:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Cornelis Claesz. van Wieringen

Haarlem circa 1576 - Haarlem 1633

Auteur: Yvonne Bleyerveld

Het geboortejaar van de marineschilder Cornelis Van Wieringen is onbekend, maar vermoedelijk werd hij geboren omstreeks 1575.1 Zijn vader Claes Cornelisz van Wieringen was een Haarlemse schipper en had een huis aan het Spaarne. Volgens Van Mander had Van Wieringen zelf ook gevaren alvorens hij met ‘wonderlijcken gheest en verstandt’ schepen ging tekenen en schilderen.2

In 1597 werd de kunstenaar lid van het Haarlemse Sint-Lucasgilde. In zijn geschilderde werk volgde hij het specialisme van Hendrick Vroom: hij schilderde havenscènes en zeeslagen. Daarom wordt aangenomen dat hij een leerling van Vroom was, maar daarvoor ontbreekt bewijs. In zijn tekeningen verbeeldde Van Wieringen niet alleen marines, maar ook kust- en havengezichten, landschappen en stadsgezichten. In zijn tekenstijl is soms invloed van Hendrick Goltzius te herkennen, waardoor wel is verondersteld dat Van Wieringen een leerling van Goltzius was. Ook hiervoor is geen bewijs, maar wel staat vast dat beide kunstenaars elkaar kenden. Het contact liep mogelijk via Hendrick Vroom, die vanaf 1603 Goltzius’ buurman in de Haarlemse Jansstraat was, of via hun gemeenschappelijke vriend Cornelis Cornelisz van Haarlem.

Van Wieringen was een gewaardeerd schilder, die diverse malen bestuurder van het Sint-Lucasgilde was.3 Hij kreeg verscheidene belangrijke opdrachten. Zo voltooide hij in 1622 voor de Amsterdamse Admiraliteit het grote schilderij De zeeslag bij Gibraltar.4 In 1629 kreeg hij van de stad Haarlem opdracht om een tapijtontwerp te maken voor een tapijt met de Inname van Damiate, bestemd voor de vroedschapkamer.5

Hoewel Van Wieringen vooral bekend is vanwege zijn schilderijen, zijn er meer tekeningen van zijn hand bekend. In 1979 stelde Keyes een voorlopige catalogus van 65 tekeningen samen.6 Sindsdien zijn diverse nieuwe tekeningen aan het licht gekomen of aan hem toegeschreven.7 Van alle bewaard gebleven tekeningen is er slecht een voorzien van het monogram CVWC.8

Van Wieringen leverde ook prentontwerpen die gegraveerd werden door Claes Jansz Visscher, Robert de Baudous en Jan van de Velde II.9 Het bekendst is de serie van dertien landschappen met titelblad, geëtst door Claes Jansz Visscher uit 1613.10 Ontwerptekeningen voor deze prentenserie zijn niet bewaard gebleven, maar we kennen wel twee andere prentontwerpen die geëtst werden voor Jan van de Velde II.11

Noten

1 Deze biografie is gebaseerd op Brand 1997; Van Thiel-Stroman in Köhler/Biesboer 2006, pp. 343-346.

2 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 300v.

3 Zie voor zijn andere bestuurlijke en openbare functies, Van Thiel-Stroman in Köhler/Biesboer 2006, p. 344.

4 Amsterdam, Scheepvaartmuseum, inv. nr. A.0724.

5 Nog altijd aanwezig in het stadhuis van Haarlem. De glazenier en graveur Pieter Pietersz Holsteyn I leverde de cartons en de tapijtwever Joseph Thienpont (Thibauts) was verantwoordelijk voor de uitvoering (Van Thiel-Stroman in Köhler/Biesboer 2006, p. 344).

6 Keyes 1979.

7 Zie bijvoorbeeld London/Parijs/Cambridge 2002, nr. 6 (collectie Maida and George Abrams) en Amsterdam 1999, pp. 120-121. Zo maakte Van Wieringen ook een tekening in het liedboek van Anna Steyn (in het bezit van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag en het Rijksmuseum in Amsterdam, inv. nr. 79 J 30/ RP-T-1998-86), fol. 67r.

8 Parijs, Fondation Custodia, coll. Frits Lugt, inv. nr. 2755; Keyes 1979, cat. 51; Boon 1992, nr. 234.

9 Zie voor alle prenten naar Van Wieringen, Hollstein LII, 1998, pp. 75-98.

10 Hollstein XXXVIII, 1991, pp. 149-150, nrs. 327-340.

11 Schapelhouman/Schatborn 1998, nr. 438.

Lees verder Lees minder