:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Zonder titel

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Zonder titel
Materiaal en techniek Potlood en krijt
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 751 mm
Breedte 977 mm
Makers Tekenaar: J.H. Moesman
Inventarisnummer MB 1984/T 45 (PK)
Credits Aankoop 1984
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1984
Vervaardigingsdatum in 1931
Tentoonstellingen “Beste Vriend! Vuile Ploert”, het surrealisme van J.H. Moesman in werken op papier, Utrecht (Centraal Museum) 08.11.1997 – 04.01.1998
Onderzoek Toon onderzoek Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen
Literatuur H. de Vries, J. van der Meulen, L. Vancrevel, Moesman: Peilingen naar het wezen van de Nederlandse surrealist Moesman in een poging hem voor het nageslacht te bewaren, Utrecht 1971, pp. 13, 45; Laren 1993, p. 16 Een droomcollectie, tent.cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), 2017, cat.nr. 90
Materiaal
Object

Entry bestandscatalogus Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen

Auteur: Marijke Peyser

Tijdens zijn jeugd geniet J.H. Moesman intensief tekenonderwijs. Naast tekenles op de lagere school krijgt hij in 1918 een jaar lang op zaterdagmiddag les in het atelier van Josef Hoevenaar, de tekenmeester van het Utrechtse genootschap Kunstliefde. Daarna volgt Moesman op die vrije middag een opleiding bestemd voor toekomstige goud- en zilversmeden, decoratieschilders, steenhouwers en meubelmakers – beroepen waarbij een uitstekende beheersing van de tekenkunst onmisbaar is.[1] In de jaren twintig volgt hij tekenlessen bij Kunstliefde en neemt hij deel aan de bijeenkomsten waar getekend wordt onder leiding van beeldend kunstenaar Willem van Leusden. Tijdens een van deze lessen maakt de op dat moment twaalfjarige Moesman voor het eerst een tekening van een vrouwelijk naaktmodel.
           
Bij Kunstliefde wordt druk geëxperimenteerd met het modeltekenen in verschillende stijlen. Zo zijn er tekeningen van Moesmans hand die verwijzen naar het constructivistische werk van de Russische kunstenaar Alexander Archipenko. Moesmans ongetitelde tekening (1928) laat een vrouw zien die is opgebouwd uit bollen en cilinders.[2] In het seizoen 1928-1929 wordt de tekenstijl in de trant van Archipenko losgelaten en is er een ommezwaai, op initiatief van de cursisten, naar een surrealistische aanpak. Moesman en zijn collega-kunstenaars Louis Wijmans en Gerrit van ’t Net tasten de grenzen tussen figuratie en abstractie af. Zij werken afwisselend met houtskool, potlood, kleurkrijt, gouache, waterverf, inkt en pastel. Wijmans, Van ’t Net en Moesman hebben veel gemeen; hun tekeningen zijn opgebouwd uit tegenstellingen tussen zwarte, witte en gekleurde delen, zij laten lichaamsdelen weg of accentueren deze en daarnaast introduceren zij in hun tekeningen elementen die een vervreemdende werking hebben. Moesmans aquarel Open deuren (1929) bijvoorbeeld, verbeeldt een landschap met vier open deuren waaruit een zwarte wolk verschijnt.[3]
           
Moesmans tekening Zonder titel verbeeldt een man wiens boven- en onderlichaam van elkaar zijn gescheiden. De twee lichaamsdelen zijn gestileerd weergegeven, met een correcte anatomie en realistische proporties. Dat de tekening vervreemdend aandoet, heeft te maken met het feit dat de man als het ware in tweeën is geknipt. Eind jaren twintig, begin jaren dertig raakt Moesman na het zien van surrealistische tijdschriften in de Utrechtse galerie Nord van Willem Wagenaar geïnspireerd door de beweging en ontstaan zijn eerste surrealistische schilderijen. Geregeld maakt hij modeltekeningen die hij als ‘hulpstukken’ gebruikt bij zijn geschilderde composities.[4] De gefragmenteerde mannelijke figuur kan worden gezien als een parodie op het traditionele tekenonderwijs dat voornamelijk bestaat uit het tekenen naar gipsmodellen en het maken van kopieën naar tekeningen van oude meesters, met inachtneming van het juiste perspectief. In deze werken experimenteert Moesman naar hartenlust: weglatingen, doorsneden, fragmentatie en herhalingen zijn aan de orde van de dag. De Nederlandse surrealisten waren nagenoeg niet bekend bij de surrealistische groep in Parijs. Dankzij Her de Vries die in 1959 het Bureau de Recherches Surréalistes en Hollande oprichtte, komt het werk van Moesman in de jaren zestig onder de aandacht van André Breton.

Noten

[1] Steen 1998, p. 13.

[2] Idem, p. 20, afb. 17.

[3] Idem, p. 26, afb. 32.

[4] Idem, p. 166, zie bijvoorbeeld de ‘hulpstukken’ CR 8.3 en CR 8.4, geïnspireerd door de Venussculptuur van Artus Quellinus. Moesman gebruikt deze ‘hulpstukken’ bij het schilderen van zijn 2 x Venus (ca. 1931).

Toon onderzoek Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

J.H. Moesman

Utrecht 1909 - Houten 1988

Bekijk het volledige profiel