:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Het feestmaal van Herodes met de onthoofding van Johannes de Doper

Het feestmaal van Herodes met de onthoofding van Johannes de Doper

Anoniem (in circa 1530-1540)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Het feestmaal van Herodes met de onthoofding van Johannes de Doper
Materiaal en techniek Pen in zwarte inkt, grijs gewassen, gekwadreerd in zwart krijt (20 x 20 mm.), kaderlijnen met de pen in zwarte inkt, op papier in lunetvorm
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 268 mm
Breedte 402 mm
Makers Tekenaar: Anoniem
Vroegere toeschrijving naar: Bernard van Orley
Inventarisnummer N 111 (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1530-1540
Signatuur geen
Watermerk Serpent, with a flower on top, holding a crest below, an indistinct coat-of-arms probably the town where the paper was made (78 x 26 mm, on P3 from the left, PP33/34 mm; vH, ?P), similar to Briquet 13839 (German make, doc. Prague 1549-1595); none in the backing paper (vV, 9P). [AE]
Conditie Twee bladen, verticaal gemonteerd. recto: oppervlakte beschadigingen, foxing, rechter benedenhoek afgesneden weer gemonteerd, oppervlakte vuil , roze, zwarte en bruine vlekken
Inscripties onleesbare initialen (middenonder, in pen in bruine inkt), 'L' (middenonder, in pen in bruine inkt), 'Lucas van Leyden 1494-1533 / the Head of St John brought to Herodias / Composition of numerous figures in a court yard / of rich Renaissance architecture. / Indian ink, pen + wash, pointed arch lunette: / from the J.S. Gibson-Craig collection / + H. Gay Hewlett esq.' (verso, linksonder, in potlood)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken F.W. Koenigs (L.1023a)
Tentoonstellingen Amsterdam 1934*, nr. 151 (Bernard van Orley)
Onderzoek Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Literatuur Collection Catalogue 2012 (online)
Materiaal
Object
Techniek
Grijs gewassen > Wassen > Gewassen > Tekentechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Zuidelijke Nederlanden > Nederlanden > West-Europa > Europa

Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje

Entry bestandscatalogus Vroeg Nederlandse tekeningen uit de 15e en 16e eeuw

Auteur: Judith Niessen

Op een binnenplein omringd door paleizen en een poortgebouw met een klokketoren speelt zich de onthoofding van Johannes af (Marcus 6: 21-28). De onthoofding was het gevolg van Salomé’s dans die ze uitvoerde voor haar stiefvader Herodes. Deze raakte zo in vervoering van haar optreden dat hij beloofde haar alles te schenken wat zij maar wilde. Op aanraden van Herodias, haar moeder en de vrouw van Herodes, vroeg Salomé om het hoofd van Johannes. Herodias koesterde wrok tegen de heilige, die Herodes verweet dat het huwelijk met zijn vrouw onrechtmatig was. Zij was namelijk al getrouwd met zijn broer Philippus. Met tegenzin willigde Herodes het verzoek van Salomé in. Vooraan, op een podium, legt de beul het hoofd van Johannes op een schotel die Salomé ophoudt. Zijn lichaam ligt aan hun voeten. In drie stralen stroomt het bloed uit Johannes’ hals. Ze staan symbool voor de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. Naast de verhoging is Salomé opnieuw te zien: op een schaal die zij vasthoudt, ligt het hoofd van Johannes. Links onder de colonnade is de dans van Salomé uitgebeeld, die zij hier uitvoert met een jongeman. Zij worden begeleid door muzikanten terwijl Herodes en Herodias toekijken.

In Wenen bevindt zich een rechthoekige tekening met dezelfde voorstelling in spiegelbeeld, waarop de hond linksvoor en de vooroverbuigende figuur ontbreken.1 Gezien de harde lijnvoering van beide tekeningen, gaan ze alletwee terug op een gemeenschappelijk voorbeeld. Van de twee versies is de tekening in Rotterdam beter van kwaliteit. Ook het prototype is een pastiche van bestaande motieven, waarvan een paar te herleiden zijn. Zo is de vrouw die links van het midden in driekwart op de rug wordt gezien en zijn twee van de koperblazers, die voor de eettafel musiceren afkomstig uit een grote, drukbevolkte houtsnede van Hans Sebald Beham (1500-1550), Het feest van Herodes.2 De houdingen van de beul en Salomé die het hoofd aanneemt zijn daarnaast gebaseerd op de houtsnede met De onthoofding van Johannes, van Albrecht Dürer uit 1510.3 De algehele enscering van de voorstelling lijkt beïnvloed door de Ecce homo van Lucas van Leyden, een grote gravure uit 1510.4 Het combineren van verschillende voorbeelden tot een nieuwe compositie was niet ongebruikelijk, zo blijkt uit diverse tekeningen en ontwerpen voor glasvensters uit die tijd.5

Ondanks de Duitse voorbeelden is de stijl waarin de voorstelling getekend is eerder Zuidnederlands te noemen, zoals ook blijkt uit de verschillende toeschrijvingen die de compositie kende. Marlier beschouwde de Weense tekening als een kopie naar een onbekend voorbeeld van Jan Swart van Groningen; Benesch meende dat de voorstelling terugging op Bernard van Orley. Judson schreef de tekening in Rotterdam zelfs toe aan Orley en Van Regteren Altena schreef deze toe aan Jan van Rillaer.6 De tekening laat inderdaad invloeden zien van Barend van Orley en Pieter Coecke van Aelst. Deze laatste maakte bijvoorbeeld graag gebruik van een voorovergebogen figuur in de voorgrond die diende als repoussoir.7

De compositie is getekend met duidelijke contouren en strakke lijnen en kent geen wijzigingen. Mogelijk diende het blad als werktekening voor een glasschilder.8 Het kwadraatnet in krijt of grafiet hielp deze de voorstelling over te brengen naar een venster in de vorm van een lunet.9 De roestbruine vlekjes die verspreid over de tekening te zien zijn, zijn mogelijk veroorzaakt door een ijzeroxide-houdende grisaille- of zilvergele verf, die werd gebruikt om ruitjes te branden.10

Noten

1 Wenen, Albertina, inv. nr. 7850. Benesch 1928, nr. 47, ill. De voorovergebogen figuur is door de kunstenaar niet overgenomen, in plaats daarvan heeft hij duidelijk zichtbaar de op een stok leunende figuur die in het origineel achter de voorovergebogen figuur staat, aangevuld.

2 German Hollstein vol. III (1955), nr. P. 832; Thausing schreef deze compositie toe aan Beham. Benesch 1928, p. 8, nr. 47.

3 German Hollstein vol. VII (1964), nr. 231.

4 New Hollstein 1996, nr. 71, ill.

5 Van den Brink in Antwerp/Maastricht 2005, p. 148, no. 61. Zie ook voorbeelden van samenvoegingen van bestaande composities in New York 1995.

6 Marlier 1966, p. 304; Benesch 1928, p. 8, nr. 47. Handgeschreven toeschrijving I.Q. van Regteren Altena op passepartout. J.R. Judson in correspondentie met het museum, 12 mei 1961. Jan van Rillaer is inmiddels geïdentificeerd met Jan Rombouts de Oudere (1475/85-1535). Zie Bruijnen 2011, pp. 23-29.

7 Zoals de grote figuur rechtsvoor op het middenpaneel van het Kruisigingstriptiek van Pieter Coecke van Aelst. Marlier 1966, ill. 124.

8 Husband in New York 1995, p. 12.

9 Hoewel de vorm ongebruikelijk is, wees Kees Berserik erop dat dergelijke grote vensters bestonden. E-mail correspondentie met de auteur, juni 2012. Zie ook een tekening met de Bewening van Christus van een Antwerpse maniërist, die in verband kan worden gebracht met glasvensterfragmenten. Parijs, Musée du Louvre, inv. nr. 18.890; Van den Brink in Antwerp/Maastricht 2005, nr. 48.  Judson (correspondentie 1961) meent dat het hier een ontwerp voor een tapijt betrof.

10 Voor de roestvlekken: zie ook de catalogustekst van inv. nr. N 11, Pieter Cornelis Kunst, Het martelaarschap van de apostel Paulus.

Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker