:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Restituties: lopende en afgehandelde verzoeken

De laatste twee decennia hebben verschillende nazaten van toenmalige eigenaren verzocht om teruggave van kunstwerken.

In sommige gevallen zocht het museum zelf contact met erven om kunstwerken voor bindend advies voor te leggen aan de Restitutiecommissie. In een aantal gevallen werden deze kunstwerken teruggegeven nadat uit nader onderzoek was gebleken dat het bezitsverlies destijds inderdaad onrechtmatig was. Hieronder volgt een overzicht van restituties en de lopende en afgehandelde restitutieverzoeken.

De Restitutiecommissie

De Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog (de Restitutiecommissie) in Den Haag adviseert de minister van OC&W volgens het verruimde teruggavebeleid van de rijksoverheid over individuele verzoeken tot teruggave van cultuurgoederen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn verdwenen. Particulieren en niet-rijksoverheidsinstellingen kunnen gezamenlijk kwesties voor (bindend) advies aan deze commissie voorleggen, op basis van artikel 2.2 van het instellingsbesluit. Meer informatie vindt u in het restitutiebeleid en de jaarverslagen en adviezen van de Restitutiecommissie.

Lopende restitutieverzoeken

  • Honoré Daumier, De schilderijen-liefhebbers en De kwijtschelding
  • Max Liebermann, Schrijvend meisje aan een tafel
  • Anomiem, Hodegretia, of Moeder met Kind

'De schilderijen-liefhebbers' door Honoré Daumier

Dit schilderij werd samen met 'De kwijtschelding' door kunsthandelaar Jacques Goudstikker aan D.G. van Beuningen verkocht in april 1939. Met de aankoop van de kunstcollectie uit de nalatenschap van D.G. van Beuningen kwam het in het museum terecht in 1958. Het is niet bekend van wie en wanneer Goudstikker deze schilderijen kocht. 'De schilderijen-liefhebbers' lijkt in ieder geval sinds 1930 tot en met 1937 in het bezit te zijn geweest van de Duits-Joodse bankier en kunstverzamelaar Jakob Goldschmidt. Hij woonde in Berlijn, maar voelde zich na de machtsovername van de nazi’s gedwongen de stad te verlaten met een deel van zijn kunstcollectie. Vanaf 1933 trok Goldschmidt door verschillende Europese steden, om zich in de VS te vestigen in 1936, waar hij in 1955 overleed. Het achtergebleven deel van zijn verzameling werd in de jaren ’40 door de nazi’s in beslag genomen. Dit schilderij maakte geen deel uit van deze beslagname, maar het blijft de vraag wanneer en onder welke omstandigheden het uit de collectie van Goldschmidt raakte.

In 2022 is het schilderij voorgelegd voor bindend advies bij de Restitutiecommissie. 

'De schilderijen-liefhebbers' door Honoré Daumier
De schilderijen-liefhebbers, Honoré Daumier, 1860-1865, verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958

'De kwijtschelding' door Honoré Daumier

Dit schilderij werd samen met 'De schilderijen-liefhebbers' door kunsthandelaar Jacques Goudstikker aan D.G. van Beuningen verkocht in april 1939. Met de aankoop van de kunstcollectie uit de nalatenschap van D.G. van Beuningen kwam het in het museum terecht in 1958. Het is niet bekend van wie en wanneer Goudstikker deze schilderijen kocht. 'De kwijtschelding' lijkt in ieder geval sinds 1930 tot en met 1937 (mogelijk 1938) in het bezit te zijn geweest van de Duits-Joodse bankier en kunstverzamelaar Jakob Goldschmidt. Hij woonde in Berlijn, maar voelde zich al vroeg in de oorlog gedwongen de stad te verlaten met een deel van zijn kunstcollectie. Goldschmidt vluchtte uit de Duitse hoofdstad in 1933, om zich in de VS te vestigen in 1936, waar hij in 1955 overleed. Het achtergebleven deel van zijn verzameling werd in de jaren ’40 door de nazi’s in beslag genomen. Dit schilderij maakte geen deel uit van deze beslagname, maar het blijft de vraag wanneer en onder welke omstandigheden het uit de collectie van Goldschmidt raakte.

