Drawings from the Worcester Art Museum, New York 1981 Adler 1930 I. Adler, ‘Hugo van der Goes’, Old Master Drawings 5 (1930), p. 54 Adler 1940 I. Adler, ‘Zu zwei frühen flämischen Zeichnungen’, Oud Holland 57 (1940), pp. 109-114 Agenda 2012 H. de Man, Museum Boijmans van Beuningen Agenda 2012, Rotterdam 2011 Ainsworth 1983 M.W. Ainsworth, ‘New insights into Joos van Cleve as a Draughtsman’, in: A.-M.S. Logan (ed.), Essays in Northern European Art presented to Egbert Haverkamp-Begemann on his sixtieth birthday,Doornspijk 1983, pp. 15-17 Ainsworth 1994 M.W. Ainsworth, ‘Hans Memling as a draughtsman’, in: D. de Vos (ed.), Hans Memling. Essays, Brugge 1994, pp. 78-87 Ainsworth 1998 M.W. Ainsworth, Gerard David. Purity of vision in an age of transition, Gent/Amsterdam 1998 Ainsworth 2002 M. Ainsworth, ‘Was Simon Bening a panel painter?’, in: B. Cardon et al. (eds.), “Als ich can”. Liber Amicorum in memory of Professor Dr. Maurits Smeyers, vol. 1, Louvain 2002, pp. 1-25 Ainsworth 2003 M.W. Ainsworth, ‘“Diverse patterns pertaining to the crafts of painters or illuminators”. Gerard David and the Bening Workshop’, Master Drawings 41 (2003), pp. 241-265 Ainsworth 2003a M.W. Ainsworth, Review of Antwerp 2002, Master Drawings 41 (2003), pp. 305-316 Ainsworth/Christiansen 1998 M.W. Ainsworth, K. Christiansen (eds.), From van Eyck to Bruegel. Early Netherlandish Painting in the Metropolitan Museum of Art, New York 1998 Alders 1999 H. Alders, Jan van Scorel. Ein Leben in Skizzen. Ein biographischer Roman, Klagenfurt 1999 Alsteens 2010 S. Alsteens, ‘Jan Gossaert and stained glass’, Vidimus 45 (November 2010) (www.vidimus.org, no page numbering) Alsteens/Spira 2012 S. Alsteens, F. Spira et al., Dürer and beyond. Central European drawings in The Metropolitan Museum of Art, 1400-1700, New Haven/London 2012 An der Heiden 1979 R. An der Heiden, Review of Munich 1978, Pantheon 37 (1979), pp. 106-108 Andrews 1985 K. Andrews, Catalogue of Netherlandish drawings in the National Gallery of Scotland, 2 vols., Edinburgh 1985 ANM M.J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, 14 vols., Berlin/Leiden 1924-1937 Anonymus 1936 Anonymus, ‘Dutch Primitives in a Large Rotterdam Show’, Art News (18 July 1936), p. 13 Anonymous 1965 Anonymous, ‘Jan Harmensz Muller’, Bulletin Museum Boymans-van Beuningen 16 (1965), pp. 18-19 Anonymous 1994 Anonymous, ‘Albums kunsthandel Mr. Nicolaas Beets’, RKD Bulletin (1994), nr. 1, pp. 12-13 Armstrong 1990 C.M. Armstrong, The moralizing prints of Cornelis Anthonisz, Princeton 1990 Arndt 1965/1966 K. Arndt, ‘Pieter Bruegel d. Ä als Vorlaufer Coninxloos, Bemerkungen zur Geschichte der Waldlandschaft’, Kunstgeschichtliche Gesellschaft zu Berlin, Sitzungsberichte N.F. 14, 1965-1966, pp. 9-11 Arndt 1972 K. Arndt, ‘Pieter Bruegel d. Ä. und die Geschichte der “Waldlandschaft”’, Jahrbuch der Berliner Museen 14 (1972), pp. 69-121 Arpino/Bianconi 1967 G. Arpino and P. Bianconi, L’opera completa di Bruegel, Milan 1967

B

Baer 1973 C.O. Baer, Landscape drawings, New York 1973 Baer 1930 R. Baer, Paul Bril. Studien zur Entwicklungsgeschichte der Landschafsmalerei um 1600, Munich 1930 Bakker 2004 B. Bakker, Review of Diefenbacher 2002, Simiolus 31 (2004-2005), pp. 255-259 Von Baldass 1915 L. von Baldass, ‘Notizen über holländische Zeichner des XVI. Jahrhunderts. I. Pieter Cornelisz.’, Mitteilungen der Gesellschaft für vervielfältigende Kunst 1915, pp. 25-29 Baldass 1918 L. Baldass, ‘Notizen über holländische Zeichner des XVI. Jahrhunderts. III. Jan Swart van Groningen’, Mitteilungen der Gesellschaft für vervielfältigende Kunst 1918 (supplement Die Graphischen Künste), pp. 11-24 Baldass 1937 L. Baldass, ‘Die Zeichnung im Schaffen des Hieronymus Bosch und der Frühholländer’, Die Graphischen Künste 2 (1937), pp 18-26, pp. 48-57 Baldass 1943 L. von Baldass, Hieronymus Bosch, Vienna 1943 Baldass 1944 L. Baldass, ‘Die Entwicklung des Bernart van Orley’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen in Wien 13 (1944), pp. 141-191 Von Baldass 1946 L. von Baldass, Conrad Laib und die beiden Rueland Frueauf, Vienna 1946 Baldass 1952 L. Baldass, Jan van Eyck, London/Cologne 1952 Baldass 1959 L. Baldass, Hieronymus Bosch, 2nd edition, Vienna/Munich 1959 Balm 2006 M. Balm, Aertgen van Leyden: een onderzoek naar de tekeningen uit de Aertgen-groep, unpublished Master thesis Vrije Universiteit Amsterdam, 2006 Bangs 1976 J.D. Bangs, Documentary Studies in Leiden – Art and Crafts, 1475-1575, Leiden 1976 Bangs 1979 J.D. Bangs, Cornelis Engebrechtsz.’s Leiden, Assen 1979 Bangs 1981 J.D. Bangs, ‘The Leiden monogrammist PC and other artists’ enigmatic fire-buckets’, Source I (1981), pp. 12-15 Bartsch A. von Bartsch, Le peintre-graveur, 21 vols., Vienna 1803-1821 Van Bastelaer 1908 R. van Bastelaer, Les Estampes de Peter Bruegel l’ancien, Brussels 1908 Van Bastelaer 1992 R. van Bastelaer, The prints of Peter Bruegel the elder. Catalogue raisonné. Translated and revised by Susan Fargo Gilchrist, San Francisco 1992 Van Bastelaer/Hulin de Loo 1907 R. Van Bastelaer and G. Hulin de Loo, Peter Bruegel l’Ancien, son oeuvre et son temps. Étude historique, suivie des catalogues raissonnés de son oeuvre dessiné et grave, 2 vols., Brussels 1907 Baudouin 1981 F. Baudouin, ‘L’attribution à Hugo van der Goes du panneau “Saint Luc peignant le portrait de la Vierge”, au Museu Nacional de Arte Antiga à Lisbonne’, in: Beaumont 1981, pp. 25-30 Bauer/Rupprecht 1989 H. Bauer, B. Rupprecht (eds.), Corpus der barocken Deckenmalerei in Deutschland, vol. 3, part 2: Stadt und Landkreis München. Profananbauten, Munich 1989 Bax 1949 D. Bax, Ontcijfering van Jeroen Bosch, Den Haag 1949 Bax 1956 D. Bax, Beschrijving en poging tot verklaring van het Tuin der Onkuisheidsdrieluik van Jeroen Bosch, Amsterdam 1956 Bax 1979 D. Bax, Hieronymus Bosch: His Picture-Writing Deciphered, Rotterdam 1979 Beaujean 1998 D. Beaujean, ‘Louis de Caulery as a Draftsman’, Master Drawings 36 (1998), pp. 398-408 Beaumont 1981 M.A. Beaumont et al., S. Lucas retratando a Virgem. Pintura, Lisbon 1981 Beck 1982 H.-U. Beck, ‘Anmerkungen zu den Zeichnungssammlungen von Valerius Röver und Goll van Franckenstein’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 32 (1981), Haarlem 1982, pp. 111-125 Becker 1922 F. Becker, Handzeichnungen alter Meister in Privatsammlungen: fünfzig bisher nicht veröffentliche Originalzeichnungen des XV. bis XVIII. Jahrhunderts, Leipzig1922 Bedaux 1990 J.B. Bedaux, The reality of symbols. Studies in the iconology of Netherlandish art 1400-1800, The Hague/Maarssen 1990 Bedoni 1983 S. Bedoni, Jan Brueghel in Italia e il Collezionismo del Seicento, Florence/Milaan 1983 Beets 1909 N. Beets, ‘Pieter Cornelisz. Kunst, glas-schrijver en… schilder?’, Bulletin van den Nederlandschen  Oudheidkundigen Bond, 2e serie, vol. 2 (1909), pp. 10-16 Beets 1914 N. Beets, ‘De tentoonstelling van Noord-Nederlandsche schilder- en beeldhouwkunst voor 1575 (Utrecht 3 september-3 october 1913). II. (Slot) Jacob Cornelisz van Oostzanen; Maerten van Heemskerk. De teekeningen’, Onze Kunst 25 (1914), pp. 85-103 Beets 1935 N. Beets, ‘Zestiende-eeuwsche kunstenaars IV. Lucas Corneliszoon de Cock’, Oud Holland 52 (1935), pp. 49-76, 159-173, 216-228 Beets 1936 N. Beets, ‘Zestiende-eeuwsche kunstenaars IV.  Lucas Cornelisz. de Kock (Slot). De schilderijen van Lucas Cornelisz. de Kock en van Cornelis Cornelisz. Kunst. Exeat Jan Wellens de Cock’,Oud Holland 53 (1936), pp. 55-78 Beets 1952 N. Beets, ‘Nog eens “Jan Wellens de Cock” en de zonen van Cornelis Engebrechtsz: Pieter Cornelisz Kunst, Cornelis Cornelisz Kunst, Lucas Cornelisz de Kock’, Oud Holland 67 (1952) pp. 1-30 Belkin 1980 K.L. Belkin, The Costume Book (Corpus Rubenianum Ludwig Burchard 24), Brussels 1980 Belkin 2009 K.L. Belkin, Rubens, copies and adaptations from Renaissance and later artists. German and Netherlandish artists (Corpus Rubenianum Ludwig Burchard 26), 2 vols., London/Turnhout 2009 Benesch 1927 O. Benesch, ‘Bruegel’s Fortitudo’, Old Master Drawings 2/5 (June 1927), pp. 2-5 Benesch 1928 O. Benesch, Die Zeichnungen der Niederländischen Schulen des XV. Und XVI. Jahrhunderts (Beschreibender Katalog der Handzeichnungen in der graphischen Sammlung Albertina, band II), Wenen 1928 Benesch 1937a O. Benesch, ‘Der Wald, der sieht und hört. Zur Erklärung einer Zeichnung von Bosch’,Jahrbuch der preuszischen Kunstsammlungen 58 (1937), pp. 258-266 Benesch 1937 O. Benesch, Review of Popham 1932, Die graphischen Künste, NF 2 (1937), pp. 79-80 Benesch 1938 O. Benesch, ‘Meisterzeichnungen des 15. und 16. Jahrhunderts aus dem Südniederländischen Kunstkreis’, Jaarboek der Koninklijke Museums voor Schoone Kunsten van België 1 (1938), pp. 31-45 Benesch 1943 O. Benesch, ‘The name of the Master of the Half Lengths’, Gazette des Beaux-Arts 23 (1943), pp. 269-282 Benesch 1953 O. Benesch, Review of Tolnay 1952, Kunstchronik 6 (1953), pp. 76-82 Benesch 1957 O. Benesch, ‘Die grossen flämischen Maler als Zeichner’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen in Wien 53 (1957), pp. 9-32 Benesch 1965 O.Benesch, ‘Once Again the Anonymous Liechtenstein Master’, Master Drawings 3 (1965), pp. 47-48 Benesch 1981 O. Benesch, E. Benesch, Meisterzeichnungen der Albertina. Europäische Schulen von der Gotik bis zum Klassizismus. Zweite verbesserte Auflage, Salzburg 1981 Bergsträsser 1965 G. Bergsträsser, ‘Jan Brueghel the Elder: View of Rome’, Master Drawings 3 (1965), pp. 260-264. Bergsträsser 1979 G. Bergsträsser, Niederländische Zeichnungen 16. Jahrhundert, im Hessischen Landesmuseum Darmstadt, Darmstadt 1979 Berlin 1973 F. Anzelewsky, P. Dreyer, A. Dückers et al., Von späten Mittelalter bis zu Jacques Louis David. Neuerworbene und neubestimmte Zeichnungen im Berliner Kupferstichkabinett, Berlin (Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz) 1973 Bermejo-Martinez 1980 E. Bermejo-Martinez, La Pintura de los primitivos flamencos en España, 2 vols., Madrid 1980-82 Bernt 1957 W. Bernt, Die niederländischen Zeichner des 17.Jahrhunderts, 2 vols., München 1957-58 Berserik/Caen 2011 C.J. Berserik, J.M.A. Caen, Silver-stained roundels and unipartite panels before the French revolution. Flanders. Vol. 2. The Provinces of East and West Flanders, Turnhout 2011 Besançon 1950 J. Besançon, Flämische Zeichnungen des XV. Und XVI. Jahrhunderts, Cologne 1950 Van Beuningen 1973 C. van Beuningen, The Complete Drawings of Hieronymus Bosch, London, New York 1973 Bevers 1992 H. Bevers, ‘Antwerpener Zeichner 1550-1600’, in: Cologne/Antwerp/Vienna 1992, pp. 215-223 Bevers 1997 H. Bevers, ‘Unpublished drawings by Hendrick Goltzius in Berlin’, Master Drawings 35 (1997), pp. 392-396. Bevers 1998 H. Bevers, ‘The Antwerp sketchbook of the Bles workshop in the Berlin Kupferstichkabinett’, in: Muller/Rosasco/Marrow 1998, pp. 39-50 Bialostocki 1955 J. Bialostocki, ‘Nouvelles notes sur l’album Errera’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 4 (1955), pp. 233-238 Bierens de Haan 1948 J.C.J. Bierens de Haan, L’oeuvre gravé de Cornelis Cort. Graveur Hollandais 1533-1578, The Hague 1948 Biermann 1975 A.W. Biermann, ‘Die Miniaturhandschriften des Kardinals Albrecht von Brandenburg (1514-1545)’, Aachener Kunstblätter des Museumsvereins 46 (1975), pp. 15-310 Bleyerveld 2000 Y. Bleyerveld, Hoe bedriechlijck dat die vrouwen zijn. Vrouwenlisten in de beeldende kunst in de Nederlanden circa 1350-1650, Leiden 2000 Bleyerveld/Stein 2009 Y. Bleyerveld, m.m.v. R. Stein, ‘De bijbelse geschiedenis in glas. Een geschreven beeldprogramma voor een reeks glasramen in de pandgang van het klooster Scheut (circa 1515)’,Millenium 23 (2009), pp. 44-77  Bock/Rosenberg 1930 E. Bock, J. Rosenberg, Staatliche Museen zu Berlin. Dei Zeichnungen Alter Meister. Die Niederländischen Meister. Beschreibendes Verzeichnis sämtlicher Zeichnungen, 2 vols., Berlin 1930 Bok van Kammen 1977  W. Bok van Kammen, Stradanus and the Hunt, Baltimore (PhD-thesis, John Hopkins University) 1977 Bok/Dudok van Heel 2006 M.J. Bok, S. Dudok van Heel, ‘The Mysterious Landscape Painter Govert Janszn called Mijnheer (1577-c. 1619)’, in: A. Golahny et al. (ed.), In His Milieu. Essays on Netherlandish Art in Memory of John Michael Montias, Amsterdam 2006, pp. 73-100. Bol 1963 L.J. Bol, Bekoring van het kleine (Stichting Openbaar Kunstbezit), Amsterdam 1963 Bol 1973 L.J. Bol, Die Holländische Marinemalerei des 17. Jahrhunderts, Braunschweig 1973 Bolten 2007 J. Bolten, Abraham Bloemaert c. 1565-1651. The Drawings, 2 vols., Leiden 2007 Bolten 1985 J. Bolten (ed.), Oude tekeningen van het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden/Du dessins anciens du Cabinet des dessins et des estampes de l'Université de Leyde, The Hague/Amsterdam 1985 Boom 1948 A. van der Boom, ‘Een Nederlands glasschilder in den vreemde, Aerdt Ortkens van Nijmegen’,Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 1948-1949, pp. 75-103 Boon 1942 K.G. Boon, Quinten Massys, Amsterdam 1942 Boon 1950 K.G. Boon, ‘Naar aanleiding van tekeningen van Hugo van der Goes en zijn school’,Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 1950-1951, pp. 82-101  Boon 1950a K.G. Boon, ‘Over grisaille en zilverstift. Stromingen in de Franse tekenkunst rondom 1400’,Maandblad voor beeldende kunsten, vol. 26 (1950), pp. 263-273 Boon 1955 K.G. Boon, ‘Tekeningen van en naar Scorel’, Oud Holland 70 (1955), pp. 207-218 Boon 1955a K.G. Boon, ‘De tekenaar van het Errera-schetsboek’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, 4 (1955), pp. 215-229 Boon 1964 K.G. Boon, ‘Two Designs for Windows by Dierick Vellert’, Master Drawings 2 (1964), pp. 153-156 Boon 1965 K.G. Boon, ‘Friedrich Winkler. Das Werk des Hugo van der Goes’ (Review of Winkler 1964),Oud Holland 80 (1965), pp.195-201 Boon 1971 K.G. Boon, ‘Drawings from the Roger van der Weyden circle’ (Review of Sonkes 1969), The Burlington Magazine 113 (1971), pp. 277-278 Boon 1971b K.G. Boon, ‘Musée du Louvre: Inventaire général des dessins des écoles du Nord. Maitres des anciens Pays-Bas nés avant 1550’, Master Drawings 9 (1971), pp. 55-59 Boon 1971C K.G. Boon, ‘Deux dessins Allemands du milieu du XVe Siècle’, Revue de l'Art 14 (1971), pp. 63-66 Boon 1978 K.G. Boon, Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries in the Rijksmuseum, Catalogue of the Dutch and Flemish Drawings in the Rijksmuseum Volume II,  2 vols., The Hague 1978 Boon 1988 K.G. Boon, ‘De glasschilder David Joris. Een exponent van het doperse geloof. Zijn kunst en zijn invloed op Dirck Crabeth’, Academiae Analecta. Mededelingen van de Koninkijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, 49 (1988), pp. 117-137 Boon 1992 K.G. Boon, The Netherlandish and German Drawings of the XVth and XVIth Centuries of the Frits Lugt Collection, 3 vols., Paris 1992 Borenius/Wittkower 1937 T. Borenius, R. Wittkower, Catalogue of the collection of drawings by the old masters formed by Sir Robert Mond, London 1937 De Bosque 1975 A. de Bosque, Quinten Metsys, Brussels 1975 Braamcamp 1771 C.W. Röpke (ed.), Naauwkeurige notitie van het uitmuntende cabinet schilderyen, beelden en beeldwerken, teekeningen en prenten: nagelaten by wylen den heere Gerret Braamcamp. Het welk verkogt is op Woensdag den 31. July 1771. en volgende Dagen,[…] waaragter gevoegd zyn de Naamen der respective Koopers en Pryzen, waar voor dezelve zyn verkogt. […] Alles conform aan ’t Contraboek op de Verkoopinge gehouden, Amsterdam 1771 Brand 1997 R. Brand, ‘Cornelis Claesz. van Wieringen’, in: J. Giltaij, J. Kelch, Lof der Zeevaart. De Hollandse zeeschilders van de 17de eeuw, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), Berlin (Gemäldegalerie Staatliche Museen) 1996-1997, pp. 99-100 Brand Philip 1971 L. Brand Philip, The Ghent Altarpiece and the Art of Jan van Eyck, Princeton 1971 Bremen 1991 Anonymous, Dokumentation der durch Auslagerung im 2. Weltkrieg vermiβten Kunstwerke der Kunsthalle Bremen, published by Der Kunstverein Bremen, Kunsthalle Bremen, Bremen 1991 Van den Brink 2002 P. van den Brink, ‘Two Unknown Wings from a Triptych by the Master of the Antwerp Adoration’,  Art Matters 2 (2002), pp. 6-20 Van den Brink 2004 P. van den Brink, ‘The artist at work. The crucial role of drawings in early sixteenth-century Antwerp workshops’, Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 2004-05, pp. 159-231 Van den Brink 2007 P. van den Brink, ‘A Shattered Jigsaw Puzzle. On a Partly Reconstructed Altarpiece by the Master of the Antwerp Adoration’, Wallraf Richartz-Jahrbuch 2007, pp. 161-180 Brion 1938 M. Brion, Bosch, Paris 1938 Brno 1988 J. Kroupa, Nizozemská Kresba. 16.-18. století ze sbírek Moravské Galerie v Brne, Brno (Moravská Galerie) 1988 Broos 1987 B.P.J. Broos, ‘Notitie der Teekeningen van Sybrand Feitama, III: De verzameling van Sybrand I Feitama (1620-1701) en van Isaac Feitama (1666-1709)’, Oud Holland 101 (1987), pp. 171-217 Brugerolles 2009 E. Brugerolles, ‘Crispijn van den Broeck’s Battle of the Centaurs in the École des Beaux-Arts, Paris’, Master Drawings  47 (2009), pp. 462-463 Brugerolles 2010 E. Brugerolles, ‘Hendrick de Clerck, La Cène’, La Revue des Musées de France, Revue du Louvre 2010, nr. 2, p. 7 Bruijnen 2001 Y. Bruijnen, ‘The Master of Saint Michael: a newly established group of paintings by an artist in the orbit of Bernard van Orley’, Oud Holland 115 (2001/2002), pp. 79-110 Bruijnen 2011 Y. Bruijnen, Jan Rombouts. The discovery of an early sixteenth-century master in Louvain,Turnhout 2011 Brunard 1953 A. Brunard, ‘Vrancke van der Stockt (Successeur de Roger van der Weyden, en qualité de peintre officiel de la Ville de Bruxelles)’, in Brussels 1953, pp. 75-84 Bruyn 1951 J. Bruyn, ‘David Bailly’, Oud Holland 66 (1951), pp. 148-163 Bruyn 1959 J. Bruyn, Rijksmuseum Kröller-Müller: catalogus van schilderijen uit de XVe tot en met de XVIIIe eeuw, benevens een keuze uit de tekeningen van die periode, Otterlo 1959 Bruyn 1960 J. Bruyn, ‘Twee St. Antonius-panelen en andere werken van Aertgen van Leyden’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 11 (1960), pp. 36-119 Bruyn 1965 J. Bruyn, ‘The Jan Gossaert exhibition in Rotterdam and Bruges’, The Burlington Magazine107 (1965), pp. 462-467 Bruyn 1974 J. Bruyn, Review of Sonkes 1969, Oud Holland 88 (1974), pp. 165-168 Buck 2001 S. Buck, Die niederländischen Zeichnungen des 15. Jahrhunderts im Berliner Kupferstichkabinett. Kritischer Katalog, Berlin (Staatliche Museen) 2001 Buck 2003 S. Buck, ‘The impact of Hugo van der Goes as a draftsman’, Master Drawings 41 (2003), pp. 228-239 Budde 1930 I. Budde, Beschreibender Katalog der Handzeichnungen in der Staatliche Kunstakademie Düsseldorf, Düsseldorf 1930 Burchard 1912 L. Burchard, ‘Pieter Bruegel im Kupferstichkabinett zu Berlin’, Amtliche Berichten aus den Königlichen Kunstsammlungen, 34 (1912-1913), cols. 223-234 Burnett 1974 D. Burnett, The Drawings of Paul Bril, Londen (PhD-thesis) 1974 Buvelot 2004 Q. Buvelot, Royal Picture Gallery Mauritshuis. A Summary Catalogue, The Hague/Zwolle 2004 Byam Shaw 1976 J. Byam Shaw, Drawings by old Masters at Christ Church Oxford, 2 vols., Oxford 1976

