:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Vier studies van een vrouwelijk naakt, een Annunciatie en twee studies van een zwemmende vrouw

Vier studies van een vrouwelijk naakt, een Annunciatie en twee studies van een zwemmende vrouw

Pisanello (Antonio di Puccio Pisano) (in circa 1431-1432)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Vier studies van een vrouwelijk naakt, een Annunciatie en twee studies van een zwemmende vrouw
Materiaal en techniek Pen in inkt op perkament
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 223 mm
Breedte 167 mm
Makers Tekenaar: Pisanello (Antonio di Puccio Pisano)
Inventarisnummer I 520 recto (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1431-1432
Inscripties 'Simonum Memmius Senens[iu]m' (r.o., pen in bruine inkt), '1' en '1' (verso, r.o., potlood)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken Marquis de Lagoy (L.1710), Count M. von Fries (L.2903), F.W. Koenigs (L.1023a)
Herkomst Graaf Moriz von Fries (1777-1826, L.2903), Wenen, tot c. 1820, aan W. Mellish, Londen; Marquis de Lagoy (1764-1829, L.1710)***, Aix-en-Provence; - ; # kunsthandelaar Colnaghi, Londen; Franz W. Koenigs (1881-1941, L.1023a), Haarlem, verworven in 1930 (Siënese school, 14e eeuw, verbeterd in Pisanello); D.G. van Beuningen (1877-1955), Rotterdam, verworven met de Collectie Koenigs in 1940 en geschonken aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
Tentoonstellingen Parijs 1932, nr. 90; Amsterdam 1934, nr. 611; Parijs 1935, nr. 646; Parijs 1952, nr. 1; Rotterdam 1952, nr. 76; Rotterdam 1957, nr. 33; Parijs/Rotterdam/Haarlem 1962, nr. 8; Venetië/Florence 1985, nr. 7; Rome 1988, nr. 45 (verso); Rotterdam/New York 1990, nr. 53; Moskou 1995-1996, nr. 22; Parijs/Verona 1996, nr. 41; Rotterdam 2009 (coll 2 kw 1); Los Angeles 2018, nr. 62
Interne tentoonstellingen Tekeningen uit eigen bezit, 1400-1800 (1952)
Italiaanse tekeningen in Nederlands bezit (1962)
Van Pisanello tot Cézanne (1992)
De Collectie Twee - wissel I, Prenten & Tekeningen (2009)
Externe tentoonstellingen The Renaissance Nude, 1400-1530 (2018)
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur De Hevesy 1932, p. 148, p. 151, ill.; Parijs 1932, nr. 90; Amsterdam 1934, nr. 611; Van Schendel 1934, p. 243, ill.; Venturi 1934, p. 494; Parijs 1935, nr. 646; Degenhart 1941, pp. 24, 27, 50, 65, fig. 26; Degenhart 1945, pp. 21-22, 30, 49, 72, fig. 26; Arslan 1948, p. 288, n. 2; Degenhart 1949, p. 16, fig. 11; Deusch 1943, pp. 12, 42, ill. 2; Parijs 