In 2022 is het schilderij voorgelegd voor bindend advies bij de Restitutiecommissie.

'De kwijtschelding' door Honoré Daumier
De kwijtschelding, Honoré Daumier, 1860-1865, verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958

'Schrijvend meisje aan een tafel' door Max Liebermann

Deze tekening van de Joodse kunstenaar Max Liebermann werd bij Paul Brandt te Amsterdam in 1959 geveild als onderdeel van de nalatenschap van de Joodse kunsthistoricus Max J. Friedländer, waar het door het museum werd aangekocht. Het is niet bekend hoe het werk in het bezit van Friedländer raakte. Het lijkt echter zeer waarschijnlijk dat dit gebeurde na het overlijden van Liebermann, met wie Friedländer bevriend was, gezien er een nalatenschapstempel in de linkerhoek van de tekening te zien is. Deze stempel werd door de weduwe van de kunstenaar, Martha Liebermann, aangebracht op de kunstwerken die aanwezig waren in Liebermann’s atelier na zijn overlijden in februari 1935. Na de zelfmoord van Martha Liebermann in 1943 werd Liebermann’s kunstverzameling in beslag genomen door de nazi’s. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat deze tekening deel uitmaakte van de in beslag genomen nalatenschap van Martha Liebermann.

Deze tekening staat tevens op de website van Museale Verwervingen vanaf 1933.

In mei 2021 hebben Museum Boijmans Van Beuningen en The Estate of Max Liebermann gezamenlijk een verzoek tot onderzoek en bindend advies ingediend bij de Restitutiecommissie.

'Schrijvend meisje aan een tafel' door Max Liebermann
Schrijvend meisje aan een tafel, Max Liebermann, 1890-1895, aankoop 1959

Lopend restitutieverzoek: 'Hodegetria', of 'Maria met Kind', door Anoniem

Met de aankoop van de kunstcollectie uit de nalatenschap van D.G. van Beuningen kwam dit ivoren reliëf in het museum terecht in 1958. Het werd door D.G. van Beuningen gekocht van kunsthandelaar Jacques Goudstikker in 1939 als ‘ex-coll. Stroganoff’. Dit is zeer waarschijnlijk de Russische kunstverzamelaar Grigoriy Sergeyevich Stroganov (1829-1910). Het is niet bekend wanneer en op welke wijze Goudstikker het werk heeft verworven. Het reliëf komt echter voor in de gedwongen veiling van de handelsvoorraad van Joodse Kunsthandlung A.S. Drey te München. Deze veiling vond plaats bij veilinghuis Paul Graupe te Berlijn op 17/18 juni 1936, waar dit reliëf als lot nr. 96 werd aangeboden en het door een onbekende koper is verworven. De veilingcatalogus van Graupe verwijst tevens naar een vroegere herkomst: de collecties Stroganoff te Rome en Burns te Londen.


In het najaar van 2020, heeft het museum in samenspraak met de vertegenwoordiger van de erven, het ivoren reliëf voorgelegd voor bindend advies bij de Restitutiecommissie

Lopend restitutieverzoek: 'Hodegetria', of 'Maria met Kind', door Anoniem
Hodegretia, of Maria met Kind, Anoniem, 900-1000, verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958

