:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Jan van Scorel

Schoorl 1495 - Utrecht 1562

Auteur: Judith Niessen

Het leven van de schilder en kanunnik Jan van Scorel is goed gedocumenteerd.1 Karel van Mander nam een uitvoerige biografie van de schilder op in zijn Schilder-boeck (1604).2 Scorel werd geboren in Schoorl, als zoon van de pastoor Andries Ouckeyn. Volgens Aernout Buchelius was de Alkmaarse schilder Cornelis Buys Scorels eerste leermeester. Volgens Van Mander was hij echter drie jaar in de leer bij Cornelis Willemsz in Haarlem, waarna hij in 1512 assistent werd in het atelier van Jacob Cornelisz van Oostsanen in Amsterdam. Van Mander vertelt verder dat Scorel voor korte tijd in de leer was bij Jan Gossaert, wellicht toen deze in 1517 met Filips van Bourgondië in Utrecht verbleef. In 1519 reisde Van Scorel door Duitsland – waar hij volgens Van Mander bij Dürer in de leer was – en Karinthië. Vervolgens reisde Scorel in 1520-1521 naar Venetië en maakte hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land. In 1522 verbleef hij in Rome bij de Utrechtse paus Adriaan Florisz Boeyens, die de kunstenaar aanstelde als conservator van de pauselijke kunstcollecties in het Belvedère en hem bovendien tot kanunnik benoemde.

Na de dood van de paus in 1523 keerde Jan van Scorel naar Utrecht terug. In 1528 trad hij als kanunnik toe tot het kapittel van de Utrechtse Mariakerk. In 1527 vertrok hij wegens politieke ongeregeldheden in Utrecht naar Haarlem, waar hij een atelier met leerlingen opzette. In 1530 keerde hij terug naar Utrecht en zette ook daar een atelier op, dat in de jaren 1535-1545 zijn grootste productie kent. Na 1540 hield Van Scorel zich ook bezig met andere projecten, zoals de decoraties voor de Blijde Intreden in Utrecht van Karel V in 1540 en Filips II in 1549 en de drooglegging van de Zijper polder in Noord-Holland. De kunstenaar en geestelijke stond in hoog aanzien: hij bewoog zich in kringen van humanisten, stadsmagistraten en aristocraten en bezocht de hoven in Breda, Mechelen en Brussel. Scorel overleed in 1562 en werd in de Mariakerk te Utrecht begraven.

Volgens Karel van Mander was Scorel de lantaarndrager die het ‘licht’ van de Italiaanse Renaissance naar de Nederlanden bracht.3 Zijn geschilderde oeuvre omvat ongeveer vijftig werken, inclusief de opdrachten die hij met zijn assistenten uitvoerde.4 De invloed van Scorels verblijf in Italië en het Heilige Land komt goed tot uitdrukking in De intocht van Christus in Jeruzalem (ca. 1526), een drieluik gemaakt voor de familie Van Lokhorst.5 Het drieluik De vinding van het Ware Kruis in de Grote Kerk van Breda (ca. 1535) en de panelen van het veelluik uit de abdijkerk Marchiennes (ca. 1540) zijn bewaard gebleven voorbeelden van Scorels monumentale altaarstukken.6

Het getekende oeuvre van Jan van Scorel is niet vastomlijnd en bestaat uit tekeningen die hij maakte in Italië en het Heilige Land en tekeningen die verband houden met zijn schilderijen. De enige tekeningen die met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven zijn Berglandschap met een brug in Londen (zie inv. nr. N 17) en De steniging van de heilige Stefanus  in Parijs – de ontwerptekening voor het middenpaneel van het altaarstuk in Marchiennes.7

Noten

1 Deze biografie is gebaseerd op de biografieën van M. Faries in Amsterdam 1986, pp. 179-180 en in Paris/Douai 2011, pp. 13-15.

2 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 234r-236v.

3 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 234v.

4 Faries in Amsterdam 1986, p. 179.

5 Utrecht, Centraal Museum; Amsterdam 1986, pp. 180-182, nr. 61. Zie voor de panelen van het altaarstuk uit Marchiennes (nu in Douai, Musée de la Chartreuse) Amsterdam 1986, pp. 228-231, nrs. 109-110 en Paris/Douai 2011.

6 Zie voor De vinding van het Ware Kruis: L. Helmus, ‘Altaarstukken voor de Reformatie’ in G.W.C. van Wezel, De Onze-Lieve-Vrouwekerk en de grafkapel voor Oranje-Nassau te Breda, Zeist 2003, p.p. 220-239, i.h.b. pp. 234-239. Zie voor de panelen van het altaarstuk uit Marchiennes (nu in Douai, Musée de la Chartreuse) Paris/Douai 2011.

7 Berglandschap met een brug, London, The British Museum, inv. nr. 1909.1.9.7; Popham 1932, p. 39, nr. 1; Washington/New York 1986, nr. 104. De steniging van de heilige Stefanus, Parijs, Fondation Custodia, coll. Frits Lugt, inv. nr. 4612; Amsterdam 1986, pp. 230-231, nr. 110; Boon 1992, nr. 184.

Lees verder Lees minder