:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Proserpina ontvoerd door Pluto

Proserpina ontvoerd door Pluto

Paolo Farinati (in circa 1573)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

Op reis

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Proserpina ontvoerd door Pluto
Materiaal en techniek Zwart krijt, pen in bruine inkt, bruin gewassen, gekwadreerd
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is op reis
Afmetingen Hoogte 130 mm
Breedte 265 mm
Makers Kunstenaar: Paolo Farinati
Inventarisnummer MB 2019/T 45 (PK)
Credits Aankoop met steun van VriendenLoterij, 2019
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 2019
Vervaardigingsdatum in circa 1573
Watermerk onidentificeerbaar fragment (op P2-3 van 9P, vH)
Inscripties ‘433’ of 'HS3' of 'H53' (l.o., pen in bruine inkt), ‘98.’ (r.o., pen in bruine inkt), ‘61[3]’ (in kader, verso, l.o., pen in bruine inkt), ‘Paolo Farinati.’ (verso, l.o., pen in bruine inkt), ‘7H (ligatuur, onderstreept) / aw 1903. / K2’ (verso, m.o., pen in bruine inkt)
Merkteken P. Crozat (L.3612, nr. 98 in portfolio 135), R. Herrlinger (niet in L.), A. Ritter von Wurzbach-Tannenberg (L.2587, L.203)
Herkomst Pierre Crozat (1665-1740, L.3612, nr. 98), Parijs; (?) zijn veiling, Parijs (Mariette) 10.04-13.05.1741, in lots 1715-1723; - ; Dr. Alfred Ritter von Wurzbach-Tannenberg (1845-1915, L.2587 en L.203), Wenen; zijn zoon; kunsthandel Artaria & Cie., Wenen, 1916; - ; Richard Herrlinger (1881-1971, merk niet Lugt), Wenen; zijn weduwe Dr. Gertrude Herrlinger (1907-1993), Wenen; Kunsthandel Christian M. Nebehay, Wenen (Kat. 73, Heft V, 1981, nr. 7, ill.); Kunsthandel Messrs. Harari & Johns Ltd., Londen (1981); Kunsthandel Colnaghi, Londen (cat. 1982, no. 19, pl. 6); onbekende Zwitserse verzamelaar (1982-2019); veiling Londen (Christie’s) 02.07.2019, lot 17
Tentoonstellingen Rotterdam 2022, nr. 17
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur De Grazia Bohlin 1982, pp.. 355, 366 n. 27, p. 413, pl. 7; Jaarverslag 2019, p. 28, ill.; Elen 2021, p. 10, nr. 24, ill.; Elen 2022, pp. 72-75, ill.
Materiaal
Object
Techniek
Bruin gewassen > Wassen > Gewassen > Tekentechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Kwadreren > Gekwadreerd > Tekentechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa

Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Albert Elen

Paolo Farinati, 'Proserpina ontvoerd door Pluto', ca. 1573, fresco, Palazzo Giuliari, Sala di Persefone, Verona

Toen zijn vier jaar jongere collega en goede vriend Paolo Veronese (1528-1588) in 1553 naar Venetië vertrok, werd Farinati de belangrijkste schilder in Verona. Zijn werk toont maniëristische stijlinvloeden van Michelangelo (1475-1564), Giulio Romano (ca. 1499-1546) en Parmigianino (1503-1540). In zijn atelier werd hij geassisteerd door zijn zoon Orazio (1559-1616) die verschillende van zijn schilderijen in prent bracht.

Wat op het eerste gezicht vier vrolijk ronddartelende, luchtig geklede jongedames lijken[1], zijn in werkelijkheid de vriendinnen van de jonge godin Proserpina die in paniek wegrennen nadat Pluto haar heeft geschaakt. De vrouwen werden door deze god van de onderwereld overvallen toen ze bij het Pergusmeer bloemen aan het plukken waren; enkele takjes bevinden zich nog in de plooi van de kleding van de vrouw uiterst links. Rechts in de voorstelling, achter de decoratieve voluut van een gevleugelde vrouw, is nog net het rechterbeen van Pluto te zien en dat van Proserpina die hij wegdraagt.

Het blad is een van de voortekeningen voor een friesdecoratie in het Palazzo Giuliari in Verona die Farinati rond 1573 schilderde, waarschijnlijk in opdracht van de familie aan welke het stadspaleis zijn naam ontleent.[2] Het op deze tekening gebaseerde fresco bevindt zich langs de bovenrand op de zuidelijke muur van de Sala di Persefone. Voor die geschilderde voorstelling week Farinati af van zijn getekende ontwerp. Hoewel hij de vrouwen overnam van de tekening, verving hij de voluut rechts, en de daardoor grotendeels afgeschermde figuren van Hades en Proserpina, door twee aanstormende paarden van Pluto’s strijdwagen (afb.). Hierdoor gaat de uitgebeelde scène nu vooraf aan de ontvoering en is Proserpina, in de zaal die haar naam draagt, als hoofdrolspeler nadrukkelijker in de voorstelling aanwezig. Waarschijnlijk is zij de naar voren bewegende vrouw in het midden van de scène. Tenzij er eerst sprake was van een combinatie van twee scènes in dezelfde voorstelling, heeft zij ten opzichte van de tekening dus een identiteit gekregen. De tekening is aan de linkerzijde ingekort, daar waar nog de punt van een gewaad te zien is. Door vergelijking met het fresco is duidelijk dat hier nog een vijfde vrouw in vallende positie was getekend.