Restituties en afgehandelde restitutieverzoeken

  • Koenigs Collectie 
  • Elf majolica schalen uit de verzameling Eugen Gutmann (verdeling 2022)
  • Twee objecten uit de verzameling van Emanuel Vita Israël (restitutie 2020)
  • Gosschalk: het schilderij Berglandschap met boomstronk door Jacob van Geel (afgehandeld 2019)
  • Schloss: het schilderij Stilleven met tulp door Dirk van Delen (restitutie 1999)
  • Ornstein: de tekeningen Koningsgraf en Ingang van een moskee door Marius Bauer (restitutie 2000)
  • Leefsma: het schilderij Lezende vrouw zittend in het gras aan de rand van een weiland door Nicolaas van der Waay (restitutie 2000)
  • De Vries: de tekening Staande jonge boerin door George Hendrik Breitner (restitutie 2001)
  • Flersheim-Eberstadt: de tekening Godsvertrouwen door Jan Toorop (restitutie 2001)
  • Flersheim-Eberstadt: het schilderij De Theems door Jan Toorop (restitutie 2009)

Verdeling elf majolica schalen uit de verzameling van Eugen Gutmann

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de kunstverzameling van de Joodse familie Fritz en Louise Gutmann ontvreemd door het naziregime. Oorspronkelijk bevatte de Gutmann verzameling onder meer elf Italiaanse majolicaschalen die vanwege de langdurige bruikleen van de collectie Frederiks, in 1968 in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen terecht zijn gekomen. Het is tot op heden onduidelijk hoe en wanneer Frederiks de majolicaschalen in bezit kreeg. Na uitgebreid onderzoek door het Expertisecentrum Restitutie, in opdracht van de Restitutiecommissie, kan geen uitsluitsel worden gegeven over de herkomstgeschiedenis van de schalen tussen 1933 en 1955. Het is niet duidelijk geworden of er sprake is van onvrijwillig bezitsverlies gedurende die periode. Op initiatief van de Restitutiecommissie is alsnog een overeenkomst getroffen: de familie krijgt zes schalen terug in haar bezit, het museum behoudt er vijf. Daarmee heeft het familieverhaal van de Gutmann collectie een prominente plek in de vertelling over deze stukken in de museumcollectie samen met het kunsthistorische verhaal van Italiaanse majolica. De stukken zijn te zien in Depot Boijmans Van Beuningen. Een van de schalen die overgedragen is aan de familie Goodman, was toe aan restauratie en is zorgvuldig gerestaureerd in het nieuwe depot.

Verdeling elf majolica schalen uit de verzameling van Eugen Gutmann
Detail van een van de zes majolica schalen die terug zijn gegaan naar de erven Eugen Gutmann

Restitutie van twee objecten uit de nalatenschap van Emanuel Vita Israël

Bij het herkomstonderzoek werd op de inventariskaarten van de wijwateremmer en bronzen kandelaar de naam Vita Israël als voormalig eigenaar aangetroffen. Na verder onderzoek bleek dat deze Joodse apotheker en kunstverzamelaar Emanuel Vita Israël (1873-1940) kort na de Duitse inval op 15 mei 1940 zelfmoord heeft gepleegd. Zijn nagelaten collectie waaronder de wijwateremmer en kandelaar, kwam op 7 november 1940 ter veiling bij de Amsterdamse firma Mensing & Zoon, Frederik Muller & Co. alwaar Mr. J.W. Frederiks (1889-1962) het zeer waarschijnlijk kocht. In 1968 gaf de heer Frederiks de wijwateremmer en de kandelaar in bruikleen aan Museum Boijmans Van Beuningen. In 1994 werden deze aan het museum geschonken als onderdeel van de collectie van Mr. J.W. Frederiks. Het museum heeft in samenspraak met de vertegenwoordiger van de erven van Vita Israël, in het voorjaar van 2019, de twee objecten voorgelegd voor bindend advies aan de Restitutiecommissie. Eind juli 2020 heeft de Restitutiecommissie geadviseerd dat de gemeente Rotterdam en daarmee het museum gehouden zijn tot restitutie van de twee objecten aan de erven Vita Israel. In oktober 2020 zijn de twee objecten overgedragen aan een vertegenwoordiger van de erven.

