:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
De kindermoord in Bethlehem

De kindermoord in Bethlehem

Toegeschreven aan: Zanobi Strozzi (in circa 1450-1455)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel De kindermoord in Bethlehem
Materiaal en techniek Metaalstift, penseel in bruine inkt, wit gehoogd, op rood-paars geprepareerd perkament
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 75 mm
Breedte 60 mm
Makers Toegeschreven aan: Zanobi Strozzi
Vroegere toeschrijving: Fra Angelico
Inventarisnummer I 234 (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1450-1455
Inscripties '234 / 4' (verso, m.o., potlood)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken F.W. Koenigs (L.1023a)
Herkomst Veiling Comte A. de Robiano, Brussel (en andere), Amsterdam (Mensing) 05-06.07.1927, lot 249 (Miniaturist A, Florentijns, c. 1450, met 9 andere tekeningen, Fl 5600); Franz W. Koenigs (1881-1941, L.1023a), Haarlem, verworven in 1927-1931 (Florentijns, c. 1450, met 6 andere tekeningen); D.G. van Beuningen (1877-1955), Rotterdam, verworven met de Collectie Koenigs in 1940 en geschonken aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
Tentoonstellingen Montefalco 2002, nr. 6.(1); New York 2005, nr. 47A; Rotterdam 2009 (coll 2 kw 4); Rotterdam (Rondom Fra B.) 2016
Interne tentoonstellingen De Collectie Twee - wissel IV, Prenten & Tekeningen (2009)
Rondom Fra Bartolommeo (2016)
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur Algemeen (inv. I 234-240): Berenson 1938, dl. 2, nr. 175 (kopieën naar kopieën naar Fra Angelico door Umbrische navolger); Mongan/Sachs 1946, p. 6, onder nr. 2 (toeschr. Z. Strozzi); Berenson 1961, pp. 35-36; Orlandi 1964, p. 161 (stijl van Fra Angelico); Pasionario 2007, ill. Specifiek (inv. I 234): Amsterdam 1934, nr. 455 (Florence, c. 1450); Degenhart/Schmitt 1968, dl. I-2, nr. 374, dl. I-4, pl. 309a (Fra Angelico school); J. Bober in Mongan/Oberhuber/Bober 1988, p. 86, onder nr. 4a-b; Boskovits 1995, p. 59 n. 26; Boskovits in Montefalco 2002, nr. 6 (1), ill. (toeschr. Fra Angelico); Palladino in New York 2005, nr. 47A, ill. (Z. Strozzi)
Materiaal
Object
Techniek
Prepareren > Geprepareerd > Vormtechniek > Algemene techniek > Techniek > Materiaal en techniek
Gehoogd > Schildertechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa
Plaats van vervaardiging Florence > Toscane > Italië > Zuid-Europa > Europa

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Albert Elen

Fra Angelico, 'De kindermoord in Bethlehem', ca. 1450, tempera op paneel, 38,5 x 37,5 cm, Museo di San Marco, Florence. Foto The Yorck Project

Deze miniatuurtekening maakt deel uit van een verhalende serie met scenes uit het leven van Christus. Van de tien ons bekende tekeningen uit deze serie bevinden zich er op dit moment zeven in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen (I 234-240) en twee in Cambridge (Mass.); waar de tiende zich bevindt is onbekend.[1] Tot 1927 waren de tien tekeningen nog bij elkaar, gebundeld in een klein achttiende-eeuws album dat in de veilingcatalogus van dat jaar werd omschreven als klein en met een band van rood marokijnleer, versierd met koninklijke wapens ('Suite de dix miniatures [...] Dans un petit album en vieux maroquin rouge du XVIIIe siècle aux armes royales’). Blijkbaar werd het album tijdens of direct na de verkoop uit elkaar gehaald en de tekeningen afzonderlijk verkocht, waardoor ze verspreid raakten, hoewel er zeven door Franz Koenigs werden gekocht en dus bij elkaar bleven.[2] Het lot van het lege album is onbekend, maar de luxueuze band bleef waarschijnlijk als zodanig bewaard en werd ofwel hergebruikt ofwel afgedankt. Welke koninklijke wapens op de band stonden is onbekend, maar aangezien het kavel deel uitmaakte van een sectie met werken van verschillende consignanten, onder wie de ‘Comte de Robiano’, ging het mogelijk om het wapen van de grafelijke familie Robiano.[3] Zoals opgemerkt door Boscovits, ontbreken er voor een uitgebreide serie over het leven van Christus drie voor de hand liggende scènes: De annunciatie, De geboorte van Christus en De aanbidding door de drie wijzen – allemaal voorafgaand aan de overgebleven taferelen. Daarnaast zouden De bespotting van Christus, De geseling, De kruisweg en De kruisiging, evenals een aantal post mortem-scènes zoals De afdaling in het voorgeborchte, De wederopstanding en De hemelvaart ook deel hebben kunnen uitgemaakt van een uitgebreide verhaallijn, zoals in het geval van de 32 geschilderde taferelen op de Armadio degli Argenti. Deze zilveren relikwieënkist werd tussen 1451 en 1453 in opdracht van Piero de’ Medici (1416-1469) door Fra Angelico (ca. 1395-1455) en medewerkers van diens atelier gemaakt, als een ex voto (geloftegeschenk) voor de Santissima Annunziata in Florence; de bewaard gebleven panelen bevinden zich tegenwoordig in het Museo di San Marco, eveneens in Florence.[4] Echter, als eerdergenoemde miniatuurtekeningen inderdaad ooit hebben bestaan, dan moeten ze al van de rest zijn afgezonderd voordat het album werd samengesteld. Het is aannemelijk dat ze verloren zijn gegaan.

