:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
12 November 2014

Nieuw onderwijsbeleid in de maak

Na vier jaar ‘beter presteren’, het Rotterdamse onderwijsbeleid dat beoogt taal- en rekenachterstanden onder Rotterdamse scholieren te verminderen, wordt momenteel gewerkt aan nieuw beleid onder de titel ‘Presteren boven verwachting’.

Net als in de afgelopen beleidsperiode wordt nadrukkelijk gehamerd op taal en rekenen. Rotterdamse cito-scores liggen nog steeds zo’n 2 punten lager dan het landelijk gemiddelde. Vanuit de gemeente Rotterdam wordt, onder meer door uitbreiding van de leertijd en opbrengstgericht werken, volledig gefocussed op het wegwerken van deze achterstand. Het woord cultuur komt in het document slechts eenmaal voor, in de context van de -overigens nieuwe - aandacht voor algemene leerdoelen en sociale vaardigheden/burgerschap. In het voortgezet onderwijs wordt gestuurd op extra aandacht in het curriculum voor identiteitsvorming en Rotterdamse geschiedenis en cultuur. In het MBO en bij Rotterdamse pabostudenten wordt meer nadruk gevraagd op 21st century skills in het curriculum.

Wat is nou het effect van zo’n nadruk op taal en rekenen? De resultaten lijken er te zijn, met stijgende citoscores. Echter er is ook kritiek. Levert het eenzijdig hameren op hogere citoscores niet op achterstanden op een ander gebied? Niet alleen in ons museum maar ook bij andere culturele instellingen is merkbaar dat Rotterdamse scholen de afgelopen jaren geneigd waren minder en minder plek in te ruimen voor cultuuronderwijs. Leerlingen in een achterstandspositie lijken de dupe: juist op die scholen legt het cultuuronderwijs het af tegen  taal- en rekenonderwijs. Maar juist die leerlingen krijgen doorgaans vaak buiten hun schooltijd weinig kansen om kennis te maken met kunst- en cultuur. Een gemiste kans bovendien, immers goed cultuuronderwijs komt evengoed cognitieve vaardigheden ten goede, zo laten we ook zien in het Boijmans Taal- en rekenprogramma.

Zou de stad die zich profileert als de stad van het cultuuronderwijs, niet ook vanuit het onderwijsbeleid een impuls moeten geven aan de kennismaking met kunst en cultuur? Bijvoorbeeld door kindgebonden budgetten in de prestatiebox collectief te oormerken voor cultuur en door de meerwaarde van kunstlessen, theater en museumbezoek voor sociale, culturele en cognitieve ontwikkelingen van kinderen in zijn beleid te erkennen?

Catrien Schreuder