1952, nr. 1, pl. 1; Cain/Vallery-Radot 1952, ill.; Haverkamp Begemann 1952, nr. 76; Dell’Acqua 1952, p. 10, pl. 2; Haverkamp Begemann 1957, nr. 33, ill.; Verona 1958, onder nr. 95; Coletti 1958, pl. 6; Chiarelli 1958, pp. 29-30; Rosenberg 1959, p. 7, pl. 14; Bean 1960, onder nr. 223; Degenhart/Schmitt 1960, p. 75 fig. 24, pp. 112, 116-117 fig. 86, 120-121 n. 5, 129 n. 20, pl. 86-88; Schuler/Hänsler 1962, pp. 34-35; Sindona 1962, pp. 60, 129, ill. 13; Parijs/Rotterdam/Haarlem 1962, nr. 8, pl. 9; Fossi Todorow 1962, pp. 135, 138 139, ill. 2; Wenen 1962, p. 267 onder nr. 279; Degenhart 1963, pl. 332; Edschmid 1963, p. 149, ill.; Fossi Todorow 1966, pp. 19, 20, 47, 57-8, nr. 2 (recto), p. 137, nr. 202 (verso) pl. 2; Magagnato 1966, pp. 292, 294-295; Byam Shaw 1967, p. 45, ill. 2; Degenhart/Schmitt 1968, vol. I-2, p. 641 (Pisanello); Baxandall 1972, p. 78; Chiarelli/Dell'Acqua 1972, nr. 15, pl. 5; Anzelewsky 1972, p. 251, nr. 157; Paccagnini 1972, p. 148, ill. 105; Byam Shaw 1978, nr. 7, ill.; Meder/Ames 1978, vol. 1, p. 303, vol. 2, p. 15, ill. 12; Panczenko 1980, p. 21, fig. 19; Maiskaia 1981, p. 92, fig. 42; Pignatti 1981a, pp. 72-73; Christiansen 1982, p. 148; Panczenko 1983, pp. 54, 59, fig. 53; Aikema/Meijer 1985, nr. 7, ill.; Ruggeri 1985, p. 235; Byam Shaw 1985, p. 832; Himmelmann 1985, p. 25, n. 40, ill. 39; Bober/Rubinstein 1986, p. 179 onder nr. 142; Macioce 1989, p. 39; Rome 1988, nr. 45, ill. (verso); Degenhart/Schmitt 1990, vol. II-6, p. 477, n. 9 (Pisanello); Luijten/Meij 1990, nr. 53, ill., fig. d; De Marchi 1992, p. 203, 215, n. 109; De Marchi 1992a, p. 11; Bernstein 1992, pp. 49-50; Ter Molen 1993, pp. 86-87, ill.; Degenhart/Schmitt/Eberhardt et al. 1995, pp. 79, 96, 104, 108, 113, 280 n. 37, fig. 113; Elen 1995, onder nr. 15; Cordellier 1995, p. 114 (recto); Moskou 1995-1996, nr. 22, ill., pl. op p. 39; Ventura 1996, pp. 16-17, ill.; Filippi 1996, pp. 205-209, ill.; Parijs/Verona 1996, nr. 41; Londen 2001, pp. 198-199, 201-202, fig. 5.8; Degenhart/Schmitt 2004, vol III-2, pp. 149, 151-153, 156, 163, 214, 231 fig. 166e, 234, 236, 238-240, 266, 268-270, 335, 386-7, fig. 303b, 471-480, 489, nr. 764 en onder nr. 746, pl. 76, 77, fig. 364, 367 369 (werkplaats Pisanello); Hiller von Gaertringen 2008, p. 196; Londen/Florence 2010, pp. 62-63, ill. 45; Bohn 2012, pp. 42, 67 n. 75; Cadogan 2012, pp. 201-202; Korbacher 2012, p. 79, 84; Los Angeles 2018, nr. 62, ill.
Materiaal
Object
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Rosie Razzall

