Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren, analytische cookies om het gebruik van de website te kunnen meten en marketing cookies om jouw ervaring op de website nog beter te maken. Deze cookies gebruiken geen persoonsgegevens. Liever geen cookies? Pas dan je cookie-instellingen aan. Wil je meer weten? Check dan onze cookies pagina.
Koop een ticket en reserveer een tijdslot
Zonder tijdslot kun je het depot niet bezoeken
Ontdek het depot eenmalig of vaker als een privilege- of vriendenpashouder
Wil jij ook meer Boijmans beleven of geef je een Vriendschap cadeau? Word dan Vriend en word uitgenodigd voor de jaarlijkse Museumpark Vriendendag. Zien we jou of jouw vriend snel in het depot?
Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje
Entry bestandscatalogus Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen
Auteur: Annabel Kers
Affiche voor de tentoonstelling 'Exposition Internationale du Surréalisme' met het kunstwerk 'Masculin-Féminin' van Mimi Parent
In een schemerachtige wereld komen hybride figuren samen: een rode gedaante – half mens, half vogel – op een paard met een hertengewei heeft een ontmoeting met een gesnavelde en veelogige figuur in het licht van de maan, terwijl een vis zich ondersteboven ophoudt tussen moerasachtig planten. De maker van dit kleine maar indrukwekkende schilderij is de Canadese kunstenaar Mimi Parent, geboren in 1924 – het jaar waarin André Breton het eerste surrealistische manifest publiceerde. In 1959 trad Parent toe tot de Parijse surrealistische beweging. In haar werk combineert Parent alchemistische symboliek, utopische theorieën en het Freudiaanse onderbewustzijn met raadselachtige metaforen. Haar poëtische en expressieve beeldtaal, met een fascinatie voor het occulte sluit naadloos aan bij het naoorlogse surrealisme van Breton. Tijdens zijn ballingschap in Amerika (1944-1946) hervormde Breton zijn visie op het surrealisme, waarin hij het occulte een steeds prominentere rol toebedeelde. Ondanks haar officiële toetreding tot de kring rond Breton, is Parents oeuvre tot op heden grotendeels onderbelicht gebleven.
Parent studeerde aan de École des Beaux-Arts de Montréal en vestigde zich in 1948 in Parijs. Hier studeerde ze etnografische antropologie aan het Musée de l’Homme en ontwikkelde een fascinatie voor alchemistische iconografie – symbolen die vanaf dat moment een terugkerend motief in haar werk vormen. In 1959, het jaar van haar toetreding tot Bretons kring, nam Parent deel aan de belangrijke tentoonstelling Exposition Internationale du Surréalisme (ÉROS). Ze toonde er La Crypte du fétichisme, een met zwart synthetisch bont beklede crypte met kunstwerken van onder anderen Joyce Mansour, Meret Oppenheim, Breton, Roberto Matta en haar eigen werk Masculin-Féminin.[1]Die assemblage, bestaande uit een maatpak met op de plaats van de stropdas een paardenstaart met echt haar van de kunstenaar, siert ook het tentoonstellingsaffiche. Het bekendst werd ze vanaf de tweede helft van de jaren zestig met haar object-schilderijen: driedimensionale collages waarin schilderkunst wordt gecombineerd met objecten van rommelmarkten en antiekwinkels.
Dit ongetitelde schilderij maakte ze een jaar na haar toetreding tot de surrealistische beweging. Het is een voorloper op de object-schilderijen enonthult motieven en thematieken die kenmerkend zijn voor haar latere oeuvre. De verf is aangebracht op een onderlaag van goudkleurig bladmetaal. Dit materiaal is nog gedeeltelijk zichtbaar en draagt bij aan de gelaagdheid van het werk. Over de gehele voorstelling zijn korte, goudkleurige strepen geschilderd. De compositie vertoont gelijkenissen met latere werken, zoals Le Passage du mervillon(1979) en Adieu vieux monde (1991).[2] Het schilderij markeert een overgangsmoment in de ontwikkeling van Parents kunstenaarschap, met iconografische elementen die haar latere werk kenmerken maar stilistisch geworteld is in de voorafgaande periode.
Museum Boijmans Van Beuningen verwierf dit werk in 2022 uit de nalatenschap van de Nederlandse surrealist Her de Vries. Het versterkt niet alleen de naoorlogse surrealismecollectie, maar onderstreept ook de hernieuwde aandacht voor vrouwelijke surrealisten en hun plaats binnen de kunstgeschiedenis.
Noten
[1] A. Mahon 2005, pp. 162-163. Ook creëerde ze samen met Marcel Duchamp de Boîte Alerte, als catalogus bij de tentoonstelling.