:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Twee mannenkoppen in profiel naar links

Twee mannenkoppen in profiel naar links

Anoniem (in circa 1425-1440)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Twee mannenkoppen in profiel naar links
Materiaal en techniek Metaalstift, pen in bruine inkt, grijs geprepareerd papier (recto), blauw-grijs geprepareerd (verso)
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 61 mm
Breedte 116 mm
Makers Kunstenaar: Anoniem
Vroegere toeschrijving: Pisanello (Antonio di Puccio Pisano)
Vroegere toeschrijving: Gentile da Fabriano
Inventarisnummer I 178 recto (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1425-1440
Watermerk geen / none (vH, ?5P)
Inscripties 'gufia bia[n]cha', 'chastian', 'l...' (recto, l.b., m.b. en r.b.; pen in bruine inkt), '68' (idem, r.b., pen in zwarte inkt), '9323, Pisanello' (op verwijderde montuur)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken K.E. von Liphart (L.1687), R. von Liphart (L.1758), J. Rump (L.3401), F. Flameng (L.991/L.1030) deest, F.W. Koenigs (L.1023a) op verwijderde montuur
Herkomst Karl Eduard von Liphart (1808-1891, L.1687), Dorpat/Bonn/Florence; zijn kleinzoon Reinhold von Liphart (1864-1940, L.1758), Rathshof bij Dorpat; zijn veiling, Leipzig (Boerner) 27-30.06.1899, waarschijnlijk lot 429; Johannes Rump (1861-1932, L.3401), Kopenhagen; zijn veiling, Berlijn (Amsler & Ruthard) 25-27.05.1908, lot 387, pl. 8 (DM 95 aan Lugt); Frits Lugt, Maartensdijk; François Flameng (1856-1923, L.991, L.1030), Parijs; zijn veiling, Parijs (Lair-Dubreuil) 26-27.05.1919, lot 74; Franz W. Koenigs (1881-1941, L.1023a), Haarlem, verworven in 1920-1930; D.G. van Beuningen (1877-1955), Rotterdam, verworven met de Collectie Koenigs in 1940 en geschonken aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
Tentoonstellingen Parijs 1932, nr. 114; Rotterdam 1952, nr. 78b
Interne tentoonstellingen Tekeningen uit eigen bezit, 1400-1800 (1952)
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur Parijs 1932, nr. 114; Haverkamp Begemann 1952, nr. 78b; Fossi Todorow 1966, p. 168 onder nr. 315 (niet Pisanello); Degenhart/Schmitt 1968, vol. I-2, nr. 231, vol. I-4, pl. 236c-d (Sienees, c. 1425); Van Regteren Altena 1970, pp. 400-401 (Florentijns?); Oberhuber 1979, onder nr. 3 (toeg. Pisanello)
Materiaal
Object
Techniek
Prepareren > Geprepareerd > Vormtechniek > Algemene techniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa
Plaats van vervaardiging Verona > Veneto regio > Italië > Zuid-Europa > Europa

Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Rosie Razzall

Verso's van de bladen in Rotterdam en Harvard waarbij de fragmenten van de paardenhoofden op elkaar aansluiten. Onderste afbeelding: Pisanello (Antonio Pisano, toegeschreven), 'Studies van wapenuitrustingen en vleugels', Harvard Art Museums/Fogg Museum, legaat van Charles A. Loeser, inv. 1932.290. Foto President and Fellows of Harvard College

Deze tekening vormde samen met I 109[1] en een derde tekening in Cambridge (Mass.)[2] ooit één blad. Als de bladen tegen elkaar geschoven worden (afb.) sluiten de hoofden en manen van de paarden op de achterkant en een deel van de wapenuitrusting rechtsonder in de hoek precies op elkaar aan.[3] Het volledige blad toonde op de recto drie verticale rijen van steeds twee mannenkoppen die dezelfde kant opkijken, en op de verso zes paardenhoofden, gescheiden door horizontale lijnen, op lichtgrijs geprepareerd papier: een gangbare indeling van bladen uit een modelboek. De kunstenaar besteedde veel aandacht aan de individuele gelaatstrekken, kapsels en hoofddeksels van de geportretteerden. De recto van dit blad toont een man met een taps toelopende muts (berretta) met een omgeslagen rand[4] en een andere man zonder muts met een smaller gezicht en een hoge kraag.

Waarschijnlijk werd het blad in drie afzonderlijke, rechthoekige composities opgedeeld voorafgaand aan of gedurende de periode dat het blad in de negentiende eeuw in bezit was van Karl Eduard von Liphart, want elk afzonderlijk blad draagt het stempel van deze verzamelaar. Ook los van elkaar behielden de bladen dezelfde verwervingsgeschiedenis totdat ze in 1908 in handen van verschillende kopers kwamen. Twee van de bladen werden door Franz Koenigs afzonderlijk van elkaar als werk van Pisanello (ca. 1395-1455) aangekocht. Die toeschrijving werd echter al snel in twijfel getrokken en in 1934 werden de bladen als tekeningen van Pisanello’s leermeester Gentile da Fabriano (ca. 1375- 1427) tentoongesteld.[5]

