:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Judith en haar dienstmeid met het hoofd van Holofernes

Judith en haar dienstmeid met het hoofd van Holofernes

Kopie naar: Andrea Mantegna (in circa 1495-1500)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Judith en haar dienstmeid met het hoofd van Holofernes
Materiaal en techniek Pen en penseel in bruine inkt, bruin gewassen, wit gehoogd
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 339 mm
Breedte 233 mm
Makers Kopie naar: Andrea Mantegna
Maker: Anoniem
Inventarisnummer I 488 (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1495-1500
Watermerk nog verwerken, viewed with IRP (transmittent light)
Inscripties 'H 13 1/4 dm / B 9 d / Andrea Mantegna. fecit 1491 / gebooren Mantua A.1451 / gestorven A. 1517 - / Leerling van Jaques Squartione' (verso, l.o., pen in zwarte inkt)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken C. Ploos van Amstel? (L.3002-3004?); F.W. Koenigs (L.1023a)
Herkomst Kunsthandelaar Julius W. Böhler (1883-1966), Luzern; Franz W. Koenigs (1881-1941, L.1023a), Haarlem, verworven in 1929 (Andrea Mantegna); D.G. van Beuningen (1877-1955), Rotterdam, verworven met de Collectie Koenigs in 1940 en geschonken aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
Tentoonstellingen Londen 1930, nr. 711 (Mantegna) / Londen 1930a, nr. 156 (niet Mantegna) / Londen 1930b, nr. 758 (niet Mantegna); Parijs 1935, nr. 594 (Mantegna); Groningen 1949, nr. 7; Parijs 1952, nr. 5; Rotterdam 1952, nr. 85; Rotterdam (Rondom Raphael) 1997; Rotterdam 2008 (Erasmus), nr. 91; Rotterdam 2010 2011 (coll 2 kw 9); Rotterdam (Rondom Fra B.) 2016
Interne tentoonstellingen Tekeningen uit eigen bezit, 1400-1800 (1952)
Erasmus in beeld (2008)
De Collectie Twee - wissel IX, Prenten & Tekeningen (2011)
Rondom Fra Bartolommeo (2016)
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur Becker 1922, p. 11, pl. 29 (Mantegna); Londen 1930, nr. 711; Londen 1930a, nr. 156, pl. 135; Londen 1930b, nr. 758 en onder nr. 187 (niet Mantegna); Parijs 1935, nr. 594 (Mantegna); Groningen 1949, nr. 7; Parijs 1952, nr. 5; Haverkamp Begemann 1952, nr. 85; Shapley 1968, p. 25, onder nr. K 325; Washington 1973, p. 386, n. 1, onder nr. 148; Ragghianti Collobi 1974, dl. 1, p. 84; Kaufmann 1976, pp. 19-21, fig. 3; Mielke/Winner 1977, onder nr. 6; Shapley 1979, dl. 1, onder nr. 289; Londen/New York 1992, onder nrs. 140 en 143; Jaffé 1994, onder nr. 921; Kaplan 2005, pp. 141, 145; Rotterdam 2008 (Erasmus), pp. 182-183 en nr. 91, ill.
Materiaal
Object
Techniek
Gehoogd > Schildertechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Rosie Razzall

Deze tekening is een van drie overgeleverde kopieën van een verloren gegane compositie van de weduwe Judith en haar dienstmeid met het hoofd van de Assyrische opperbevelhebber Holofernes. Volgens de beschrijving in het deuterocanonieke boek Judith (10:1‑13:20) redde Judith de stad Betulia van een beleg door de opperbevelhebber in zijn tent te vermoorden. Na door hem te zijn uitgenodigd voor een feestmaal, hulde ze zich in haar mooiste kledij en deed alsof ze op zijn avances inging. Toen hij in slaap was gevallen na te veel te hebben gedronken, onthoofdde ze hem met zijn zwaard. De tekening toont het moment (13:9-10) waarop ze ‘naar buiten kwam en Holofernes’ hoofd overhandigde aan haar slavin, die het in de reiszak deed waar haar voedsel in had gezeten’. Toen de Assyriërs ontdekten wat Judith had gedaan, sloegen ze op de vlucht en kwam Betulia weer in handen van het volk van Israël.

