:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Twee staande mannen

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Twee staande mannen
Materiaal en techniek Zwart krijt, pen in bruine inkt
Objectsoort
Tekening (verso) > Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Breedte 97 mm
Hoogte 154 mm
Makers Maker: Roelandt Savery
Vroegere toeschrijving: Pieter Bruegel (I)
Inventarisnummer MB 1789 verso (PK)
Credits Uit de nalatenschap van F.J.O. Boijmans, 1847
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1847
Vervaardigingsdatum in circa 1603-1614
Signatuur geen
Watermerk unidentified (fragment), with initial W beneath (+DIGIT)(AE 09.03.2012)
Conditie recto: beschadigd aan de linker- en bovenzijde; verso papier- en lijmresten
Inscripties '78' (verso, linksboven, in potlood)
Verzamelaar F.J.O. Boijmans
Merkteken Museum Boymans (L.1857)
Herkomst F.J.O. Boijmans (1767-1847), Utrecht; gelegateerd aan de stad Rotterdam in 1847
Tentoonstellingen Brussel/Beijing 2007, p. 56 (als Roelandt Savery)
Onderzoek Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Literatuur Cat. 1852, nr. 193 (als Pieter Bruegel); Cat. 1869, nr. 52; Cat. 1901, nr. 90 (fl. 25,-); Van Bastelaer/Hulin de Loo 1907, nr. 63 (recto) en nr. 67 (verso) ; Jaarverslag Museum Boymans 1918, p. 15; Tolnai 1925, nr. 61 (recto), nr. 62 (verso); Cat. 1927, nr. 535b; Michel 1931, pp. 103-104 (recto and verso); De Tolnay 1952, nr. 94 (recto), nr. 95 (verso); Grossmann 1954, p. 43 (verso), p. 44 (recto), p. 48 (verso), p. 85 (verso); Münz 1961, nr. 95 (verso), nr. 96 (recto); Spicer 1970a, p. 4 (verso) en p. 15 (verso, beide als Roelandt Savery); Van Leeuwen 1971, pp. 140, 141, 143, 144 (verso); Miedema 1973, pp. 45, 48, 49 (verso); Genaille 1979, p. 175, nr. 48 (verso, als Pieter Bruegel or Roelandt Savery); Spicer-Durham 1979, pp. 198, 203 (beide verso) and nrs. C 216 (verso) en C 219 (recto) (beide als Roelandt Savery); Liess 1981, pp. 89, 93 (verso) (als Pieter Bruegel).
Materiaal
Object

Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje

Entry bestandscatalogus Vroeg Nederlandse tekeningen uit de 15e en 16e eeuw

Auteur: Yvonne Bleyerveld

Van Roelandt Savery zijn circa 250 tekeningen bekend, waaronder landschappen, dierstudies en prentenontwerpen.1 Deze acht figuurstudies behoren tot een groep van ongeveer tachtig tekeningen van boeren, marktvrouwen, bedelaars, kreupelen, goedgeklede burgers en joden, die Roelandt Savery maakte in en rond Praag in de jaren 1603-1613/1614, toen hij als hofschilder aan het hof van keizer Rudolf II werkzaam was. De tekeningen staan bekend als de naer het leven-tekeningen, een naam die zij danken aan de inscripties die op een aantal ervan voorkomen – zoals nart het leven, nardt het leven, nar hedt leven – en die erop wijzen dat het gaat om studies van personen die Savery in zijn directe omgeving aantrof. De tekeningen zijn gemaakt in zwart of rood krijt, media die uitermate geschikt zijn om ter plekke snelle schetsen te maken, en naderhand te worden uitgewerkt met pen en bruine inkt.

Tot ver in de twintigste eeuw werden de naer het leven-tekeningen beschouwd als werken van Pieter Bruegel, totdat Frans van Leeuwen en Joaneath Spicer omstreeks 1970 deze tekeningen aan Roelandt Savery toeschreven.2 Een belangrijk argument daarvoor, dat allereerst werd aangedragen door Van Leeuwen in 1967, was de overeenkomst tussen de inscripties op de naer het leven-tekeningen en de opschriften op Savery’s stadsgezichten, bijvoorbeeld op diens Gezicht op de Karelsbrug in Praag.3 Een tweede argument was de stilistische verwantschap tussen de figuurstudies en getekende en geschilderde voorstellingen van Roelandt Savery. Daarnaast zijn sommige typen watermerken identiek aan de watermerken in het papier van andere bladen van Savery. Bovendien duidt de kleding van de uitgebeelde personen erop dat zij in Bohemen getekend zijn, een streek die Savery, in tegenstelling tot Pieter Bruegel, uit eigen waarneming kende.4

In 1979 werkte Spicer haar opvattingen over het auteurschap van de naer het leven-tekeningen verder uit in haar oeuvrecatalogus van Savery’s tekeningen. Sindsdien is de toeschrijving aan Roelandt Savery algemeen aanvaard. Alleen Reinhard Liess blies oude hypothesen nieuw leven in, toen hij stelde dat de figuurstudies in zwart en rood krijt van de hand van Pieter Bruegel zijn, terwijl hij in de toevoegingen in pen en bruine inkt een andere hand herkende, mogelijk die van Roelandt Savery.5 Zijn theorie heeft echter geen bijval gevonden.

Savery tekende mensen die hij zag op straten of pleinen in hun alledaagse, soms armoedige en gescheurde of verstelde kleding, met hun manden, tassen, wandelstokken en krukken. Hij vond trof hen aan met hun handelswaar op de markt, staand of zittend op lage muurtjes en tonnen, in groepjes pratend of bedelend in portalen. Zes tekeningen uit de naer het leven-groep verbeelden joden op de markt of in de synagoge, die de kunstenaar gezien zal hebben in de joodse wijk van Praag.6 Hij legde zijn modellen vast als enkele figuren of in twee- of drietallen, zonder beweging of interactie. De getekende boeren, marktlui en bedelaars hebben vaak verweerde, gerimpelde gezichten, kenmerkend voor mensen die veel buiten zijn of een zwaar leven leiden. Ze dragen dikke jassen, broeken en mutsen en hebben veelal hun handen in hun mouwen gestopt om zich tegen de kou te beschermen. De studies wekken de indruk dat Savery zijn modellen tekende zonder dat deze wisten dat ze werden bestudeerd: de mannen en vrouwen zijn meestal en profil, schuin van achteren of op de rug geportretteerd.7 Ter plekke maakte hij summiere schetsen in zwart of rood krijt, die hij naderhand met de pen in bruine inkt verder uitwerkte. Deze directe observatie van mensen in hun dagelijkse bezigheden maakt dat het naturalisme in de voorstellingen groot is, iets wat in de kunst van de vroege zeventiende eeuw een volkomen nieuw fenomeen was.

Veel van de naer het leven-tekeningen zijn voorzien van kleurnotities en soms ook materiaalaanduidingen, zoals grise mūs (grijze muts), vill witte lappen (vilten witte lappen), swartte lerssen (zwarte laarzen).8 Het aanbrengen van kleurnotities – als geheugensteun bij een latere toepassing van een getekend motief in bijvoorbeeld een schilderij – was al in de vroege zestiende eeuw een gebruikelijke praktijk, maar niet eerder gebeurde dit zo veelvuldig en consequent als bij deze groep tekeningen.9

Savery maakte zijn studies van mensen op straat met het doel beeldmateriaal te verzamelen voor zijn geschilderde en getekende genrevoorstellingen van het boerenleven.10 Enkele malen paste de kunstenaar een figuurstudie in een genrevoorstelling toe, maar de voorbeelden daarvan zijn zeldzaam.11 Savery streefde bovendien een breder doel na dan het verzamelen bruikbare motieven: door de zorgvuldige uitwerking in pen en inkt en de grote aandacht voor alledaagse details, ontstaat de indruk dat hij in de eerste plaats tekende wat hem interesseerde en met een soort antropologische nieuwsgierigheid de mensen op straten en markten observeerde.

Binnen de groep figuurstudies, die zoals gezegd ontstonden in de jaren 1603-1613/1614, valt een duidelijke ontwikkeling waar te nemen van aanvankelijke onwennigheid naar een steeds grotere souplesse en spontaniteit.12 Spicer verdeelt de naer het leven-tekeningen in een A, B en C-groep, die elkaar geleidelijk opvolgen en soms overlappen. De tekeningen uit de A-groep getuigen van Savery’s onbekendheid met het onderwerp. De figuurtjes zijn klein, met karikaturale gelaatstrekken en getekend in korte, onzekere lijnen. De B-groep kenmerkt zich door een sobere, informatieve stijl. De vormen van de figuren zijn helder neergezet, hun gezichten minder maskerachtig dan die de A-groep en details zijn verder uitgewerkt. De tekeningen uit de C-groep laten zien dat Savery op den duur volledig vertrouwd was geraakt met de materie. De figuren hebben soepele, ononderbroken contouren en raak getroffen houdingen en gezichten. Met parallelle en kruisarceringen zijn volume en stofuitdrukking op overtuigende wijze weergegeven. Van de acht hier besproken naer het leven-tekeningen behoren alleen MB 1788 en MB 1790 tot de B-groep; de overige bladen worden gerekend tot de C-groep.

De voorzijde van dit blad toont een boer met een zak onder de arm, half op de rug gezien. Op de keerzijde staan twee mannen die omhoog kijken. Het hoofd van de man links wordt door het kader afgesneden, waaruit kan worden afgeleid dat het blad groter is geweest. De penlijntjes waarmee hij is getekend zijn uiterst verfijnd, vooral in de dikke bontkraag waarvan de stofuitdrukking goed getroffen is: deze lijkt bijzonder zacht. De man rechts is in dezelfde techniek getekend, ofschoon hier het zwarte krijt domineert, vooral in zijn mouw die met één dikke krijtlijn is opgezet.

In 1925 merkte Tolnai al de connectie op tussen beide figuren op de keerzijde en twee (afzonderlijke) toeschouwers op De kruisdraging van Christus van Pieter Bruegel uit 1564 in Wenen.13 Sindsdien zijn beide mannen lange tijd als voorstudie voor de twee figuren in dit schilderij beschouwd.14 Daarmee gold de tekening als extra bevestiging – een soort ‘proef op de som’ zoals Van Leeuwen stelde – dat de naer het leven-tekeningen door Pieter Bruegel gemaakt zouden zijn.15 Het gaat hier echter niet om een ontwerp voor het schilderij, maar om een natekening van dit beeldmotief in Bruegels Kruisdraging. Dit monumentale schilderij was in de vroege zeventiende eeuw in bezit van keizer Rudolf II. Als diens hofschilder zal Savery volop gelegenheid gehad hebben het uitvoerig te bestuderen. Savery nam vaker motieven uit schilderijen van Bruegel over in zijn eigen tekeningen, wat getuigt van zijn interesse in Bruegels werk.16

Noten

1 Zie voor een compleet overzicht Spicer-Durham 1979, dl. 2, Catalogue of drawings.

2 Van Leeuwen 1970; Spicer 1970a; Van Leeuwen 1971. Ook daarvoor werd Savery’s naam wel genoemd in verband met deze tekeningen. Zie voor de diverse opinies Spicer 1970a, pp. 4-6. Over de toeschrijvingskwestie van de naer het leven-tekeningen ook Miedema 1973 en Sellink in Rotterdam/New York 2001, pp. 284-288.

3 Van Leeuwen 1970; Van Leeuwen 1971, p. 147. De tekening bevindt zich in Praag, Národní galerie, inv. nr. K 64999, zie Prague/Courtrai 2010, nr. 1.

4 Zie voor al deze argumenten Van Leeuwen 1971; Spicer 1970a.

5 Liess 1981, pp. 87-113, in het bijzonder p. 93.

6 Spicer-Durham 1979, nrs. C 160, C 188, C 194, C 195, C 209, C 224; zie ook Vienna 1988, dl. 2, nr. 241; Frankfurt 2000, nr. 44.

7 Spicer-Durham 1979, p. 202.

8 Respectievelijk bij inv. nrs. MB 1788, MB 1789, MB 1792.

9 Zie bijvoorbeeld inv. nr. N 8; zie ook Van den Brink 2004, pp. 217-221.

10 Spicer-Durham 1979, pp. 201, 207.

11 Zie bijvoorbeeld London/Paris/Cambridge 2002, nr. 35; ook Washington/New York 1986, nr. 103. Volgens Sellink in Rotterdam/New York 2001, p. 285 verschijnt de boer op N 126 op de achtergrond van een geschilderde genrevoorstelling van Savery uit 1605 (in tent.cat. Roelant Savery in seiner Zeit (1576-1639), Keulen (Wallraf-Richartz-Museum); Utrecht (Centraal Museum) 1985/86, nr. 3). Mijns inziens gaat het echter om een vergelijkbaar figuur, maar niet om een navolging van deze tekening.

12 Spicer-Durham 1979, pp. 216-225, zie ook Schapelhouman 1987, p. 120.

13 Wenen, Kunsthistorisches Museum, inv. nr. 1025; Sellink 2007, nr. 127, met verdere literatuur; Tolnai 1925, p. 86 (onder nr. 62).

14 Bijvoorbeeld bij Grossman 1954, pp. 43, 48, 85; Münz 1961, p. 220, nr. 95, beschouwde in ieder geval de rechterfiguur als voorstudie. Dit opnieuw bij Liess 1981, p. 89, op basis van Tolnai 1925.

15 Van Leeuwen 1971, p. 141.

16 Zie voor voorbeelden Spicer-Durham 1979, p. 198.

Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker

Roelandt Savery

Kortrijk 1576 - Utrecht 1639

Bekijk het volledige profiel