Toch blijven de meningen verdeeld over de vraag of de tekening(en) terug zijn te voeren tot Noord-Italië/Verona of, zoals Degenhart/Schmitt opperden, tot Toscane/Siena. Deze suggestie berust grotendeels op een gelijkenis die de geportretteerden bezitten met een hoofd in profiel op een blad in Milaan,[6] een werk dat Degenhart/Schmitt vervolgens echter zelf aan de werkplaats van Pisanello toeschreven.[7] Over de situering in Siena merkten zij op dat de mannenkoppen op eenzelfde manier in profiel zijn getekend en omlijnd als in andere Toscaanse tekeningen, maar zachter dan in Florentijnse voorbeelden, zoals bladen in Wenen[8] en Parijs[9] die vaak meer weg hebben van karikaturen.[10] Zij dateerden de bladen in Rotterdam en Harvard hooguit tien jaar na deze Florentijnse voorbeelden. De enorme variëteit aan hoofddeksels doet vermoeden dat de tekeningen eerder als referentiemateriaal voor uiteenlopende gezichtstypes, zoals aan te treffen in een mensenmenigte, dienden dan als portretten van specifieke personen.[11] De inscripties in pen in inkt op de recto, die op het Rotterdamse blad nauwelijks leesbaar zijn, zijn kleuraanwijzingen. Degenhart en Schmitt erkenden dat dergelijke inscripties ook op tekeningen van hoofden in profiel door Pisanello zijn aangetroffen, zoals in het portret van keizer Sigismund van Luxemburg in Parijs.[12]

Andere deskundigen kwamen tot de slotsom dat de tekeningen in Noord-Italië of Verona waren vervaardigd, waarbij sommigen ze met enig voorbehoud in de omgeving van Pisanello plaatsten. Mongan en Sachs, onbekend met de bladen in Rotterdam, opperden een toeschrijving van het blad in Harvard aan kunstenaars uit de kringen rond Pisanello,[13] en ook Julian Hatton oordeelde in 1979 dat de tekeningen een ‘Noord-Italiaans karakter’ hebben en plaatste ze in Verona en de omgeving van Pisanello.[14] Hattons suggestie dat deze mannenkoppen naar hoofden in fresco’s in Florence waren getekend is echter niet houdbaar. Ondanks zijn bewering lijken de mannenkoppen in de Rotterdamse tekeningen niet op de figuren in De Heilige Drie-eenheid door Masaccio (1401-1428) of op een soldaat in een van de fresco’s door Andrea da Firenze (overleden in 1377) voor de Spaanse kapel, beide in de Santa Maria Novella in Florence. Degenhart en Schmitt vergeleken de twee Rotterdamse tekeningen en het blad in Harvard ten slotte met meerdere studies door Pisanello in Parijs, en dit vormt juist het meest overtuigende argument om een toeschrijving aan deze kunstenaar af te wijzen. In de tekening van een monnik[15] bijvoorbeeld, ging Pisanello’s aandacht vooral uit naar diens profiel maar werd de vorm van het hoofd nauwelijks aangegeven, en ook in de tekening van Alphonse d'Aragon[16] kregen de gezichtstrekken meer aandacht dan het hoofd als geheel. In de Rotterdamse studies daarentegen worden hoofd, gezicht en schouders als één geheel opgevat. Inmiddels wordt de groep tekeningen in Rotterdam en Harvard al enige tijd niet meer als eigenhandig werk van Pisanello of afkomstig uit Toscane beschouwd, en eerder elders in Verona of Noord-Italië geplaatst.[17] Bij gebrek aan concrete aanknopingspunten opteren wij in het geval van deze tekening voor een anonieme Noord-Italiaanse tekenaar.

Noten

[1] De relatie tussen de twee bladen onder I 178 werd opgemerkt door Lütjens, zie Lütjens ca. 1928-1935.

[2] Harvard Art Museums/Fogg Museum, inv. 1932.290.

[3] Fossi Todorow 1966, Degenhart/Schmitt 1968 en Oberhuber 1979 vermoedden dat deze derde tekening net als de Rotterdamse tekeningen deel uitmaakte van een en hetzelfde blad, maar dit werd pas bevestigd in 2022 toen curator Miriam Stewart een afbeelding van de achterkant stuurde. Zie Fossi Todorow 1966, onder nr. 315, Degenhart/Schmitt 1968, dl. I-2, nr. 232, en Oberhuber 1979, nr. 3. De drie tekeningen werden afgesneden in de veiling in 1908 van Johannes Rump; de Rotterdamse tekeningen werden later afzonderlijk van elkaar aangekocht door Franz Koenigs.

[4] Herald 1981, pp. 55, 210-211.

[5] Amsterdam 1934.

[6] Bibliotheca Ambrosiana, inv. F 214 inf. n. 18 recto.

[7] Degenhart/Schmitt 2004, dl. II, p. 398 en 400, afb. 309.

[8] Albertina, inv. 29.

[9] Musée du Louvre, inv. RF 730.

[10] Degenhart/Schmitt 1968, dl. II-2, nr. 230.

[11] Degenhart/Schmitt 1968, bijvoorbeeld, vergelijken de koppen met de hoofden in profiel in de menigte in een fresco door Bicci di Lorenzo (1373-1452) in het Ospedale di S. Maria Nuova, Florence, zie dl. 1-2, p. 315 en afb. 509.

[12] Musée du Louvre, inv. 2339.

[13] Mongan/Sachs 1946, dl. 1, nr. 35, pp. 28-29; deze toeschrijving wordt in twijfel getrokken door Fossi-Todorow 1966, onder nr. 315.

[14] J. Hatton in: Oberhuber 1979, nr. 3, p. 18.

[15] Musée du Louvre, inv. 2312.

[16] Musée du Louvre, inv. 2311. Zie ook inv. 2310 en 2314.

[17] Correspondentie tussen de huidige auteur en Miriam Stewart, 22 november 2022, die mededelingen van Francis Ames-Lewis, Hugo Chapman en Nicholas Turner over het blad in Harvard vermeldde.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker