In een brief aan zijn broer Theo beschrijft Vincent van Gogh het in detail: ‘Het ene landschap dat ik medeneem, dat met die gele blaren, ik geloof dat het u ook zou bevallen. De horizon is een donkere streep tegen een lichte streep lucht van wit en bauw. In die donkere streep vlekjes rood, blauwachtig en groen of bruin, het silhouet der daken en boomgaarden vormende, het veld groenachtig. De lucht hogerop grijs, waartegen de zwarte stammetjes en gele blaren. Voorgrond geheel met afgevallen gele blaren bedekt, waarin twee zwarte en een blauw figuurtje. Rechts een berkenstam wit en zwart, en een groene stam met roodbruine blaren.’
Van Gogh behoort tot de voorlopers van het expressionisme. Een belangrijke overeenkomst met de latere expressionisten is het kleurgebruik dat hij beschrijft in zijn brief en de manier van schilderen. Het grootste verschil tussen Van Gogh en de expressionisten is het perspectief. In de schilderijen van Van Gogh is dit nog duidelijk te zien, met ruimte en lucht. De kunst van de expressionisten is echter plat en steeds meer figuratief.
Edvard Munch is een pionier van het expressionisme, maar ook een representant van het symbolisme aan het eind van de 19de eeuw.