C

Campbell 1973 L. Campbell, ‘Studies in Early Netherlandish Art’, Apollo (July 1973), pp. 61-64 Campbell 1990 L. Campbell, Renaissance portraits. European portrait-painting in the 14th, 15th and 16thCenturies, New Haven/London 1990 Cappelletti 2005 F. Cappelletti, Paul Bril e la pittura di paesaggio a Roma 1580-1630, Rome 2005 Carandente 1968 G. Carandente, Collections d’Italie. I. Sicile, Brussels 1968 Carter 1975 D.G. Carter, ‘The Winnipeg flagellation and the Master of the view of St. Gudule’, Bulletin Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium Brussel, 15 (1975), pp. 51-69 cat. 1852 Catalogus van teekeningen in het Museum te Rotterdam gesticht door Mr. F.J.O. Boymans, Rotterdam 1852 cat. 1869 Beschrijving der teekeningen in het Museum te Rotterdam gesticht door Mr. F.J.O. Boymans, Rotterdam 1869 cat. 1901 P. Haverkorn van Rijsewijk, Voor den directeur. Museum Boijmans. Assurantie catalogus. Verzameling Schilderijen en Beelden. Teekeningen van en naar Kunstenaars der 15e, 16e en 17e Eeuw,[Rotterdam] 1901-1903, vol. I (manuscript insurance catalogue in the library of Museum Boijmans van Beuningen, inv. BVB/M.25A) cat. 1916 Catalogus der schilderijen en teekeningen tentoongesteld in het Museum Boymans te Rotterdam, Rotterdam 1916 cat. 1921 Catalogus der schilderijen en teekeningen tentoongesteld in het Museum Boymans te Rotterdam, Rotterdam 1921 cat. 1925 Catalogus der schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken tentoongesteld in het Museum Boymans te Rotterdam, Rotterdam 1925 cat. 1927 Catalogus der schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken tentoongesteld in het Museum Boymans te Rotterdam, Rotterdam 1927 cat. 1944  A.C.A. Drost, Catalogus van aquarellen en teekeningen uit het legaat Montauban van Swijndregt, Rotterdam 1944 cat. 1974 A.W.F.M. Meij, Duitse tekeningen 1400-1700. Catalogus van de verzameling in het Museum Boymans-van Beuningen. German drawings 1400-1700. Catalogue of the collection in the Boymans-van Beuningen Museum, Rotterdam 1974 cat. 2001 A.W.F.M. Meij, with M. de Haan, Rubens, Jordaens, Van Dyck and their circle. Flemish master drawings from the Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 2001 De Callatay 1972 E. de Callatay, ‘Etude sur le Maître au feuillage en broderie’, Bulletin Musées Royaux des Beaux Arts de Belgique 21 (1972), pp. 17-39 Van Cauteren 2010 K. van Cauteren, Le printemps au milieu de l’hyver. Hendrick de Clerck (1560-1630) en het aartshertogelijk zelfbeeld tussen canon en propaganda, Louvain (PhD-thesis) 2010 Cavalli-Björkman 1986 G. Cavalli-Björkman, Dutch and Flemish paintings I, Nationalmuseum Stockholm, Stockholm 1986 Cennini 1971 Cennino Cennini, Il libro d’arte, F. Brunello (ed.), Vicenza 1971 Cetto 1966 A.-M. Cetto, Der Berner Traian- und Herkinbald-Teppich, Bern 1966 Châtelet 1980 A. Châtelet. Early Dutch painting. Painting in the northern Netherlands in the fifteenth century, Amsterdam 1980 Châtelet 1999 A. Châtelet, Rogier van der Weyden. Problèmes de la vie et de l’oeuvre, Strassbourg 1999 Châtelet 2003 A Châtelet, ‘Miscellanea. En marge d’une récente exposition de dessins anciens des Pays-Bas. Anvers, Rubenshuis, juin-août 2002. Les dessins du XVe siècle’, Belgisch Tijdschrift voor Oudheidkunde en Kunstgeschiedenis 72 (2003), pp.  147-159 Cocke 1974 R. Cocke, ‘New light on late Veronese’, The Burlington Magazine 116 (1974), pp. 24-31 Cocke 1984 R. Cocke, Veronese’s drawings. A catalogue raisonné, London 1984 Van der Coelen 1995 P. van der Coelen, ‘Cornelis Bos – where did he go? Some new discoveries and hypotheses about a sixteenth-century engraver and publisher’, Simiolus 23 (1995), pp. 119-146 Van der Coelen 1998 P. van der Coelen, De Schrift verbeeld. Oudtestamentische prenten uit renaissance en barok, Nijmegen 1998 Van der Coelen 2012 P. van der Coelen, ‘Producing texts for prints. Artists, poets and publishers’, in: C. Brusati, K.A.E. Enenkel, W.S. Melion (eds.), The authority of the word. Reflecting on image and text in Northern Europe. 1400-1700, Leiden/Boston 2012, pp. 76-100 Cohen 1924 W. Cohen, ‘Eine unbekannte Handzeichnung Pieter Bruegels des Älteren’, Wallraf-Richartz Jahrbuch 1 (1924), pp. 114-117 Cole 1993 W. Cole, A Catalogue of Netherlandish and Northern European Roundels in Britain (Corpus Vitrearum Medii Aevi Great Britain, Summary Catalogue I, Oxford 1993 Combe 1946 J. Combe, Jerome Bosch, Paris 1946 Comblen-Sonkes 1976 M. Comblen-Sonkes, ‘Roger van der Weyden dessinateur. Comparaison de ses dessins autonomes et du dessin sous-jacent de ses tableaux’, Bulletin de l’Institut royal du patrimoine artistique/Koninklijk instituut voor het Kunstpatrimonium, vol. 16 (1976-77), pp. 130-142 Comblen-Sonkes 1979 M. Comblen-Sonkes, ‘De tekeningen van Rogier van der Weyden en zijn school’, in: Brussels 1979, pp. 68-84 Comblen Sonkes/Lorentz 2001 M. Comblen-Sonkes, P. Lorentz, Musée du Louvre, Paris III. Corpus de la peinture des anciens Pays-Bas méridionaux et de la Principauté de Liège au quinzième siècle, 2 vols., Brussels 2001 Corbet 1950 A. Corbet, Pieter Coecke van Aelst, Antwerp/Utrecht 1950 Cornelis/Filedt Kok 1998 B. Cornelis & J.P. Filedt Kok, ‘The taste for Lucas van Leyden prints’, Simiolus26 (1998), pp. 18-86 Cox 1986 B. Cox, Vanden tocht in Vlaenderen. De logistiek van Nieuwpoort 1600, Zutphen 1986 Crijns/Van Leeuwen 1992 M. Crijns, R. van Leeuwen, Huidziekten in de beeldende kunst, Nieuwegein 1992 Crone 1937 G.C.E. Crone, De jachten der oranjes. Historisch en scheepstechnisch overzicht van de jachten der stadhouders en vorsten uit het huis van Oranje-Nassau van af het einde der 16e eeuw, Amsterdam 1937 Currie/Allart 2012 C. Currie and D. Allart, The Brueg(H)el Phenomenon, I, Brussels 2012 Cuttler 2012 C.D. Cuttler, Hieronymus Bosch: Late Work, London 2012

D

Davies 1957 M. Davies, ‘Rogier van der Weyden’s Magdalen reading’, Miscellanea Prof. Dr. D. Roggen, Antwerpen 1957, pp. 77-89 Davies 1972 M. Davies, Rogier van der Weyden. An essay, with a critical catalogue of paintings assigned to him and to Robert Campin, London 1972 Davies 2007 A. Davies, The drawings of Allart van Everdingen. A complete catalogue, including the studies for Reynard the Fox, Doornspijk 2007 Degenhart 1943 B. Degenhart, Europäische Handzeichnungen aus fünf Jahrhunderten, Berlijn/Zürich 1943 Delen 1943 A.J.J. Delen, Teekeningen van Vlaamsche meesters, Antwerpen/Brussel/Gent/Louvain z.j. [1943] Demonts 1927 L. Demonts, ‘L’Exposition d’art flamand à la Royal Academy de Londres’, Gazette des Beaux- Arts,15 (1927), pp. 257-278 Demonts 1928 L. Demonts, ‘Twee Haarlemsche teekeningen van het einde der XVe eeuw’, Onze Kunst24, no. 45, pp. 129-136 Denhaene 2006 G. Denhaene, De bewondering van Lambert Lombard voor de Oudheid. De teksten, in: G. Denhaene (ed.), Lambert Lombard. Renaissanceschilder. Luik 1505/06-1566, Brussels 2006, pp. 55-102. Depauw 1990 C. Depauw, ‘Een tekening van Hans Bol voor het Stedelijk Prentenkabinet van Antwerpen’,Antwerpen. Tijdschrift der stad Antwerpen 36/1 (1990), pp. 5-12 Destrée 1914 J. Destrée, Hugo van der Goes, Brussels/Paris 1914 D’haene 2007 V. D’haene, De deconstructie van het oeuvre van Matthijs Cock, thesis (Universiteit Gent), 2007-08 (internet publication) D’haene 2010 V. D’haene, The ‘Blue Landscapes’. A group of early sixteenth-century landscape drawings reconsidered, Master thesis (Utrecht University) 2010 (internet publication) D’haene 2012 V. D’haene, ‘”Landscapes in the New Italian or Antique Way”. The drawn oeuvre of Matthijs Cock reconsidered’, Master Drawings 50 (2012), pp. 295-328 Dhanens 1980 E. Dhanens, Hubert und Jan van Eyck, Königstein im Taunus 1980 Dhanens 1995 E. Dhanens, Rogier van der Weyden. Revisie van de documenten. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Schone Kunsten 57, no. 59, Brussels 1995 Dhanens 1998 E. Dhanens, Hugo van der Goes, Antwerp 1998 Diefenbacher 2002 J. Diefenbacher, Die Schwalbacher Reise. Gezeichnet von Anton Mirou in Kupfer gestochen von Matthäus Merian d. Ä., 1620, Mannheim 2002 Dijkstra 1990 J. Dijkstra, Origineel en kopie. Een onderzoek naar de navolging van de Meester van Flémalle en Rogier van der Weyden, Amsterdam (PhD-thesis) 1990 Dittrich 1968 C. Dittrich, ‘Zu zwei Zeichnungen der Familie de Jode’, Dresdener Kunstblätter 12 (1968), pp. 116-120 Dittrich 1972 C. Dittrich, ‘Drawings by Adam van Noort’, Master Drawings 10 (1972), pp. 137-143 Dittrich 1997 C. Dittrich, Van Eyk, Bruegel, Rembrandt. Niederländische Zeichnungen des 15. bis 17. Jahrhunderts aus dem Kupferstich-Kabinett Dresden, Dresden 1997 Dodgson 1924 C. Dodgson, ‘ Pieter Cornelisz (Kunst). Ransoming prisoners’, in: The Vasari Society for the reproduction of drawings by old masters. 2nd series, vol. V, Oxford 1924, p. 11, no. 9 Dodgson 1927 C.Dodgson, ‘Drawings by Flemish old masters at Burlington House’, Countrylife 5 February 1927, pp. 200-203 Dodgson 1928 C. Dodgson, ‘Flemish School, about 1500’, Old Master Drawings 3 (1928), p. 30 Dodgson 1931 C. Dodgson, ‘Melchior Bocksberger (c. 1520/30-1587)’, Old Master Drawings 6 (1931), pp. 16-17 Dodgson 1936 C. Dodgson, ‘Dierick Vellert, An Incident in the Life of St. Bruno’, Old Master Drawings 40 (1936), p. 66 Dülberg 1899 F. Dülberg, ‘Die Persönlichkeit des Lucas van Leyden’, Oud Holland 17 (1899), pp. 65-83 Dunbar 1972 B.L. Dunbar,’Some observations on the “Errera Sketchbook” in Brussels’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 21 (1972), pp. 53-82 Dunbar 2005 B.L. Dunbar et al., The collections of The Nelson-Atkins Museum of Art. German and Netherlandish paintings 1450-1600, Kansas City/Washington 2005 Dupont 1936 J. Dupont, ‘Quelques dessins flamands’, Arts et metiers graphiques, vol. 9 (1936), pp. 19-24 Dupont 1938 J. Dupont, ‘Le retable d’Ambierle’, Gazette des Beaux-Arts 80 (1938), vol. 20, pp. 277-288 Duverger 1935 J. Duverger, Brussel als kunstcentrum in de XIVe en XVXe eeuw, Bouwstoffen tot de Nederlandsche kunstgeschiedenis 3, Antwerp 1935 Duyvené de Wit-Klinkhamer 1960 Th. M. Duyvené de Wit-Klinkhamer, ‘Eine Ansicht von Salzburg auf einer Plakette von Paulus van Vianen’, Mitteilungen der Gesellschaft für Salzburger Landeskunde 100 (1960), pp. 529-531

E

Ebbinge Wubben 1949 J.C. Ebbinge Wubben, ‘De tentoonstelling “Tekeningen van Jan van Eyck tot Rubens” in het Museum Boymans’, Maandblad voor Beeldende Kunsten 25 (1949), pp. 11-20, 161-69 Van Eck 2008 X. van Eck, Clandestine Splendor. Paintings for the Catholic Church in the Dutch Republic, Zwolle 2008 Edschmid 1963 K. Edschmid, Aktzeichnungen grosser Meister, Vienna/Munich/Basel 1963 Eisler 1963 C.T. Eisler, Meisterzeichnungen. Die Holländer und Flamen. Eine Auswahl der besten Meisterzeichnungen des fünfzehnten bis achtzehnten Jahrhunderts, New York 1963 Ekkart 1979 R.E.O. Ekkart, Johannes Verspronck. Leven en werken van een Haarlems portretschilder uit de 17de eeuw, Haarlem 1979 Elen 1989 A.J. Elen. Missing Old Master Drawings from the Franz Koenigs Collection claimed by the State of the Netherlands, The Hague 1989 Elen 2006 A.J. Elen, ‘Letter’, Master Drawings 43 (2006), p. 526 Elen 2007 A.J. Elen, ‘Joannes Stradanus (Jan van der Straet), The Cyclops Polyphemus blinded by Ulysses and his companions’, in: A. Czére, Z. Gila and A. Harmath (eds.), Arte Venustas. Studies on drawings in honour of Terez Gerszi, Budapest 2007, pp. 105-106 Elen 2008 A.J. Elen, ‘Mijn moment van 2007 #1 een bijzondere aanwinst’ en ‘aanwinst #8 Stradanus’,Jaarverslag 2007 Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 2008, pp. 13-14, 43 Elen 2009 A.J. Elen, ‘12 aanwinsten uitgelicht. Pieter Aertsen, Het offer van Iphigeneia, ca. 1560’,Jaarverslag 2008 Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 2008, p. 46 Elen 2011 A.J. Elen, ‘A Gifted and Practical Draughtsman: Creativity and Utility in the Working Process’, in: Utrecht/Schwerin 2011, pp. 31-38. Elen 2012 A.J. Elen, ‘Odyssey’, in: A. Baroni and M. Sellink (eds.), Stradanus (1523-1605), Court Artist of the Medici, Turnhout 2012, pp. 331-335, nos. 133-136 Elen/Van der Coelen 2006 Albert Elen en Peter van der Coelen, ‘Complete serie tekeningen van de Twaalf Maanden. Hans Bol (Mechelen 1534-1593 Amsterdam)’, Bulletin van de Vereniging Rembrandt 16 (2006), no. 1, pp. 13-16 Elsig 2004 F. Elsig, Jheronimus Bosch. La question de la chronologie, Geneva 2004 Enklaar 1940 D.Th. Enklaar, Uit Uilenspiegel’s kring, Assen 1940 ENP M.J. Friedländer, Early Netherlandish Painting (enlarged English edition of Die altniederländische Malerei, Berlin/Leiden 1924-37), 14 vols. Leiden/Brussels 1967-76 Ertz 1979 K. Ertz, Jan Brueghel der Ältere (1568-1625). Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Cologne 1979 Ertz 1984 K. Ertz, Jan Breughel der Jüngere (1601-1678). Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren 1984 Ertz 2000 K. Ertz, Pieter Brueghel der Jüngere (1564-1637/38). Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, 2 vols.,Lingen 2000 Ertz 2008-2010 K. Ertz and C. Nitze-Ertz, Jan Brueghel der Ältere (1568-1625).Kritischer Katalog der Gemälde, 4 vols., Lingen 2008-2010 Ewing 1978 D. Ewing, The paintings and drawings of Jan de Beer, 2 vols., Ann Arbor (PhD-thesis University of Michigan 1978), 1980 Ewing 2011 D. Ewing, ‘Joos van Cleve und Leonardo. Italienische Kunst in niederländischer Übersetzung’, in Aachen 2011, pp. 113-131

F

Faggin 1963 G.T. Faggin, ‘De gebroeders Frederick en Gillis van Valckenborch’, Bulletin Museum Boymans-van Beuningen 14 (1963), pp. 2-16 Faggin 1968 G.T. Faggin, ‘Nuove opere di Lancelot Blondeel’, Critica d’Arte 15 (1968), pp. 37-54 Faggin 1968a G.T. Faggin, La pittura ad Anversa nel Cinquecento, Florence 1968 Faries 1983 M. Faries, ‘Some remarks on the interrelationship of Underdrawings, Drawings and Prints’, in D. Hollanders-Favart, R. van Schoute, Le Dessin sous-jacent dans la Peinture. Collogue  V (1983), Louvain-la-Neuve 1985, pp. 144-158 Faries 1998 M. Faries, ‘Jan van Scorel’s Jerusalem landscapes’ in: L.S. Dixon (ed.), In detail. New studies of Northern Renaissance art in honor of Walter S. Gibson, Turnhout 1998, pp. 113-134 Faries/Wolff 1996 M. Faries, M. Wolff, ‘Landscape in the early paintings of Jan van Scorel’, TheBurlington Magazine 138 (1996), pp. 724-733 Farmer 1981 J.D. Farmer, Bernard van Orley of Brussels, Ann Arbor (PhD-thesis) 1981 Filedt Kok 1972 J.P. Filedt Kok, ‘Underdrawing and drawing in the work of Hieronymus Bosch: a provisional survey in connection with the paintings by him in Rotterdam’, Simiolus 6 (1972-1973), pp. 133-162 Filedt Kok 1990 J.P. Filedt Kok, ‘Jacques de Gheyn II. Engraver, Designer and Publisher I, II’, Print Quarterly 7 (1990), pp. 248-281, 370-396 Filedt Kok 1993 J.P. Filedt Kok, ‘Hendrick Goltzius – Engraver, Designer and Publisher 1582-1600’,Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 42-43 (1991-1992), Zwolle 1993, pp. 307-336 Filedt Kok 1994 J.P. Filedt Kok, ‘Jan Harmensz. Muller as Printmaker – I’, Print Quarterly 11 (1994), pp. 223-264 Filedt Kok 1996 J.P. Filedt Kok, ‘Over de “Calvarieberg”. Albrecht Dürer in Leiden, omstreeks 1520’,Bulletin van het Rijksmuseum 44 (1996), pp. 335-380 Filedt Kok 2004 J.P. Filedt Kok, ‘De wisselvallige reputatie van Hendrick Goltzius’, Bulletin van het Rijksmuseum 52 (2004), pp. 25-63 Filedt Kok 2011 J.P. Filedt Kok, ‘Leiden en Antwerpen omstreeks 1520. De ontmoeting met Albrecht Dürer en de introductie van het landschap’, in Leiden 2011, pp. 103-118 Finaldi 2000 G. Finaldi et al., The image of Christ, London 2000 Folie 1951 J. Folie, ‘Les dessins de Jean Gossart dit Mabuse’, Gazette des Beaux-Arts 93 (1951), pp. 77-98 Franz 1963 H.G. Franz, ‘De boslandschappen van Gillis Coninxloo en hun voorbeelden’, Bulletin Museum Boymans-van Beuningen 14 (1963), pp. 66-85 Franz 1965 H.G. Franz, ‘Hans Bol als Landschaftszeichner’, Jahrbuch des kunsthistorischen Institutes der Universität Graz 1 (1965), pp. 19-67 Franz 1968 H.G. Franz, ‘Die spätmanieristische Landschaft: der Weg zur phantastischen Landschaft’,Jahrbuch des kunsthistorischen Institutes der Universität Graz 3-4 (1968-69), pp. 19-72 Franz 1969 H.G. Franz, Niederländische Landschaftsmalerei im Zeitalter des Manierismus, 2 vols., Graz 1969 Franz 1979 H.G. Franz, ‘Beiträge zur Niederländischen Landschaftsmalerei des 16. Jahrhunderts. II. Baumlandschaft und Waldlandschaft bei den Brüdern Valckenborch und Hans Bol’, Jahrbuch des kunsthistorischen Institutes der Universität Graz 15-16 (1979-80), pp. 151-174 Frederiks 1958 J.W. Frederiks, Dutch Silver, vol. 2, The Hague 1958 Freeman Bauer 1991 L. Freeman Bauer, ‘Moral choice in some paintings by Caravaggio and his followers’, The Art Bulletin 73 (1991), pp. 391-398 Friedländer 1917 M.J. Friedländer, ‘Der niederländische Glasmaler Aerdt Ortkens’, Amtliche berichte aus den Königliche Kunstsammlungen 38 (1917), cols. 161-167 Friedländer 1917b M.J. Friedländer, ‘Pieter Coecke van Alost’, Jahrbuch der königlich Preuszischen Kunstsammlungen 38 (1917), pp. 73-91 Friedländer 1921 M.J. Friedländer, Pieter Bruegel, Berlin 1921 Friedländer 1922 M.J. Friedländer, Die niederländischen Romanisten, Leipzig 1922 Friedländer 1923 M.J. Friedländer, ‘Besprechung E. Flechsig (ed.) “Zeichnungen alter Meister im Landesmuseum zu Braunschweig. Niederländer des 15. und 16. Jahrhunderts.”’, Jahrbuch für Kunstwissenschaft 1923, pp. 346-348 Friedländer 1926 M.J. Friedländer, ‘A drawing by Roger van der Weyden’, Old Master Drawings 1 (1926-1927), pp. 29-32 Friedländer 1963 M.J. Friedländer, Lucas van Leyden, Berlin 1963 Fris 1986 A. Fris, ‘Het Hoorns gerechtigheidsdrieluik ontleed’,  Antiek 20 (1986), pp. 628-639 Fuhring 1989 P. Fuhring, Design into art. Drawings for architecture and ornament. The Lodewijk Houthakker collectie, 2 vols., The Hague 1989

G

Gaetani 2011 N. Gaetani, L’underdrawing nell’ opera di Gerard David (circa 1460-1523), Padua (PhD-thesis) 2011 Garff 1971 J. Garff, Den Kongelige Kobberstiksammling. Tegninger af Maerten van Heemskerck,Kopenhagen 1971 Gaskell 1989 I Gaskell, Seventeenth-century Dutch and Flemish Painting. The Thyssen-Bornemisza Collection, London 1989 De Gelder 1920 J.J. de Gelder, Honderd teekeningen door oude meesters in het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden, 1920 Van Gelder 1928 J.G. van Gelder, ‘Kunstberichten, Rotterdam, Museum Boymans’, Onze Kunst 45 (1928), pp. 176-179 Van Gelder 1929 J.G. van Gelder, ‘Een nieuw werk van Pieter Coecke van Aelst’, Onze kunst 25 (1929), pp. 134-136 Van Gelder 1933 J.G. van Gelder, Jan van de Velde 1593-1641. Teekenaar-Schilder, Den Haag 1933 Van Gelder 1936 H.E. van Gelder (ed.), Kunstgeschiedenis der Nederlanden. Samenvattende kunstgeschiedenis van Nederland en Vlaanderen van begin tot heden, Utrecht 1936 Van Gelder 1942 J.G. van Gelder, ‘Jan Gossaert in Rome. 1508-1509’, Oud Holland 59 (1942), pp. 1-11 Van Gelder 1955 J.G. van Gelder, ‘Jan van de Velde 1593-1641, teekenaar-schilder. Addenda I’, Oud Holland 70 (1955), pp. 21-40 Van Gelder 1968 J.G. van Gelder, ‘Enkele tekeningen van Govert Jansz., alias Mijnheer’, in: Miscellanea Jozef Duverger. Bijdragen tot de kunstgeschiedenis der Nederlanden, 2 vols., Gent 1968, pp. 519-529 Van Gelder 1978 J.G. van Gelder, ‘Caspar Netscher’s portret van Abraham van Lennep uit 1672’,Jaarboekje Amstelodamum 70 (1978), pp. 227-238 Van Gelder/Borms 1939 J.G. van Gelder and J. Borms, Brueghel’s zeven deugden en hoofdzonden,Amsterdam/Antwerp 1939 Genaille 1979 R. Genaille, ‘La Montée au Calvaire de Bruegel l’Ancien’, Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 1979, pp. 143-196 German Hollstein F.W.H. Hollstein, German Engravings, Etchings and Woodcuts ca. 1450-1700, vol. 1- in progress, Amsterdam/Roosendaal/Rotterdam/Ouderkerk aan den IJssel 1954- in progress Gerson 1948 H. Gerson, ‘Overzicht van de litteratuur betreffende Nederlandsche kunst, II. Schilderkunst, 15de en 16de eeuw’, Oud Holland 63 (1948), pp 128-144 Gerszi 1965 T. Gerszi, ‘Landschaftszeichnungen aus der Nachfolge Pieter Bruegels’, Jahrbuch der Berliner Museen 7 (1965), pp. 92-121 Gerszi 1971 T. Gerszi, Netherlandish Drawings in the Budapest Museum: Sixteenth-Century Drawings, An illustrated catalogue, 2 vols, Amsterdam/New York 1971 Gerszi 1976a T. Gerszi, Zwei Jahrhunderte Niederländischer Zeichenkunst. Ausgewählte Meisterwerke des 16.-17. Jahrhunderts Museum der Bildenden Künste, Budapest, Budapest 1976 Gerszi 1976b T. Gerszi, ‘Bruegels Nachwirkung auf die niederländischen Landschaftsmaler um 1600’, Oud Holland 90 (1976), pp. 201-229 Gerszi 1975 T. Gerszi, ‘Les attaches de Paulus van Vianen avec l’art allemand’, Bulletin du Musée Hongrois des Beaux-Arts 44 (1975), pp. 71-90 Gerszi 1977 T. Gerszi, ‘Le problem de l’influence réciproque des paysagistes Rodolphins’, Bulletin du Musée Hongrois des Beaux-Arts 48/49 (1977), pp. 105-128 Gerszi 1982a T. Gerszi, Paulus van Vianen. Handzeichnungen, Hanau 1982 Gerszi 1982b T. Gerszi, ‘Pieter Bruegels Einfluss auf die Heraufbildung der niederländischen See- und Küstenlandschaftsdarstellung’, Jahrbuch der Berliner Museen 24 (1982), pp. 143-187 Gerszi 1990 T. Gerszi, ‘Neuere Aspekte der Kunst Frederik van Valkenborchs’, Jahrbuch der Berliner Museen 32 (1990), pp. 173-189 Gerszi 1992 T. Gerszi, ‘The Draughtsmanship of Lodewijk Toeput’, Master Drawings 30 (1992), pp. 367-395 Gerszi 1993 T. Gerszi, ‘Joos de Momper als Zeichner’, Teil 1, Jahrbuch der Berliner Museen 35 (1993), pp. 175-190 Gerszi 1994 T. Gerszi, ‘Joos de Momper als Zeichner’, Teil 2, Jahrbuch der Berliner Museen 36 (1994), pp. 165-188 Gerszi 1999 T. Gerszi, ‘Recent Contributions to Lodewijk Toeput’s Oeuvre of Drawings’, Ex Fumo Lucem. Baroque Studies in Honour of Klára Garas, 2 vols., Budapest 1999, vol I, pp. 89-96. Gerszi 2005 T. Gerszi, 17th-Century Dutch and Flemish Drawings in the Budapest Museum of Fine Arts. A Complete Catalogue, Budapest 2005 Geudens 1891 E. Geudens, Het hoofdambacht der Meerseniers, Antwerp 1891 Gibson 1973 W.S. Gibson, Hieronymus Bosch, London 1973 Gibson 1977 W.S. Gibson, Bruegel, New York/Toronto 1977 Gibson 1978 W.S. Gibson, ‘Some Flemish Popular Prints from Hieronymus Cock and His Contemporaries’, The Art Bulletin 60 (1978), pp. 673-681 Gibson 1980 M. Gibson, Bruegel, Paris 1980 Gibson 1981 W.S. Gibson, ‘Artists and ‘Rederijkers’ in the Age of Bruegel’, The Art Bulletin  63 (1981), pp. 426-446 Gibson 1996 W.S. Gibson, ‘Hieronymus Bosch’ in: E. Kasten, A. Nabert (eds.), Allgemeines Künstler-Lexikon. Die Bildenden Künstler aller Zeiten und Völker, vol. 13, Munich/Leipzig 1996, pp. 160-162 Gibson 2000 W.S. Gibson, Pleasant places. The rustic landscape from Bruegel to Ruisdael, Berkeley/Los Angeles/London 2000 Gibson 2006 W.S. Gibson, Pieter Bruegel and the art of laughter, Berkely/Los Angeles/London Gibson 2010 W.S. Gibson, Figures of Speech. Picturing proverbs in Renaissance Netherlands,Berkeley/Los Angeles/London 2010 Van Gils 1942 J.B.F. van Gils, Een andere kijk op Pieter Bruegel den ouden, vol. 3, The Hague 1942 Giltaij 2002 J. Giltaij, ‘De bewening van Christus. Abraham Bloemaert’, Bulletin van de Vereniging Rembrandt 12 (2002) no. 2, pp. 14-16 Gliesmann 2010 N. Gliesmann, ‘Die Hochaltarflügel in Münstermaifeld-Motivwiederholungen als Urhebermerkmal in der Antwerpener Malerei um 1520’, in: A. Von Hülsen-Ech, D. Täube (ed.), “Luft unter die Flügel.. ”. Beiträge zur mittelalterlichen Kunst. Festschrift für Hiltrud Westermann-Angerhausen,Hildesheim, Zürich, New York 2010, pp. 216-225 Glück 1901 G. Glück, ‘Beiträge zur Geschichte der Antwerpner Malerei in XVI. Jahrhundert. 1. Der wahre Name des Meisters D *V’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen des allerhöchsten Kaiserhauses 22 (1901), pp. 1-34 Goeree 1670 Willem Goeree, Inleydingh tot de Practijck der Algemene Schilder-Konst, Middelburg 1670 Goldner/Hendrix 1992 G.R. Goldner, L. Hendrix, The J. Paul Getty Museum, Malibu, California. European Drawings. 2. Catalogue of the Collections, Malibu 1992 Goldstein 1976 N. Goldstein, Figure Drawing. The structure, anatomy, and expressive design of human form, New Jersey 1976 Grauls 1960 J. Grauls, ‘Het spreekwoordenschilderij van Sebastiaan Vrancx’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 9 (1960), pp. 107-164 De Grez 1913 J. de Grez, Inventaire des dessins et aquarelles donnés a l’etat belge par Madame la douairière de Grez, Musées Royaux de peinture et de sculpture, Brussels 1913 Van Grieken 2011 J. van Grieken, ‘“View of the Strait of Messina”. A rediscovered drawing after Pieter Bruegel the Elder. A new acquisition for the Print Room of the Royal Library of Belgium’, In Monte Artium4 (2011), pp. 209-219 Grosshans 1980 R. Grosshans, Maerten van Heemskerck. Die Gemälde, Berlin 1980 Grosshans 2003 R. Grosshans, Pieter Bruegel d. Ä. Die niederländischen Sprichwörter, Berlin 2003 Grossmann 1954 F. Grossmann, ‘The Drawings of Pieter Bruegel the Elder in the Museum Boymans and some Problems of Attribution’, Bulletin Museum Boymans Rotterdam 5 (1954), pp. 41-63, pp. 76-85 Grossmann 1955 F. Grossmann, Bruegel. The Paintings, London 1955 Grossman 1973 F. Grossmann, ‘Notes on Some Sources of Bruegel’s Art’, in: J. Bruyn, J.A. Emmens, E. de Jongh, D.P. Snoep (eds.), Album amicorum J.G. van Gelder, The Hague 1973, pp. 147-154 Gudlaugsson 1959 S.J. Gudlaugsson, ‘Het Errera-schetsboek en Lucas van Valckenborch’, Oud Holland74 (1959), pp. 118-138 Guicciardini 1612 M.L. Guicciardini, Beschryvinghe van alle de Nederlanden, anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt (bewerkt door Petrus Montanus), Amsterdam 1612 Guratzsch 1980 H. Guratzsch, Die Auferweckung des Lazarus in der niederländischen Kunst von 1400 bis 1700. Ikonographie und Ikonologie, 2 vols., Kortrijk 1980