Deze tekening vol prachtige observaties is één van de acht bladen die aan Pisanello of diens werkplaats worden toegeschreven en zich nog in Rotterdam bevinden.[1] De schets wordt terecht beschouwd als een van de mooiste en meest interessante naaktstudies uit de vroege renaissance.[2] Links boven in de hoek zien we een studie voor een annunciatie met een engel en Maria. Het blad toont verder zes studies van een vrouwelijk naakt: vier staande figuren op het onderste deel van het blad en daarboven twee zwemsters. Het kabbelende water rond de zwemmende vrouw die haar arm parallel aan de oever uitstrekt is met slechts enkele pennenstreken aangeduid. Door de ongebruikelijke combinatie van gekopieerde motieven en vrije studies op hetzelfde blad heeft de tekening een overgangskarakter toegedicht gekregen, met enerzijds typische tekeningen uit een middeleeuws modelboek en anderzijds figuurstudies naar het leven die, in combinatie, zo’n centrale rol speelden in de renaissancistische werkplaats.

De gezichtstrekken van de naakte vrouw die uiterst rechts op het blad haar haarlokken optilt, lijken sprekend op die van Maria in meerdere schilderijen van Pisanello, in het bijzonder in zijn fresco De annunciatie in de kerk van San Fermo Maggiore in Verona,[3] als ook in de Madonna met de kwartel.[4] Ook de engel die met gebogen hoofd neerknielt lijkt sterk op die in het fresco dat Pisanello een aantal jaren vóór deze tekening in de San Fermo Maggiore schilderde.[5] De scène van de annunciatie is kortom, in lijn met de traditie, ontleend aan motieven die uit een modelboek werden gekopieerd, waardoor de stijl van de werkplaats behouden bleef in alle versies van hetzelfde onderwerp. Het feit dat alleen de contouren van de figuren zijn getekend en schaduwpartijen ontbreken, is door meerdere deskundigen verschillend geïnterpreteerd. Sommigen hebben geopperd dat de engel en Maria op een ander moment zijn getekend,[6] anderen dat de scène van de annunciatie van een andere hand is.[7] Die laatste suggestie is echter niet erg aannemelijk gezien de ernaast getekende zwemsters waarvan de schaduw slechts minimaal is weergegeven.[8] De relatief stijve manier waarop de figuren zijn neergezet wijst erop dat het motief is gekopieerd of misschien uit het hoofd getekend en nooit afgemaakt.

De in vloeiende lijnen getekende figuren getuigen van een geheel andere stijl en behoren waarschijnlijk tot de vroegste, bewaard gebleven studies naar een levend model. De meeste kenners denken dat het een en dezelfde figuur betreft, gezien vanuit vier verschillende standpunten, al is ook wel geopperd dat het om twee standpunten gaat: één met opgeheven armen en één met neerhangende armen.[9] De figuren stappen, steunend op één been, gracieus naar voren. De verschillende, sierlijke kapsels van de vrouwen zijn vaak vergeleken met die in schilderijen door Pisanello’s leermeester Stefano da Verona (ca. 1375-ca. 1438).[10] Uit de zorgvuldig getekende achillespezen en spieren in de rug en schouderbladen spreekt een grote aandacht voor de anatomie. Bohn heeft als enige geopperd dat de figuren mogelijk naar een mannelijk model werden getekend,[11] de meeste andere deskundigen echter zijn het eens met Rosenberg die in 1959 als eerste suggereerde dat de badende vrouwen in de buitenlucht of een badhuis zijn getekend.[12] Elders in het taccuino di viaggio (zie noot 1), op een blad nu in Berlijn,[13] is een andere reeks met badende vrouwen te zien. Deze studies zijn door een veel minder vaardige hand getekend, wat laat zien dat ook een andere tekenaar uit de werkplaats zich tot het onderwerp aangetrokken voelde.[14] De recto van het blad in Berlijn[15] bevat twee studies van een staande jongen naar een levend model in de werkplaats, en een van de heilige Petrus, gekopieerd uit een modelboek. Deze vergelijkbare combinatie van motieven wijst er eens te meer op dat er in Pisanello’s werkplaats op verschillende manieren werd getekend.

Hoewel de naakte figuren duidelijk naar het leven zijn getekend, verwijzen ze ook naar antieke voorbeelden, zeker als het gaat om de figuur in vooraanzicht uiterst rechts, die geïnspireerd is op de Venus Anadyomene, de godin die uit de zee oprijst en haar haren uitwringt.[16] Burke wees daarnaast op de hoge, ronde en afzonderlijke borsten van deze figuur, een aspect dat niet echt recht doet aan de werkelijkheid maar wel nauw aansluit bij het schoonheidsideaal in die tijd.[17] Het taccuino bevatte meer tekeningen van varianten op Venus naar klassieke beelden, zoals de Venus pudica in I 522 en I 524,[18] die Pisanello in 1431-1432 in Rome kan hebben gezien. In andere onderzoeken van de Rotterdamse naaktstudies is gekeken naar hun verhalende functie waarbij is verwezen naar mythologische onderwerpen als Venus of de drie gratiën,[19] of de rol die de dans binnen de hofcultuur vervulde.[20] Sommige deskundigen hebben het blad vergeleken met Pisanello’s studie van Luxuria in Wenen,[21] anderen hebben een sterke overeenkomst benadrukt met werken van Franse en Zuid-Nederlandse kunstenaars die Pisanello in Mantua kon hebben gezien.[22] Chapman en Faietti wezen ook op de relatie tussen de vier figuren, gezien vanuit verschillende standpunten, en Pisanello’s sculpturale experimenten.[23] De vrouwelijke naakten op het Rotterdamse blad getuigen van een creatieve vrijheid die ver uitstijgt boven de praktijk van het kopiëren en het tekenen naar de natuur. Het profiel van zowel de vrouw uiterst links als de tweede vrouw van rechts wordt herhaald in het gezicht van de zwemsters in de bovenhoek. De lichamen van beide zwemsters zijn, afgaand op hun onhandig getekende ledematen die meer op dan in het water lijken te drijven, waarschijnlijk uit het hoofd getekend. Ook de oever doet enigszins gekunsteld aan.