De tien tekeningen waren in de verkoopcatalogus van 1927 opgenomen als zijnde Florentijns omstreeks 1450, uitgevoerd in rood-roze (dek)verf met witte hoogsels, vervaardigd door twee verschillende handen en geïnspireerd op diverse werken van Fra Angelico: ‘Maître Florentin vers 1450 […] peintes en couleur amarante avec des rehauts de blanc. Elles sont de deux mains différentes, s'inspirant de différentes oeuvres de Fra Angelico’. Het onderscheid dat tussen ‘Miniaturiste A’ en ‘Miniaturiste B’ werd gemaakt, had uitsluitend betrekking op de kleurintensiteit van de rood-paarse achtergrond, waarbij ‘avec des fonds d’un pourpre plus foncé’ betrekking had op onder andere vijf van de Rotterdamse tekeningen, en ‘avec des fonds moins pourprés’ op de andere twee (I 237, I 239). Sindsdien is er terecht geen aandacht meer aan dit vermeende onderscheid besteed. De enige tekening die in technisch opzicht afwijkt is De voetwassing (I 240), met niet alleen hoogsels in wit, maar ook in geeloranje.

De connectie met de zilveren relikwieënkist en de schatplichtigheid aan Fra Angelico’s stijl zijn doorslaggevend geweest voor de wijze waarop de werken in de literatuur zijn beschreven, variërend van inferieure aftreksels tot eigenhandige ontwerpen. De tekeningen werden in het Corpus der italienischen Zeichnungen, 1300-1450 van Degenhart/Schmitt (1968) opgenomen als school van Fra Angelico en beschouwd als ontwerpen voor boekillustraties of als modellen voor de kunstenaars van het San Marco-atelier. Meer recent schreef Boscovits (2002) ze aan de meester zelf toe, en baseerde zich op overeenkomsten met een aantal van de scènes op de Armadio. Hij vond de uitvoering van de miniatuurtekeningen van hoge kwaliteit, en geloofde daarom dat de serie mogelijk voor een klant als presentatiemodel van het Armadio-ontwerp was gemaakt. Palladino (2005) verwierp deze theorie en wees op overtuigende wijze op drastische verschillen in zowel stijl als compositie. Hij was van mening dat de tekeningen door Zanobi Strozzi (1412-1468), een telg uit de vooraanstaande Florentijnse patriciërsfamilie Strozzi, waren gemaakt. Zanobi werkte tot 1445 nauw met Fra Angelico samen in diens atelier in San Domenico, Fiesole.[5] Vanaf 1446 werkte hij voornamelijk in zijn geboortestad Florence, waar hij in samenwerking met andere kunstenaars, zoals in die tijd gebruikelijk, werkzaam was als paneelschilder en illustrator van liturgische manuscripten als psalm- en koorboeken. Daarvan zijn er nog verschillende bewaard gebleven. Deze kleurrijk verluchte initialen en miniaturen, die in het midden van of onderaan pagina’s werden aangebracht, verraden de invloed van Fra Angelico’s werk waarmee Strozzi zo goed bekend was. Ook de bewaard gebleven tekeningen in de reeks Het leven van Christus getuigen daarvan. Deze lijken zelfs eerder geïnspireerd op de Armadio dan dat ze er voorbereidende studies voor zouden zijn, zeker gezien de verschillen in stijl en compositie die in de beschrijvingen van de individuele tekeningen aan de orde komen, zoals het verschil in formaat – verticale tekeningen, maar horizontale beschilderingen – en de onnauwkeurigheden in de ruimtelijk constructies.[6] Omdat er op de achterzijde van de tekeningen geen tekst staat, gaat het in ieder geval zeker niet om verwijderde miniaturen uit een geïllustreerd manuscript. Vanwege de getekende randen, gedetailleerde uitvoering en geringe afmetingen waren ze wellicht bedoeld als voorbeelden voor niëllo-ontwerpen, die vervolgens werden uitgevoerd door een plaatselijke goudsmid als Maso Finiguerra (1426-1464), bijvoorbeeld als decoratie voor een altaarstuk, een doel waarvoor ze wellicht ook gediend kunnen hebben.[7]

