:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
The Lamentation over the dead Christ

The Lamentation over the dead Christ

Abraham Bloemaert (in circa 1625)

Ask anything

Loading...

Thank you. Your question has been submitted.

Unfortunately something has gone wrong while sending your question. Please try again.

Request high-res image

More information

Specifications

Title The Lamentation over the dead Christ
Material and technique Black chalk, pen and brown ink, brown wash, heightened with white, squared for transfer
Object type
Drawing > Two-dimensional object > Art object
Location This object is in storage
Dimensions Height 231 mm
Width 378 mm
Artists Draughtsman: Abraham Bloemaert
Accession number MB 2001/T 1 (PK)
Credits Purchased with the support of Rembrandt Association, Stichting Lucas van Leyden, 2001
Department Drawings & Prints
Acquisition date 2002
Creation date in circa 1625
Signature none
Watermark none (vV, 8P, fine paper)
Inscriptions 'No 110' (verso, at lower left, in pencil)
Mark J. Goll van Franckenstein (L.2987: 'N 536.' and '536')
Provenance Jonkheer Johann Goll van Franckenstein (1722-1785), Amsterdam; his son Jonkheer Johan Goll van Franckenstein (1750-1821); his son Jonkheer Pieter Hendrick Goll van Franckenstein (1787-1832); his (†) sale, Amsterdam (De Vries et al.), 1 July 1883 sqq., lot unknown; sale, New York (Christie’s), 24 January 2001, no. 154; art dealer Bob Haboldt & Co., Paris; acquired by the museum with the support of the Vereniging Rembrandt and the Stichting Lucas van Leyden, 2001
Exhibitions Utrecht/Schwerin 2011, no. 34, col.ill.; Paris/Rotterdam 2014, no. 109
Internal exhibitions Vroege Nederlandse tekeningen - Van Bosch tot Bloemaert (deel 3) (2015)
De collectie als tijdmachine (2017)
External exhibitions Abraham Bloemaert - Een grootheid uit de Gouden Eeuw (2012)
Abraham Bloemaert. Een grootheid uit de Gouden Eeuw (2011)
Bosch to Bloemaert. Early Netherlandish Drawings from the Museum Boijmans Van Beuningen (2014)
Bosch to Bloemaert. Early Netherlandish Drawings (2017)
Research Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Literature Giltaij 2002; Bolten 2007, p. 76, under no. 170, p. 301, under no. 901, ill. 170a; Van Eck 2008, p. 43, ill. 21; Elen 2011, pp. 35-37, ill. 25; B. Haboldt, Singular Vision, Amsterdam-New York-Paris 2012, p. 68 (ill. in mirror image); Elen 2022, pp. 60-63, ill.
Material
Object
Technique
Highlight > Painting technique > Technique > Material and technique
Brown wash > Washing > Wash > Drawing technique > Technique > Material and technique

Entry catalogue Netherlandish Drawings of the 15th and 16th Centuries.

Author: Yvonne Bleyerveld

This description is currently only available in Dutch.

Deze tekening is de voortekening voor Bloemaerts schilderij De bewening van Christus van omstreeks 1625, dat zich eveneens in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen bevindt.1 De herkomst van dit schilderij is onbekend, maar hoogstwaarschijnlijk maakte Bloemaert het voor een katholieke schuilkerk in Utrecht of omgeving.2 Uitgebeeld zijn Maria, Johannes de Evangelist en Maria Magdalena, die na de kruisafname van Christus bij hem neerknielen. Links liggen de doornenkroon en de nagels waarmee Christus aan het kruis genageld werd, rechts staan het wasbekken en de zalfpot van Maria Magdalena. In de doorkijk rechts op de achtergrond wordt het lichaam van Christus in de graftombe gelegd.

De tekening zal omstreeks 1624-1625 ontstaan zijn. Bloemaert heeft de voorstelling eerst zorgvuldig met zwart krijt getekend en deze vervolgens met pen en bruine inkt en bruine wassingen uitgewerkt. De contourlijnen van de figurengroep rechts in de doorkijk zijn alleen in zwart krijt neergezet. Zoals Giltaij suggereerde, doen het grote formaat en de zorgvuldige uitvoering vermoeden dat dit blad niet alleen als voortekening voor het schilderij, maar ook als vidimus (presentatiemodel) bedoeld was.3 Het werd getoond aan de opdrachtgever om een indruk te geven van de compositie en ter eventuele bijstelling wanneer de opdrachtgever dat wenste.

Het kwadraatnet dat Bloemaert over de voorstelling aanbracht, maakt duidelijk dat de tekening in ieder geval als definitieve werktekening gediend heeft. Horizontaal zijn negen lijnen getrokken, zeven op gelijke afstand van elkaar en nog twee extra tussen de onderste en bovenste lijn. Verticaal trok de kunstenaar dertien lijnen, zodat de hele compositie is opgedeeld in gelijke vierkanten van 29 mm, die aan de boven- en onderzijde door de twee extra lijnen nogmaals worden doorsneden. Met behulp van deze vakken werd de voorstelling overgebracht op het te beschilderen doek.

De tekening is in 2001 door het museum verworven als de tot dan toe onbekende schakel tussen twee andere tekeningen van Bloemaert en het uiteindelijke schilderij. De eerste is een krijttekening van een liggende man, die het linkerbeen over het rechterbeen geslagen heeft. Rechtsboven is een tweede schets van de benen getekend, waarbij het rechterbeen over het linker ligt – de houding die de Christusfiguur op de Rotterdamse tekening en het schilderij ook heeft.4 Gezien de houding van de man is het aannemelijk dat Bloemaert deze studie speciaal tekende voor zijn schilderij De bewening van Christus. De tweede tekening is een schetsmatige studie in krijt, met bruine wassingen en witte hoogsels, die de gehele compositie toont: naast Christus zijn de twee Maria’s en Johannes toegevoegd.5 De laatste is hier nog moeilijk zichtbaar en kreeg in de Rotterdamse tekening en het schilderij een prominentere plaats.6 Bij de uitvoering van het schilderij bracht Bloemaert nog enkele wijzigingen aan ten opzichte van de laatste voortekening. Zo kust op de tekening Maria Magdalena de hand van Christus, terwijl zij op het schilderij haar hoofd op zijn hand neervlijt. Met de plaatsing van Christus’ dode lichaam op een uitgespreide lijkwade op de grond, met Maria, Johannes en Maria Magdalena daarachter, koos Bloemaert voor een formule die in veertiende en vijftiende eeuw zijn succes bewezen had en tijdens de Contrareformatie nieuw leven werd ingeblazen. Het uitgangspunt voor de compositie vormde wellicht een gravure van Jacob Matham uit 1607 – waarop de gestorven Christus wordt vastgehouden door Maria en beweend door Maria Magdalena – die Bloemaert in zijn drie voortekeningen tot een eigen compositie omwerkte.7

Binnen het omvangrijke getekende oevre van Bloemaert, bestaande uit meer dan 1700 bladen, is slechts een tiental tekeningen met zijn geschilderde werk in verband te brengen (zie inv. nr. MB 1980/ T2). Een recent ontdekte en door het Centraal Museum in Utrecht aangekochte tekening met De aanbidding der koningen is eveneens een voortekening van een schilderij.8 Deze naderhand bijgewerkte tekening dateert van omstreeks 1624 en is net als De bewening van Christus uitgevoerd in pen en bruine inkt en voorzien van een kwadraatnet.9

[caption id="attachment_13778" width="800" align="alignleft"]fig. 1 Abraham Bloemaert. The Lamentation of Christ, c. 1625. Museum Boijmans Van Beuningen, inv. no. 2062fig. 1 Abraham Bloemaert. The Lamentation of Christ, c. 1625. Museum Boijmans Van Beuningen, inv. no. 2062[/caption]

Footnotes

1 Inv. nr. 2062. Roethlisberger 1993, dl. 1, nr. 390.

2 Van Eck 2008, p. 43. Van het schilderij bestaan twee kopieën, zie Roethlisberger 1993, dl. 1, onder nr. 390.

3 Giltaij 2002, p. 15.

4 Particuliere verzameling, Nederland; Bolten 2007, nr. 901. De twee tekeningen die vooraf gaan aan de Rotterdamse tekeningen worden hier gepresenteerd in de volgorde waarin ze volgens Giltaij 2002 en Bolten 2007 ontstonden. Elen (in Utrecht/Schwerin 2011), laat daarentegen de compositieschets in het Louvre aan de figuurstudie voorafgaan.

5 Paris, Musée du Louvre, inv.nr. 22475; Bolten 2007, nr. 170. De twee tekeningen die vooraf gaan aan de Rotterdamse tekening worden hier gepresenteerd in de volgorde waarin Giltaij 2002 en Bolten 2007 ze beschreven. Elen (in Utrecht/Schwerin 2011), laat in zijn beschrijving daarentegen bewust de compositieschets in het Louvre aan de figuurstudie voorafgaan, omdat hij meent dat de tekeningen in die volgorde ontstonden. Welke van de twee studies het eerst getekend werd, is echter niet met zekerheid te zeggen. De mogelijkheid bestaat dat Bloemaert de modelstudie van de liggende man aanvankelijk met een ander doel tekende en vervolgens voor zijn schilderij aanwendde.

6 De wens Johannes duidelijker in beeld te brengen, blijkt ook uit het opschrift op deze tekening: ‘dat dese Sint Jan int midden/ wat claerlycker ghesien moechte/ worden’.

7 New Hollstein 2007-2008, nr. 60. De gravure werd door Matham ontworpen (tekening in Frankfurt am Main, Städelsches Kunstinstitut, inv. nr. 3266; zie Frankfurt 2000, nr. 12), gegraveerd en uitgegeven.

8 Utrecht, Centraal Museum, zie Utrecht/Schwerin 2011, nr. 33.

9 Helmus 2010, p. 18.

Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Show catalogue entry Hide catalogue entry

All about the artist

Abraham Bloemaert

Gorinchem 1566 - Utrecht 1651

Bekijk het volledige profiel