Terwijl de vraag naar de mogelijke tekenaar van de andere bladen uit het taccuino tot veel discussie heeft geleid, werd de recto van dit blad steeds als een van de weinige in dit boek met zekerheid aan Pisanello toegeschreven.[24] Dit is decennialang door deskundigen onderschreven, totdat Degenhart en Schmitt in 2004 besloten dat het blad toch geen eigenhandig werk van Pisanello is omdat het ‘de onmiskenbare […] vormentaal ontbeert die zo typerend is voor Pisanello’s tekenstijl’.[25] In het bijzonder vergeleken zij het Rotterdamse blad met een aan Pisanello toegeschreven tekening, nu in Edinburgh, van een man met samengebonden handen, van achteren gezien.[26] Ze merkten op dat deze figuur een expressiviteit bezit die in het Rotterdamse blad ontbreekt en waaruit in hun ogen een zekere terughoudendheid spreekt als het gaat om de naakte figuren die niet erg natuurlijk en vloeiend zijn gemodelleerd.[27] Aldus kwamen zij tot de wel erg speculatieve conclusie dat de Rotterdamse tekening door een leerling van Pisanello naar een inmiddels verloren gegane schets van diens hand werd vervaardigd.[28] Volgens de huidige auteur doet die suggestie echter geen recht aan de vlotte tekenstijl en verbeeldingsvolle vrijheid waarmee dit blad zich van andere tekeningen uit het reisschetsboek onderscheidt. De vraag of de tekening van de hand van Pisanello is of van een assistent uit diens werkplaats kan uiteindelijk misschien alleen subjectief worden beantwoord, zo hebben ook Degenhart en Schmitt erkend.[29]

Zoals veel andere tekeningen uit het taccuino di viaggio, is ook dit blad aan beide zijden betekend, en in dit geval elk evident door een andere hand.[30] De verso toont een groep strijders, een gevallen Amazone en twee zittende Amazonen. De figuren zijn gekopieerd van de zogeheten Graftombe van de Amazonen die in de jaren 1430 op de binnenplaats van de Santi Cosma e Damiano in Rome stond. De tombe werd in de zestiende eeuw ontmanteld en de delen waarop deze scènes zijn geïnspireerd bevinden zich nu in het Vaticaan[31] en Londen.[32] De figuren zijn in eenvoudige contourlijnen met een paar gearceerde schaduwen en wassingen neergezet. Het blad is opmerkelijk omdat het een van de vroegste voorbeelden is van meerdere figuren die als groep en dus in hun onderlinge samenhang zijn gekopieerd. Pisanello zond zijn leerlingen er in Rome regelmatig op uit om antieke fragmenten te kopiëren, een praktijk waarvan het taccuino meerdere voorbeelden bevat.

