Hoewel Johannes Wierix vooral bekend was als prentkunstenaar, werden in zijn tijd ook zijn tekeningen hogelijk gewaardeerd, zoals blijkt uit inventarissen van verzamelaars. Zijn grote pentekeningen op perkament werden als schilderijen ingelijst achter glas opgehangen. Deze compositie met de heilige Maria Magdalena in een landschap valt op door de overweldigende natuur met een doorkijk in de verte. Tot in de kleinste details is alles minutieus getekend. Linksonder staat zijn signatuur.
Specificaties
| Titel | De boetvaardige Maria Magdalena in een rotsachtig landschap |
|---|---|
| Materiaal en techniek | Pen in bruine inkt op perkament |
| Objectsoort |
Tekening
> Tweedimensionaal object
> Kunstvoorwerp
|
| Locatie | Dit object is in het depot |
| Afmetingen |
Hoogte 367 mm Breedte 268 mm |
|---|---|
| Makers |
Tekenaar:
Johannes Wierix
|
| Inventarisnummer | J Wierix 1 (PK) |
| Credits | Uit de nalatenschap van F.J.O. Boijmans, 1847 |
| Collectie | Tekeningen & Prenten |
| Verwervingsdatum | 1847 |
| Vervaardigingsdatum | in circa 1598-1599 |
| Signatuur | 'Iohan. / Wiricx / Inventor' gesigneerd (linksonder, in pen in bruine inkt) |
| Watermerk | geen (perkament) |
| Conditie | randschade aan linkerzijde; rechtsboven een gerepareerd gaatje |
| Inscripties | geen |
| Verzamelaar | F.J.O. Boijmans |
| Merkteken | Museum Boymans (L.1857) |
| Herkomst | F.J.O. Boijmans (1767-1847), Utrecht; gelegateerd aan de stad Rotterdam in 1847 |
| Tentoonstellingen | Rotterdam 2004b; Rotterdam 2009 (coll 2 kw 3) |
| Interne tentoonstellingen |
De Collectie Twee - wissel III, Prenten & Tekeningen (2009) Het jaar rond met Bol (2004) |
| Onderzoek |
Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw |
| Literatuur | Cat. 1852, nr. 1141; Cat. 1869, nr. 1544; Cat. 1901, nr. 973 (fl. 75,-); Van Ruyven-Zeman 2004, p. 245, p. 247 (fig. 13), p. 255 (nr. 53); Collection Catalogue 2012 (online) |
| Materiaal | |
| Object | |
| Geografische herkomst | Nederland > West-Europa > Europa |
Entry bestandscatalogus Vroeg Nederlandse tekeningen uit de 15e en 16e eeuw
Auteur: Yvonne Bleyerveld
In deze minutieus getekende voorstelling is een rijkdom aan details te zien. Zo staat in de grot een bed met twee pantoffels ernaast en een tafel met daarop twee boeken, een glas en een karaf. Een hond ligt in de opening. Op de werktafel van Maria Magdalena zien we een lezenaar, boeken, een zalfpot, schedel en kruisbeeld. Op de voorgrond gedetailleerd uitgewerkte planten en tal van dieren: links een slak, een pad en een libelle op een blaadje, rechts een sprinkhaan en twee duifjes. In de weide naast het gekanaliseerde beekje loopt een rund, op de heuvel achter Maria Magdalena zijn een vos en twee steenbokken te ontdekken. In de spleet boven de grotwoning huist een uil. Linksboven zit een eekhoorn op een tak en in het midden bovenaan een aapje. In de verte is een ommuurd kerkje te zien, met daarachter een weids landschap met daarin verspreid liggende bouwwerken. Door Maria Magdalena te situeren in dit rotsachtige landschap vol dieren, planten en doorkijkjes in de verte, heeft Johannes Wierix de narratieve mogelijkheden van het thema ten volle benut.
De uitbeelding van de boetvaardige Maria Magdalena in de wildernis gaat terug op een elfde-eeuwse legende waarin verteld wordt dat deze heilige zich in de buurt van Marseille dertig jaar lang in eenzaamheid terugtrok. Zij vestigde zich in een grot die Sainte-Baume werd genoemd. Iedere dag voerden engelen haar enkele malen naar de hemel, waar zij met muziek werd ontvangen.1 Maria Magdalena’s boetvaardigheid na een losbandig leven maakte haar in de Middeleeuwen tot hét voorbeeld van een berouwvolle zondares. In de zestiende en zeventiende eeuw behoorde zij tot de meest geliefde vrouwelijke heiligen. In de omvangrijke prentproductie van de gebroeders Wierix is zij de vrouwelijke heilige die het vaakst uitgebeeld is.2
De tekening is uitgevoerd in Johannes Wierix’ kenmerkende verfijnde tekentechniek in pen en inkt op perkament en bestemd voor de verkoop aan welgestelde verzamelaars.3 Wat betreft het formaat en de sublieme uitvoering sluit deze Maria Magdalena aan bij de Diana en Actaeon in Londen (gedateerd 1599), de Diana en Callisto in Wenen van rond 1598 en het Oordeel van Paris in Museum Boijmans van Beuningen (zie inv. nr. MvS 393).4 De besproken tekening zal eveneens omstreeks 1598-1599 ontstaan zijn. Johannes Wierix maakte nog een tweede, kleinere tekening met Maria Magdalena in de wildernis, waarbij hij het landschap minder nauwkeurig uitwerkte.5
Voor de plaatsing van Maria Magdalena in dit grote landschap heeft Johannes Wierix zich mogelijk laten inspireren door de monumentale gravures met boetvaardige heiligen in de wildernis van Cornelis Cort naar Girolamo Muziano (ca. 1532-1592) uit de jaren 1573-1575. De gravures verbeelden verschillende heiligen, zoals Eustachius, Onuphrius, Hieronymus en Maria Magdalena. Steeds zijn zij uitgebeeld als betrekkelijk kleine, knielende en biddende figuren in grote landschappen op staand formaat, die net als deze tekening van Wierix gestoffeerd zijn met forse bomen en boomgroepen, rotspartijen en beekjes tegen een weids landschap op de achtergrond.6
[caption id="attachment_13864" width="587" align="alignleft"]
fig. 1 Cornelis Cort after G. Muziano. Johnthe Baptist in the wilderness, 1574-1575. Museum Boijmans Van Beuningen, inv. no. BdH 14940[/caption]
Noten
1 Réau 1955, dl. III, p. 847.
2 Van Ruyven-Zeman 2004, p. 245, Hollstein LXV, 2004, nrs. 1594-1615.
3 Zie daarvoor Van Ruyven-Zeman 2004.
4 Diana and Actaeon: Londen, The British Museum, dated 1599, inv.nr. ***, zie Van Ruyven-Zeman 2004, p. 238, fig. 1; Diana and Callisto, Vienna, Albertina, inv.nr. 8181, Benesch 1928, nr. 211, volgens Van Ruyven-Zeman te dateren rond 1598, zie Van Ruyven-Zeman 2004, p. 246, 256 (n. 56).
5 Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België; De Grez 1913, nr. 4064. Deze tekening, die slechts 116 x 88 mm meet, zou volgens De Grez 1913 ‘Johan Wierix’ gesigneerd en gedateerd ‘1597’ zijn, maar zoals Van Ruyven-Zeman 2004, p. 255 (n. 54) terecht stelde, ontbreken signatuur en datering.
6 New Hollstein 2000b, nrs. 107, 111, 116, 121, 123, 131, 134. Met dank aan Manfred Sellink die mij op deze overeenkomst tussen Corts prenten en Wierix’ tekening attendeerde.