Twee andere versies van de tekening bevinden zich in Washington, D.C.[1] en Chatsworth.[2] Er is enige discussie geweest over de vraag welke versie de beste is, waarbij sommigen een voorkeur uitspraken voor de tekening in Washington[3] en anderen voor die in Rotterdam,[4] maar inmiddels prefereren deskundigen het blad in Chatsworth.[5] Alle drie bladen zijn beschadigd en de Rotterdamse tekening is hier en daar vervaagd. Vergeleken met de gedempte tonen in de tekeningen in Washington en Rotterdam bezit het blad in Chatsworth ondanks vochtplekken inderdaad subtielere tonale schaduwpartijen in de gezichten en gewaden, uitgevoerd in een rijke roze-paarse wassing. Toch wordt aangenomen dat geen van de overgeleverde tekeningen eigenhandige werken van Mantegna zijn maar kopieën van een van diens verdwenen ontwerpen.

Mantegna experimenteerde in de jaren 1490 meerdere malen met het onderwerp van Judith en Holofernes, een verhaal dat zich goed leende om er op dramatische wijze een vrouwelijke held mee te verbeelden. De enige overgeleverde tekening van het onderwerp door Mantegna, gesigneerd en gedateerd in 1491, is een veelgeroemd blad in Florence.[6] Hoewel deze tekening Judith in profiel afbeeldt en haar dienstmeid in driekwartprofiel, lijken verschillende schilderijen toch sterker op de composities in Rotterdam, Washington en Chatsworth. De beide figuren komen overeen, zij het niet volledig, met die in een grisaille-schilderij in Montreal[7] waarin het tweetal is gespiegeld en Judith het hoofd in haar linkerhand vast heeft en haar hand niet gestrekt voor haar lichaam houdt. Een andere grisaille, in Dublin,[8] toont de twee vrouwen in dezelfde houding en kleding, maar hierin houdt Judith haar arm met het zwaard ter hoogte van haar middel. Keith Christiansen vergelijkt Judiths houding, met haar arm voor haar lichaam, ook met een schilderij naar Mantegna in Washington, D.C.[9] In de tekeningen in Rotterdam, Washington en Chatsworth is veel aandacht besteed aan de nauwsluitende, ingewikkelde plooien in de gewaden van de vrouwen. Details zoals Judiths mouw met knopen, de geborduurde broek van de dienstmaagd en de bungelende kwastjes aan de reiszak herinneren aan de belangrijke rol die textiel en kleding in het verhaal spelen. Van het jaartal 1482 dat in de Chatsworth-versie op het zwaard is geschreven wordt algemeen gedacht dat het verkeerd werd overgenomen, al zou de datering kunnen worden bevestigd door de inscriptie schuilgaand onder een lijn gouacheverf op dezelfde plek in de Rotterdamse tekening te onthullen. Zo niet, dan stamt de compositie vermoedelijk uit hetzelfde decennium als de verschillende andere versies.[10]

Mantegna beeldde de dienstmeid waarschijnlijk op eigen initiatief als een zwarte vrouw af, aangezien zij in de Bijbel en andere bronnen niet met enigerlei etniciteit wordt aangeduid, maar alleen als abra (‘dienstmaagd’ of ‘slavin’).[11] In de Rotterdamse tekening wordt haar Afrikaanse herkomst benadrukt met behulp van middelen die destijds gebruikelijk waren om iemand ‘anders’ te maken, zoals geborduurde kleding, een tulband en een jas met kwastjes, dit in contrast met Judiths Griekse kleding. Paul Kaplan heeft overtuigend aangevoerd dat de in verschillende versies consistent door Mantegna toegepaste interpretatie van deze figuur als zijnde zwart samenviel met de toenemende aanwezigheid in de jaren 1490 van tot slaaf gemaakte zwarte mensen in Europa, met name aan het hof van Isabella d’Este (1474‑1539), en misschien zelfs bedoeld was om indruk op haar te maken.[12] Met zijn keuze om de dienstmeid als zwart af te beelden baseerde hij zich bovendien op de reeds bestaande stijlfiguur van de zwarte dienaar als hulpje van een witte geportretteerde, wat een destijds vertrouwd element van onderworpenheid toevoegde aan een verhaal dat verder over de omkering van de aan gender gebonden macht ging.