H

Haasse 1962 H. Haasse, De kunst der vrijagie.24 Tekeningen uit zes eeuwen, Utrecht 1962 Haberditzl 1907 F.M. Haberditzl, ‘Die Lehrer des Rubens’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen des Allerhöchsten Kaiserhauses 27 (1907-09), pp. 161-235 Hall 1974 J. Hall, Dictionary of subjects and symbols in art, London 1974 Hall 1993 I.M. Veldman, L.D. Couprie, Hall’s Iconografisch Handboek – Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, Leiden 1993 Halm/Degenhart/Wegner 1958 P. Halm, B. Degenhart, W. Wegner, Hundert Meisterzeichnungen aus der Staatlichen Graphischen Sammlung München, Munich 1958 Hamilton 1980 A. Hamilton, ‘Paulus de Kempenaer, “non moindre Philosophe que tresbon Escrivain”’,Quaerendo 10 (1980), pp. 293-335 Hamilton/Obbema 1991 A. Hamilton, P. Obbema, ‘Paulus de Kempenaer and Petrus Plancius’,Quaerendo 21 (1991), pp. 38-54 Hannema 1949 D. Hannema, Catalogue of the D.G. van Beuningen Collection, Rotterdam 1949 Härting 1994 U. Härting, ‘Einige frühe Werke des Tobias Verhaecht (1561-1630) und der WienerSeesturm’, in: E. Mai et al. (ed.), Die Malerei Antwerpens. Gattungen, Meister, Wirkungen. Studien zur flämischen Kunst des 16. und 17. Jahrhunderts, International Kolloquium Wien 1993, Cologne 1994, pp. 92-99 Härting 1996 U. Härting, ‘”De subventione pauperum”. Zu Pieter Bruegels “Caritas mit den sieben Werken der Barmherzigkeit” von 1559’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 47 (1996), pp. 107-123 Hautekeete 2005 S. Hautekeete, ‘“Heeft ook verscheyden Landen besocht en verscheyden ghesichten nae t’leven gedaen”. Drie nieuw ontdekte tekeningen van Peeter Baltens (Antwerpen 1527?-1584?)’, in: A. Balis et al. (ed.), Florissant. Bijdragen tot de kunstgeschiedenis der Nederlanden (15de-17de eeuw). Liber Amicorum Carl van de Velde, Brussel 2005, pp. 185-205. Hautekeete 2007 S. Hautekeete, ‘Patinir’s draughtsmanship reconsidered’, in: Madrid 2007, pp. 135-147 Hautekeete 2012 S. Hautekeete, ‘New insights into the working methods of Hans Bol’, Master Drawings 50 (2012), pp. 329-356 Haverkamp Begemann 1953 E. Haverkamp Begemann, ‘Twee tekeningen van Goltzius’, Bulletin Museum Boymans 4 (1953), pp. 67-72 Haverkamp Begemann 1955 E. Haverkamp Begemann, ‘Een getekend portret door Jan Cornelis Vermeyen’, Bulletin Museum Boymans 6 (1955), pp. 29-32 Haverkamp Begemann 1957 E. Haverkamp Begemann, Vijf eeuwen tekenkunst. Tekeningen van Europese meesters in het Museum Boymans te Rotterdam, Rotterdam 1957 Haverkamp Begemann 1959 E. Haverkamp Begemann, Willem Buytewech, Amsterdam 1959 Haverkamp-Begemann 1964 E. Haverkamp-Begemann, Review of Münz 1961, Master Drawings 2 (1964), pp. 55-58 Haverkamp-Begemann 1979 E. Haverkamp-Begemann, ‘Joos van Liere’, in: Von Simson/Winner (eds.) 1979, pp. 17-28 Haverkamp-Begemann 1999 E. Haverkamp-Begemann, M. Tavener Holmes, F. Koreny et al., The Robert Lehman Collection, VII, Fifteenth to Eighteenth-Century Drawings: Central Europe, The Netherlands, France, England, The Metropolitan Museum of Art, New York 1999 Haverkamp-Begemann/Logan 1970 E. Haverkamp-Begemann, A.-M.S. Logan, European drawings and watercolors in the Yale University Art Gallery 1500-1900, 2 vols., New Haven/London 1970 Haverkorn van Rijsewijk 1909 P. Haverkorn van Rijsewijk, Het Museum-Boijmans te Rotterdam, Den Haag/Amsterdam 1909 Hecht 2008 P. Hecht, 125 jaar openbaar kunstbezit met steun van de Vereniging Rembrandt, Zwolle 2008 Van der Heijden 1998 H.A.M. van der Heijden, Oude kaarten der Nederlanden 1548-1794. An annotated and illustrated cartobiography, Alphen aan den Rijn 1998 Held 1931 J.S. Held, Dürers Wirkung auf die niederländische Kunst seiner Zeit, The Hague 1931 Helmus 2010 L. Helmus, ‘De aanbidding van de drie koningen. Abraham Bloemaert’, Bulletin van de Vereniging Rembrandt 20 (2010) no. 1, pp. 16-18. Hendriks 2003 C. Hendriks (with essays by A. Negro and L. Wood Ruby), Northern Landscapes on Roman Walls. The Frescoes of Matthijs and Paul Bril, Florence 2003 Henkel 1931 M. D. Henkel, Le Dessin Hollandais des origines au XVIIe Siècle, Paris 1931 Henkel 1938 M.D. Henkel, ‘Hollandsche teekeningen in Brussel’, Maandblad voor beeldende kunsten 15 (1938), pp. 35-50 Henkel/Schöne 1976 A Henkel and A. Schöne, Emblemata. Handbuch zur Sinnbildkunst des XVI. und  XVII. Jahrhunderts, Stuttgart 1976 Von Heusinger 1960 C. Von Heusinger, Bildkataloge des Kestner-Museums Hannover. Handzeichnungen I. Die Niederländer des 16. bis 18. Jahrhunderts, Hannover 1960 Von Heusinger 1992 C. Von Heusinger, Die Handzeichnungssammlung Herzog Anton Ulrich-Museum. Tafelband I, Von der Gotik zum Manierismus, Braunschweig 1992 Von Heusinger 1997 C. Von Heusinger, Die Handzeichnungssammlung Herzog Anton Ulrich-Museum. Geschichte und Bestand Katalog zu Tafelband I, Braunschweig 1997 Hind 1923 A.M. Hind, Catalogue of drawings by Dutch and Flemish artists preserved in the Department of Prints and Drawings in the British Museum, vol. II, Drawings by Rubens, Van Dyck and other artists of the Flemish school of the XVII century, Londen 1923 Hirschmann 1919 O. Hirschmann, Hendrick Goltzius (Meister der Graphik, vol. VII), Leipzig 1919 Hirschmann 1921 O. Hirschmann, Verzeichnis des graphischen Werks von Hendrick Goltzius 1558-1617, Leipzig 1921 (2d edition, Braunschweig 1976) Hoetink 1961 H.R. Hoetink, ‘Heemskerck en het zestiende eeuwse spiritualisme’, Bulletin Museum Boymans-van Beuningen 12 (1961), pp. 12-25 Holländer 1975 H. Holländer, Hieronymus Bosch. Weltbilder und Traumwerk, Cologne 1975 (3rd ed. 1988) Hollstein F.W.H. Hollstein, Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts ca. 1450-1700, 72 vols., Amsterdam/Roosendaal/Rotterdam/Ouderkerk aan den IJssel 1949-2010 Hoogewerff 1937-47 G.J. Hoogewerff, De Noord-Nederlandse Schilderkunst, 5 vols., The Hague 1937-47 Horn 1989 H.J. Horn, Jan Cornelisz Vermeyen. Painter of Charles V and his conquest of Tunis, 2 vols., Doornspijk 1989 Hulin de Loo 1926 G. Hulin de Loo, ‘Vrancke van der Stockt’ in: Biographie Nationale de Belgique vol. XXIV, Brussels 1926-1929, col. 66-76 Hülsen/Egger 1913-1916/1975 C. Hülsen, H. Egger, Die Römischen Skizzenbücher von Marten van Heemskerck, Berlin 1913-1916 (Soest 1975) D’Hulst 1955 R.-A. d’Hulst, ‘Nieuwe gegevens omtrent Joos van Winghe’, Bulletin van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten 4 (1955), pp. 239-248

I

Ilsink 2006 M. Ilsink, ‘The Drawings of Philips van den Bossche’, Master Drawings 44 (2006), pp 333-353 Ilsink 2009 M. Ilsink, Bosch en Bruegel als Bosch. Kunst over kunst bij Pieter Bruegel (c. 1528-1569) en Jheronimus Bosch (c. 1450-1516), Nijmegen 2009 Ilsink 2012 M. Ilsink, ‘Over “De verrijzenis van Christus” van Pieter Bruegel de Oude’, Desipientia 19 (2012), pp. 18-22 Inglis 1995 E. Inglis, The Hours of Mary of Burgundy. Codex Vindobonensis 1857, London 1995

J

Jacquot/Lavallée 2009 D. Jacquot, M. Lavallée et al., Peinture flamande et hollandaise XVe-XVIIIe siècle. Collection du musée des Beaux-Arts [Strasbourg], Strasbourg 2009 Jaffé 1953 M. Jaffé, ‘Two Rubens drawings rediscovered’, The Art Quarterly 16 (1953), pp. 131-136 Jaffé 1956 M. Jaffé, ‘Cornelis Bos en Peter Paul Rubens’, Bulletin Museum Boymans 7 (1956), pp. 6-12 Jaffé 1993 M. Jaffé, Old master drawings from Chatsworth, London 1993 De Jong/De Groot 1988 M. de Jong and I. de Groot, Ornamentprenten in het Rijksprentenkabinet I, 15de en 16de eeuw, Amsterdam/The Hague 1988 De Jongh 1968 E. de Jongh, ‘Erotica in vogelperspectief. De dubbelzinnigheid van een reeks zeventiende-eeuwse genrevoorstellingen’, Simiolus 3 (1968/69), pp. 22-74 De Jongh 1974 E. de Jongh, ‘Grape symbolism in paintings of the 16th and 17th centuries’, Simiolus 7 (1974), pp. 166-191 Judson 1970 J.R. Judson, Dirck Barendsz.1534-1592, Amsterdam 1970 Judson 1972 J.R. Judson, ‘A new Joos van Winghe drawing’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 23 (1972), pp. 37-40 Judson 1973 J.R. Judson, The Drawings of Jacob de Gheyn II, New York 1973 Judson/Ekkart 1999 J.R. Judson and R.E.O. Ekkart, Gerrit van Honthorst 1592-1656, Gent 1999

K

Kahr 1973 M. Kahr, ‘Rembrandt and Delilah’, The Art Bulletin 55 (1973), pp. 240-259 Kemperdick 1997 S. Kemperdick, Der Meister von Flémalle. Die Werkstatt Robert Campins und Rogier van der Weyden, Turnhout 1997 Kemperdick 1999 S. Kemperdick, Rogier van der Weyden 1399/1400-1464, Cologne 1999 Kemperdick 2004 S. Kemperdick, Martin Schongauer. Eine Monographie, Petersberg 2004 Kemperdick 2008 S. Kemperdick, ‘The workshop and its working materials’, in: Frankfurt/Berlin 2008, pp. 95-115 Kerkmeijer 1942 J.C. Kerkmeijer, Catalogus der Schilderijen in het West-Fries Museum en in het stadhuis te Hoorn, 1942 Kerrich 1829 T. Kerrich, A catalogue of the prints which have been engraved after Martin Heemskerck or rather an essay towards such a catalogue, Cambridge/London 1829 Ketelsen 2008 T. Ketelsen, ‘“Wie in die Luft gezeichnet”. Zum Einsatz der Pause in der frühniederländischen Zeichenkunst’, in: U. Neidhardt (ed.), Festschrift zum 80. Geburtstag von Annaliese Mayer-Meintschel am 26. Juni 2008, Dresden 2008, pp. 121-127 Ketelsen/Hahn 2011 T. Ketelsen, O. Hahn and P. Kuhlmann-Hodick (eds.), Zeichnen im Zeitalters Bruegels. Die niederländischen Zeichnungen des 16. Jahrhunderts im Dresdner Kupferstich-Kabinett. Beiträge zur einer Typologie, Dresden/Cologne 2011 Keyes 1975 G.S. Keyes, Cornelis Vroom. Marine and landscape artist, 2 vols., Utrecht (PhD-thesis) 1975 Keyes 1976 G.S. Keyes, ‘Pieter Mulier the Elder’, Oud Holland 90 (1976), pp. 230-261 Keyes 1979 G.S. Keyes, ‘Cornelis Claesz. Van Wieringen’, Oud Holland 93 (1979), pp. 1-46 Keyes 1982 G.S. Keyes, ‘Hendrick and Cornelis Vroom: addenda’, Master Drawings 20 (1982), pp. 115-124 Keyes 1984 G.S. Keyes, Esaias van den Velde 1587-1630, Doornspijk 1984 Kirschbaum 1968-1976 E. Kirschbaum et al., Lexikon der christlichen Ikonographie, 8 vols., Rome 1968-1976 Klein 1963 H.A. Klein, Graphic worlds of Peter Bruegel the Elder. Reproducing 64 engravings and a woodcut after designs by Peter Bruegel the Elder, New York 1964 Kloek 1975 W.Th. Kloek, Beknopte catalogus van de Nederlandse tekeningen in het prentenkabinet van de Uffizi te Florence, Utrecht 1975 Kloek 1978 W.Th. Kloek, ‘The Drawings of Lucas van Leyden’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 29 (1978), pp 425-458 Kloek 1989 W.Th. Kloek, ‘Pieter Aertsen en het probleem van het samenstellen van zijn oeuvre’,Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 40 (1989), pp. 1-28 Kloek 1989a W.Th. Kloek, ‘De tekeningen van Pieter Aertsen en Joachim Beuckelaer’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 40 (1989), pp. 129-166 Kloek 2010 W. Th. Kloek, Pieter Aertsen en de wereld op zijn kop, Amsterdam 2010 Kloek/Filedt Kok 1983 W.Th. Kloek and J.P. Filedt Kok, ‘De Opstanding van Christus, getekend door Lucas van Leyden’, Bulletin van het Rijksmuseum 31 (1983), pp 4-20 Knipping 1974 J.B. Knipping, Iconography of the Counter Reformation in the Netherlands, 2 vols., Nieuwkoop/Leiden 1974 Koch 1968 R.A. Koch, Joachim Patinir, Princeton 1968 Köhler/Biesboer 2006 N. Köhler and P. Biesboer et al., Painting in Haarlem 1500-1850. The collection of the Frans Halsmuseum, Gent 2006 Koldeweij 2001 A.M. Koldeweij, ‘Hekserij met insignes. Een tekening van Jheronimus Bosch geïnterpreteerd aan de hand van volkssieraden’, Desipientia 8 (2001), no.2, pp. 18-28 Konowitz 1990 E. Konowitz, ‘Drawings as intermediary stages. Some working methods of Dirk Vellert and Albrecht Dürer re-examined’, Simiolus 20 (1990-91), pp. 143-152 Konowitz 1995 E. Konowitz, ‘Dirck Vellert and the Master of the Lille Adoration – Some Antwerp Mannerist Paintings Reconsidered’, Oud Holland 109 (1995), pp. 177-190 Konowitz forthcoming E. Konowitz, Images in Light and Line – The Drawings and Stained Glass Designs of Dirk Vellert Koomen 1934 P. Koomen, ‘Oud Nederlandsche teekeningen’ (bespreking van Rotterdam 1934),Maandblad voor beeldende kunsten 11 (1934), pp. 300-310 Koreny 2002 F. Koreny, ‘Hieronymus Bosch – Überlegungen zu Stil und Chronologie. Prolegomena zu einer Sichtung des Oeuvres’, Jahrbuch des Kunsthistorischen Museums Wien 4/5 (2002/03), PP. 46-75 Koreny 2003 F. Koreny, ‘Drawings by Vrancke van der Stockt’, Master Drawings 41 (2003), pp. 267-292 Koreny 2012 F. Koreny et al., Hieronymus Bosch. Die Zeichnungen. Werkstatt und Nachfolge bis zum Ende des 16. Jahrhunderts, Turnhout 2012 Kraut 1986 G. Kraut, Lukas malt die Madonna, Worms 1986 Kroupa 1988 J. Kroupa, Nizozemská kresba: 16.-18. Století ze sbírek Moravské Galérie v Brne, Brno 1988 Kuznetsov 1970 J. Kuznetsov, Capolavori fiamminghi e olandesi, Milan 1970 Kuznetsov 1973 Y.I.  Kuznetsov, ‘Pieter Quast copied Savery’s “Naer het leven”-drawings’, in: J. Bruyn, J.A. Emmens, E. de Jongh, D.P. Snoep (eds.), Album amicorum J.G. van Gelder, The Hague 1973, pp. 215-218 Kuznetsov 1981 J. Kuznetsov, Western European Drawing. The Hermitage, Leningrad 1981

L

Landwehr 1970 J. Landwehr, Emblem Books in the Low Countries 1554-1949. A bibliography, Utrecht 1970 Landwehr 1972 J. Landwehr, German Emblem Books 1531-1888. A bibliography, Utrecht 1972 Laurentius/Niemeijer/Ploos van Amstel 1980 Th. Laurentius, J.W. Niemeijer and G. Ploos van Amstel,Cornelis Ploos van Amstel 1726-1797, kunstverzamelaar en prentenuitgever, Assen 1980 Lauts 1966 J. Lauts, Katalog Alte Meister bis 1800., 2 vols., Karlsruhe (Staatliche Kunsthalle) 1966 Lebeer 1953 L. Lebeer, ‘Le dessin, la gravure, le livre xylographique et typographique’, in: Brussels 1953, pp. 189-217 Lebeer 1956 L. Lebeer, ‘Propos sur les dessins de Roger van der Weyden et de Vrancke van der Stockt’,Annales de la Société royale d’archéologie de Bruxelles 49 (1956-57), pp. 73-99 Lebeer 1969 L. Lebeer, Beredeneerde catalogus van de prenten naar Pieter Bruegel de Oude, Brussels 1969 Lebeer 1976 L. Lebeer, De prenten van Pieter Bruegel de Oude, Antwerpen 1976 Leeflang 1998 H. Leeflang, ‘Dutch Landscape: the urban view. Haarlem and its environs in literature and art, 15th-17th-century’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 48 (1997), pp. 52-115 Leeflang 2003 H. Leeflang, Van ontwerp naar prent. Tekeningen voor prenten van Nederlandse meesters (1550-1700) uit het collectie van het Prentenkabinet van de Universiteit Leiden, themanummer vanDelineavit et Sculpsit 27 (2003) Leeflang 2008 H. Leeflang, ‘Post uit Praag. Over een teruggevonden tekening van Bartholomeus Spranger’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008), pp. 115-127 Lees 1913 F. Lees, The Art of the Great Masters, as Exemplified by Drawings in the Collection of Emile Wauters, London 1913 Van Leeuwen 1970 F. van Leeuwen, ‘Iets over het handschrift van de “naer het leven-tekenaar”’, Oud Holland 85 (1970), pp. 25-32 Van Leeuwen 1971 F. van Leeuwen, ‘Figuurstudies van “P. Bruegel”’, Simiolus 5 (1971), pp. 139-149 Leeuwenberg 1941 J. Leeuwenberg, ‘De Meester van Aarschot’, Oud Holland  58 (1941), pp. 35-38 Leeuwenberg 1951 J. Leeuwenberg, ‘De tien bronzen “Plorannen” in het Rijksmuseum te Amsterdam, hun herkomst en de voorbeelden waaraan zij zijn ontleend’, Gentse Bijdragen tot de Kunstgeschiedenis 13 (1951), pp 13-59 Leeuwenberg/Halsema-Kubes 1973 J. Leeuwenberg, W. Halsema-Kubes, Beeldhouwkunst in het Rijksmuseum, The Hague/Amsterdam 1973 Legenda Aurea 1993 J. de Voragine, translated by W.G. Ryan, The Golden Legend. Readings on the Saints, 2 vols., Princeton 1993 Lehrs 1908-1934 M. Lehrs, Geschichte und kritischer Katalog des deutschen, niederländischen und französischen Kupferstichs im XV. Jahrhunderts, 9 vols, Vienna 1908-1934 Leja 1998 Jan Leja, ‘Two new drawings by Hendrick Goltzius’, The Burlington Magazine 140 (1998), pp. 192-194 Lemmens/Taverne 1967 G. Lemmens, E. Taverne, ‘Hieronymus Bosch. Naar aanleiding van de expositie in ‘s-Hertogenbosch’, Simiolus 2 (1967/68), pp. 71-89 Van Lennep 1966 J. van Lennep, Art et alchimie. Étude de l’iconographie hermétique et de ses influences, Brussels 1966 Liess 1979 R. Liess, ‘Die kleinen Landschaften Pieter Bruegels d. Ä. Im Lichte seines Gesamtswerk. I.’,Kunsthistorisches Jahrbuch Graz 15-16 (1979-80), pp. 1-116 Liess 1981 R. Liess,‘Die kleinen Landschaften Pieter Bruegels d. Ä. im Lichte seines Gesamtwerk. I (2. Teil)’, Kunsthistorisches Jahrbuch Graz 17 (1981), pp. 35-150 Liess 1982 R. Liess, ‘Die kleinen Landschaften Pieter Bruegels d. Ä. Im Lichte seines Gesamtswerk. I (3. Teil), Kunsthistorisches Jahrbuch Graz 18 (1982), pp. 79-164 Lievens-de Waegh 1991 M.-L. Lievens-de Waegh, Les primitifs flamands. Le Musée national d’art ancien et le musée natinal des carreaux de faïence de Lisbonne, Brussels 1991 Limouze 1990 D.A. Limouze, Aegidius Sadeler (c. 1570-1629: drawings, prints and art theory, Ann Arbor (PhD-thesis Princeton University 1990) 1997 Limouze 1994 D. Limouze, ‘Protestant Madonnas revisited: Iconographic duality in works by Jan Sadeler and Joos van Winghe’, in: G.T. Clark et al., A tribute to Robert A. Koch. Studies in the Northern Renaissance, Princeton 1994, p. 115-129 Limouze 2002 D. Limouze, Review of Rotterdam/New York 2001, Historians of Netherlandish Art Newsletter, 19 (2002), no. 1, pp. 19-20 Lindeman 1929 C.M.A.A. Lindeman, Joachim Anthonisz Wtewael, Utrecht 1929 Lindeman 1941 C.M.A.A. Lindeman, ‘De dateering, herkomst en identificatie der “Gravenbeeldjes” van Jacques de Gérines’, Oud Holland 58 (1941), pp. 49-58, pp. 97-105, pp. 161-168, pp. 193-219 Lowenthal 1986 A .W. Lowenthal, Joachim Wtewael and Dutch Mannerism, Doornspijk 1986 Lowenthal 1988 A .W. Lowenthal, ‘Lot and His Daughters as Moral Dilemma’, in: R.E. Fleischer and S. Scott Munshower (eds.), The Age of Rembrandt. Studies in Seventeenth-Century Dutch Painting, Pennsylvania State University 1988, pp. 12-27 Lugt F. Lugt, Les marques de collections de dessins et d’estampes, 2 vols., Amsterdam 1921/ supplement The Hague 1956 Lugt 1929 F. Lugt, Musée du Louvre, Inventaire général des dessins des écoles du Nord. École Hollandaise, 2 vols., Paris 1929-31 Lugt 1936 F. Lugt, with the collaboration of J. Vallery-Radot, Bibliothèque Nationale. Inventaire général des dessins des écoles du Nord, Paris 1936 Lugt 1949 F. Lugt, Musée du Louvre, Inventaire général des dessins des écoles du Nord. École Flamande, 2 vols., Paris 1949 Lugt 1950 F. Lugt, École Nationale Superieure des Beaux- Arts. Inventaire generale des dessins des Écoles du Nord. Tome I. École hollandaise, Parijs 1950 Lugt 1968 F. Lugt, Musée du Louvre, Inventaire général des dessins des écoles du Nord. Maîtres des anciens Pays-Bas, nés avant 1550, Paris 1968 Luijten 1988 G. Luijten, ‘De Triomf van de Schilderkunst: een titeltekening van Gesina ter Borch en een toneelstuk’, Bulletin van het Rijksmuseum 36 (1988), pp. 283-314 Luijten 1993 G. Luijten, ‘“Den sijd-wegh der consten”: enkele getekende en gegraveerde portretten door Goltzius’, Antiek 28 (1993), pp. 228-235 Luijten 2002 G. Luijten, Review of Rotterdam/New York 2001, The Burlington Magazine 144 (2002), pp. 50-52 Luijten/Meij 1990 G. Luijten and A.W.F.M. Meij, From Pisanello to Cézanne. Master Drawings from the Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam, accompanied by exhibitions in New York (The Pierpont Morgan Library); Fort Worth (Kimbell Art Museum); Cleveland (The Cleveland Museum of Art), Rotterdam/Cambridge 1990-91 Van Luttervelt 1957 R. van Luttervelt, ‘Bijdragen tot de iconografie van de graven van Holland naar aanleiding van de beelden uit de Amsterdamsche Vierschaar II’, Oud Holland 72 (1957), pp 139-150

M

Madou 1981 M. Madou, ‘De Leidse “Kroniek van Enguerrand de Monstrelet”. Bijdrage in het onderzoek naar een exacte datering van de codex’ in: M Smeyers (ed.), Archivum Artis Lovaniense. Bijdragen tot de geschiedenis van de kunst der Nederlanden. Opgedragen aan Prof. Em. Dr. J.K. Steppe, Leuven 1981, pp. 111-122 Mak 1949 J.J. Mak, ‘De wachter in het rederijkersdrama. Naar aanleiding van de tooneelvertooning op Bruegel’s Temperantia’, Oud Holland 64 (1949), pp. 162-172 Maldague 1984 J. Maldague, ‘La part de Michel-Ange dans l’aboutissement de l’art de Lucas van Leyden’,Revue des Archéologues et Historiens d’Art de Louvain 17 (1984), pp. 143-163 Mâle 1908 E. Mâle, L’Art religieux de la fin du moyen age en France. Étude sur l’iconographie du moyen age et sur ses sources d’inspiration, Paris 1908 Van Mander 1604 (ed. Miedema)  K. van Mander, The lives of the illustrious Netherlandish and Germanpainters (...) With an introduction and translation edited by Hessel Miedema, 6 vols., Doornspijk 1994-1999 Manuth/De Winkel 2002 V. Manuth, M. de Winkel, Rembrandt’s Minerva in her Study of 1635: The Splendor and Wisdom of a Goddess, New York 2002 Marijnissen 1969 R.H. Marijnissen, Bruegel de oude, Brussels 1969 Marijnissen 1969a R.-H. Marijnissen, Bruegel le Vieux, Brussel 1969 Marijnissen 1988 R.H. Marijnissen, Bruegel. Het volledige oeuvre, Antwerp 1988 Marijnissen 2003 R.H. Marijnissen, Bruegel. Das Vollständige Werk, Antwerp 2003 Marijnissen/Seidel 1969 R.-H. Marijnissen & Max Seidel, Bruegel, Brussels 1969 Marlier 1966 G. Marlier, La Renaissance flamande: Pierre Coeck d’Alost, Brussels 1966 Marlier 1969 G. Marlier, Pierre Brueghel le Jeune, Brussels 1969 Marrow 1979 J.H. Marrow, Passion iconography in Northern European art of the late middle ages and early Renaissance. A study of the transformation of sacred metaphor into descriptive narrative, Kortrijk 1979 Martens 1993 D. Martens, ‘Nouvelles recherches sur le Maître de l’Adoration Khanenko, son évolution, son catalogue et sa personnalité’, Revue Belge d’archéologie te d’histoire de l’art 62 (1993), pp. 67-94 Martens/Mund 2003 D. Martens and H. Mund, ‘Autour de la Pentecôte Rapaert du Maître des Portraits Baroncelli. Modèles et traditions dans la peinture Brugeoises à l'aube des temps modernes’, Jahrbuch der Berliner Museen 45 (2003), pp. 1-37. Mason Rinaldi 1978 S. Mason Rinaldi, ‘Paolo Fiammingo’, Saggi e memorie di storia dell’arte 11 (1978), pp. 45-80 Massing 2011 J.M. Massing, The image of the Black in western Art. From the “age of discovery” to the age of abolition,vol. III, part 2: Europe and the world beyond, Cambridge (Mass.)/London 2011 Mayer 1910 Mayer, Das Leben und die Werke der Brüder Matthäus und Paul Brill. Ein Beitrag zur Geschichte der Landschaftsmalerei um die Wende der sechzehnten Jahrhunderts, Leipzig 1910 McGrath 1975 E. McGrath, ‘A Netherlandish History by Joachim Wtewael’, Journal of the Warburg and Courtauld Institutes 38 (1975), pp. 182-217 MDH 1935 ‘MDH’, ‘Rotterdam, Ausstellungen in Museum Boymans’, Pantheon 15 (January-June 1935), pp. 115-116 Meder 1923 J. Meder, Die Handzeichnung. Ihre Technik und Entwicklung, Vienna 1923 Medlin 1967 F. Medlin, Centuries of Owls, Norwalk 1967 Meijer 1975 B.W. Meijer, ‘Paolo Fiammingo reconsidered’, Mededelingen van het Nederlands Instituut te Rome 37 (1975), pp. 117-130 Meijer 1983 B.W. Meijer, ‘Paolo Fiammingo tra indigeni e ”forestieri” a Venezia, Prospettiva, no. 32 (June 1983), pp. 20-32 Meyer 1906 F. Meyer, Handzeichnungen alter Meister, Dresden 1906 Menzel 1966 G.W. Menzel, Pieter Bruegel der Ältere, Leipzig 1966 Michel 1931 E. Michel, Bruegel, Paris 1931 Michel 1945 E. Michel, Rogier van der Weyden, Paris 1945 Miedema 1973 H. Miedema, ‘De kwestie van de ‘naer het leven’-tekeningen; vakmensen gevraagd’, De Gids 136 (1973), pp. 44-53

Miedema 1995 H. Miedema, ‘The works of Karel van Mander’, in:  Van Mander 1604 (ed. Miedema), vol. 2, pp. 97-168 Van Miegroet 1989 H.J. van Miegroet, Gerard David, Antwerp 1989 Mielke 1975 H. Mielke, ‘Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris et novi Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler’, Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), pp. 29-83 Mielke 1980 H. Mielke, Review of Boon 1978, Simiolus 11 (1980), pp. 39-50 Mielke 1983 H. Mielke, ‘Einige Zeichnungen Adam van Noorts’, in: A.-M.S. Logan (ed.), Essays in Northern European Art presented to Egbert Haverkamp-Begemann on his sixtieth birthday, Doornspijk 1983, pp. 173-177 Mielke 1986 H. Mielke, ‘L’époque de Lucas de Leyde et Pierre Bruegel, by Karel G. Boon’ (Review of Florence/Paris 1981), Master Drawings 23-24 (1986), pp. 75-90 Mielke 1991a H. Mielke, ‘Noch einmal zum Problem von Pieter Bruegels Landschaftszeichnungen: Eigene Studien oder Ableitungen’, Münchner Jahrbuch der bildenden Kunst 42 (1991), pp. 137-147 Mielke 1991b H. Mielke, ‘Pieter Bruegel der Ältere : Probleme seines zeichnerischen Œuvres’, Jahrbuch der Berliner Museen 33 (1991), pp. 129-134 Mielke 1994 H. Mielke, ‘La question des paysages forestiers dans l’œuvre de Pieter Bruegel’, in : C. Legrand, J-F. Méjanès, E. Starcky (eds.), Le paysage en Europe du XVIe au XVIIIe siècle. Actes du colloque organisé au musée du Louvre […] 25 au 27 janvier 1990, Parijs 1994, pp. 13-23 Mielke 1996 H. Mielke, Pieter Bruegel. Die Zeichnungen, Turnhout 1996 Michel 1945 E. Michel, Rogier van der Weyden, Paris 1945 Minkowksi 1960 H. Minkowksi, Aus dem Nebel der Vergangenheit steigt der Turm zu Babel. Bilder aus 1000 Jahre, Munich 1960 Minkowski 1991 H. Minkowski, Vermutungen über den Turm zu Babel, Freren 1991 Modern 1902 H. Modern, ‘Eine Landschaft von Philips van den Bossche’, Mitteilungen der Gesellschaft für Vervielfaltigende Kunst  11 (1902), pp. 50-53 Ter Molen 1984 J.R. ter Molen, Van Vianen, een Utrechtse familie van zilversmeden met een internationale faam, 2 vols., Leiden (PhD-thesis) 1984 Ter Molen 1993 J.R. ter Molen, Arti & urbi. De Stichting Museum Boymans-van Beuningen als steunpilaar onder een Rotterdams museum, Rotterdam 1993 Ter Molen 1999 J.R. ter Molen (ed.), 150 jaar Museum Boijmans Van Beuningen. Een reeks beeldbepalende verzamelaars, Rotterdam 1999 Möller 2005 C. Möller, Jacob Cornelisz. van Oostsanen und Doen Pietersz. Studien zur Zusammenarbeit zwischen Holzschneider und Drucker im Amsterdam des frühen 16. Jahrhunderts, Munster/New York 2005 Mori 1971 Y. Mori, ‘The iconography of Pieter Bruegel’s Temperantia’, Bijutsushi. Journal of the Japanese Art History Society 21 (1971), pp. 105-116 Mori 1976 Y. Mori, ‘The influence of German and Flemish prints on the works of Pieter Bruegel’, Bulletin of Tama Art School, 2 (1976), pp. 17-60 Morselli 1988 R. Morselli, ‘Toeput a Firenze e Roma’, in: S.M. Rinaldi, D. Luciani, Toeput a Treviso. Ludovico Pozzoserrato, Lodewijk Toeput, pittore neerlandese nella civiltà veneta del tardo Cinquecento, Asolo 1988 Moskowitz 1962 I. Moskowitz (ed.), Great Drawings of all time. II. German, Flemish and Dutch, thirteenth through nineteenth Century, New York 1962 Van Mourik 2006 W. van Mourik, ‘Dammen in 1529 door Pieter Coecke van Aelst?’, Het Damspel 98 (2006), nr. 4, p. 35 Muchall-Viebrook 1928 Th. Muchall-Viebrook, ‘Ein neuer Gobelinentwurf von Pieter Coecke von Aelst’,Münchner Jahrbuch der bildenden Kunst 5 (1928), pp. 203-209 Müller 2001 C. Müller, mit Beitragen von U. Barth und A. Haldemann, Urs Graf, Die Zeichnungen im Kupferstichkabinett Basel, Basel 2001 Müller Hofstede 1957 J. Müller Hofstede, ‘Zum Werke des Otto van Veen 1590-1600’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten 6 (1957), pp. 127-147 Müller Hofstede 1979 J. Müller Hofstede, ‘Zur Interpration von Pieter Bruegels Landschaft Ästhetischer Landschaftsbegriff und stoische Weltbetrachtung, in: Von Simson/Winner (eds.) 1979, pp. 73-142 Müller Hofstede 1988 J. Müller Hofstede, ‘Artificial Light in Honthorst and Terbrugghen: Form and Iconography’, in: R. Klessmann (ed.), Hendrick ter Brugghen und die Nachfolger Caravaggios in Holland, Braunschweig 1988, pp. 13-43 Muller/Rosasco/Marrow 1998 N.E. Muller, B.J. Rosasco, J.H. Marrow (eds.), Herri met de Bles. Studies and explorations of the world landscape tradition, Princeton/Turnhout 1998 Mundy 1980 (1990) E.J. Mundy, Gerard David Studies, Ann Arbor (PhD-thesis University of Michigan 1980), 1990 Münz 1961 L. Münz, Bruegel. The Drawings.Complete Edition, Londen 1961 Musper 1948 Th. Musper, Untersuchungen zu Rogier van der Weyden und Jan van Eyck, Stuttgart 1948

N

Nagler 1858-1879 G.K. Nagler et al., Die Monogrammisten und diejenigen bekannten und unbekannten Künstler aller Schulen, 5 vols., Munich 1858-1879 Nash 1998 S. Nash, ‘Imitation, invention or good business sense? The use of drawings in a group of fifteenth-century French Books of Hours’, in: S. Currie (ed.), Drawing 1400-1600. Invention and innovation,Aldershot (Hants/Vermont) 1998, pp. 2-25 NBW J.Duverger, G. de Smet, H. Rombaut (eds.), Nationaal Biografisch Woordenboek, 19 vols., Brussel 1969-2009 Nebehay 1983 C.M. Nebehay, ‘Die Handzeichnungssammlung Edwin Czeczowiczka, Vienna’, in: C.M. Nebehay, Die goldenen Sessel meines Vaters, Vienna 1983, pp. 210-214 Neumeister 2010 M. Neumeister, Holländische Gemälde im Städel Museum 1550-1800, III, Frankfurt am Main 2010 New Hollstein 1993-94 I.M. Veldman, The New Hollstein Dutch and Flemish etchings, engravings and woodcuts 1450-1700, Maarten van Heemskerck, 2 vols., Roosendaal/Amsterdam 1993-94 New Hollstein 1994 N. Orenstein, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Hendrick Hondius, Roosendaal/Amsterdam 1994 New Hollstein 1996 J.P. Filedt Kok, The New Hollstein Dutch and Flemish etchings, engravings and woodcuts 1450-1700, Lucas van Leyden, Rotterdam/Amsterdam 1996 New Hollstein 1998  H. Nalis, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, The Van Doetecum Family, 4 vols., Rotterdam/Amsterdam 1998 New Hollstein 1999a M. Leesberg, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Karel van Mander, Rotterdam/Amsterdam 1999 New Hollstein 1999b J.P. Filedt Kok, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, The Muller Dynasty, 3 vols., Rotterdam/Amsterdam 1999 New Hollstein 2000a J.P. Filedt Kok and M. Leesberg, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, The De Gheyn Family, 2 vols., Rotterdam/Amsterdam 2000 New Hollstein 2000b M. Sellink and H. Leeflang, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Cornelis Cort, 3 vols., Rotterdam/Amsterdam 2000 New Hollstein 2001 M. Sellink and M. Leesberg, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Philips Galle, 4 vols., Rotterdam/Amsterdam 2001 New Hollstein 2004 H. en U. Mielke, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Peeter van der Borcht, Rotterdam/Amsterdam 2004 New Hollstein 2005-06 A. Diels and M. Leesberg, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, The Collaert Dynasty, 8 vols., Ouderkerk aan den IJssel/Amsterdam 2005-06 New Hollstein 2006  N.M. Orenstein, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Pieter Bruegel, Ouderkerk aan den IJssel/Amsterdam 2006 New Hollstein 2007-08 L. Widerkehr, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Jacob Matham, 3 vols., Ouderkerk aan den Ijssel/Amsterdam 2007-08 New Hollstein 2008a  N.M. Orenstein, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Simon Frisius, 2 vols., Ouderkerk aan den Ijssel/Amsterdam 2008 New Hollstein 2008b M. Leesberg, The New Hollstein. Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Johannes Stradanus, 3 vols., Rotterdam/Amsterdam 2008 New Hollstein 2009 U. Mielke, New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Remigius and Frans Hogenberg, Ouderkerk aan den IJssel/Amsterdam 2009 New Hollstein 2011a E.H. Wouk, The New Hollstein. Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Frans Floris, 2 vols., Ouderkerk aan den IJssel/Amsterdam 2011 New Hollstein 2011b U. Mielke, The New Hollstein. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700, Crispijn van den Broeck, 2 vols., Ouderkerk aan den IJssel/Amsterdam 2011 New Hollstein 2012 M. Leesberg, H. Leeflang (ed.), The New Hollstein Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Hendrick Goltzius, 4 vols., Ouderkerk aan den IJssel/Rotterdam 2012 Niemeijer 1978 J.W. Niemeijer,‘Gewapende ruiters, zich verzamelende bij een boszoom, ca. 1625, ”Hermitagemeester ”’, Vereniging Rembrandt. Nationaal Fonds Kunstbehoud. Verslag over 1978, pp. 69-70 Niessen 2012 J. Niessen, Cornelis van Haarlem 1562-1638, Haarlem/Rotterdam 2012 Nieuwdorp/Dekeyzer 1997 H. Nieuwdorp, B. Dekeyzer, Breviarium Mayer Van den Bergh. Alle miniaturen, Gent 1997

O

Oberhuber 1981 K. Oberhuber, ‘Bruegel’s early landscape drawings’, Master Drawings 19 (1981), pp. 146-156Obreen 1877-1890 F.D.O. Obreen, Archief voor Nederlandschen kunstgeschiedenis, 7 vols., Rotterdam 1877-1890 Oehler 1979 L. Oehler, Niederländische Zeichnungen des 16. bis 18. Jahrhunderts. Staatliche Kunstsammlungen Kassel, Katalog I, Fridingen 1979 Oettinger 1938 K. Oettinger, ‚Das Rätsel der Kunst des Hugo van der Goes’ Jahrbuch der Kunsthistorischen Sammlungen in Wien NF 12 (1938), pp 43-76 Orenstein 1996 N.M. Orenstein, Hendrick Hondius and the business of prints in seventeenth-century Holland, Rotterdam 1996 Orenstein 2007 N. Orenstein, ‘Hendrick Goltzius, The Sense of Hearing’, in: A. Czére, Z. Gila and A. Harmath (eds.), Arte Venustas. Studies on drawings in honour of Terez Gerszi, Budapest 2007, pp. 93-95 Ost 2007 H. Ost, ‘Unbekannte Werke von Otto van Veen’, Wallraf-Richartz-Jahrbuch 68 (2007), pp. 279-294

P

Pächt 1944 O. Pächt, ‘The Master of Mary of Burgundy’, The Burlington Magazine 84-85 (1944), pp. 295-300 Pächt 1948 O. Pächt, The Master of Mary of Burgundy, London 1948 Pächt/Jenni/Thoss 1983 O. Pächt, U. Jenni, D. Thoss, Die illuminierten Handschriften und Inkunabeln der Österreichischen Nationalbibliothek, Flämische Schule I, Vienna 1983 Panhans-Bühler 1978 U. Panhans-Bühler, Eklektizismus und Originalität im Werk des Petrus Christus, Vienna 1978 Panofsky 1953 E. Panofsky, Early Netherlandish Painting, Its Origins and Character, Cambridge (Mass.) 1953 Panofsky 1961 E. Panofsky, ‘Homage to Fracastoro in a German-Flemish composition in about 1590?’,Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 12 (1961), pp. 1-33 Pansters 2009 K. Pansters (ed.), Het geheim van de stilte. De besloten wereld van de Roermondse kartuizers, Zwolle 2009 Parker 1938 K.T. Parker, Catalogue of the collection of drawings in the Ashmolean Museum. Volume I. Netherlandish, German, French and Spanish Schools, Oxford 1938 Pauwels 1975 H. Pauwels, ‘Naar aanleiding van een gravure naar Quinten Metsys’, in: Bijdragen tot de geschiedenis van de grafische kunst opgedragen aan Prof. Dr. Louis Lebeer ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, Antwerp 1975, pp. 249-262 Pauwels 1981 H. Pauwels, ‘à propos d’une gravure d’après Quentin Metsys’, in: Beaumont 1981, pp. 15-19 Pegelow 1988 I. Pegelow, Sankt Martin – i svensk medeltida kult och komst, Uppsala 1988 Pelinck 1962 E. Pelinck, Johannes Cornelisz Vermeyen. Aertgen of Vermeyen, Leiden 1962 Pignatti 1969 T. Pignatti, Giorgione, Venice/Milan 1969 Pignatti 1976 T. Pignatti, Veronese. Opera completa, 2 vols., Venice 1976 Pleij 1992 H. Pleij, ‘Van Vastelavond tot Carnaval’, in: C. de Mooij (ed.) ,Vastenavond-Carnaval. Feesten van de omgekeerde wereld, ’s-Hertogenbosch (Noordbrabants Museum), Zwolle 1992, pp.10-44 Plomp 2001 M.C. Plomp, Hartstochtelijk verzameld. 18de-eeuwse Hollandse verzamelaars van tekeningen en hun collecties, Paris/Bussum 2001 Plomp 2007 M. Plomp, ‘Artist collectors in the Dutch Republic in the seventeenth and eighteenth centuries: Jacob de Wit a special case’, in: C. Monbeig Goguel (red.), L’artiste collectionneur de dessin. II: De Giorgio Vasari à ajourd’hui, Parijs en Milaan 2007, pp. 73-84 Plomp 2009 M.C. Plomp, ‘Uitgelicht. Meesterwerk van Jacques de Gheyn (1565-1629)’, Teylers Magazijn28 (2009), no. 1/102, p. 14 Plomp/Domela Nieuwenhuis/Helmus 2004 M.C. Plomp, E. Domela Nieuwenhuis, L. Helmus, De verzamelingen van het Centraal Museum Utrecht. 7. Werken op papier, Utrecht 2004 Poensgen 1925 G. Poensgen,’Ein nächtliches Zechgelage des Jodocus a Winghe’ , Zeitschrift für bildende Künst 59 (1925-1926), pp. 324-330 Poensgen 1970 G. Poensgen, ‘Das Werk des Jodocus a Winghe’, Pantheon  28 (1970), pp. 504-15 Poensgen 1972 G. Poensgen, ‘Zu den Zeichnungen des Jodocus a Winghe’, Pantheon  30 (1972), pp. 39-47 Pokorny 2005 E. Pokorny, ‘Die Zeichnungen des Absalom-Meisters’, in: Dresden 2005, pp. 110-113 Pokorny 2009 E. Pokorny ‘Hexen und Magier in der Kunst des Hieronymus Bosch’ (2009), in: G. Gersmann, K. Moeller, J.-M. Schmidt (eds), Lexikon zur Geschichte der Hexenverfolgung, in: historicum.net (http://www.historicum.net/no_cache/persistent/artikel/6751/) Pokorny 2011 E. Pokorny, ‘Der Meister des Absalom (Volckert Claesz van Haarlem?)’, in: Ketelsen/Hahn 2011, pp. 135-140 Polman 1998 A.B. Polman, ‘De Ruiterserie van Jacob de Gheyn. Een eerste stap tot reconstructie van herkomst en functionaliteit’, Armamentaria. Jaarboek van het Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum 33 (1998), pp. 13-25 Popham 1926 A.E. Popham, Drawings of the Early Flemish School, London 1926 Popham 1928a A.E. Popham, ‘Notes on Flemish domestic glass painting 1’, Apollo 7 (1928), pp 175-179 Popham 1928b A.E. Popham, ‘Antonis Mor’, Old Master Drawings 3 (1928-29), pp. 9-10 Popham 1928c A.E. Popham, ‘Bernard van Orley. An Emperor arrested at table. Design for stained glass roundel’. in: C. Dodgson et al (ed.), The Vasari society for the reproduction of drawings by old and modern masters, 2nd series, vol. IX, Oxford 1928 Popham 1932 A.E. Popham, Catalogue of drawings by Dutch and Flemish artists preserved in the Department of Prints and Drawings in the British Museum, vol. V, Dutch and Flemish drawings of the XV and XVI centuries, Londen 1932 Preibisz 1911 L. Preibisz, Martin van Heemskerck. Ein Beitrag zur Geschichte des Romanismus in der Niederländischen Malerei des XVI. Jahrhunderts, Leipzig 1911 Prinz 1973 W. Prinz, ‘The Four Philosophers by Rubens and the Pseudo-Seneca in Seventeenth-Century Painting’, The Art Bulletin 55 (1973), pp. 410-428 Van Puyvelde 1929 L. van Puyvelde, ‘L’oeuvre authentique d’Adam van Noort, maître de Rubens’,Bulletin des Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique 2 (1929), pp. 36-57

