:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Watermolen

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Watermolen
Materiaal en techniek Pen in bruine inkt, gewassen in bruin
Objectsoort
Tekening (recto) > Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 142 mm
Breedte 99 mm
Makers Tekenaar: Paulus Willemsz. van Vianen
Inventarisnummer N 128 recto (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1603
Signatuur geen
Watermerk ongeïdentificeerde figuur in een cirkel (fragment in linker onderhoek)(vH, 4P). [AE]
Conditie verticale vouw, oppervlakte vuil
Inscripties '1810' (linksboven, in potlood), 'R' (verso, rechtsboven, in potlood, moeilijk leesbaar)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken W. Bateson (L.2604a), F.W. Koenigs (L.1023a)
Tentoonstellingen Londen 1927, no. 530 (als Pieter Brueghel I); Utrecht 1984, p. 12 en cat.no. 41; Praag 1997, il. no. II. 292; Parijs/Rotterdam 2014, nr. 95
Interne tentoonstellingen Vroege Nederlandse tekeningen - Van Bosch tot Bloemaert (deel 3) (2015)
Externe tentoonstellingen Bosch to Bloemaert. Early Netherlandish Drawings from the Museum Boijmans Van Beuningen (2014)
Onderzoek Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Literatuur Duyvené de Wit-Klinkhamer 1960, p. 529; Gerszi 1971, p. 101, onder nr. 310; Gerszi 1975, p. 74; Gerszi 1977, p. 123; Gerszi 1982a, p. 17 en nrs. 53, 53v; Ter Molen 1984, nr. 274; Collection Catalogue 2012 (online)
Materiaal
Object
Techniek
Bruin gewassen > Wassen > Gewassen > Tekentechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Nederland > West-Europa > Europa

Entry bestandscatalogus Vroeg Nederlandse tekeningen uit de 15e en 16e eeuw

Auteur: Yvonne Bleyerveld

Het overgrote deel van de tekeningen die aan Paulus van Vianen worden toegeschreven betreft landschapstekeningen met berg-, bos en stadsgezichten, en detailstudies van boomgroepen, rotsen, beken en gebouwen die hij buiten ‘naar het leven’ getekend heeft. Alle thans bekende tekeningen van Van Vianen dateren uit zijn periode in Salzburg en Praag, in het bijzonder uit de jaren 1601-1603 en uit de jaren rond 1610.1 Met het tekenen in de natuur sloot Van Vianen aan bij kunstenaars als Hendrick Goltzius (zie inv. nrs. H 253 en DN 199/96), Abraham Bloemaert en Roelandt Savery. Deze generatiegenoten braken eveneens met de traditie van het conventionele, aan de fantasie ontsproten bos- of wereldlandschap en legden hun waarnemingen in de natuur op realistische wijze op het papier vast. Met Roelandt Savery trok Van Vianen er in Praag hoogstwaarschijnlijk samen op uit om buiten te schetsen.

De studies die Van Vianen in de omgeving van Salzburg en Praag maakte, lijken in de eerste plaats voort te komen uit zijn interesse in de natuur en het Midden-Europese landschap. Het was niet zozeer dat hij op zoek was naar motieven die hij in zijn zilverwerk kon toepassen. Toch kunnen enkele van deze tekeningen wel met zijn zilverwerk in verband worden gebracht, zoals de voorstelling op de voorzijde van dit blad. In bijzonder fijne penlijnen is een watermolen getekend, met aan de linkerkant, wat meer op de achtergrond, een tweede gebouw. Vermoedelijk is dit een grote schuur, met in de stenen onderbouw kleine ramen en daarboven een houten balkon onder een overstekend dak. De watermolen is een stenen gebouwtje met een houten zadeldak. Aan de zijkant is een houten constructie aangebracht waarover het water vanuit een hoger gelegen beek naar het waterrad geleid wordt. Op de tekening lijkt de molen buiten gebruik: via een houten klep of schuif stroomt het water voor het (nauwelijks zichtbare) rad langs in een in de diepte gelegen beek. Links van de watermolen staat een secreet: een houten toilethokje dat boven de beek gebouwd is.2