De zwarte identiteit van de dienstmeid werd ook herkend door Giorgio Vasari (1511‑1574) in diens beschrijving in zijn befaamde Libro de’ Disegni van een tekening van ‘Judith die het hoofd van Holofernes in de zak van een van haar zwarte slavinnen stopt’.[13] Deskundigen hebben deze tekening in het algemeen geïdentificeerd als het blad dat zich in het Uffizi bevindt, hoewel de beschrijving van de toegepaste materialen - chiaroscuro met witte loodverf - niet overeenkomt en het blad evenmin sporen vertoont van het type montuur dat Vasari gewoonlijk gebruikte.[14] Kaplan opperde zelfs dat de tekeningen in Rotterdam, Washington en Chatsworth kopieën zijn van de tekening in het bezit van Vasari.[15] Dit valt onmogelijk te verifiëren, maar de compositie moet erg beroemd zijn geweest. Naast de drie getekende kopieën werd deze ook gegraveerd[16] door Girolamo Mocetto (ca. 1458‑1531), die de dienstmeid sandalen gaf en een jurk in plaats van een broek, en de figuren in een landschappelijke omgeving plaatste.[17] Deze prent vormde de inspiratie voor een bronzen plaquette in Washington, D.C.[18]

Noten

[1] National Gallery of Art, inv. 1939.1.178.

[2] Chatsworth House, Devonshire collecties, inv. 2. Zie ook inv. 3, een tekening van hetzelfde onderwerp in en slechte staat.

[3] Berenson 1968, dl. 1, p. 242, nr. 289; Shapley 1979, p. 300 verwijst naar geschreven opvattingen van G. Fiocco, R. Longhi, R. van Marle, F. M. Perkins, W. E. Suida en A. Venturi die het blad in Washington als een eigenhandig werk beschouwen. Inmiddels wordt het gezien als een kopie naar Mantegna.

[4] Becker 1922, nr. 29; A.E. Popham in Londen 1930a, nr. 156.

[5] David Ekserdjian in Londen/New York 1992, onder nr. 143; Jaffé 1994, onder nr. 921.

[6] Gallerie degli Uffizi, inv. 404 E.

[7] Museum of Fine Arts, inv. 920.103.

[8] National Gallery of Ireland, inv. 442.

[9] National Gallery of Art, inv. 1942.9.42. Zie Londen/New York 1992, onder nr. 140.

[10] David Ekserdjian oppert dat mogelijk alle beelden ouder zijn dan verondersteld wordt, zie Londen/New York 1992, p. 441.

[11] Kaplan 2005, p. 127.

[12] Ibidem, p. 134.

[13] De tekening wordt als volgt beschreven: ‘Nel nostro libro è in un mezzo foglio reale un disegno di mano d’Andrea finito di chiaroscuro, nel quale è una Judith che mette nella tasca d’una sua schiava mora la testa d’Oloferne, fatto d’un chiaroscuro non più usato, avendo egli lasciato il foglio bianco che serve per il lume della biacca, tanto nettamente che vi si veggiono i capegli sfilati e l’altre sottigliezze non meno che se fussero stati con molta diligenza fatti dal pennello; onde si può in un certo modo chiamar questo più tosto opera colorita che carta disegnata’ (In ons boek toont een majestueus half blad een tekening van de hand van Andrea, uitgewerkt in chiaroscuro, waarop Judith het hoofd van Holofernes in de zak van een van haar zwarte slaven stopt, uitgevoerd in een chiaroscuro dat niet langer in gebruik is waarbij het blad wit werd gelaten voor het licht van de witte loodverf, dat zo helder is dat de haren en andere subtiele details even duidelijk te zien zijn als wanneer ze met grote vaardigheid met een penseel waren uitgevoerd; daarom kan men dit werk in zekere zin een gekleurd werk noemen in plaats van een betekend blad.) Vasari (red. Bettarini/Barocchi) 1966‑1987, III (1971), p. 554.

[14] Lightbown 1961, p. 484, Tietze‑Conrat 1995, p. 204.

[15] Kaplan 2005, p. 145 oppert dat de stoffen tas die tussen beide figuren geklemd zit gemakkelijk aangezien kan worden voor de ‘zak’ die Vasari vermeldt, waarbij de huidige auteur opmerkt dat de vijftiende-eeuwse zak een tas was die los rond het middel werd gedragen en geen deel uitmaakte van de kleding zelf, wat Kaplans bewering minder overtuigend maakt dan hij zelf meende.

[16] British Museum, inv. 1895,0915.71 (tweede staat).

[17] Shapley 1979, onder nr. 289, oppert dat deze verschillen zijn ontstaan doordat de graveur naar nog weer een andere versie werkte.

[18] National Gallery of Art, inv. 1957.14.249.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Andrea Mantegna

Isola di Cartura 1430/1431 - Mantua 1506

Bekijk het volledige profiel