Noten

[1] Tussen 1920 en 1930 kocht Franz Koenigs dertien bladen die aan Pisanello werden toegeschreven, waarvan er zich nu drie in Moskou bevinden (I 522, I 524, I 525) en twee niet meer als werk van Pisanello worden beschouwd (I 109, I 178). Vijf van de acht bladen die zich nog in de collectie van het museum bevinden, maakten deel uit van het zogeheten taccuino di viaggio (‘reisschetsboek’). Dit schetsboek werd door Pisanello en leerlingen uit diens werkplaats aangevuld in en na de periode dat de kunstenaar na 1431/1432 in de basiliek van Sint-Jan van Lateranen in Rome aan een reeks fresco’s werkte. Andere bladen uit het reisschetsboek in Rotterdam zijn inv. I 518, I 519, I 521, I 523 en I 526. Het boek is nu gedemonteerd en de losse bladen zijn verspreid over verschillende collecties. Voor de meest recente en uitgebreide reconstructie van het taccuino, zie Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3, 1-2. Zie voor informatie over de tekeningen in Moskou die door Nederland worden opgeëist De Collectie Koenigs.

[2] Degenhart was de eerste die de tekening als zodanig aanmerkte in Degenhart 1941, p. 24.

[3] Als eerste opgemerkt door Degenhart, ibidem, en nadien herhaaldelijk onderschreven.

[4] Museo Civico di Castelvecchio, Verona.

[5] Het fresco dateert uit omstreeks 1426, een paar jaar eerder dan deze tekening.

[6] Luijten/Meij 1990, nr. 53; Anzelewsky 1972, nr. 157.

[7] Fossi Todorow 1966, nr. 2, p. 58; Anzelewsky 1972, nr. 157; Burke in Los Angeles 2018, nr. 62.

[8] Ook Luijten kwam tot deze conclusie in Luijten/Meij 1990, nr. 53.

[9] Parijs/Verona 1996, nr. 41.

[10] Degenhart 1945, p. 21, en nadien door vele deskundigen herhaald.

[11] Bohn 2012, p. 67, n. 75.

[12] Rosenberg 1959, p. 7; Meder/Ames 1978, dl. 1, p. 303 en Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3-2, nr. 764.

[13] Staatliche Museen, Kupferstichkabinett, inv. KdZ 487 verso.

[14] Korbacher 2012, p. 79. Korbacher meent dat deze vrouwen niet naar een levend model zijn getekend.

[15] Staatliche Museen, Kupferstichkabinett, inv. KdZ 487 recto.

[16] Deze Venus duikt in tal van antieke voorbeelden op, zoals een sculptuur die is afgebeeld in Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3-2, p. 472, afb. 362.

[17] Burke in Los Angeles 2018, nr. 62.

[18] Beide tekeningen bevinden zich nu Moskou, zie noot 1.

[19] Zie Filippi 1996, p. 206; Luijten in Luijten/Meij 1990.

[20] Baxandall 1972, p. 78, Burke in Los Angeles 2018, nr. 62.

[21] Albertina, inv. 24018r.

[22] Paccagnini 1973, p. 148; Macioce 1989, p. 39; Luijten in Luijten/Meij 1990.

[23] Londen/Florence 2010, pp. 62-63.

[24] Uitgezonderd de figuren van de annunciatie, zie noot 7.

[25] ‘Der Rotterdamer Zeichnung fehlt jener unverkennbare Klang spontaner Formnotierung vom eigenhändigen Naturstudien Pisanellos, ebenso die Kühnheit seiner kraftvoll zugreifenden Federführung’. Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3-1, p. 152.

[26] National Galleries of Scotland, inv. D 722.

[27] Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3-1, p. 153.

[28] Ibidem, p. 152.

[29] Ibidem, p. 153.

[30] Al werd de verso enige tijd toch aan Pisanello toegeschreven, onder meer door Degenhart/Schmitt 1960, pp. 120-121; Fossi Todorow 1962, pp. 137-138; Aikema/Meijer 1985, nr. 7.

[31] Vaticaanse Musea, zie Degenhart/Schmitt 2004, dl. 3-1, p. 478, afb. 372.

[32] British Museum, inv. 1805,0703.135.

[33] Rome 1988, nr. 45; Parijs/Verona 1996, nr. 41.

[34] Bijvoorbeeld inv. I 523.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Pisanello (Antonio di Puccio Pisano)

Pisa circa 1395 - Rome 1455

Bekijk het volledige profiel