Anoniem, kandelaar, 1400-1425, schenking Coll. Mr. J.W. Frederiks
Anoniem, kandelaar, 1400-1425, schenking Coll. Mr. J.W. Frederiks
Anoniem, wijwateremmer, 1100-1125, schenking Coll. Mr. J.W. Frederiks
Anoniem, wijwateremmer, 1100-1125, schenking Coll. Mr. J.W. Frederiks

Afgehandeld verzoek van het schilderij 'Berglandschap met boomstronk' door Jacob van Geel

In 1975 legateerde de Joodse kunsthistoricus en kunsthandelaar Vitale Bloch (1900-1975) het schilderij 'Berglandschap met boomstronk' van Jacob van Geel aan Museum Boijmans Van Beuningen. Het bleef gedurende het herkomstonderzoek onduidelijk wanneer en hoe Vitale Bloch het schilderij heeft verworven.
Het schilderij, dat op 9 juni 1931 werd geveild uit de collectie van Hofstede de Groot, is destijds door Joseph Henri Gosschalk (1875-1952) gekocht, aldus verschillende geannoteerde veilingcatalogi.

Afgehandeld verzoek van het schilderij 'Berglandschap met boomstronk' door Jacob van Geel
Jacob van Geel, Berglandschap met boomstronk, circa 1620, uit de nalatenschap van Vitale Bloch 1976

Gosschalk was een Joodse kunstverzamelaar en kunstenaar uit Den Haag die in 1943 werd weggevoerd en achtereenvolgens gevangen zat in Barneveld, Westerbork en Theresienstadt. Voordat hij werd opgepakt moest hij schilderijen inleveren bij de Duitse roofinstantie Liro. Hij overleefde de oorlog en keerde terug naar Den Haag waar hij in 1952 overleed. Na de oorlog heeft Gosschalk gecorrespondeerd met de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK). Hieruit blijkt dat hij meerdere werken verloren is tijdens de oorlog. Het schilderij van Jacob van Geel wordt in deze correspondentie niet genoemd.

Aangezien het na onderzoek onbekend is gebleven hoe en wanneer Vitale Bloch 'Berglandschap met boomstronk' heeft verworven, heeft het museum de erven Gosschalk benaderd en in samenspraak met hen in de zomer van 2017 het werk voorgelegd voor bindend advies aan de Restitutiecommissie.

In het najaar van 2019 heeft de Restitutiecommissie uitspraak gedaan en geoordeeld dat het museum (de gemeente Rotterdam) niet gehouden is tot restitutie. Uit het aanvullende onderzoek uitgevoerd door het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken komt naar voren dat Vitale Bloch het schilderij al in of voor 1940 heeft verworven. Zie hier het volledige advies van de Restitutiecommissie. 

Samen met de erfgenamen van de heer Gosschalk bekijkt het museum hoe de herkomstgeschiedenis van ‘Berglandschap met boomstronk’ goed naar voren kan worden gebracht.

Restitutie van het schilderij ‘Stilleven met tulp’ door Dirck van Delen

Het stilleven ‘Stilleven met tulp’, een klein paneelschilderij uit 1637 van de 17de-eeuwse schilder Dirck van Delen (Heusden 1605-1671 Arnemuiden) werd in 1999 door de Gemeente Rotterdam gerestitueerd aan de erven van de Frans-Joodse verzamelaar Adolphe Schloss, door tussenkomst van de Franse Staat. Het gesigneerde en gedateerde schilderijtje was in 1976 door het museum verworven met het legaat van de van oorsprong Russisch-Poolse kunsthistoricus, kunsthandelaar en kunstverzamelaar dr. Vitale Bloch (1900-1975).

Dit schilderijtje neemt in Van Delens oeuvre een uitzonderlijke positie in: het is het enige stilleven temidden van een groot aantal werken waarin de architectuur de hoofdrol speelt. Daarnaast zijn voorstellingen waarin slechts één enkele bloem figureert een grote zeldzaamheid. De schelpen zijn waardevolle uitheemse exemplaren. De tulp is de kostbare 'Generael der generaelen van Gouda', geplaatst in een uit het Verre Oosten geïmporteerde gendi.

Hoe het kunstwerk precies de collectie Schloss in Parijs verlaten heeft, is niet helemaal duidelijk geworden, doch waarschijnlijk is dit gebeurd door confiscatie door de Gestapo in 1943 met de rest van de collectie Schloss. Het komt niet voor op lijsten van door Duitsland gerestitueerde kunstwerken uit 1946. Waar en wanneer Bloch het stilleven heeft verworven, is eveneens niet bekend.

Restitutie van het schilderij ‘Stilleven met tulp’ door Dirck van Delen
Stilleven met tulp, Dirck van Delen, 1637, uit de nalatenschap van Vitale Bloch 1976

Het schilderijtje is na de restitutie aan de erven Schloss op 20 december 2000 in Parijs geveild, waar het voor 1,4 miljoen gulden werd verkocht aan een Franse particuliere verzamelaar.

Literatuur
- Frits Scholten, 'Rotterdamse grootmoedigheid', Openbaar Kunstbezit 42/6 (1998), p. 2; - Edward Grasman, 'Vitale Bloch: de jonge jaren', RKD Bulletin 2 (2010), pp. 2-13.

Restitutie van de tekeningen ‘Koningsgraf’ en ‘Ingang van een moskee’ door Marius Bauer

In 2000 gaf de gemeente Rotterdam de twee tekeningen ‘Koningsgraf’ en ‘Ingang van een moskee’ door de Nederlandse oriëntalistische kunstenaar Marius Bauer (1867-1932) uit eigen beweging terug aan de rechtmatige erfgenamen. Uit het onderzoek uitgevoerd door historicus dr. A.J. Bonke in het kader van het onderzoeksproject Museale Verwervingen 1940-1948 bleek dat deze kunstwerken in 1943 door dr. D. Hannema, de toenmalige directeur van Museum Boymans, samen met een tekening van George Hendrik Breitner en een schilderij van Nicolaas van der Waay, waren aangekocht van Eduard Plietzsch, medewerker van de roofinstelling Dienststelle Mühlmann. 

Op de achterzijde van een van de tekeningen van Bauer stond ‘Verz. Mevr. D. Ornstein Rafaelplein 21, Amsterdam (Z)’. Het onderzoek naar de erfgenamen werd voortgezet in het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag en het bevolkingsregister van Amsterdam. Hierdoor konden de vier erfgenamen worden opgespoord. Op 20 juni 2000 besloot het Rotterdamse College van B&W om de kunstwerken aan hen te restitueren, waarna op 8 augustus van dat jaar de overdracht plaatsvond aan de executeur-testamentair van de erven van mw. F.S.B. Ornstein.

Restitutie van het schilderij ‘Lezende vrouw zittend in het gras aan de rand van een weiland’ door Nicolaas van der Waay

In 2000 gaf de gemeente Rotterdam eigener beweging het schilderij ‘Lezende vrouw’ van Nicolaas van der Waay (1855-1936) terug aan de rechtmatige erfgenamen. Dit werk werd onderzocht in het kader van het onderzoeksproject Museale Verwervingen 1940-1948 door historicus dr. A. J. Bonke, dat destijds nog te boek stond onder de verkeerde kunstenaarsnaam, namelijk als ‘H. v.d. Waait, Lezende dame in wei’ en ‘Lesende Frau van v.d. Waart’.

Restitutie van het schilderij ‘Lezende vrouw zittend in het gras aan de rand van een weiland’ door Nicolaas van der Waay
Lezende vrouw zittend in het gras aan de rand van een weiland, Nicolaas van der Waay, circa 1885-1935