In de frescovoorstelling op de westelijke muur rijdt Pluto met Proserpina op zijn vierspan de onderwereld in. De taferelen op de noordelijke en oostelijke wanden beelden de zoektocht van Proserpina’s moeder Demeter uit. Zij roept de hulp in van Proserpina’s vader, de oppergod Jupiter, en neemt wraak op Ascalaphus, een geest uit de onderwereld. Deze was ooggetuige toen Proserpina zes zaden van een granaatappel at, terwijl Jupiter juist als voorwaarde voor haar verblijf in de onderwereld had gesteld dat zij daar niets mocht eten. Toen zij dat toch deed, moest ze voortaan zes maanden van het jaar in de onderwereld verblijven. Telkens als zij weer boven kwam, brak de lente aan, reden waarom ze de verbeelding van het voorjaar werd. Het verhaal is ontleend aan de Griekse mythologie met als bron Ovidius’ Metamorfosen.[3]

De tekening is een goed voorbeeld van Farinati’s maniëristische tekenstijl, met invloeden van Parmigianino en Andrea Schiavone (ca. 1510-1563). Zijn stijl wordt gekenmerkt door inventieve, soms wat gekunstelde lichaamshoudingen en sculpturale vormen, bereikt met wassingen over met pen getekende contouren en arceringen. In onze tekening ontbreken dergelijke arceringen, wat de voorstelling een zekere luchtigheid geeft en bijdraagt aan de elegantie van de figuren. De functionaliteit van de tekening blijkt niet alleen uit overeenkomsten en verschillen met het geschilderde fresco, maar ook uit de over de tekening aangebrachte kwadratuur die nodig was om de compositie op schaal over te brengen naar een andere drager, het karton of direct op de muur. Farinati’s destijds en ook nu nog populaire latere werk kenmerkt zich door een aantrekkelijke contrastwerking, maar mist de dynamiek en het verkennende karakter dat deze voortekeningen voor frescocycli bezitten. Onder zijn latere werk bevinden zich veel voor de kunstmarkt gemaakte, zelfstandige tekeningen op groter formaat papier met een gekleurde ondergrond en daarop aangebrachte witte hoogsels en gewassen schaduwpartijen,

Andere vergelijkbare voortekeningen voor friesdecoraties in de drie zalen van het Palazzo Giuliari zijn eveneens bewaard gebleven. Sommige hebben dezelfde herkomst als onze tekening, herkenbaar aan de geannoteerde nummers rechtsonder. Ze maakten ooit deel uit van de zeer omvangrijke tekeningencollectie van de beroemde Parijse verzamelaar Pierre Crozat (1665-1740). In totaal ging het om 19.201 bladen in 202 portefeuilles, waarvan zeventig procent van Italiaanse meesters.[4] De nummering werd aangebracht door kunsthandelaar Pierre-Jean Mariette bij de inventarisatie van Crozats nalatenschap ten behoeve van de veilingcatalogus.[5]

Noten

[1] In de verkoopcatalogus van Colnaghi (Londen 1982) staat de tekening beschreven als ‘Four Female Figures Dancing’.

[2] De frescocycli in drie aaneensluitende zalen op de eerste verdieping van het pand (de andere zijn de Sala dell’Allegoria en de Sala degli Dei) en de bewaard gebleven respectieve voortekeningen, waaronder deze, zijn gepubliceerd door DeGrazia Bohlin 1982. De scènes van het fries in de Sala di Proserpina zijn in goudgeel monochroom geschilderd, terwijl de decoratieve scheidingen in grisaille zijn uitgevoerd.

[3] Metamorfosen 5, 385-437 (bron).

[4] Met dank aan Nicolas Schwed, Parijs, die wees op deze herkomst, die in de veilingcatalogus van Christie’s in 2019 onopgemerkt bleef. Het betreft tekeningen in Stockholm, Nationalmuseum, inv. NMH 1431/1863, 1430/1863 en 1437/1863; DeGrazia Bohlin 1982, pp. 351, 352, 365, 366, nn. 21, 22, 30, pl. 4, 5, 9. De eerste twee van deze tekeningen hebben een marge aan de onderzijde met een maataanduiding, hetgeen ook het geval kan zijn geweest bij onze tekening, waar deze in dat geval later is afgesneden. De eerste en derde tekening in Stockholm zijn behalve met de nummers ook geannoteerd met ‘Cabinet de Crozat’.

[5] L.3612; Hattori 2003, pp. 173-181.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Paolo Farinati

Verona 1524 - Verona 1606

Bekijk het volledige profiel