R

Ragghianti 1963 C.L. Ragghianti, Antichi disegni e stampe dell’Accademia Carrara di Bergamo, Bergamo 1963 Raupp 1984 H.-J. Raupp, Untersuchungen zu Künstlerbildnis und Künstlerdarstellung in den Niederlanden im 17. Jahrhundert, Hildesheim 1984 Raupp 1986 H.-J. Raupp, Bauernsatiren. Entstehung und Entwicklung des bäuerlichen Genres in der deutschen und niederländischen Kunst ca. 1470-1570, Niederzier 1986 Rearick 1980 W. R. Rearick, Maestri Veneti del cinquecento, Florence 1980 Rearick 2001 W.R. Rearick, Il disegno del Cinquecento, Milan 2001 Réau 1955 L. Réau, Iconographie de l'art chrétien, 5 vols., Parijs 1955-1959 Van Regteren Altena 1932 J.Q. van Regteren Altena, ‘Pieter of Jan Brueghel’, Oudheidkundig Jaarboek, vierde serie 1 (1932), uitgegeven als feestbundel voor Prof.dr. Willem Vogelsang, pp. 107-109 Regteren Altena 1932a I.Q. van Regteren Altena, ‘Vergeten namen. III. Staynemer of Stinemolen?’, Oud Holland 49 (1932), pp. 91-96 Van Regteren Altena 1936 I.Q. van Regteren Altena, The drawings of Jacques de Gheyn, volume I, an introduction to their study, Amsterdam 1936 Van Regteren Altena 1939 J.Q. van Regteren Altena, ‘Aertgen van Leyden’, Oud Holland 56 (1939), pp. 17-25, 74-86, 129-138, 222-235 Van Regteren Altena 1948 I.Q. van Regteren Altena, Holländische Meisterzeichnungen des siebzehnten Jahrhunderts, Basel 1948 Van Regteren Altena 1955 I.Q. van Regteren Altena, ‘Hugo Jacobsz’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 6 (1955), pp 101-117 Van Regteren Altena 1964 I.Q. van Regteren Altena, ‘De Sint Pieters abdij te Gent, getekend voor 1534’, in: Opus Musivum. Een bundel studies aangeboden aan Professor Doctor M.D. Ozinga ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag op 10 november 1962, Assen 1964, pp. 161-173 Van Regteren Altena 1983 I.Q. van Regteren Altena, Jacques de Gheyn. Three generations, 3 vols., The Hague/Boston/London 1983 Reinsch 1967 A. Reinsch, Die Zeichnungen des Marten de Vos. Stilistische und ikonographische Untersuchungen, Tübingen (PhD-thesis) 1967 Reis-Santos 1939 L. Reis-Santos, ‘A lost work of Massys and a hitherto unknown Van der Goes’, The Burlington Magazine 75 (1939), pp. 162-167 Reis-Santos 1953 L. Reis-Santos, Obras-primas da pintura Flamenga dos séculos XV e XVI em Portugal,Lisbon 1953 Reis-Santos 1981a L. Reis-Santos, ‘A lost work of Massys and a hitherto unknown Van der Goes’, in : Beaumont 1981, pp.  11-12 Reis-Santos 1981b L. Reis-Santos, “Hugo van der Goes. São Lucas tetratando a Virgem”, in Beaumont 1981, pp. 13-14 Renger 2006 (1984) K. Renger, ‘Verhältnis von Tekst und Bild in der Graphik. Beobachtungen zu Missverhältnissen’ in: Renger 2006 (article is reprint), pp. 23-39 Renger 2006 K. Renger, Lehrhafte Laster. Aufsätze zur Ikonographie der niederländischen Kunst des 16. Und 17. Jahrhunderts, Munich 2006 Reuterswärd 1970 P. Reuterswärd, Hieronymus Bosch, Stockholm 1970 Reznicek 1955 E.K.J. Reznicek, ‘Inleiding tot de vroege tekenstijl van Hendrik Goltzius’, Bulletin Museum Boymans 6 (1955), pp. 22-28 Reznicek 1956 E.K.J. Reznicek, ‘Jan Harmensz Muller als tekenaar’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek7 (1956), pp. 65-120 Reznicek 1958 E.K.J. Reznicek, ‘Jan Baertz en Elisabeth Waterland getekend door hun schoonzoon, de jonge Hendrick Goltzius’, Bulletin Museum Boymans 9 (1958), pp. 92-96. Reznicek 1961 E.K.J. Reznicek, Die Zeichnungen von Hendrick Goltzius, 2 vols., Utrecht 1961 Reznicek 1979 E.K.J. Reznicek, ‘Bruegels Bedeutung für das 17. Jahrhundert’, in: Von Simson/Winner 1979, pp. 159-164 Reznicek 1980 E.K.J. Reznicek, ‘Jan Harmensz. Muller as draughtsman: addenda’, Master Drawings 18 (1980), pp. 115-133 Reznicek 1988 E.K.J. Reznicek, Review of Van Regteren Altena 1983, Oud Holland 102 (1988), pp. 78-87 Reznicek 1993 E.K.J. Reznicek, Hendrick Goltzius. Drawings rediscovered 1962-1992. Supplement to Die Zeichnungen von Hendrick Goltzius (1961), New York 1993 Ricci 1922 S. de Ricci, ‘A Flemish Triptych for Melbourne II’, The Burlington Magazine 40 (1922), pp. 164-171 Rivière 1987 J. Rivière, ‘Réflexions sur les “Saint Luc peignant la Vierge” flamands; de Campin à Van Heemskerck,  Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 1987, pp. 25-92 Ritsema van Eck 1999 P.C. Ritsema van Eck, Gebrandschilderde ruitjes uit de Nederlanden 1480-1560/Painted glass roundels from the Netherlands 1480-1560, Amsterdam/Zwolle 1999 Robels 1983 H. Robels, Niederländische Zeichnungen vom 15. bis 19. Jahrhundert im Wallraf-Richartz-Museum Köln, Cologne 1983 Roberts 1984 A.M. Roberts, ‘Silverpoints by the Master of the legend of Saint Lucy’, Oud Holland 98 (1984), pp 237-245 Roberts 1987 A.M. Roberts, ‘The Lucy Master and Hugo van der Goes’, Jaarboek van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 1987, pp. 9-24 Robinson/Wolf 1986 W.W. Robinson, M. Wolff, ‘The function of drawings in the Netherlands in the sixteenth Century’, in Washington/New York 1986, pp. 25-40 Roethlisberger 1993 M.G. Roethlisberger and M.J. Bok, Abraham Bloemaert and his sons. Paintings and prints, 2 vols., Doornspijk 1993 Rombouts/Van Lerius 1961 P. Rombouts, T. Van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, 2 vols., Amsterdam 1961 Rooses 1902 M. Rooses, ‘De teekeningen der Vlaamsche meesters. De vaderlandsche school in de XVIe eeuw’, Onze Kunst 1 (1902), pp. 191-197 Rooses 1903 M. Rooses, ‘De teekeningen der Vlaamsche meesters. De kleinmeesters der XVIe eeuw’,Onze Kunst 2 (1903), pp. 93-100 Rosenberg 1938 J. Rosenberg, ‘Jan Gossaert, called Mabuse (1478-c. 1535). The adoration of the Magi. New York collection of Mr. Robert Lehman. Pen and ink; 28 x 20 cm’, Old Master Drawings 13 (1938) pp. 42-43 Rosenberg 1961 J. Rosenberg, ‘On the meaning of a Bosch drawing’, in: M. Meiss (ed.) Essays in Honor of Erwin Panofsky, New York 1961, pp. 422-426 Royalton-Kisch 1998 M. Royalton-Kisch, Review of Mielke 1996, The Burlington Magazine 140 (1998), pp. 207-208 Royalton-Kisch 2000 M. Royalton-Kisch, ‘A sketch for a “Journey to Emmaus” by Pieter Bruegel the Elder’, Master Drawings 38 (2000), pp. 443-447 Rupprich 1956 H. Rupprich, Dürer – Schriftlicher Nachlass, 2 vols., Berlin 1956-1966 Russell 1983 M. Russell, Visions of the sea. Hendrick C. Vroom and the origins of Dutch marine painting, Leiden 1983 Russell 1992 M. Russell, ‘Paintings of coastal scenes by Hans and Cornelis Liefrinck of Leiden’, The Burlington Magazine 134 (1992), pp. 175-178 Van Ruyven-Zeman 1990 Z. van Ruyven-Zeman, Lambert van Noort. Inventor, Amsterdam (Vrije Universiteit)/Maastricht (PhD.), 1990 Van Ruyven-Zeman 1995 Z. van Ruyven-Zeman, Lambert van Noort:inventor. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Schone Kunsten 57 (1995), nr. 61 Van Ruyven-Zeman 2002 Z. van Ruyven-Zeman, ‘Portretten van hoog tot laag en van klein tot groot. De familie Wierix en Hendrick Goltzius’, Bulletin van het Rijksmuseum 50 (2002), pp. 390-405 Van Ruyven-Zeman 2004 Z. van Ruyven-Zeman, ‘“Stuckxken met de penne”: Drawings by the Engraver Johannes Wierix’, Master Drawings 42 (2004), pp. 237-257 Van Ruyven-Zeman 2009 Z. van Ruyven-Zeman, ‘Lambert van Noort als ontwerper van glasramen, een addendum’, Delineavit et Sculpsit 32 (for 2008), 2009, pp. 1-25

S

Salman/Salman/Hekkens 2011 J. Salman, H. Salman, W. Hekkens et al., Aan zee en op de geest. Een nieuwe geschiedenis van Noordwijk, Noordwijk 2011 Salmi/Mellini 1972 M Salmi, G.L. Mellini, The Grimani breviary. Reproduced from the illuminated manuscript belonging to the Biblioteca Marciana, Venice, London 1972 Sander 1992 J. Sander, Hugo van der Goes, Stilentwicklung und Chronologie, Mainz 1992 Sander 1993 J. Sander, S. Knobloch, Niederländische Gemälde im Städel 1400-1550. Kataloge der Gemälde im Städelschen Kunstinstitut Frankfurt am Main, Mainz am Rhein 1993 Saunders 1978 E.A. Saunders, ‘A commentary on iconoclasm in several print series by Maerten van Heemskerck’, Simiolus 10 (1978-79), pp. 59-83 Saur Saur/De Gruyter Allgemeines Künstlerlexikon. Die bildenden Künstler aller Zeiten und Völker, vols. 1- , Munich/Leipzig 1983- (in progress) Schabacker 1974 P. Schabacker, Petrus Christus, Utrecht 1974 Schapelhouman 1979 M. Schapelhouman, Tekeningen van Noord- en Zuidnederlandse kunstenaars geboren voor 1600 (Oude tekeningen in het bezit van de Gemeentemusea van Amsterdam waaronder de collectie Fodor, vol. 2), Amsterdam 1979 Schapelhouman 1987 M. Schapelhouman, Nederlandse tekeningen omstreeks 1600. Catalogus van Nederlandse Tekeningen in het Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam/ Netherlandish Drawings circa 1600 (Catalogue of the Dutch and Flemish Drawings in the Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam Volume III), The Hague 1987 Schapelhouman 2008 M. Schapelhouman, ‘Judith met het hoofd van Holofernes, door Gerrit Pietersz. getekend’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008), pp. 175-181 Schapelhouman/Schatborn 1998 M. Schapelhouman and P. Schatborn, Dutch Drawings of the Seventeenth Century in the Rijksmuseum, Amsterdam. Artists born between 1580 and 1600 (Catalogue of the Dutch and Flemish Drawings in the Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam Volume VI), 2 vols., Amsterdam/Londen 1998 Schapelhouman/Scholten 2009 M. Schapelhouman and F. Scholten, ‘Eleven Drawings and a Statue. A Selection from the Van Regteren Altena Donation’, Bulletin van het Rijksmuseum 57 (2009), pp. 89-110 Scharf 1949 A. Scharf, ‘An Exhibition of Flemish Drawings’, The Burlington Magazine 91 (1949), p. 138 Schéle 1965 S. Schéle, Cornelis Bos. A study of the origins of the Netherland grotesque, Stockholm 1965 Schiller 1966-1991 G. Schiller, Ikonographie der christlichen Kunst, 5 vols., Gütersloh 1966-1991 Schipper 2000 C. Schipper, Mit Lust unter den Händen. Darstellungen der fünf Sinne in de bildenden Kunst des 17. Jahrhunderts, 2 vols., Utrecht (PhD-thesis) 2000 Schmidt-Degener 1911 F. Schmidt-Degener, ‘Notes on some fifteenth-century silver-points’, The Burlington Magazine 19 (1911), pp. 255-261 Schmidt-Degener 1941 F. Schmidt-Degener, ‘Rembrandt’s Clementie van Keizer Titus’, Oud Holland 58 (1941), pp. 106-111 Schneeman 1986 L. Schneeman, ‘Pieter Bruegel the Elder and the Vogtherrs. Some sources of influence’, Zeitschrift für Kunstgeschichte 49 (1986), pp. 29-40 Schönbrunner/Meder 1896-1908 J. Schönbrunner, J. Meder (eds.), Handzeichnungen alter Meister aus der Albertina und anderen Sammlungen, 12 vols., 1896-1908 Schöne 1938 W. Schöne, Dieric Bouts und seine Schule, Berlin/Leipzig 1938 Van Schoute 2008 R. van Schoute, ‘Dessin sous-jacent et dessin indépendant chez les Primitifs flamands. Quelques réflexions en vue de l’établissement d’un état de la question’ in : A. de Floriani, M.C. Galassi (eds.), Culture figurative a confronto tra Fiandre e Italia dal XV al XVII secolo, Milan 2008, pp. 13-17 Schrade 1932 H. Schrade, Ikonographie der christlichen Kunst. Die Sinngehalte und Gestaltungsformen. I. Die Auferstehung Christi, Berlin/Leipzig 1932 Schramm 1923 A. Schramm, Die Illustration der Lutherbibel, Leipzig 1923 Schrickx 2012 C. Schrickx, ‘De bedevaart naar St. Gummarus in Lier’, Steevast. Jaaruitgave van de vereniging Oud Enkhuizen 2012, pp. 40-49 Schubert 1973 D. Schubert, ‘Quentin Massys porträtiert von Jan van Scorel?’, Bulletin Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 22 (1973), pp. 7-32 Schubert 1973a D. Schubert, Review of Renger 1970, Kunstchronik 26 (1973), pp. 215-222 Schuder 1975 R. Schuder, Hieronymus Bosch, Vienna 1975 Scott 1980 M. Scott, The History of Dress Series. Late Gothic Europe 1400-1500, London/Sidney/Toronto 1980 Sellink 1991 M. Sellink, ‘De bruiloft van Peleus en Thetis’, Vereniging Rembrandt 1 (1991), pp. 14-17 Sellink 1997 M. Sellink, Philips Galle (1537-1612). Engraver and print publisher in Haarlem and Antwerp,3 vols., Amsterdam (PhD-thesis) 1997 Sellink 2001 M. Sellink, Pieter Bruegel de Oude, Meestertekenaar, Rotterdam 2001 Sellink 2007 M. Sellink, Bruegel. The complete paintings, drawings and prints, Gent 2007 Serebrennikov 2002 N.E. Serebrennikov, ‘Pieter Bruegel the Elder. The Draftsman Revealed’ (Review of Rotterdam/New York 2001), The Art Bulletin 84 (2002), pp. 501-510 Serebrennikov  1995 N.E. Serebrennikov, ‘”Dwelck den Mensche, aldermeest tot Consten verwect.” The artist’s perspective’, in: J. Koopmans et al. (eds.), Rhetoric-Rhétoriqueurs-Rederijkers. Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Verhandelingen. Afdeling letterkunde. Nieuwe Reeks, vol. 162, Amsterdam/Oxford/New York/Tokyo 1995, pp. 219-246 Silver 1984 L. Silver, The paintings of Quinten Massys with catalogue raisonné, Oxford 1984 Silver 2011 L. Silver et al., Pieter Bruegel, Paris 2011 Silver/Luttikhuizen 2008 L. Silver, H. Luttikhuizen, ‘The quality of mercy. Representations of charity in early Netherlandish art’, Studies in Iconography  29 (2008), pp. 216-248 Simon 1958 M. Simon, Claes Jansz. Visscher, Freiburg im Breisgau (PhD-thesis) 1958 Von Simson/Winner 1979 O. von Simson, M. Winner (eds.), Pieter Bruegel und seine Welt. Ein Colloquium veranstaltet vom Kunsthistorischen Institut der freien Universitaet Berlin und dem Kupferstichkabinett der staatlichen Museen Stiftung preussischer Kultutbesitz am 13. Und 14. November1975, Berlin 1979 Siroká 1995 E.J. Siroká, Northern artists in Italy ca. 1565-85: Hans Speckaert as a draughtsman and a teacher, 3 vols., Ann Arbor (PhD-thesis) 1995 Sluijter 2000 E. J. Sluijter, De ‘heydensche fabulen’ in de schilderkunst van de Gouden Eeuw. Schilderijen met verhalende onderwerpen uit de klassieke mythologie in de Noordelijke Nederlanden, circa 1590-1670, Leiden 2000 Smekens 1961 F. Smekens, ‘Het schip bij Pieter Bruegel de Oude. Een authenticiteitscriterium?’,Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 1961, pp. 5-53 Smits 1996 A. Smits, ‘Zu den Zyklen mit Sibyllen und heidnischen Propheten von Ludger d. Ä. und Hermann tom Ring’, in. A. Lorenz (ed.), Die Maler tom Ring, Münster 1996, vol. I, pp. 77-87 Sokolova 1991 I. Sokolova, ‘A new acquisition by the Hermitage Museum: Joachim Wtewael’s “Lot and his daughters”’, The Burlington Magazine 133 (1991), pp. 619-622 Sonkes 1964 M. Sonkes, L’oeuvre de Roger de le Pasture-van der Weyden, Brussels 1964 Sonkes 1969 M. Sonkes, Dessins du XVe siècle: groupe Van der Weyden. Essai de catalogue des originaux du maître, des copies et des dessins anonymes inspirés par son style (Les primitifs flamands III.Contributions a l’étude des primitifs flamands 5), Brussel 1969 Sonkes 1973 M. Sonkes, ‘Les dessins du Maître de la Rédemption du Prado, le presume Vrancke van der Stockt’, Revue des archéologues et historiens d’art de Louvain 6 (1973), pp. 98-125 Spicer 1970a J. Spicer, ‘The “Naer het leven” drawings: By Pieter Bruegel or Roelandt Savery?’, Master Drawings 8 (1970), pp. 3-30 Spicer 1970b J. Spicer, ‘Roelandt Savery’s Studies in Bohemia’,Umení 18 (1970), pp. 270-275 Spicer-Durham 1979 J. Spicer-Durham, The Drawings of Roelandt Savery, 2 vols., Ann Arbor/Londen (PhD-thesis Yale University 1979) 1985 Sprang 2003 S. van Sprang, ‘A propos de quelques dessins de Denijs van Alsloot’, Delineavit et Sculpsit26 (2003), pp. 11-18 Stampfle 1991 F. Stampfle, Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries and Flemish Drawings of the Seventeenth and Eighteenth Centuries in the Pierpont Morgan Library, New York/Princeton 1991 Stechow 1964 W. Stechow, ‘Heemskerck, the Old Testament and Goethe’, Master Drawings 2 (1964), pp. 37-39 Stechow 1966 W. Stechow, Dutch Landscape Painting of the Seventeenth Century, London 1966 Stechow 1970 W. Stechow, Pieter Bruegel the Elder, London 1970 Stefes 2011 A. Stefes, Die Sammlungen der Hamburger Kunsthalle Kupferstichkabinett. Band 3. Niederländische Zeichnungen 1450-1850, 3 vols., Cologne/Weimar/Vienna 2011 Steinbart 1929 K. Steinbart, ‘Nachlese im Werk des Jacob Cornelisz’, Marburger Jahrbuch für Kunstwissenschaft 5 (1929), pp. 213-260 Steinbart 1937 K. Steinbart, Das Holzschnittwerk des Jakob Cornelisz von Amsterdam, Burg 1937 Steiner 1854 J.W.C. Steiner, Codex inscriptionum romanarum Danubii et Rheni,vol. 3, Seligenstadt 1854 Sterck 1930 J.F.M. Sterck, ‘Iconographie der portretten van Vondel’, in: De werken van Vondel, vol. IV, Amsterdam 1930, pp. 38-50 Strauss 1977 W.L. Strauss, Hendrick Goltzius 1558-1617. The complete engravings and woodcuts, 2 vols., New York 1977 Stridbeck 1956 C.G. Stridbeck, Bruegelstudien. Untersuchungen zu den ikonologischen Problemen bei Pieter Bruegel d. Ä. Sowie dessen Beziehungen zum niederländischen Romanismus, Stockholm 1956 Stroo/Syfer-d’Olne 2001 C. Stroo, P. Syfer-d’Olne, A. Dubois, R. Slachmuylders, N. Toussaint, The Flemish Primitives III. The Hieronymus Bosch, Albrecht Bouts, Gerard David, Colijn de Coter and Goossen van der Weyden groups. Catalogue of early Netherlandish painting in the Royal Museums of Fine Arts of Belgium, Brussels 2001 Stuttgart 1984 H. Geissler, O. Pannewitz (eds.), Zeichnungen des 15. Bis 18. Jahrhunderts, Stuttgart (Staatsgalerie), 1984 Swarzenski/Schilling 1924 G. Swarzenski and E. Schilling, Handzeichnungen alter Meister aus Deutschem Privatbesitz, Frankfurt 1924 Syfer-d’Olne/Slachmuylders/Dubois 2006 P. Syfer-d’Olne, R.Slachmuylders,  A. Dubois et al., The Flemish Primitives IV. Masters with Provisional names. Catalogue of early Netherlandish Painting in the Royal Museums of Fine Arts of Belgium, Brussels 2006

T

Taylor 1974 M. C. Taylor, European drawings from the Sonnenschein collection and related drawings in the collection of the University of Michigan Museum of Art, Ann Arbor 1974 Teeuwisse 2006 N. Teeuwisse, Ausgewählte Handzeichnungen/Selected Drawings, vol. II, Berlin 2006 Testa 1986 J.A. Testa, The Beatty Rosarium. A manuscript with miniatures by Simon Bening, 2 vols., Doornspijk 1986 Testa 1992 J.A. Testa, The Stockholm-Kassel book of hours. A reintegrated manuscript from the shop of Simon Bening, Stockholm 1992 ThB U. Thieme and F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, 37 vols., Leipzig 1907-50 Van Thiel 1965 P.J.J. van Thiel, ‘Cornelis Cornelisz van Haarlem as a draughtsman’, Master Drawings 3 (1965), pp. 123-154 Van Thiel 1987 P.J.J. van Thiel, ‘Gerrit Pietersz.: addenda en corrigenda’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 38 (1987), Houten 1988, pp. 355-368 Van Thiel 1999 P.J.J. Van Thiel, Cornelis Cornelisz. van Haarlem 1562-1638. A monograph and catalogue Raisonné, Doornspijk 1999 Thijs 1993 A.K.L. Thijs, Antwerpen internationaal uitgeverscentrum van devotieprenten. 17de -18de eeuw,Louvain 1993 Thürlemann 1993 F. Thürlemann, ‘Die Madrider Kreuzabnahme und die Pariser Grabtragung. Das malerische und das zeichnerische Hauptwerk Robert Campins’, Pantheon 51 (1993), pp. 18-45 Thürlemann 2002 F. Thürlemann, Robert Campin. A monographic study wit critical catalogue, Munich, Berlin, London 2002 TIB W.L. Strauss (ed.), The Illustrated Bartsch, vol. 1- in progress, New York & Pleasantville 1978- in progress Tietze 1947 H. Tietze, European master drawings in the United States, New York 1947 Tietze/Tietze-Conrat 1944 H. Tietze, E. Tietze-Conrat, The drawings of the Venetian painters in the 15th and 16th Centuries, New York 1944 Tolnai 1925 K. Tolnai, Die Zeichnungen Pieter Bruegels, München 1925 Tolnai 1929 K. Tolnai, ‘Beiträge zu Bruegels Zeichnungen’, Jahrbuch der Preussischen Kunstsammlungen50 (1929), pp 195-216 Tolnay 1934 C. Tolnay, ‘Two drawings by P. Bruegel the Elder’, Old Master Drawings 34 (september 1934), pp. 19-20 De Tolnay 1935 C. de Tolnay, Pierre Bruegel l’Ancien, 2 vols., Brussels 1935 De Tolnay 1937 C. de Tolnay, Hieronymus Bosch, Basle 1937 De Tolnay 1939 C. de Tolnay, Le Maître de Flémalle et les Frères Van Eyck, Brussels 1939 De Tolnay 1943/72 C. de Tolnay, History and Technique of Old Master Drawings. A Handbook, New York 1972 (repr. of the ed. New York 1943) De Tolnay 1952 C. de Tolnay, The Drawings of Pieter Bruegel the Elder, with a Critical Catalogue.Translation and revision of 1925 ed., Londen 1952 De Tolnay 1965a C. de Tolnay, Hieronymus Bosch, 2 vols., Baden-Baden 1965 De Tolnay 1969 C. de Tolnay, ‘A contribution to Pieter Bruegel the Elder as Draughtsman’, in : H. Miedema, R.W. Scheller, P.J.J. van Thiel (ed.), Miscellanea I.Q. van Regteren Altena, Amsterdam 1969, pp. 61-63. Troescher 1967 G. Troescher, ‘Die Pilgerfahrt des Robert Campin. Altniederländiche und südwestdeutsche maler in Südostfrankreich’, Jahrbuch der Berliner Museen  9 (1967), pp 100-134 Turner 1996 J. Turner (ed.), The Dictionary of Art, 34 vols., New York 1996 Van Tuyll van Serooskerken 2010  C. Van Tuyll van Serooskerken, ‘Paulus van Vianen, Etudes de different animaux’, La Revue des Musées de France. Revue du Louvre 60 (2010), no. 2, p. 54. Tzeutschler Lurie 1981 A. Tzeutschler Lurie, ‘A Newly Discovered Eyckian St. John the Baptist in a Landscape’, The Bulletin of the Cleveland Museum of Art 68 (1981), pp. 86-119

U

Unger 1991 R.W. Unger, ‘Marine paintings and the history of shipbuilding’, in: D. Freedberg, J. De Vries (eds), Art in history. History in art, Santa Monica 1991, pp. 75-93 Unverfehrt 1980 G. Unverfehrt, H. Bosch. Die Rezeption seiner Kunst in frühen 16. Jahrhundert, Berlin 1980

V

Valentiner 1930 E. Valentiner, Karel van Mander als Maler, Strassburg 1930 Vallese 2004 G. Vallese, Vizi virtù e follia nell’opera grafica di Bruegel il Vecchio, Milan 2004 Vanbeselaere 1944 W. Vanbeselaere, Pieter Bruegel en het nederlandsche manierisme, Tielt 1944 Vandenbroeck 1985 P. Vandenbroeck, ‘Bubo significans. Die Eule als Sinnbild von Schlechtigkeit und Torheit, vor allem in der niederländischen und deutschen Bilddarstellung und bei Jheronimus Bosch. I’’,Jaarboek van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (1985), pp. 19-135 Veldman 1986a I.M. Veldman, Leerrijke reeksen van Maarten van Heemskerck, Haarlem (Frans Halsmuseum), Haarlem/Den Haag 1986 Veldman 1986b I.M. Veldman, ‘De boekillustratie als inspiratiebron voor de Nederlandse prentkunst van de zestiende eeuw’, in: H. Duits, A.J. Gelderblom, M.B. Smits-Veldt (eds.), Eer is het lof des deuchts. Opstellen over renaissance en classicisme aangeboden aan dr. Fokke Veenstra, Amsterdam 1986, pp. 261-277 Veldman 1991-92 I.M. Veldman, ‘Goltzius’ Zintuigen, Seizoenen, Elementen, Planeten en Vier tijden van de dag: van allegorie naar genre-voorstelling’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 42-43 (1991-1992), Zwolle 1993, pp. 307-336 Veldman 1999I.M. Veldman, ‘Love Emblems by Crispijn de Passe the Elder: Rollenhagen’s Emblemata, “Cupid’s Bow”, “Youthful Pleasures” and Other “Charming Useful Prints”’, in: J. Manning, K. Porteman and M. van Vaeck (eds.), The Emblem Tradition and the Low Countries. Selected Papers of the Leuven International Emblem Conference 18-23 August 1996, vol. 1b, Turnhout 1999, pp. 111-156 Veldman 2001 I.M. Veldman, Crispijn de Passe and his progeny (1564-1670). A century of print production, Rotterdam 2001 Veldman 2001a I.M. Veldman, Profit and pleasure. Print books by Crispijn de Passe, Rotterdam 2001 Veldman 2002 I.M. Veldman, ‘Het koninklijke bruiloftsmaal. De uitbeelding in de Nederlanden’, Kunstlicht23 (2002), pp. 67-71 Veldman 2006 I.M. Veldman, Images for the eye and soul: function and meaning in Netherlandish  prints (1450-1650), Leiden 2006 Veldman 2012 I.M. Veldman, ‘The formative years of Lucas van Leyden (1506-08): visual sources and the question of patronage’, Simiolus 36 (2012), pp. 5-34 Veldman/Van Schaik 1989 I.M. Veldman, K. Van Schaik, Verbeelde boodschap. De illustraties van Lieven de Witte bij ‘Dat leven ons Heeren’ (1537), Haarlem/Brussels 1989 Van Velzen 1967 T. van Velzen, ‘Pieter Bruegel (1525/1530-1569). “De Matigheid”’, Openbaar Kunstbezit11 (1967), no. 62 Van de Venne 2001 H. van de Venne, Cornelius Schonaeus Goudanus (1540-1611). Overzicht van zijn elegische, epigrammatische en dramatische poëzie, Louvain (PhD-thesis) 2001 Vermeylen 1939 A. Vermeylen, Hieronymus Bosch, Amsterdam 1939 Vey 1958a H. Vey, Catalogue of the Drawings by European Masters in the Worcester Art Museum,Worcester 1958 Vey 1958b H. Vey, ‘Some European drawings at Worcester’, Worcester Art Annual 6 (1958), pp. 9-42 Vickers 1977 M. Vickers, ‘Rubens’s bust of ‘Seneca’?’, The Burlington Magazine 119 (1977), pp. 643-644 Viljoen 2011 M. Viljoen, ‘To print or not to print? Hendrick Goltzius’s 1595 Sine Baccho et Cerere Friget Venus and engraving with precious metals’, Zeitschrift für Kunstgeschichte 74 (2011), pp. 45-76 Vogelaar 1987 C. Vogelaar, Netherlandish Fifteenth and Sixteenth Century Paintings in the National Gallery of Ireland, Dublin 1987 Volk-Knüttel 2010 B. Volk-Knüttel, Peter Candid (um 1548-1628). Gemälde – Zeichnungen – Druckgraphik, Berlin 2010 De Vos 1971 D. de Vos, ‘De Madonna en kindtypologie bij Rogier van der Weyden en enkele minder gekende flemalleske voorloper’, Jahrbuch der Berliner Museen 13 (1971), pp. 60-161 De Vos 1994 D. de Vos, Hans Memling. Het volledige oeuvre, Antwerp 1994 De Vos 1999 D. de Vos, Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre, Antwerpen 1999 De Vos 2002 D. de Vos et al., De Vlaamse primitieven. De meesterwerken, Amsterdam 2002 Vos 1978 R. Vos, Lucas van Leyden, Bentveld/Maarssen 1978 Voss 1978 V. Voss, Iene, miene, mutte… Kinderen van alle tijden, Haarlem 1978 De Vrij 1992 M.R. de Vrij, ‘Madonna’s van Adriaen Ysenbrant. De ontwikkeling binnen een serie tronende madonna’s en de authenticiteit van de Tronende Madonna te Rotterdam’, Kunstlicht 13 (1992), no. 1, pp. 20-24