Deze gruwelijke scène speelt zich af op een binnenplaats. Op een balkon in de achtergrond zien we koning Herodes van bovenaf toekijken. De architecturale setting is vergelijkbaar met die op het Armadio degli Argenti-paneel (afb.), maar de deuren aan weerszijden ontbreken, evenals het kleed over het balkon. Ook details zijn anders. De groep soldaten die de moeders en hun babyzonen op de voorgrond aanvalt, is kleiner, en alleen de twee vrouwen vooraan zijn vergelijkbaar met de figuren op het Armadio-paneel, met name de kruipende vrouw rechtsonder.

Noten

* De extreem dure en ongeautoriseerde ‘facsimile’ The Purple Passion of Fra Angelico (met slechte illustraties in een volledig paarskleurig uitgave, gedecoreerd met de Medici familiewapens) werd in 2007 in Valencia gepubliceerd als reproductie van een geïllustreerd manuscript en is uitsluitend omwille van de volledigheid met tegenzin in de literatuurlijst opgenomen. De uitgave geeft een totaal misleidende indruk van hoe de band en de manier van monteren van de tekeningen (op paarse pagina’s) er oorspronkelijk uit zou kunnen hebben gezien.

[1] Deze tekeningen zijn Pilatus wast zijn handen en De kruisiging (Harvard Art Museums/Fogg Museum, inv. 1939.115 en 139.114), beide als school van Fra Angelico en De presentatie in de tempel (verblijfplaats onbekend, ill. in de verkoopcatalogus); de Fogg-tekeningen, New York 2005-2006, respectievelijk nrs. 47G en H; alle drie tekeningen Degenhart/Schmitt 1968, dl. I‑2, nrs. 381, 382, 375, dl. 104, respectievelijk pl. 309 g, h en b.

[2] Deze aankoop is niet gedocumenteerd. De handelaar, dr. Luitpold Düssler uit München, bood Koenigs in een brief van 6 maart 1929 een aantal tekeningen aan, waaronder ‘4 ital. Miniaturen [die] gehören in den Kreis des Fra Angelico’, maar dit waren juist de enige vier tekeningen die hij niet aankocht.

[3] De familie Robiano was echter niet van koninklijken bloede, maar een Belgisch grafelijk geslacht met vroege voorouders uit Italië. De tekeningencollectie, waarvan het eerste gedeelte een jaar eerder, op 15-16 juni 1926, werd geveild (eveneens door Mensing in Amsterdam), kwam vermoedelijk uit de oude inventaris van graaf François Xavier de Robiano (1778-1836), het enige familielid dat als kunstliefhebber bekend stond, en werd verkocht door Mathilde en Maria Josefine, de dochters en erfgenamen van de in 1904 overleden Albert de Robiano, de laatste mannelijke nazaat van deze tak. De identiteit van de koper tijdens de veiling is onbekend, maar het kavel bracht 5.600 gulden op, wat een relatief hoog bedrag was.

[4] Museo di San Marco, inv. 00191185 A-C (inv. 1890 nn. 8501, 8502). De individuele scènes, uitgevoerd in tempera op paneel, zijn ongeveer 38,5 x 37,5 cm groot. Er zijn in feite 35 Armadio-panelen, waaronder drie aanvullende scènes: Het visioen van Ezechiël (1/35), Het laatste oordeel (33/35, een dubbel paneel) en De afstamming van Christus (35/35). Waarschijnlijk was Fra Angelico slechts verantwoordelijk voor vier van de scènes (De annunciatie, De geboorte van Christus, De vlucht naar Egypte en De kindermoord te Bethlehem) en zijn de andere uitgevoerd door medewerkers als Zanobi Strozzi en Benozzo Gozzoli.

[5] Naar een eerdere suggestie van Mongan en Sachs met betrekking tot de twee tekeningen in Cambridge; Mongan/Sachs 1946, p. 6.

[6] Zie de analyse van Palladino in New York, 2005, p. 253. Op overtuigende wijze beargumenteerde zij dat het Armadia degli Argenti-project ‘in feite slechts een van de inspiratiebronnen voor de tekeningen was, in plaats van het eindpunt van hun ontwikkeling […]’.

[7] Deze hypothese komt van Palladino (2005), pp. 254-256. Zij vergelijkt de tekeningen met Finiguerra’s afdrukken van niëllo-ontwerpen met scènes uit het lijdensverhaal, daterend uit of na 1452, die zich nu in het British Museum (haar afb. 154) en het Louvre bevinden.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Zanobi Strozzi

Florence 1412 - Florence 1468

Bekijk het volledige profiel