In opdracht van de Gemeente Rotterdam verrichtte Bonke een aanvullend herkomstonderzoek, dat in april 2000 uitmondde in een rapportage. Daarin is het kunstwerk geïdentificeerd en de precieze herkomst beschreven. Hieruit bleek dat het werk eigendom was van de heer I.H. Leefsma (1879-1943) uit Amsterdam en in 1942 zonder zijn toestemming door een NSB’er, die op 8 december 1941 was aangesteld als ‘Verwalter’ over Leefsma’s bedrijf, met 64 andere voorwerpen was ingeleverd bij de roofbank Lippmann, Rosenthal & Co. (Liro) in Amsterdam. De Liro verkocht het schilderij vervolgens aan de roofinstelling Dienststelle Mühlmann. Eduard Plietzsch, medewerker van de Dienststelle Mühlmann, bood het schilderij samen met drie tekeningen (twee van Marius Bauer en een van George Hendrik Breitner, alle drie met een andere herkomst) te koop aan in een brief van 7 juli 1943 aan dr. D. Hannema, directeur van Museum Boymans. Deze ging op het aanbod in en kocht de vier kunstwerken.

Leefsma en zijn echtgenote zijn in maart 1943 omgekomen in concentratiekamp Sobibor. Zij hadden de vereniging De Joodse Invalide in 1937 aangewezen als hun enige erfgenaam. De vereniging heeft al in 1951 geprobeerd om een aantal kunstwerken uit de collectie Leefsma, waaronder dit schilderij van Van der Waay, terug te vinden, maar zonder resultaat.

Restitutie van de tekening ‘Staande jonge boerin’ door George Hendrik Breitner

In mei 2001 gaf de gemeente Rotterdam de zwartkrijttekening ‘Staande jonge boerin’ van de kunstenaar George Hendrik Breitner (1857-1923) uit eigen beweging terug aan de rechtmatige erfgenamen. Deze tekening werd in 1943 aangekocht door dr. D. Hannema, de toenmalige directeur van Museum Boymans, samen met twee tekeningen van Marius Bauer en een schilderij van Nicolaas van der Waay (allen met een andere herkomst), bij Eduard Plietzsch van de roofinstelling Dienststelle Mühlmann.

Onderzoek uitgevoerd door historicus dr. A.J. Bonke in het kader van het onderzoeksproject Museale Verwervingen 1940-1948 toonde aan dat het werk eigendom was van de heer E. de Vries, die op het moment dat de oorlog uitbrak in Amerika verbleef en zijn bezit had ondergebracht bij de Meubeltransport Mij. De Gruyter & Co. Na afkondiging van de tweede Liro-verordening in 1942 leverde De Gruyter de bezittingen van De Vries in bij de roofbank Lippman en Rosenthal & Co (Liro). Het onderzoek naar de erfgenamen van de heer E. de Vries werd voortgezet door het Gemeente Archief Rotterdam die hen via het Bevolkingsregister van Amsterdam op het spoor kwam.

Restitutie van de tekening ‘Staande jonge boerin’ door George Hendrik Breitner
Staande jonge boerin, George Hendrik Breitner, 1860-1923

Restitutie van de tekening ‘Godsvertrouwen’ en het schilderij 'De Theems' door Jan Toorop

Godsvertrouwen
‘Godsvertrouwen’ (1907) is een gekleurde tekening van de belangrijke Nederlandse kunstenaar Jan Toorop (1858-1928), die in 1943 aan het museum werd geschonken door twee leden van het Stichtingsbestuur. De tekening was aangekocht bij de Haagse kunsthandelaar Herman d’Audretsch. Deze had de tekening op zijn beurt verworven van een Duitse kunsthandelaar. Het werk was op de kunstmarkt gekomen nadat de Duitse bezetter in 1942 in Amsterdam de bezittingen in beslag had genomen van Ernst Flersheim (1862-1944). Flersheim was een Duitse Jood die in maart 1937 was uitgeweken naar Nederland. Hij was sinds 1905 bevriend met Jan Toorop en had verscheidene werken van hem in zijn bezit. In 1943 werden hij en zijn vrouw bij een razzia in Amsterdam opgepakt en overgebracht naar het overgangskamp Westerbork.

Nadat in 1954 een eerste claim op de tekening van de erfgenamen van Flersheim door het bestuur van de museumstichting was afgewezen, volgde in 1999 een afwijzing van een hernieuwde claim. Pas na lang touwtrekken is de tekening uiteindelijk door de museumstichting overgedragen aan de erfgenaam Walter Eberstadt in november 2001. Dit gebeurde tegen betaling van fl. 2000, het bedrag dat waarschijnlijk door de twee schenkers voor de tekening was betaald in 1943. Dit bedrag komt niet overeen met de huidige marktwaarde van het werk, die vele malen hoger ligt.

De Theems
‘De Theems’ (1885), een vroeg werk van de belangrijke Nederlandse kunstenaar Jan Toorop (1858-1928), werd in 1937 door de toenmalige eigenaar Ernst Flersheim (1862-1944) - die bevriend was geweest met de kunstenaar en verscheidene werken van hem in bezit had - verkocht aan de Haagse Kunsthandel G.J. Nieuwenhuizen Segaar. Flersheim was als Duitse Jood in maart 1937 uitgeweken naar Nederland. Kort daarna vond de transactie plaats tussen Flersheim en Nieuwenhuizen Segaar. Het schilderij bevond zich op dat moment in Londen en werd na de koop vanuit Londen naar Nederland overgebracht. Het werk werd samen met een schilderij van Bart van der Leck bij de kunsthandel gekocht door Museum Boijmans, en was een van de eerste aankopen van het museum op het gebied van moderne kunst. Flersheim ontving voor het schilderij ƒ 3.500,- van de handelaar; het museum betaalde voor de werken van Toorop en Van der Leck tezamen een bedrag van ƒ 6.000,-.

In 2005 besloten de erfgenamen van Ernst Flersheim, de Gemeente Rotterdam en Museum Boijmans Van Beuningen gezamenlijk een bindend advies te vragen aan de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog, omdat er een geschil was ontstaan tussen de Gemeente Rotterdam en de erfgenamen van Ernst Flersheim over het schilderij ‘De Theems’ van Jan Toorop. Op 12 maart 2008 heeft deze haar advies afgegeven. De Restitutiecommissie heeft geconstateerd dat het werk als gevolg van omstandigheden die direct verband hielden met het naziregime door de toenmalige eigenaar is verkocht. Daarnaast heeft de commissie geoordeeld dat geen sprake geweest is van onzorgvuldig handelen door het Museum Boijmans dan wel de Gemeente Rotterdam bij deze aankoop.

Het bindend advies van de commissie luidt: “De Gemeente Rotterdam is gehouden tot teruggave van het schilderij ‘De Theems bij Londen’ aan de erfgenamen van Ernst Flersheim, tegen betaling door deze erfgenamen van een bedrag van € 30.397,50 aan de Gemeente Rotterdam.”

De prijs van ruim € 30.000 die door de commissie is vastgesteld is de geïndexeerde prijs waarvoor het werk in 1937 door Flersheim werd verkocht; deze komt niet overeen met de huidige marktwaarde van het werk, die vele malen hoger ligt.

Het werk 'De Theems' is begin 2009 overgedragen aan de erfgenamen van de heer Flersheim, de heer Walter A. Eberstadt te New York en zijn zus A.J. Collier-Eberstadt te Londen. Het werk 'Godsvertrouwen' in 2001. 

Onderzoek gepubliceerd
Het museum heeft de geschiedenis rondom deze twee kunstwerken uitputtend gedocumenteerd en laten onderzoeken door drs. Anita Hopmans, hoofdconservator moderne kunst bij het RKD. De resultaten van haar onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport Omstreden bezit. Over de herkomst van twee werken van Jan Toorop in het Museum Boijmans: het schilderij De Theems (1885) en de tekening Godsvertrouwen (1907)

Zie ook:
A. Hopmans, Verwerving en restitutie: de zaak Toorop / Acquisition and Restitution: the Toorop Case, Rotterdam (Boijmans Studies) 2008.

De Theems, Jan Toorop, 1885
De Theems, Jan Toorop, 1885
Godsvertrouwen, Jan Toorop, 1907
Godsvertrouwen, Jan Toorop, 1907