W

Walsh 1976 J. Walsh, ‘Stomer’s Evangelists’, The Burlington Magazine 118 (1976), pp. 504-508 Wayment 1972 H. Wayment, The Windows of King’s College Chapel Cambridge – a Description and Commentary, Oxford 1972 Wayment 1989 H. Wayment, ‘The Master of the Mass of Saint Gregory Roundel – A Dutch Glass-painter in Brabant during the 1520s’, Oud Holland 103 (1989), pp. 61-96 Wayment 1998 H.G. Wayment, ‘Adrian and Peter Vandenhoute, glaziers and tapestry designers’, Oud Holland vol. 112 (1998), pp. 77-103 Wayment/Harrison 1972 H.G. Wayment and K. Harrison, The windows of King’s College Chapel, Cambridge. A description and commentary, London 1972 Wegener 1995 U.B. Wegener, Die Faszination des Maßlosen. Der Turmbau zu Babel von Pieter Bruegel bis Athanasius Kircher, Hildesheim/Zurich/New York 1995 Wegner 1961 W. Wegner, ‘Zeichnungen von Denis van Asloot’, Oud Holland 76 (1961), pp. 206-207, pp. 221-224 Wegner 1963 W. Wegner, ‘Drawings by Pozzoserrato’, Master Drawings 1 (1963), no. 4, pp. 27-32 Wegner 1967 W. Wegner, ‘Zeichnungen von Gillis van Coninxloo und seiner Nachfolge’, Oud Holland 82 (1967), pp. 203-224 Wegner 1970 W. Wegner, ‘Bemerkungen zum Werke des Meisters von Liechtenstein’, Wallraf-Richartz Jahrbuch 32 (1970), pp. 263-268 Wegner 1973 W. Wegner, Die niederländischen Handzeichnungen des 15.-18. Jahrhunderts, Kataloge der Staatlichen Graphischen Sammlung München, 2 vols., Berlin 1973 Wegner/Pée 1980 W. Wegner and H. Pée, ‘Die Zeichnungen des David Vinckboons’, Münchner Jahrbuch der bildenden Kunst 32 (1980), pp. 35-129 Weigel 1836 R. Weigel, Aehrenlese auf dem Felde der Kunst, vol. 1, Leipzig 1836 Weigel 1854-1861 R. Weigel, Handzeichnungen berühmter Meister aus der Weigelschen Kunstsammlung in treuen in Kupfer gestochenen Nachbildungen herausgegeben, 12 vols., Leipzig 1854-1860 Weigel 1869 J.A.G. Weigel, Catalog einer Sammlung von Original-Handzeichnungen der deutschen. Holländischen, flandrischen, italienischen, französischen, spanischen und englischen Schule, Leipzig 1869 Weiner 1985 S.E. Weiner, The tower of Babel in Netherlandish painting,  New York (PhD-thesis) 1985 Weizsäcker 1936 H. Weizsäcker, Adam Elsheimer, der Maler von Frankfurt, 3 vols., Berlin 1936 Wescher 1928 P. Wescher, ‘Holländische Zeichner zur Zeit des Lucas van Leiden’, Oud Holland 45 (1928), pp. 245-254 Wescher 1928a P. Wescher, ‘Beiträge zu Cornelis Teunissen von Amsterdam. Zeichnungen und Holzschnitte’, Oud Holland 45 (1928), pp. 33-39 Wescher 1938a P. Wescher, ‘The drawings of Vrancke van der Stoct (The Master of the Cambrai altar)’,Old Master Drawings 13 (1938), pp. 1-5 Wescher 1938b P. Wescher, ‘Beiträge zu einigen Werken des Kupferstichkabinetts’, Berliner Museen. Berichte aus den Preussischen Kunstsammlungen 59 (1938), pp. 51-56 Wescher 1946 P. Wescher, ‘Sanders and Simon Bening and Gerard Horenbout’, The Art Quarterly 9 (1946), pp. 191-210 Wescher 1949 P. Wescher, ‘An unnoticed drawing by Jan Gossaert in the Morgan Library’, Art Quarterly12 (1949), pp. 262-266 Wescher 1970 P. Wescher, ‘Neue Beitrage zum Schaffen des Jan Gossaert’, Wallraf-Richartz-Jahrbuch 32 (1970), pp. 99-112 Wescher 1974 P. Wescher, ‘Crispin van den Broeck as painter’, Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten 1974, pp. 171-185 Van de Wetering 1991 E. van de Wetering, ‘Verdwenen tekeningen en het gebruik van afwisbare tekenplankjes en tafeletten’, Oud Holland 105 (1991), pp. 210-227 White 1969 L. White, ‘The iconography of “Temperantia” and the virtuousness of technology’, in: T.K. Rabb, J.E. Seigel, Action and conviction in early modern Europe. Essays in memory of E.H. Harbison,Princeton (NJ) 1969 White 1997 E.M. White, ‘Rogier van der Weyden, Hugo van der Goes, and the making of the Netherlandish St. Luke tradition’, in: C.J. Purtle, Rogier van der Weyden. St. Luke drawing the virgin. Selected essays in context, Turnhout 1997, pp. 39-48 Widerkehr 1993 L. Widerkehr, ‘Jacob Matham Goltzij Privignus: Jacob Matham graveur et ses rapports avec Hendrick Goltzius’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 42-43 (1991-1992), Zwolle 1993, pp. 219-260 Wied 1971 A. Wied, ‘Lucas van Valckenborch’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen in Wien 67 (1971), pp. 119-231 Wied 1980 A. Wied, Bruegel, London etc. 1980 Wied 1990 A. Wied, Lucas und Marten van Valckenborch (1535-1597 und 1534-1612). Das Gesamtwerk mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren 1990 Winkler 1913 F. Winkler, Der Meister von Flémalle und Rogier van der Weyden, Strassburg 1913 Winkler 1915 F. Winkler, ‘Studien zur Geschichte der niederländischen Miniaturmalerei des XV. und XVI. Jahrhunderts’, Jahrbuch der Kunsthistorischen Sammlungen des allerhöchsten Kaiserhauses, 32 (1915), pp. 270-342 Winkler 1925 F. Winkler, Die Flämische Buchmalerei des XV. und XVI. Jahrhunderts. Künstler und Werke von den Brüdern van Eyck bis zu Simon Bening, Leipzig 1925 Winkler 1929 F. von Winkler, ‘Das Skizzenbuch Gerard Davids’, Pantheon 3 (1929), pp. 271-275 Winkler 1935 F. Winkler, ‘Abraham Schöpfer oder Aertgen van Leyden?’ Jahrbuch der Preuszischen Kunstsammlungen, 56 (1935), pp. 117-130 Winkler 1955 F. Winkler, Review of Panofsky 1953, Kunstchronik 7 (1955), pp. 9-26 Winkler 1963 F. Winkler, ‘The Anonymous Liechtenstein Master’, Master Drawings 1 (1963), no. 2, pp. 34-38 Winkler 1964 F. Winkler, Das Werk des Hugo van der Goes, Berlin 1964 Winkler 1965 F. Winkler, ‘The drawings of Vrancke van der Stockt’, Master Drawings 3 (1965), pp 155-158Winner 1961 M. Winner, ‘Zeichnungen des Älteren Jan Brueghel’, Jahrbuch der Berliner Museen 3 (1961), pp. 190-241 Winner 1972 M. Winner,‘Neubestimmtes und Unbestimmtes im zeichnerischen Werk von Jan Brueghel der Ältere’, Jahrbuch der Berliner Museen 14 (1972), pp. 122-160 Winner 1979 M. Winner, ‘Zu Bruegels “Alchimist”’, in: Von Simson/Winner 1979, pp. 199-202 Winner 1985 M. Winner, ‘Vedute in Flemish landscape drawings of the 16th Century’, in: G. Cavalli-Björkman (ed.), Netherlandish Mannerism. Papers given at a symposium in Nationalmuseum Stockholm. September 21-22, 1984, Stockholm 1985, pp. 85-96 De Winter 1981 P.M. de Winter, ‘A Book of Hours of Queen Isabel la Católica’, Bulletin of the Cleveland Museum of Art, 67 (1981), pp. 342-427 Wolfthal 1989 D. Wolfthal, The beginnings of Netherlandish Canvas Painting. 1400-1530, Cambridge 1989 Wood 1998 C. Wood, ‘The Errera sketchbook and the landscape drawing on grounded paper’, in: Muller/Rosasco/Marrow 1998, pp. 101-116 Wood 2003 J. Wood, ‘Nicholas Lanier (1588-1666) and the origins of drawings collecting in Stuart England’, in: C. Baker, C. Elam and G. Warwick (eds.), Collecting prints and drawings in Europe, c. 1500-1750, Aldershot 2003, pp. 85-121 Wood Ruby 1990 L. Wood Ruby, ‘Sebastiaen Vrancx as Illustrator of Virgil’s Aeneid’, Master Drawings 28 (1990), pp. 54-73) Wood Ruby 1999 L. Wood Ruby, Paul Bril: the Drawings, Turnhout 1999 Wurzbach 1906 A. von Wurzbach, Niederländisches Künstler-Lexikon, 3 vols., Vienna 1906-1911 Wurzbach 1910 A. von Wurzbach, Roger van der Weyden. Ergänzter Seperatabdruck aus dem Niederländischen Künstler-Lexikon, Vienna/Leipzig 1910

IJ / Y

Yasui 2009 A. Yasui, ‘Belgica, Personification of the Low Countries in Prints during the Eighty Years’ War’, The Bulletin of Kanazawa College of Art  53 (March 2009), pp. 11-23 IJsselsteyn 1936 G.T. van IJsselsteyn, Geschiedenis der tapijtweverijen in de noordelijke Nederlanden. Bijdrage tot de geschiedenis der kunstnijverheid, 2 vols. Leiden 1936 IJsselsteyn 1969 G.T. van IJsselsteyn, Tapestry. The most expensive industry of the XVth and XVIth Centuries. A renewed research into technic,origin and iconography, The Hague/Brussels 1969

Z

Zink 1968 F. Zink, Die Handzeichnungen bis zur Mitte des 16. Jahrhunderts. Die Deutschen Handzeichnungen I, Nürnberg 1968 Zwartendijk 1934 J. Zwartendijk, ‘Nederlandsche teekeningen (15de, 16de & 17de eeuw) uit de collectie F. Koenigs in het Museum Boymans te Rotterdam’, Elsevier’s geïllustreerd Maandschrift 44 (1934) no. 88 (July-December), pp. 355-358 Zweite 1980 A. Zweite, Marten de Vos als Maler. Ein Beitrag zur Geschichte der Antwerpener Malerei in der zweiten Hälfte des 16. Jahrhunderts, Berlijn 1980 Zwollo 1965 A. Zwollo, ‘De landschapstekeningen van Cornelis Massys’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 16 (1965), pp. 43-65 Zwollo 1968A. Zwollo, ‘Pieter Stevens, ein vergessener Maler des Rudolfinischen Kreises’, Jahrbuch der Kunsthistorischen Sammlungen in Wien 64 (1968), pp. 119-180 Zwollo 1969 A. Zwollo, ‘Hans Bol, Pieter Stevens en Jacob Savery, enige kanttekeningen’, Oud Holland84 (1969), pp. 298-302 Zwollo 1979 A. Zwollo, ‘Jacob Savery, Nachfolger Pieter Bruegel und Hans Bol’, in: O. von Simson and M. Winner (ed.), Pieter Bruegel und seine Welt. Eine Colloquium veranstaltet vom Kunsthistorischen Institut der Freien Universität Berlin und dem Kupferstichkabinett der Staatlichen Museen Stiftung Preussischer Kulturbesitz (13. und 14. November 1975), Berlin 1979, pp. 203-213. Zwollo 1982 A. Zwollo, ‘Pieter Stevens: nieuw werk, contact met Jan Brueghel, invloed op Kerstiaen de Keuninck’, Leids Kunsthistorisch Jaarboek 1 (1982), pp. 95-118 Zwollo 1987 A. Zwollo, ‘Een “Cornelis Saftleven” per brief’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 38 (1987), pp. 402-406.

Tentoonstellingen

A

Aachen 2011 P. van den Brink et al., Joos van Cleve. Leonardo des Nordens, Aachen (Suermondt-Ludwig-Museum), Stuttgart 2011 Aachen/Prague/Vienna 2010 T. Fusenig (ed.), Hans von Aachen (1552-1615). Court Artist in Europe, Aachen (Suermondt-Ludwig-Museum); Prague (Císarská konírna); Vienna (Kunsthistorisches Museum), Aachen/München 2010 Amsterdam 1923 Jubileumtentoonstelling Vereeniging “Rembrandt”, Amsterdam (Rijksmuseum) 1923 Amsterdam 1929 Tentoonstelling van oude kunst door de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland, Amsterdam (Rijksmuseum) 1929 Amsterdam 1930 Tentoonstelling van werken van Joost de Momper, eenige voorlopers en tijdgenooten, Amsterdam (Kunsthandel P. de Boer) 1930-1931 Amsterdam 1934a Catalogus tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van Nederlandsche Italianiseerende schilders uit de 16e en 17e eeuw, Amsterdam (Maatschappij ‘Arti et Amicitiae’) 1934 Amsterdam 1934b De Helsche en de Fluweelen Brueghel en hun invloed op de kunst in de Nederlanden, Amsterdam (Kunsthandel P. de Boer) 1934 Amsterdam 1939 Tentoonstelling Bijbelsche kunst, Amsterdam (Rijksmuseum) 1939 Amsterdam 1952 Dessins anciens: francais, hollandais, italiens, Amsterdam (Bernard Houthakker) 1952 Amsterdam 1953 R. Pallucchini, De Venetiaanse meesters, Amsterdam (Rijksmuseum) 1953 Amsterdam 1958a Middeleeuwse kunst der Noordelijke Nederlanden, Amsterdam (Rijksmuseum) 1958 Amsterdam 1958b L.C.J. Frerichs, De verzameling van Mr. Chr. Van Eeghen. Nederlandse en buitenlandse tekeningen, Amsterdam (Rijksprentenkabinet/Rijksmuseum) 1958 Amsterdam 1959 Dessins exposés chez Bernard Houthakker, Amsterdam (Bernard Houthakker) 1959 Amsterdam 1964 J.W. Niemeijer, H. Redeker, De verzameling van Bernard Houthakker, Amsterdam (Rijksmuseum) 1964 Amsterdam 1967a K.G. Boon, Hercules Seghers en zijn voorlopers, Amsterdam (Rijksprentenkabinet/Rijksmuseum) 1967 Amsterdam 1967b Master drawings exhibited by Bernard Houthakker, Amsterdam (Bernard Houthakker) 1967 Amsterdam 1968 B. Houthakker, Master drawings exhibited by Bernard Houthakker, Amsterdam (Bernard Houthakker) 1968 Amsterdam 1972 Catalogue of a collection of paintings and drawings formed by the late Mr. Henry M. Knight (1903-1970), Amsterdam (Nystad Antiquairs Lochem & Th. Laurentius), 1972 Amsterdam 1973 K.G. Boon, P. Schatborn, Hollandse genre-tekeningen uit de zeventiende eeuw, Amsterdam (Rijksprentenkabinet/Rijkmuseum) 1973 Amsterdam 1975 A.J.F. Gogelein, A.M. Luyendijk-Elshout et al., Leidse Universiteit 400. Stichting en eerste bloei 1575-ca. 1650, Amsterdam (Rijksmuseum) 1975 Amsterdam 1978 J.P. Filedt Kok, Lucas van Leyden – grafiek (1489 of 1494 – 1533) met een complete oeuvre-catalogus van zijn gravures, etsen en houtsneden, Amsterdam (Rijksmuseum) 1978 Amsterdam 1985 J.P. Filedt Kok et al., ‘s Levens Felheid. De Meester van het Amsterdamse Kabinet of de Hausbuch-meester, ca. 1470-1500, Amsterdam (Rijksprentenkabinet/Rijksmuseum), Amsterdam/Maarssen 1985 Amsterdam 1986 J.P. Filedt Kok, W.Halsema-Kubes and W.Th. Kloek (eds.), Kunst voor de beeldenstorm. Noordnederlandse kunst 1525-1580 (Catalogus), Amsterdam (Rijksmuseum), The Hague 1986 Amsterdam 1989 J.E. Huisken, F. Lammertse, Het kunstbedrijf van de familie Vingboons. Schilders, architecten en kaartenmakers in de Gouden Eeuw, Amsterdam (Koninklijk Paleis), Maarssen/Den Haag/ Amsterdam 1989 Amsterdam 1993 G. Luijten, A. van Suchtelen, R. Baarsen et al. (eds.), Dawn of the Golden Age. Northern Netherlandish Art 1580-1620, Amsterdam (Rijksmuseum), Zwolle 1993 Amsterdam 1993a M. Schapelhouman en P. Schatborn, Tekeningen van oude meesters. De verzameling Jacobus A. Klaver, Amsterdam (Rijksmuseum) 1993 Amsterdam 1997 E. de Jongh, G. Luijten, Mirror of everyday life. Genreprints in the Netherlands 1550-1700, Amsterdam (Rijksmuseum), Amsterdam/Gent 1997 Amsterdam 1999 B. van den Boogert et al., Goethe & Rembrandt. Zeichnungen aus Weimar. Aus den graphischen Beständen der Kunstsammlungen zu Weimar, ergänzt durch Werke aus dem Goethe-Nationalmuseum, Amsterdam (Museum het Rembrandthuis) 1999 Amsterdam 2000 K. Zandvliet (ed.), Maurits, Prins van Oranje, Amsterdam (Rijksmuseum), Amsterdam/Zwolle 2000  Amsterdam 2001 P. Schatborn, Drawn to warmth, 17th-century Dutch artists in Italy, Amsterdam (Rijksmuseum), Zwolle 2001 Amsterdam 2008 E. Kolfin, E. Schreuder (eds.), Black is beautiful. Rubens to Dumas, Amsterdam (De Nieuwe Kerk), Amsterdam/Zwolle 2008 Amsterdam 2011a E. Kolfin, J. van der Veen (eds.), Gedrukt tot Amsterdam. Amsterdamse prentmakers en -uitgevers in de Gouden Eeuw, Amsterdam (Museum Het Rembrandthuis), Zwolle/Amsterdam 2011 Amsterdam 2011b N. Babina, B. van Beneden, N. Gritsay et al., Rubens, Van Dyck and Jordaens. Flemish Painters from the Hermitage, Amsterdam (Hermitage), 2011 Amsterdam/Boston/Philadelphia 1987 P.C. Sutton, Masters of 17th-Century Dutch Landscape Painting, Amsterdam (Rijksmuseum); Boston (Museum of Fine Arts); Philadelphia (Museum of Art) 1987-1988 Amsterdam/Cleveland 1992 N. Bialler, Chiaroscuro Woodcuts. Hendrick Goltzius (1558-1617) and his time, Amsterdam (Rijksprentenkabinet/Rijksmuseum); Cleveland (The Cleveland Museum of Art), Amsterdam/Gent 1992 Amsterdam/Dordrecht 1994 C. Dumas, R.-J. te Rijdt, Kleur en Raffinement. Tekeningen uit de Unicorno collectie, Amsterdam (Museum Het Rembrandthuis); Dordrecht (Dordrechts Museum), Zwolle 1994-1995 Amsterdam/New York/Toledo 2003 H. Leeflang and G. Luijten (eds.), Hendrick Goltzius (1558-1617). Drawings, prints and paintings, Amsterdam (Rijksmuseum); New York (The Metropolitan Museum of Art); Toledo (The Toledo Museum of Art), Zwolle 2003 Amsterdam/Stockholm/Los Angeles 1998 F. Scholten, Adriaen de Vries 1556-1626, Amsterdam (Rijksmuseum); Stockholm (Nationalmuseum); Los Angeles (The Paul J. Getty Museum), Zwolle 1998 Amsterdam/Vienna/New York/Cambridge 1991 W. Robinson, Bruegel to Rembrandt: Seventeenth-Century Dutch Drawings. A Selection from  the Maida and George Abrams Collection, Amsterdam (Rijksmuseum); Vienna (Graphische Sammlung Albertina); New York (The Pierpont Morgan Library); Cambridge (The Fogg Art Museum) 1991-1992 Angers 1935 De Van Eyck à Bruegel, Angers (Musée de l’Orangerie), 1935 Antwerp 1927 A.J.J. Delen, Tentoonstelling van Teekeningen en Prenten van Antwerpsche meesters der XVIIe eeuw (Rubens en zijn tijd), Antwerp (Koninklijk Kunstverbond) 1927 Antwerp 1930 Exposition internationale coloniale, maritime et d’art flamand. Section d’art flamand ancient. Tome I Peinture, dessins, tapisseries, Antwerp (various places) 1930 Antwerp 1982 Het aards paradijs. Dierenvoorstellingen in de Nederlanden van de 16de en 17de eeuw, Antwerp (Zoo) 1982 Antwerp 1987 P. Vandenbroeck, Over wilden en narren, boeren en bedelaars. Beeld van de andere, vertoog over het zelf, Antwerp (Koninklijk Museum voor schone Kunsten) 1987 Antwerp 1988 F. de Nave (ed.), Meesterwerken uit het Stedelijk Prentenkabinet van Antwerpen. Tekeningen uit de XVIde en XVIIde eeuw, Antwerp (Stedelijk Prentenkabinet/Museum Plantin Moretus) 1988 Antwerp 1993 H. van Nieuwdorp (ed.), Antwerpse Retabels 15de-16de eeuw. I. Catalogus, Antwerp (Museum voor Religieuze Kunst) 1993 Antwerp 1993b J. van der Stock, Antwerpen, verhaal van een metropool, 16de-17de eeuw, Antwerp (Hessenhuis) 1993 Antwerp 2002 F. Koreny, E. Pokorny and G. Zeman, Meestertekeningen van Jan van Eyck tot Hiëronymus Bosch, Antwerp (Rubenshuis) 2002 Antwerp 2004 H. Devisscher (ed.), De uitvinding van het landschap. Van Patinir tot Rubens 1520-1650,Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten) 2004 Antwerp 2009 R. Fabri, N. Van Hout (eds.), Van Quinten Metsijs tot Peter Paul Rubens – Meesterwerken uit het Koninklijk Museum terug in de kathedraal, Antwerp (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal) 2009 Antwerp/Maastricht 2005 P. van de Brink and M.P.J. Martens (eds.), Extravagant. A forgotten chapter of Antwerp painting 1500-1530, Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten); Maastricht (Bonnefantenmuseum), Antwerp 2005

B

Berlin 1922 Handzeichnungen Alter Meister, Berlin (Dr. E. Rosenthal) 1922 Berlin 1975 F. Anzelewsky, P. Dreyer, L. Malke et al., Pieter Bruegel der Ältere als Zeichner. Herkunft und Nachfolge, Berlin (Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz, Kupferstichkabinett) 1975 Berlin 1979 H. Mielke, Manierismus in Holland. Kupferstiche, Holzschnitte und Zeichnungen aus dem Berliner Kupferstichkabinett, Berlin (Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz, Kupferstichkabinett) 1979 Besançon 2003 F. Soulier Francois, Les dessins du Musée des Beaux-Arts et d’Archéologie de Besançon, Besançon (Musée des Beaux-Arts et d’Archéologie), Paris 2003-2004 Bourg-en-Bresse 1981 Van Orley et les artistes de la cour de Marguerite d’Autriche, Bourg-en-Bresse (Musée de l’Ain) 1981 Bruges 1939 Memling tentoonstelling. Ingericht door het stadsbestuur in het Stedelijk Museum te Brugge,Brugge 1939 Bruges 1949 M.J. Friedländer, Gerard David, Brugge (Stedelijke Musea), Brussels 1949 Bruges 1994 D. de Vos, D. Marechal, W. Le Loup et al., Hans Memling, Bruges (Groeningemuseum) 1994 Bruges 1998 M.P.J. Martens et al., Brugge en de Renaissance. Van Memling tot Pourbus. 2 vols:catalogus and notities, Bruges (Memlingmuseum-Oud-Sint-Janshospitaal) Antwerp 1998 Bruges 2010 T.-H. Borchert (ed.), Van Eyck tot Dürer. De Vlaamse primitieven & Centraal-Europa 1430-1530, Bruges (Groeningemuseum) 2010-2011 Brussels 1935 Exposition internationale de cinq siècles d’art, Tome II, Dessins et tapisseries, Brussels 1935 Brussels 1937 De Jérôme Bosch à Rembrandt. Dessins hollandais du XVI au XVIIe siècle, Brussels (Paleis voor Schone Kunsten) 1937-1938 Brussels 1949 De van Eyck à Rubens. Les maîtres flamands du dessin, Brussels (Koninklijk Paleis voor Schone Kunsten) 1949 Brussels 1953 Bruxelles au XVme siècle, Brussels (Museum van de stad Brussel-Broodhuis) 1953-1954 Brussels 1954 E. Bille-de Mot, F.C. Legrand et al., Europees humanisme, Brussels (Paleis van Schone Kunsten) 1954-1955 Brussels 1963 De eeuw van Bruegel. De schilderkunst in België in de 16de eeuw, Brussels (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten) 1963 Brussels 1977 Albrecht Dürer in de Nederlanden. Zijn reis (1520-1521) en invloed, Brussels (Paleis voor Schone Kunsten) 1977 Brussels 1979 Rogier van der Weyden. Rogier de le Pasture. Officiële schilder van de Stad Brussel. Portretschilder aan het Hof van Bourgondië, Brussels (Stedelijk Museum van de Stad Brussel-Broodhuis) 1979 Brussels 1980 Ph. Robert-Jones et al., Bruegel. Une dynastie de peintres, Brussels (Palais des Beaux-Arts) 1980 Brussels 1983 R.-A. D’Hulst et al., Dessins du XVe au XVIIIe siècle dans les collections privées de Belgique, Brussels (Société Générale de Banque) 1983 Brussels 2000 V. van de Kerckhof et al., Met passer en penseel. Brussel en het oude hertogdom Brabant in beeld, Brussels (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België) 2000 Brussels/Amsterdam/Aachen 2007 S. Hautekeete, Holland in Linien. Niederländische Meisterzeichnungen des Goldenen Zeitalters aus den Königlich-Belgischen Kunstmuseen Brüssel, Brussel (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België); Amsterdam (Museum het Rembrandthuis); Aachen (Suermondt-Ludwig Museum), Brussel 2007 Brussels/Beijing 2007 L. Tuymans, Y. Hui, T.-H. Borchert et al., Het Verboden Rijk. Wereldbeelden van Chinese en Vlaamse meesters, Brussels (Paleis voor Schone Kunsten); Beijing (Palace Museum) 2007 Brussels/Delft 1957 F. Baudouin, Dieric Bouts, Brussels (Palais des Beaux-Arts), Delft (Museum Prinsenhof), 1957-1958 Brussels/Hamburg 1961 Dessins Hollandais du siècle d’or, Brussel (Bibliothèque Albert Ier)/ Holländische Zeichnungen der Rembrandt-Zeit, Hamburg (Hamburger Kunsthalle) 1961 Brussels/Rome 1995 Fiamminghi a Roma. Kunstenaars uit de Nederlanden en het prinsbisdom Luik te Rome tijdens de Renaissance, Brussels (Paleis voor Schone Kunsten); Rome (Palazzo delle Esposizione) 1995 Brussels/Rotterdam/Paris/Bern 1968 Dessins de Paysagistes Hollandais du XVIIe siècle de la collection particulière conservée à l’Institut Néerlandais de Paris, Brussels (Bibliothèque Albert Ier); Rotterdam (Museum Boymans-Van Beuningen); Parijs (Institut Néerlandais); Bern (Kunstmuseum), Brussels 1968 Brussels/Rotterdam/Paris 1972 Hollandse en Vlaamse tekeningen uit de zeventiende eeuw. Verzameling van de Hermitage, Leningrad en het Museum Poesjkin, Moskou, Brussels (Bibliotheek Albert I); Rotterdam (Museum Boymans-Van Beuningen); Parijs (Institut Néerlandais) 1972-1973

C

Cambridge 1958 A Mongan, Drawings of the collection of Curtis O. Baer, Cambridge (Fogg Art Museum) 1958 Cambridge/Montreal 1988 F.J. Duparc, Landscape in perspective. Drawings by Rembrandt and his contemporaries, Cambridge Mass. (Arthur M. Sackler Museum, Harvard University); Montreal (Museum of Fine Arts) 1988 Cambridge/Williamstown/Los Angeles 1978 K. Oberhuber (ed.), Renaissance and baroque drawings from the collections of John and Alice Steiner, Cambridge (Fogg Art Museum); Williamstown (Sterling and Francine Clark Art Institute); Los Angeles (J. Paul Getty Museum) 1978 Cologne 1977 Peter Paul Rubens. Katalog I. Rubens in Italien, Gemälde, Ölskizzen, Zeichnungen (…), Cologne (Kunsthalle) 1977 Cologne 2001 R. Budde, R. Krischel (eds.), Genie ohne Namen. Der Meister des Bartholomäus-Altars,Cologne (Wallraf-Richartz-Museum) 2001 Cologne/Antwerp/Vienna 1992 E. Mai and H. Vlieghe, Von Bruegel bis Rubens. Das goldene Jahrhundert der flämischen Malerei, Cologne (Wallraf-Richartz-Museum); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten); Vienna (Kunsthistorisches Museum) 1992-1993

D

Darmstadt 1992 J. Simane and P. Märker, Landschaftszeichnungen der Niederländer, 16. und 17. Jahrhundert, Darmstadt (Hessisches Landesmuseum) 1992 Delft 1998 J. Dane, J.W.L. Hilkhuijsen and M.P. van Maarseveen, Beelden van een strijd. Oorlog en kunst vóór de Vrede van Munster, 1621-1648, Delft (Stedelijk Museum Het Prinsenhof), Delft/Zwolle 1998 Delft/Antwerp 1964 De schilder in zijn wereld. Van Jan van Eyk tot Van Gogh en Ensor, Delft (Stedelijk Museum Het Prinsenhof); Antwerpen (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten) 1964-1965 Detroit/Ottawa/Coburg 1981 C. Andersson and C. Talbot, From a mighty fortress. Prints, drawings, and books in the age of Luther 1483-1546, Detroit (Institute of Arts), Ottawa (The National Gallery of Canada), Coburg (Sammlungen der Veste Coburg) 1981-1982 Dijon 1950 J.C. Ebbinge Wubben, De Jérôme Bosch à Rembrandt. Peintures et dessins du Musée Boymans de Rotterdam, Dijon (Musée de Dijon) 1950 Dordrecht 1959 L.J. Bol, Bekoring van het kleine, Dordrecht (Dordrechts Museum) 1959 Dresden 1983 Lucas van Leyden. Das graphische Werk im Kupferstich-Kabinett zu Dresden, Dresden (Staatliche Kunstsammlungen) 1983 Dresden 1986 W. Schmidt and F. Glaubrecht, Altdeutsche Zeichnungen aus der Sammlung Franz Koenigs, Dresden (Kupferstich-Kabinett) 1986-1987 Dresden 2005 T. Ketelsen, U. Neidhardt, Das Geheimnis des Jan van Eyck. Die frühen niederländischen Zeichnungen und Gemälde in Dresden, Dresden (Staatliche Kunstsammlungen Dresden), 2005

E

Edinburgh 2008 C.T. Seifert, Dutch Mannerism.Goltzius and his contemporaries, Edinburgh (National Gallery of Scotland) 2008-2009 Essen/Antwerp 1998 K. Ertz and C. Nitze-Ertz (eds.), Pieter Brueghel de Jonge – Jan Brueghel de Oude. Een Vlaamse schildersfamilie rond 1600, Villa Hügel Essen (Kulturstiftung Ruhr); Vienna (Kunsthistorisches Museum); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), Lingen 1998 Essen/Vienna 1988 Prag um 1600. Kunst und Kultur am Hofe Kaiser Rudolfs II., 2 vols., Essen (Kulturstiftung Ruhr); Vienna (Kunsthistorisches Museum), Freren 1988 Essen/Vienna/Antwerp 1997 K. Ertz and C. Nitze-Ertz (eds.), Pieter Brueghel der Jüngere, Jan Brueghel der Ältere. Flämische Malerei um 1600. Tradition und Fortschritt, Villa Hügel Essen (Kulturstiftung Ruhr); Vienna (Kunsthistorisches Museum); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten) 1997-1998, Lingen 1997

F

Ferrara 1933 Catalogo della esposizione della pittura ferrarese del Rinascimento, Ferrara (Reale Accademia) 1933  Florence 1964 E.K.J. Reznicek, Mostra di disegni fiamminghi e olandesi, Florence (Gabinetto Disegni e Stampe degli Uffizi) 1964 Florence 2000 B. Meijer and G.J. van der Sman, Da Leonardo a Mondrian. Disegni del Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, Florence (Instituto Universitario Olandese di Storia dell’Arte) 2000 Florence 2008 W.Th. Kloek and B.W. Meijer ed., Fiamminghi e Olandesi a Firenze. Disegni dalle collezioni degli Uffizi, Florence (Gabinetto Disegni e Stampe degli Uffizi) 2008 Florence/Paris 1980 K.G. Boon and C. van Hasselt, L’epoque de Lucas de Leyde et Pierre Bruegel. Dessins des anciens Pays-Bas. Collection Frits Lugt, Institut Néerlandais Paris, Florence (Istituto Universitario Olandese di Storia dell’Arte); Paris (Institut Néerlandais) 1981 Florence/Paris 2013 (forthcoming) Cristina Acidini, Lina Bolzoni et al., Il Sogno nel Rinascimento /Rêver à la Renaissance, Florence (Palazzo Pitti); Paris (Musée du Luxembourg) 2013-2014 Frankfurt 2000 A Strech, ‘Nach der Leben und aus der Phantasie’. Niederländische Zeichnungen vom 15. bis. 18. Jahrhundert aus dem Städelschen Kunstinstitut, Frankfurt (Städelsches Kunstinstitut und Städtische Galerie) 2000 Frankfurt/Berlin 2008 S. Kemperdick, J. Sander (eds.), The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Frankfurt (Städel Museum); Berlin (Gemäldegalerie Staatliche Museen) 2008-2009, Ostfildern 2008

G

Gent 1954 Roelandt Savery 1576-1639, Gent (Museum voor Schone Kunsten) 1954 Gent 1955 Charles-Quint et son temps, Gent (Musée des Beaux-Arts) 1955 Gent 1957 P. Coremans, P. Eeckhout, J. Lavalleye and H. Pauwels, Justus van Gent Berruguete en het hof van Urbino, Gent (Museum voor Schone Kunsten) 1957 Gent 1986 P. Verbraeken (ed.), Joachim Beuckelaer. Het markt-en keukenstuk in de Nederlanden 1550-1650, Gent (Museum voor Schone Kunsten) 1986-1987 Girona/Salamanca/Palma de Mallorca 2001 Durero y su tiempo, Girona (Sala Girona de la Fundación “la Caixa”); Salamanca (Museo Art Nouveau y Art Déco, Casa Lis); Palma de Mallorca (Centro Cultural de la Fundación “la Caixa”) 2001-2002 Göteborg 1954 Rotterdam och havet: Holländsk 1600-talskonst ur offentliga och privata samlingar i Rotterdam, Göteborg (Konstmuseum) 1954 Groningen 2001 H. Th. Van Veen (ed.), ’s Lands schip Verhildersum. Drie tentoonstellingen rond een tekening van Willem van de Velde, Leens (Stichting Borg Verhildersum); Groningen (Noordelijk Scheepvaartmuseum) 2001 Groningen 2005 L. Pijl, Van Cuyp tot Rembrandt. De verzameling Cornelis Hofstede de Groot, Groningen (Groninger Museum) 2005

H

Haarlem 1926 Tentoonstelling Oude kunst in particulier bezit te Haarlem, Haarlem (Frans Halsmuseum) 1926-1927 Haarlem 1936 Tentoonstelling van oude kunst (Nederlandsch Kunstverbond, afdeeling Haarlem), Haarlem (Frans Halsmuseum) 1936 Haarlem 2000 H. Verbeek, R.-J.A. te Rijdt and M. Schapelhouman, Travels through town and country. Dutch and Flemish landscape drawings 1550-1830, Haarlem (Teylers Museum), Willemstad (Curaçao) 2000 Haarlem/Antwerp 2000 J.B. Bedaux, R. Ekkart (eds.), Kinderen op hun mooist. Het kinderportret in de Nederlanden 1500-1700, Haarlem (Frans Halsmuseum); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), Gent/Amsterdam 2000 Haarlem/Paris 2001 M. van Berge-Gerbaud, M.C. Plomp et al., Hartstochtelijk verzameld. Beroemde tekeningen in 18de-eeuwse Hollandse collecties, Haarlem (Teylers Museum); Paris (Fondation Custodia) 2001-2002 The Hague 1945 J.G. van Gelder, Nederlandsche kunst van de XVde en XVIde eeuw, The Hague (Mauritshuis) 1945 The Hague 1952 Hollandse Tekeningen rond 1600, The Hague (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie), The Hague 1952 The Hague 1997-1998 Vorstelijk verzameld. De kunstcollectie van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, The Hague (Mauritshuis) 1997-1998 Hamburg 2001 J. Müller,U.M. Schneede (eds.), Pieter Bruegel invenit. Das druckgraphische Werk,Hamburg (Hamburger Kunsthalle) 2001 Hanover/Wellesley/Providence/Storrs 1969 Selections from the Collection of Dutch Drawings of Maida and George Abrams, Hanover [NH] (Hopkins Center Art Galleries); Wellesley [MA] (College Museum); Providence [RI] (Museum of Art/ School of Design); Storrs [CT] (Museum of Art/University of Connecticut) 1969 ’s-Hertogenbosch 1967 K.G. Boon, J. Bruyn et al., Jheronimus Bosch, ’s-Hertogenbosch (Noordbrabants Museum) 1967 ’s-Hertogenbosch 1990 A.M. Koldeweij, In Buscoducis. Kunst uit de Bourgondische tijd te ´s-Hertogenbosch. De cultuur van de late middeleeuwen en renaissance, ’s-Hertogenbosch (Noordbrabants Museum) 1990 ’s-Hertogenbosch 2001 P. Huys Janssen (ed.), Panorama op de wereld. Het landschap van Bosch tot Rubens, ’s-Hertogenbosch (Noordbrabants Museum), Zwolle 2001 ’s-Hertogenbosch 2006 ‘Spreken is zilver, kijken is goud’. De verbeelding van spreekwoorden in de Nederlandse kunst ’s-Hertogenbosch  (Noordbrabants Museum), 2006 (no exhibition catalogue) ’s-Hertogenbosch/Louvain 2002 Y. Bruijnen, P. Huys Janssen (eds.), De Vier Jaargetijden in de kunst van de Nederlanden 1500-1750, ‘s-Hertogenbosch (Noordbrabants Museum); Louvain (Stedelijk Museum Vander Kelen Mertens), Zwolle 2002

K

Koblenz/Göttingen/Oldenburg 2000 G. Unverfehrt, Zeichnungen von Meisterhand: die Sammlung Uffenbach aus der Kunstsammlung der Universität Göttingen, Koblenz (Mittelrhein-Museum); Göttingen (Kunstsammlung der Universität); Oldenburg (Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte), Göttingen 2000 Krakow 2004 E. Czepielowa (ed.), Skarby Niderlandów. Rysunki i wybrane rycini artystów niderlandzkich XVI-XVII wieku ze zbiorów Fundacji Ksiqzat Czartoryskich/Treasures of the Netherlands. Drawings and selected prints by Dutch and Flemish artists of the 16th and 17th centuries of the Princes Czartoryski Foundation, Krakow (Arsenal of the Princes Czartotyski Museum) 2004

L

Leiden 1978 Het Laatste Oordeel, Leiden (Stedelijk Museum De Lakenhal) 1978 Leiden 2011 C. Vogelaar, J.P. Filedt Kok, H. Leeflang, I.M. Veldman, Lucas van Leyden en de Renaissance, Leiden (Museum De Lakenhal), Antwerpen 2011 Lemgo/Antwerp 2002 H. Borggrefe, T. Fusenig. B. Uppenkamp et al., Tussen stadspaleizen en luchtkastelen. Hans Vredeman de Vries en de Renaissance, Lemgo (Weserrenaissance-Museum Schloß Brake); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), Gent/Amsterdam 2002 Leuven 1998 M Smeyers, K. Smeyers (eds.), Dirk Bouts (ca. 1410-1475). Een Vlaams primitief te Leuven,Leuven (Sint-Pieterskerk and Predikherenkerk) 1998 Leuven 2009 L. Campbell, J. van der Stock, Rogier van der Weyden 1400-1464. De passie van de Meester, Leuven (M Leuven), Zwolle/Leuven 2009 Lille 2005 F. Gombert, D. Martens, Le Maître au Feuillage brodé. Primitifs flamands. Secrets d’ateliers,Lille (Palais des Beaux-Arts), Paris 2005 London 1927 Exhibition of Flemish and Belgian Art 1300-1900, London (Royal Academy of Arts) 1927 London 1929 Exhibition of Dutch Art 1450-1900, London (Royal Academy of Arts) 1929 London 1932 P. Léon, W.G. Constable, Exhibition of French art 1200-1900, London (Royal Academy of Arts) 1932 London 1949 M. J. Friedländer, Gerard David and his followers, London (Wildenstein Gallery), 1949 London 1953a K.T. Parker, J. Byam Shaw, Drawings by old masters, London (Royal Academy of Arts, Diploma Gallery) 1953 London 1953b M.W. Brockwell et al., Flemish Art 1300-1700, London (Royal Academy of Arts), 1953-1954 London 1958 Exhibition of old master drawings, London (P. & D. Colnaghi & Co.) 1958 London 1986a C. Brown, Dutch Landscape. The early years. Haarlem and Amsterdam 1590-1650, Londen (The National Gallery) 1986 London 1986b Master Drawings presented by Adolphe Stein, London (Douwes Fine Art Gallery) 1986 London 2005 M. MacDonald, Ferdinand Columbus: Renaissance Collector, London (British Museum) 2005 London 2006 Master Drawings from the Oppé Collection, sales catalogue Londen (Christie’s), 5 December 2006 London/New York 2011 S. Nash et al., Late medieaval panel paintings. Materials methods meanings,London (Sam Fogg), New York (Richard L. Geigen & Co. Inc.), 2011-2012 London/Paris/Bern/Brussels 1972 C. van Hasselt, Flemish drawings of the seventeenth century from the collection of Frits Lugt, Institut Néerlandais, Paris, London (Victoria & Albert Museum); Paris (Institut Néerlandais); Bern (Kunstmuseum); Brussels (Bibliothèque Royale Albert Ier), Paris 1972 London/Paris/Cambridge 2002 W. Robinson, Bruegel to Rembrandt: Dutch and Flemish drawings from the Maida and George Abrams collection, London (British Museum); Paris (Institut Néerlandais); Cambridge Massachusetts (Fogg Art Museum) 2002-2003 Los Angeles 1961 E. Feinblatt, Prints & drawings of Pieter Bruegel the Elder 1525/30-1569, Los Angeles (County Museum of Art) 1961 Los Angeles/London 2003 Th. Kren, S. Mckendrick, Illuminating the Renaissance. The triumph of Flemish manuscript painting in Europe, Los Angeles (J. Paul Getty Museum), London (Royal Academy of Arts), 2003-2004

M

Maastricht 1939 Oude kunst, Maastricht (Stedelijk Museum) 1939 Maastricht 2000 T.H. Borchert, Rondom Dürer/Dürer and his time, Maastricht (Bonnefantenmuseum), Maastricht/Gent 2000 Madrid 2007 A. Vergara (ed.), Patinir. Essays and critical catalogue, Madrid (Museo Nacional del Prado) 2007 Mechelen 1958 Margareta van Oostenrijk en haar hof, Mechelen (wereldtentoonstelling) 1958 Minneapolis/Toledo/Los Angeles 1990 G.S. Keyes, Mirror of Empire. Dutch Marine Art of the Seventeenth Century, Minneapolis (Institute of Arts); Toledo (Museum of Art); Los Angeles (County Museum of Art), Cambridge 1990 Mönchengladbach 1975 Hendrick Goltzius. Zeichnungen, Kupferstiche, Holzschnitte, Mönchengladbach (Städtisches Museum Schloss Rheydt) 1975 Moscow 1995 Five Centuries of European Drawings. The Former Collection of Franz Koenigs, Moscow (Pushkin State Museum of Fine Arts) 1995-1996 Munich 1978 B. Volk-Knüttel, Peter Candid. Zeichnungen. Munich (Staatliche Graphische Sammlung)  1978-1979 Munich 1979 K. Renger, C. Syre, Graphik der Niederlande 1508-1617. Kupferstiche und Radierungen von Lucas van Leyden bis Hendrik Goltzius, Munich (Staatliche Graphische Sammlung) 1979 Munich 1989 H. Bevers, Niederländische Zeichnungen des 16. Jahrhunderts in der Staatlichen Graphischen Sammlung München, Munich (Staatliche Graphische Sammlung) 1989-1990 Munich 2005 Th. Vignau-Wilberg, In Europa zu Hause – Niederländer in München um 1600, Munich (Staatliche Graphische Sammlung) 2005-2006 Münster 1976 G. Langemeyer, R. Schleier, Bilder nach Bildern. Druckgrafik und die Vermittlung der Kunst, Münster (Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte) 1976

N

New Brunswick 1983 F.F. Hofrichter, Haarlem: The seventeenth century, New Brunswick (The Jane Voorhees Zimmerli Art Museum) 1983 New Haven/Santa Barbara/Springfield 1986 A. Moir (ed.), Old Master Drawings from the collection of John and Alice Steiner, New Haven (Yale University Art Gallery); Santa Barbara (Museum of Art); Springfield, MA. (Museum of Fine Arts); Williamsburg, VA (Muscarelle Museum of Art, College of William and Mary) 1986-1987 New York 1994 M Ainsworth, M.P.J. Martens, Petrus Christus. Renaissance Master of Bruges, New York (Metropolitan Museum of Art) 1994 New York 1995 T. B. Husband, I.M. Veldman et al., The Luminous Image. Painted Glass Roundels in the Lowlands, 1480-1560, New York (The Metropolitan Museum of Art) 1995 New York 2005 A.M. Logan, M.C. Plomp, Peter Paul Rubens. The drawings, New York (The Metropolitan Museum of Art), New Haven/London 2005 New York 2010 L. Wolk-Simon, C.C. Bambach et al., An Italian Journey. Drawings from the Tobey Collection : Correggio to Tiepolo, New York (The Metropolitan Museum of Art) 2010 New York 2011 A.H. van Buren, R.S. Wieck, Illuminating fashion. Dress in the art of Medieval France and the Netherlands 1325-1515, New York (Morgan Library & Museum), New York/London 2011 New York 2012 J. Turner, Rembrandt’s World. Dutch Drawings from the Clement C. Moore Collection, New York (The Morgan Library and Museum) 2012 New York/Boston/Chicago 1972 K.G. Boon and P. Schatborn, Dutch Genre Drawings. A loan exhibition from Dutch museums, foundations and private collections, New York (The Pierpont Morgan Library); Boston (The Museum of Fine Arts); Chicago (The Art Institute of Chicago) 1972-1973 New York/Edinburgh 2009 S. Alsteens et al., Raphael to Renoir. Drawings from the Collection of Jean Bonna, New York (Metropolitan Museum of Art); Edinburgh (National Gallery of Scotland), New York/New Haven/London 2009 New York/Fort Worth/Baltimore 1976 M. Jaffé et al., European drawings from the Fitzwilliam, New York (The Pierpont Morgan Library), Fort Worth (Kimbell Art Museum), Baltimore (The Baltimore Museum of Art), Minneapolis (The Minneapolis Institute of Arts), Philadelphia (Philadelphia Museum of Art) 1976-1977 New York/Fort Worth/Cleveland 1990 zie Luijten/Meij 1990 New York/London 1986 D. Farr, W. Bradford, The Northern Landscape. Flemish, Dutch and British Drawings from the Courtauld Collections, New York (Drawing Centre); London (Courtauld Institute Galleries), London 1986 New York/London 2010 M. W. Ainsworth, S. Alsteens and N.M. Orenstein et al., Man, myth and sensual pleasures. Jan Gossart’s Renaissance. The complete works, New York (The Metropolitan Museum of Art); London (National Gallery); New York/New Haven/London 2010-2011 Nijmegen/New York 2009 R. Dückers and R. Priem (eds.), The Hours of Catherine of Cleves. Devotion, demons and daily life in the fifteenth Century, Nijmegen (Museum Het Valkhof), New York (The Morgan Library & Museum) 2009-2010

O

Ottawa/Cambridge/Fredericton 2003 J. Spicer, O. Bonebakker, D. Franklin, Dutch and Flemish drawings from the National Gallery of Canada, Ottawa (National Gallery of Canada); Cambridge (Arthur M. Sackler Museum/Harvard University); Fredericton, Canada (Beaverbrook Art Gallery), 2003-2005, Ottawa 2004

P

Paris 1935 De Van Eyck à Bruegel, Paris (Musée de l’Orangerie) 1935-1936 Paris 1937 H. Focillon, Chefs-d’oeuvre de l’art français, Paris (Palais National des Arts) 1937 Paris 1947 L. van Puyvelde, Les Primitifs flamands, Paris (Musée de l’Orangerie), Brussels 1947 Paris 1949 De van Eyck à Rubens. Les maîtres flamands du dessin, Paris (Bibliothèque Nationale) 1949 Paris 1952 E. Haverkamp Begemann, Musée Boymans de Rotterdam. Dessins du XVe au XIXe siècle, Paris (Bibliothèque Nationale) 1952 Paris 1960 Bestiaire hollandais. Exposition de tableaux, aquarelles, dessins et gravures par des artistes hollandais des XVIIe-XVIIIe siècles et d’un choix de livres de la même période, Paris (Institut Néerlandais) 1960 Paris 1970 Rembrandt et son temps. Dessins des collections publiques et privées conservées en France, Paris (Musée du Louvre) 1970 Paris 1972 I.Q. van Regteren Altena, Cent dessins du Musée Teyler, Haarlem (Cabinet des dessins, Musée du Louvre), Paris 1972 Paris 1974 Dessins Flamands et hollandais du dix-septième siècle. Collections Musées de Belgique,Musée Boymans-van Beuningen, Institut Néerlandais, Paris (Institut Néerlandais) 1974 Paris 1985 C. van Hasselt, M. van Berge-Bergaud, Le Héraut du Dix-septième Siècle. Dessins et gravures de Jacques de Gheyn II et III de la Fondation Custodia Collection Frits Lugt, Paris (Fondation Custodia) 1985 Paris 1987 P. Jean-Richard, Ornemanistes du XVe au XVIIe siècle. Gravures et dessins, Parijs (Musée du Louvre) 1987 Paris 1994 M. van Berge-Gerbaud, H. Buijs (eds.), Morceaux Choisis. Parmi les acquisitions de la Collection Frits Lugt realisées sous le directorat de Carlos van Hasselt 1970-1994, Paris (Fondation Custodia) 1994 Paris 1997 M. Berge-Gerbaud (ed.), Rembrandt et son école. Dessins de la Collection Frits Lugt, Paris (Fondation Custodia) 1997 Paris 2004 E. Taburet-Delahaye, F. Avril, Paris 1400. Les arts sous Charles VI, Paris (Musée du Louvre) 2004 Paris 2008a T. Gerszi, Renaissance et maniérisme aux Pays Bas. Dessins du musée des Beaux-Arts de Budapest, Paris (Musée du Louvre) 2008-2009 Paris 2008b W.Th. Kloek and B.W. Meijer ed., Bruegel, Rubens et leurs contemporains. Dessins nordique du Musée des Offices à Florence, Paris (Fondation Custodia) 2008 Paris 2009 J. Foucart, Catalogue des peintures flamandes et hollandaises du musée du Louvre, Paris 2009 Paris 2010 H. Buijs (ed.), J.P. Filedt Kok et al., Un cabinet particulier. Les estampes de la Collection Frits Lugt, Paris (Fondation Custodia) 2010 Paris/Antwerp/London/New York 1979 F. Stampfle, Rubens and Rembrandt in Their Century. Flemish and Dutch Drawings of the 17th Century from the Pierpont Morgan Library, Paris (Institut Néerlandais); Antwerp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten); London (British Museum); New York (Pierpont Morgan Library), New York 1979 Paris/Douai 2011 F. Baligand, A. Donetzkoff, M. Faries et al., La renaissance de Jan van Scorel. Les retables de Marchiennes, Paris (Institut Néerlandais) ; Douai (Musée de la Chartreuse de Douai), Paris 2011 Paris/Hamburg 1985 E. Brugerolles (ed.), Renaissance et Maniérisme dans les Écoles du Nord dans les collections de l’Écoles du Nord, Paris (École nationale supérieure des Beaux-Arts); Hamburg (Kunsthalle) 1985-1986 Philadelphia 1992 L.W. Nichols, ‘The ‘Pen Works’ of Hendrick Goltzius’, Philadelphia (Museum of Art), published in Bulletin Philadelphia Museum of Art 88, no. 373-774, pp. 1-57 Poughkeepsie 1970& Dutch Mannerism. Apogee and Epilogue, Poughkeepsie [NY] (Vassar College Art Gallery) 1970 Prague 1966 Tri stoletti Nizozemské kresby 1400-1700 (Three Centuries of Netherlandish Drawings), Prague (Narodny Galerie) 1966 Prague 1997 E. Fucíková, J.M. Bradburne, B. Bukovinská (ed.), Rudolf II and Prague. The Court and the City, Prague (Prague Castle), London 1997 Prague/Courtrai 2010 O. Kotková (ed.), Roelandt Savery 1576-1639. A Painter in the Services of Emperor Rudolf II, Prague (Národní galerie); Courtrai (Broelmuseum) 2010-2011 Princeton/Champaign-Urbana/Pittsburgh 1991 F.A. den Broeder, Old Master Drawings from the collection of Joseph F. McCrindle, Princeton University (The Art Museum); Champaign-Urbana (Kranner Art Museum, University of Illinois); Pittsburgh (The Frick Art Museum); Ann Arbor (University of Michigan Museum of Art); Durham (Duke University Museum of Art) 1991-1992 Providence/Minneapolis/Toledo 1983 D.J. Johnson, Old Master Drawings from the Museum of Art, Rhode Island School of Design, Providence (Museum of Art, Rhode Island School of Design); Minneapolis (Institute of Art); Toledo (Museum of Art); Coral Gable, Fl. (Lowe Art Museum, University of Miami); Ontario (Art Gallery of Ontario); Baltimore (Museum of Art); Hanover, NH (Hood Museum, Dartmouth College) 1983