De tekening behoort tot de bladen die Paulus van Vianen gebruikte als modellen voor zijn zilveren reliëfs en plaquettes. De watermolen en de twee bomen daarnaast verbeeldde  hij maar liefst driemaal: eerst op de achtergrond van een zilveren plaquette met Pan en Syrinx uit 1603 en het jaar daarop op een zilveren plaquette met een Godenmaaltijd, nu beide in Amsterdam.3 Dit betekent dat de tekening op de voorzijde in ieder geval dateert van vóór of in 1603. Later keerde het motief terug op een andere plaquette, wederom met Pan en Syrinx, uit 1613.4 Voor zijn eerste plaquette met Pan en Syrinx uit 1603 gebruikte Van Vianen overigens ook een tweede tekening, met zeer verfijnd getekende bomen op een rotspunt, die hij net als de watermolen in het gedreven zilver zorgvuldig navolgde.5

De keerzijde van het blad toont in een ovaal twee Oosters geklede mannen met hun gevolg. Gerszi noemde de figuurtypen enigszins archaïsch en dacht aan de invloed van vroeg zestiende-eeuwse Leidse meesters als Cornelis Engebrechtsz en Lucas van Leyden.6 Gelet op hun langgerekte lichamen en levendige houdingen lijken de mannen echter van later datum te zijn dan de vroege zestiende eeuw. Het is goed mogelijk dat Paulus van Vianen deze figuren ontleende aan een prent, want de compositie heeft het karakter van een uitsnede. Met hun tulbanden lijken de mannen voor een oudtestamentische scène bedoeld te zijn. De man links, met zijn koningsmantel en staf, is wellicht koning Nimrod die de bouw van de toren van Babel, waartoe hij opdracht zou hebben gegeven, komt inspecteren (Genesis 11:1-9). Een soortgelijk groepje mannen, met een hoveling links van Nimrod die met de koning in gesprek is, komt ook voor op Pieter Bruegels Toren van Babel in Wenen uit 1563.7

Aan de recto van het blad doen ‘afgesneden’ boomtakken aan de rechterkant vermoeden dat het blad aan de rechterzijde oorspronkelijk groter was. Dit wordt bevestigd door het feit dat het ovaal aan de verso niet geheel in het midden van het blad zit – de linkermarge is smaller dan de marge rechts. Bovendien doet het ontbreken van de top en de bodem van het ovaal vermoeden dat het blad ook aan de boven- en onderzijde is verkleind.

Noten

1 Gerszi 1982, p. 13.

2 Het water is afkomstig van een hoofdbeek en stroomt via een opgeleide beek (een aftakking van de hoofdbeek) naar de watermolen. Vervolgens stroomt het via een ‘overloop’, waarboven ook het secreet gebouwd is, weer in de hoofdbeek terug. Met dank aan Frans Kipp voor zijn analyse van de voorstelling.

3 Amsterdam, Rijksmuseum, inv. nrs. BK-1957-34 en BK-NM-12628; Utrecht 1984, respectievelijk nrs. 10 en 12; Ter Molen 1984, nrs. 76 en 78.

4 Utrecht, Centraal Museum; Utrecht 1984, nr. 31; Ter Molen 1984, nr. 119.

5 Amsterdam, Rijksmuseum, inv. nr. RP-T-2008-95; Gerszi 1982, nr. 54v; Schapelhouman 2009, pp. 97-100.

6 Gerszi 1982, p. 207, onder nrs. 53-53v.

7 Wenen, Kunsthistorisches Museum, inv. nr. 1026; Sellink 2007, nr. 124. Zie voor andere voorbeelden, Minkowski 1991, nrs. 274, 354, 355 .

Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Paulus Willemsz. van Vianen

Utrecht circa 1570 - Praag 1613

Bekijk het volledige profiel