Ada de Wit wordt getroffen door de schoonheid van dit monumentale voorbeeld van interieurkunst toen zij een paar jaar geleden tijdelijk medewerker was bij de afdeling Collectie en onderzoek van Museum Boijmans Van Beuningen.
Van de trap met zijn fraaie, overdadige snijwerk was eigenlijk alleen bekend dat hij afkomstig was uit een pand aan de Haagse Lange Vijverberg en dat hij in 1928 aan het museum was geschonken. De architect Van der Steur heeft zelfs bij zijn ontwerp van het nieuwe gebouw al rekening gehouden met de uitzonderlijke maatvoering van de trap.