R

Rome 1971 M. Chiarini Vedute romane. Disegni dal XVI al XVIII secolo, Rome (Gabinetto Nazionale delle Stampe) 1971 Rome 1972 F. Viatte, R. Bacou, G. Delle Piane Perugini, Il paesaggio nel disegno del cinquecento Europeo, Rome (Accademia di Francia, Villa Medici) 1972-1973 Rome/Berlin 2008 G. Scandiani (ed.), Sebastiano del Piombo 1485-1547, Rome (Palazzo di Venezia); Berlin (Gemäldegalerie), Milan 2008 Rotterdam 1934 D. Hannema, Nederlandsche teekeningen uit de 15de, 16de en 17de eeuw. Verzameling F. Koenigs, Rotterdam (Museum Boymans) 1934 Rotterdam 1934a Honderd oude Fransche teekeningen uit de verzameling F. Koenigs, Rotterdam (Museum Boymans), 1934-1935 Rotterdam 1936 Jeroen Bosch - Noord-nederlandsche Primitieven, Rotterdam (Museum Boymans) 1936 Rotterdam 1936 Kersttentoonstelling, Rotterdam (Museum Boymans) 1936 Rotterdam 1938 Meesterwerken uit vier eeuwen 1400-1800. Schilderijen en teekeningen uit particuliere verzamelingen in Nederland bijeengebracht gedurende de veertigjarige regering van H.M. koningin Wilhelmina, Rotterdam (Museum Boymans) 1938 Rotterdam 1948 J.C. Ebbinge Wubben, Tekeningen van Jan van Eyk tot Rubens, Rotterdam (Museum Boymans) 1948-1949 Rotterdam 1949 D. Hannema, Meesterwerken uit de verzameling D.G. van Beuningen, Rotterdam (Museum Boymans) 1949 Rotterdam 1952 E. Haverkamp Begemann, Musee Boymans Rotterdam. Choix de dessins. Exposition organisée a l’occasion de XVIIme congres international d’histoire de l’art, Rotterdam (Museum Boymans) 1952 Rotterdam 1954 Rotterdam en de zee, Rotterdam (Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’) 1954 Rotterdam 1980 J. Giltaij, H. de Man, Dubbelportret, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 1980 Rotterdam 1987 A.W.F.M. Meij, Duitse tekeningen uit de verzameling Koenigs terug in Nederland, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 1987 Rotterdam 1988 G. Luijten, G.M.C. Jansen, Italianisanten en bamboccianten. Het italianiserende landschap en genre door Nederlandse kunstenaars uit de zeventiende eeuw, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 1988 Rotterdam 1988a J. Burgers, In de vier winden. De prentuitgeverij van Hieronymus Cock 1507/10-1570 te Antwerpen, Rotterdam (Museum Boymans-van Beuningen) 1988 Rotterdam 1994 M. Sellink, Cornelis Cort ‘constich plaedt-snijder van Horne in Hollandt/ accomplished plate-cutter from Hoorn in Holland’, Rotterdam (Museum Boymans-van Beuningen) 1994 Rotterdam 1996 Het rijk van Neptunus. Maritieme prentkunst rond de Gouden Eeuw, Rotterdam (Maritiem Museum ‘Prins Hendrik’) 1996-1997 Rotterdam 2001 J. Koldeweij, P. Vandenbroeck, B. Vermet, Jheronimus Bosch. Alle schilderijen en tekeningen, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), Rotterdam/Gent/Amsterdam 2001 Rotterdam 2004a A.J. Elen, Return of a Lost Treasure. German Master Drawings from the Koenigs Collection, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), Rotterdam 2004 Rotterdam 2004b P.J.G. van der Coelen and A.J. Elen, Het jaar rond met Bol/Around the Year with Bol, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2004-2005 Rotterdam 2007 Enclosures. Guide, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2007-2008 Rotterdam 2008 P. van der Coelen et al., Erasmus in beeld, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2008-2009 Rotterdam 2009 Vaste opstelling De Collectie Twee [met aanduiding kwartaal 1, 2, 3 of 4], Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2009 (zonder publicatie) Rotterdam 2010-2011 Vaste opstelling De Collectie Twee [met aanduiding kwartaal 1, 2, 3 of 4], Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2009 (zonder publicatie) Rotterdam 2012 S. Kemperdick, F. Lammertse, De weg naar Van Eyck, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2012 Rotterdam/Amsterdam 1961 150 Tekeningen uit vier eeuwen uit de verzameling Sir Bruce en Lady Ingram, Rotterdam (Museum Boymans-van Beuningen); Amsterdam (Rijksmuseum), 1961-1962 Rotterdam/Bruges 1965 H. Pauwels, H.R. Hoetink, S. Herzog, Jan Gossaert genaamd Mabuse,Rotterdam (Museum Boymans-van Beuningen), Bruges (Groeningemuseum) 1965 Rotterdam/Brussels/Paris 1948 Tekeningen van Jan van Eyck tot Rubens/ De Jan van Eyck à Rubens, Rotterdam (Museum Boymans); Brussels (Palais des Beaux Arts); Paris (Bibliothèque Nationale) 1948-1949 Rotterdam/Haarlem 1958 E.K.J. Reznicek, Goltzius als tekenaar, Rotterdam (Museum Boymans), Haarlem (Teylers Museum), Rotterdam 1958 Rotterdam/New York 2001 N.M. Orenstein (ed.), Pieter Bruegel the Elder. Drawings and Prints, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen); New York (The Metropolitan Museum of Art), New York 2001 Rotterdam/Paris/Brussels 1976 J. Giltaij, Kabinet van tekeningen. 16de en 17de-eeuwse Hollandse en Vlaamse tekeningen uit een Amsterdamse verzameling, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen); Paris (Institut Néerlandais); Brussels (Koninklijke Bibliotheek Albert I) 1976-1977 Rotterdam/Washington 1985 A.W.F.M. Meij (ed.), Jacques de Gheyn II drawings 1565-1629, Rotterdam (Museum Museum Boymans-van Beuningen);Washington (National Gallery of Art) 1985-1986

S

Schwerin 1982 Niederländische Zeichnungen. 15.-19. Jahrhundert. Eigene Bestände, Schwerin (Staatliches Museum) 1982 St Petersburg 2010 A. Larionov, From gothic to mannerism. Early netherlandish drawing in the State Hermitage, St Petersburg (The State Hermitage) 2010 Stuttgart 1979 H. Geissler, Zeichnung in Deutschland. Deutsche Zeichner 1540-1650, 2 vols., Stuttgart (Staatsgalerie) 1979-1980 Stuttgart 1984 H. Geissler, O. Pannewitz (eds.), Zeichnungen des 15. bis 18. Jahrhunders. Meisterwerke aus der graphischen Sammlung. Stuttgart (Staatsgalerie) 1984 Stuttgart/Karlsruhe 1989 Zeichnungen des 16. bis 18. Jahrhunderts. Vermächtnis Richard Jung, Stuttgart (Staatsgalerie Stuttgart, Graphische Sammlung), Karlsruhe (Staatliche Kunsthalle) 1989-1990 Turin 2006 E. Pagelli (ed.)., Corti e Città. Arte del Quattrocento nelle Alpi occidentali, Turin (Palazzina della Promotrice delle Belle Arti) 2006

U

Utrecht 1913 Tentoonstelling van Noord-Nederlandsche schilder- en beeldhouwkunst voor 1575, Utrecht (Centraal Museum) 1913 Utrecht 1955 Jan van Scorel, Utrecht (Centraal Museum) 1955 Utrecht 1952 C.H. de Jonge, Catalogus der schilderijen Centraal Museum Utrecht, Utrecht 1952 Utrecht 1984Zeldzaam Zilver uit de Gouden Eeuw. De Utrechtse edelsmeden Van Vianen, Utrecht (Centraal Museum) 1984-1985 Utrecht/Schwerin 2011 L.M. Helmus, G. Seelig, The Bloemaert Effect. Colour and Composition in the Golden Age, Utrecht (Centraal Museum); Schwerin (Staatliches Museum) 2011-2012

V

Venice 1955 P. Zampetti, Giorgione e i Giorgioneschi, Venice (Palazzo Ducale) 1955 Venice/Florence 1985 B. Aikema, B.W. Meijer, Disegni veneti di collezioni olandesi, Venice (Fondazione Giorgio Cini); Florence (Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut), Vicenza 1985 Venice/Vienna 1994 A. Augusti, E. Merkel et al., Jacopo Tintoretto. Portraits, Venice (Gallerie dell’Accademia), Vienna (Kunsthistorisches Museum), 1994 Vienna 1985 F. Koreny, Albrecht Dürer und die Tier- und Pflanzenstudien der Renaissance, Vienna (Graphische Sammlung Albertina), Munich 1985 Vienna 1993 M. Bisanz-Prakken, Die Landschaft im Jahrhundert Rembrandts. Niederländische Zeichnungen des 17. Jahrhunderts aus der Graphischen Sammlung Albertina, Vienna 1993 Vienna/Dresden 1978 Die Albertina und das Dresdner Kupferstichkabinett. Meisterzeichnungen aus zwei alten sammlungen. Vienna (Graphischen Sammlung Albertina), Dresden (Staatliche Kunstsammlungen/Kupferstich-Kabinett) 1978

W

Warschau 1967 S. Sawicka, Dessins du cercle des manieristes Néerlandais XVIe et le commencement du XVIIe siècle dans les collections de l’Université de Varsovie, du Musée Poméranien de Gdansk, du Musée National de Poznan, Warschau (University Library) 1967 Washington 1959 C. Winter, T. Baskett, J. Baskett, Old Master Drawings from the collection of Sir Bruce Ingram, Washington (The Smithsonian Institute) and other cities, 1959-1960 Washington 1976 Antwerp Drawings and Prints 16th-17th Centuries, Washington (Smithsonian Institute) 1976-1978 Washington/Fort Worth 1990 H. MacAndrew, Old Master Drawings from the National Gallery of Scotland, Washington (National Gallery of Art), Fort Worth (Kimbell Art Museum), 1990-1991 Washington/Indianapolis/Sarasota 1985 E.M. Zafran, Master drawings from Titian to Picasso. The Curtis O. Baer Collection, Washington (National Gallery of Art); Indianapolis (Indianapolis Gallery of Art); Sarasota (The John and Mable Ringling Museum of Art); Atlanta (High Museum of Art); Baltimore (The Walters Art Gallery); Los Angeles (Frederick Wight Gallery), 1985-1987 Washington/New York/Minneapolis 1958 I.Q. van Regteren Altena, Dutch Drawings. Masterpieces of Five Centuries, Washington (National Gallery of Art); New York (Pierpont Morgan Library); Minneapolis (The Minneapolis Institute of Arts); Boston (Museum of Fine Arts); Cleveland (The Cleveland Museum of Art), Chicago (The Art Institute) 1958-1959 Washington/New York 1986 J.O. Hand, J.R. Judson, W.W. Robinson, M. Wolff, The Age of Bruegel: Netherlandish Drawings in the Sixteenth Century, Washington (National Gallery of Art); New York (Pierpont Morgan Library) 1986-1987 Washington/Notre Dame/Los Angeles 1984 R.R. Coleman, Renaissance Drawings from The Ambrosiana, Washington (National Gallery of Art); Notre Dame (The Snite Museum of Art); Los Angeles (County Museum of Art); Cleveland (Museum of Art); Fort Worth (Kimbell Art Museum), 1984-1985

Gelieve deze online bestandscatalogus als volgt op te nemen in een bronvermelding:

Yvonne Bleyerveld, Albert J. Elen, Judith Niessen, et al., Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw in Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Kunstenaars geboren voor 1581, online bestandscat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 2012, geraadpleegd [datum van raadpleging], <https://www.boijmans.nl/collectie/onderzoek/nederlandse-tekeningen-uit-de-15de-en-16de-eeuw>

> Verwijzingen naar objectteksten als volgt:

auteur, ‘kunstenaar, titel, jaartal’, in:

 

 

Noten

1 Deze bestandscatalogus (auteurs: A.W.F.M. Meij en Maartje de Haan) omvat 251 tekeningen, waarvan er honderd - waaronder 29 tekeningen van Rubens, 20 van Jordaens en 19 van Van Dyck - uitvoerig zijn beschreven en de overige bladen summier.

2 Boon 1978 (615 tekeningen van kunstenaars geboren voor 1570) and Schapelhouman 1987 (110 tekeningen van kunstenaars geboren tussen 1571 en 1579).

3 Boon 1992, nrs. 1-271.

4 Deze collectie bevat ongeveer 1.400 vroege Nederlandse tekeningen, waaronder 430 van Arent van Bolten; met dank aan An van Camp voor deze informatie.

5 Ongeveer 800 tekeningen, gepubliceerd in Lugt 1968 en E. Starky, Inventaire Général des Dessins des Ecoles du Nord. [..]Supplément, Paris (Musée du Louvre) 1988.

6 Exclusief de tekeningen in het Errera-schetsboek zijn er in Brussel 262 zestiende-eeuwse Nederlandse tekeningen (geen enkele uit de vijftiende eeuw); met dank aan Stefaan Hautekeete voor deze informatie.

7 Deze collectie bevat 280 Nederlandse tekeningen uit deze periode; met dank aan Susanne Wagini voor deze informatie.

8 In de Morgan Library bevinden zich ongeveer 260 tekeningen uit deze periode en streek, waaronder 103 bladen van Otto van Veen en 25 van Maarten de Vos, gepubliceerd in Stampfle 1991. In het Metropolitan Museum, inclusief de Robert Lehman Collection, zijn ongeveer 300 à 400 vroege Nederlandse tekeningen, van kunstenaars geboren tot 1575; met dank aan Stijn Alsteens voor de informatie.

9 Van de drie laatstgenoemde musea zijn in respectievelijk 2001, 2011 en 1971 publicaties verschenen over de collecties vroege Nederlandse tekeningen: Buck 2001 (bestandscatalogus van 52 Nederlandse tekeningen, merendeels uit de vijftiende eeuw), Ketelsen/Hahn 2011 (een pluriforme beschrijving van de 650 zestiende-eeuwse Nederlandse tekeningen volgens een indeling in qua techniek, onderwerpskeuze of stilistische kenmerken samenhangende groepen) en Gerszi 1971 (bestandscatalogus van de 319 Nederlandse tekeningen uit de zestiende eeuw, waarvan er nu rond 300 tekeningen nog als Nederlands worden beschouwd; met dank aan Szilvia Bodnàr).

10 Beide bevatten ongeveer 120 tekeningen; resp. Stefes 2011 (als onderdeel van de circa 1.300 Nederlandse tekeningen uit de periode 1450-1850) en Larionov 2010 (waarin 70 van 120 tekeningen, gemaakt in de periode 1440-1580, zijn beschreven en afgebeeld, maar de tekeningen van meesters rond 1600 en het begin van de zeventiende eeuw buiten beschouwing zijn gelaten).

11 Waarvan volgens Fritz Koreny slechts ongeveer een dozijn origineel is; Koreny 2012, p. 14.

12 Manfred Sellink beschouwt 64 tekeningen als eigenhandig; Sellink 2007, passim.

13 Zie Ter Molen 1999, in het bijzonder de bijdragen van P.J. Hoogstrate en M.P.F.G. Kuper, ‘Honderdvijftig jaar Museum Boijmans Van Beuningen 1849-1999’ (pp. 14-133) en J. Giltaij, ‘F.J.O. Boijmans 1767-1847)’ (pp. 134-163).

14 F.J.O. Boijmans (‘Booijmans’ of ‘Boijmans’) is vermeld als koper in de marges van verschillende veilingcatalogi, waaronder als eerste die te Utrecht op 17.09.1792 (verzameling Barchman Wuytiers; Boijmans koopt kavels 13 en 14, tekeningen van Abraham Rademaker).

15 Oud-museumdirecteur Pieter Haverkorn van Rijsewijk (Haverkorn van Rijsewijk 1909, pp. 19-25) schrijft openhartig over deze gemiste kans.

16 Haverkorn van Rijsewijk 1909, pp. 36-43.

17 Het is niet na te gaan waaruit dit overschot precies heeft bestaan. Van de schilderijen is bekend dat van de 1.193 er slechts 239 werden geselecteerd. P. Hoogstrate, Van Museum Boymans tot Museum Boijmans Van Beuningen: 150 jaar museumgeschiedenis, Gorichem 1999 (typescript, gebruikt voor zijn bijdrage in Ter Molen 1999), pp. 6-7.

18 Haverkorn van Rijsewijk 1909, pp. 310-311. Beenker 2005, p. 105, spreekt van ruim 10.000 tekeningen waarvan er 3.000 werden geselecteerd en de rest verkocht.

19 De 25 tekeningen van Antonie Sallaert (Cat. 1852, nrs 898-922, bevonden zich kennelijk in twee portefeuilles, want de helft ging verloren en de andere helft bleef bewaard, Cat. 1869, nrs. 775-787). Met deze groep is de enige prent uit de collectie Boijmans bewaard gebleven die niet als zodanig was herkend, want een monotypie, hetgeen pas bleek bij het onderzoek voor de bestandscatalogus van 2001 (Sallaert, inv.nr. MB 5100).

20 Hoogstrate/Kuper 1999, pp. 26-28. Het verloren gaan van de laatste mappen van de ‘moderne’ meesters vanaf Stolker was tot nu toe niet opgemerkt.

21 Van de Italiaanse tekeningen bleven er slechts een handvol bewaard (Cat. 1852, nrs. 2014-2360; Cat. 1869, nrs. 2271-2278 van Bartolozzi en Cades), waarvan enkele brand- en waterschade vertonen. Bovendien is een aantal Italiaanse tekeningen bewaard omdat ze toen nog als Nederlands waren aangemerkt. Enkele verloren gegane Italiaanse tekeningen zijn gekopieerd door de Utrechtse Margaretha Cornelia Boellaard (1795-1872), inv.nr. MCB 1 (a-l).

22 In cat. 1852 zijn geen anonieme tekeningen opgenomen, in cat. 1869 daarentegen wel, alfabetisch onder de kunstenaarsnamen als ‘Onbekend’, maar de reden daarvoor was klaarblijkelijk dat deze twee tekeningen (nrs 508 en 509) door de museumdirecteur zelf geschonken waren in 1867, hetgeen ook vermeld staat.

23 Twee aquarellen van P.G. van Os (inv.nr. PGvO 13 en 14; cat. 1852, nrs. 1683 en 1690; cat. 1869, nrs. 2049 en 2056). De laatst gedateerde tekening (1838) is een van Petrus van Schendel (cat. 1852, no 1809; cat. 1869, no 2178).

24 P. Haverkorn van Rijsewijk, Het Museum-Boijmans te Rotterdam, Den Haag-Amsterdam 1909, in het bijzonder ‘De verzameling Teekeningen’, pp. 159-166.

25 Haverkorn van Rijsewijk 1909, pp. 159-160: “De katalogus, door den heer A.J. Lamme vervaardigd, en einde 1869 gedrukt, is geschreven op dezelfde wijs als de eerste van 1852: zoo beknopt mogelijk. Als een staaltje der bondige redactie nemen wij het volgende over: ‘Breughel (Pieter), bijgenaamd de Boeren-Breughel, geb. te Breda 1510. 50-54. Vijf stuks met Boeren en Bedelaars. Met de pen’. De uit den brand geredde teekeningen zijn zelfs niet, gelijk bij de schilderijen werd gedaan, met een sterretje aangeduid, zoodat men ze slechts door vergelijking met den katalogus van 1852 kan vinden.” En sprekende over de veiling D. Leembruggen in 1866, waar tientallen (69) tekeningen door A.J. Lamme (tijdens de veiling onder zijn eigen directie, hij was tevens veilingmeester) voor het museum werden verworven: “In den katalogus der veiling konden wij echter slechts 47 teekeningen identificeeren met de in den katalogus van het museum vermelde. Waarschijnlijk een gevolg van de beknopte beschrijving. De heer Lamme vond het overbodig in den katalogus te vermelden de herkomst der gekochte teekeningen, gelijk hij ook in de katalogus der schilderijen dit overbodig achtte.” […] “Moeilijk is ’t gissen, waarom de heer Lamme zoo handelde.” (p. 162).

26 Ibidem, pp. 224-232: “Tot dit treurig besluit, waarbij kunstschatten werden geweigerd, die thans [1909, red.] eenige millioenen waard zijn, werd de meerderheid van de Gemeenteraad bewogen door de gedachte aan de aanzienlijke uitgaven voor openbare werken, als havens en bruggen, die eerlangs zouden ondernomen worden. Daarvoor werd gesloten een premie-leening van zes millioen. Dàt durfde men, maar f. 22.000 betalen en f. 1.000 eenige jaren bestemmen voor de verzamelingen van Vis Blokhuyzen – dat durfde men niet!”

27 In de summiere veilingcatalogus zijn deze tekeningen (soms met moeite) te identificeren, maar er staat geen kopersnaam bij vermeld. Waarschijnlijk daardoor en omdat in de jaarverslagen niets wordt vermeld over de verwerving zijn deze tekeningen op de meeste inventariskaarten als ‘gekocht tussen 1869-1879’ beschreven. Aangenomen mag worden, zoals Haverkorn van Rijsewijk kennelijk ook deed (“Toch werden eenige teekeningen voor het Museum gekocht. De Jaarverslagen zwijgen erover; de notulen der Commissie reppen er niet van. ’t Is alsof men zich er over schaamde!”), dat museumdirecteur Lamme als veilingmeester deze tekeningen op de veiling voor het museum heeft gekocht en de Commissie hieraan in het jaarverslag geen ruchtbaarheid heeft gegeven gelet op het feit dat de gemeenteraad uit zuinigheid de aankoop van de gehele collectie had afgewezen.

28 Overigens zijn er meer tekeningen afkomstig uit de veiling Vis Blokhuyzen in een later stadium in het museum terechtgekomen, zoals met het legaat Montauban van Swijndrecht.

29 Haverkorn van Rijsewijk 1909, pp. 165-166, 267, die er ook fijntjes op wijst dat “De voorraad Veilings-katalogussen uit den tijd der Directeuren A.J. en D.A. Lamme werd door laatstgenoemden meêgenomen bij zijn vertrek. Aan hunne opvolgers gelukte het enkele te koopen voor het Museum, doch de meeste ontbreken”.

30 Ibidem, p. 279.

31 Jaarverslag Museum Boymans 1896, p. 12: “Voltooid werd de nieuwe catalogus der teekeningen uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw, met korte biografiën der kunstenaars, beschrijving der teekeningen, opgaven van herkomst, of zij zijn gegraveerd, enz.” In het Jaarverslag Museum Boymans 1894, waarin op pp. 10-11 het werkplan wordt genoemd, staat dat deze catalogus “echter niet behoeft gedrukt te worden daar slechts een klein aantal personen de portefeuilles met teekeningen ter bezichtiging vragen." Dit manuscript is helaas niet bewaard gebleven in de museumbibliotheek. Waarschijnlijk heeft het wel ten grondslag gelegen aan de beschrijvingen van een selectie der tekeningen in de catalogi van schilderijen en tekeningen die in 1916, 1921, 1925 en 1927 verschenen.

32 A. Hopmans en M. Sellink, ‘Dr. A.J. Domela Nieuwenhuis 1850-1935’, in Ter Molen 1999, pp. 196-231.

33 Jaarverslag Museum Boymans 1928, pp. 2-6.

34 Het Museum van Oudheden was in de jaren 1935-1945 wegens achtereenvolgens herinventarisatie, restauratie en oorlogssituatie gesloten en werd omgedoopt in Historisch Museum der Stad Rotterdam, en stond (al voor de verhuizing in 1935) onder leiding van de directeur van Museum Boymans. Jaarverslag Museum Boymans 1941-1943, pp. 45-48.

35 Voor een uitgebreide geschiedenis van deze verzameling, zie Albert Elen, ‘De Collectie Koenigs’, http://www.boijmans.nl/uplaod/PDF/koenigs/PortalFK8.pdf.

36 Koenigs’ tekeningen zijn geregistreerd met zijn eigen inventarisnummers, onderverdeeld in rubrieken, waaronder H-nummers voor de Hollandse school en N-nummers voor de vroege Nederlandse school. In deze bestandscatalogus komen daarnaast ook enkele D I-nummers (vroege Duitse tekeningen) en I-nummers (Italiaanse tekeningen) voor, die nu als vroege Nederlandse tekeningen worden beschouwd.

37 M. Sellink, ‘Dr. J.C.J. Bierens de Haan’, in Ter Molen 1999, pp. 254-285.

38 De Krab, de Studie van twee voeten voor het Heller altaarstuk en De lindeboom, resp. inv.nr. MB 1958/T 30, 24 en 28.

39 Marius van Dam, Miscellanea delineata. Nederlandse tekeningen 1780-1950 uit de collectie Ploos van Amstel Knoef in Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, Rotterdam 2007.

40 Stephan Kemperdick en Friso Lammertse, tentoonstellingscatalogus De weg naar Van Eyck, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), nr. 86, kl.ill.

Toon alle noten Toon minder noten